Op vrijdag 1 november viert de Kerk het hoogfeest van Allerheiligen. Dit is een verplichte kerkelijke feestdag. We vieren dit feest in onze kerk als volgt:
11.00 uur: Gezongen Hoogmis
19.00 uur: Gezongen Hoogmis
Op zaterdag 2 november (Allerzielen) bidt de Kerk voor de overleden gelovigen. Voor hun zielenrust worden meerdere H.H. Requiemmissen opgedragen. De tijden zijn:
11.00 uur: Gezongen H. Requiemmis met absoute
13.00 uur: Gelezen H. Requiemmis
15.00 uur: Gelezen H. Requiemmis
Om 16.00 uur zullen de Vespers van Allerzielen worden gezongen.
29 oktober 2024
Allerheiligen en Allerzielen
28 oktober 2024
28 oktober: H.H. Simon en Judas, apostelen, feest
In die dagen ging Hij naar het gebergte om te bidden en bracht de nacht door in gebed tot God. Bij het aanbreken van de dag riep Hij Zijn leerlingen bij Zich en koos er twaalf uit, aan wie Hij tevens de naam van apostel gaf: Simon, aan wie Hij tevens de naam Petrus gaf, diens broer Andreas, Jakobus, Johannes, Filippus, Bartolomeus, Mattheüs, Tomas, Jakobus de zoon van Alfeus, Simon met de bijnaam 'IJveraar', Judas, de broer van Jakobus, en Judas Iskariot, die een verrader werd. (Lc. 6,12-16)
Simon behoorde daarvoor tot de partij van de Zeloten, die met geweld de verwezenlijking van de Messias wilde doordrijven. Vandaar de naam 'IJveraar'. Simon is de zoon van Maria van Klopas, de zuster van de maagd Maria. Mattheüs noemt hem 'broeder des Heren', 'broeder' betekent hier 'neef'.
Judas Taddeus is de patroon van hopeloze zaken, waarschijnlijk omdat hij als naamgenoot van de verrader niet zo gemakkelijk werd aangeroepen, tenzij in hopeloze gevallen. Ook hij is een 'broeder des Heren' en de broer van Jakobus de Jongere zoals deze zich noemt in zijn brief die opgenomen is in de Heilige Schrift. De bijnaam Taddeus betekent: groothartige, onverschrokken.
Simon preekte het Evangelie in Egypte en Judas in Mesopotamië. Later hebben zij elkaar ontmoet in Perzië en zijn daar, na een zegenrijke missiearbeid, de marteldood gestorven.
De datum van 28 oktober zou teruggaan op de overbrenging van hun relieken naar Rome.
Judas is patroon van in ernstige nood en vertwijfeling verkerenden. Simon de Zeloot is patroon van in ernstige nood en vertwijfeling verkerenden, ververs, leerlooiers, leerbewerkers, wevers, metselaars, houthakkers en boswerkers.
27 oktober 2024
Hoogfeest van onze Heer Jezus Christus, Koning
Het raam met de afbeelding van Christus Koning boven de ingang van onze kerk. |
Daartoe ben Ik geboren en daartoe juist in de wereld gekomen,
om te getuigen voor de waarheid.
Ieder, die uit de waarheid is, luistert naar Mijn stem.
Epistel
Kol. 1, 12–20
Broeders, wij brengen dank aan God de Vader, Die ons waardig heeft gemaakt deel te mogen hebben aan het lot der heiligen, in het volle licht. Hij heeft ons ontrukt aan de macht der duisternis en overgebracht naar het rijk van Zijn beminde Zoon, in Wie wij de verlossing bezitten, de vergiffenis der zonden, door de kracht van Zijn Bloed. Deze is het beeld van de onzichtbare God, geboren vóórdat alles geschapen werd; want in Hem werd alles geschapen, wat in de hemel en op aarde is, het zichtbare en het onzichtbare, tronen zowel als heerschappijen, overheden en machten; alles is door Hem en in Hem geschapen. Zo bestaat Hij vóór allen, en alles bestaat in Hem. Hij is ook het Hoofd van het lichaam, dat wil zeggen van de Kerk. Hij is het begin, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in alles de eerste plaats zou hebben. Want het was besloten, dat in Hem alle volheid zou wonen, en dat Hij vrede zou brengen door het Bloed van Zijn kruis en door Zijn toedoen alles weer met God zou verzoenen, wat op de aarde of wat in de hemel is: in Christus Jezus, onze Heer.
Evangelie
Joh. 18, 33–37
In die tijd zei Pilatus tot Jezus: Zijt Gij de Koning van de joden? Jezus antwoordde: Stelt gij die vraag uit u zelf of hebben anderen u dat van Mij gezegd? Pilatus hernam: Ben ik dan soms een jood? Uw eigen volk en de opperpriesters hebben U aan mij uitgeleverd. Wat hebt Gij gedaan? Jezus gaf ten antwoord: Mijn rijk is niet van deze wereld. Als Mijn rijk van deze wereld was, zouden ongetwijfeld Mijn dienaren er voor strijden, dat Ik niet aan de joden werd overgeleverd; maar Mijn rijk is nu eenmaal niet van hier. Toen zei Pilatus tot Hem: Dus Kóning zijt Gij? Jezus antwoordde: Ja, gij zegt het; Kóning ben Ik. Daartoe ben Ik geboren en daartoe juist in de wereld gekomen, om te getuigen voor de waarheid. Ieder, die uit de waarheid is, luistert naar Mijn stem.
Overweging
Op de laatste zondag in oktober viert de Kerk - althans dat deel van de Kerk dat de liturgische kalender behorende bij het Missaal van 1962 volgt - de glorie van Christus. Hij is de Koning van de koningen en de Heer van de heren. Over Zichzelf zegt Hij: “Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde”. Als aan Christus alle macht gegeven is, dan volgt daaruit noodzakelijkerwijs, zo schreef paus Leo XIII, dat Zijn gezag het hoogste moet zijn, absoluut en onafhankelijk van iedereen, zodat geen enkele macht aan Zijn Macht evenwaardig is of daarop lijkt. En daar die macht Hem gegeven is zowel in de hemel als op aarde, moeten hemel en aarde Hem gehoorzamen.
Jezus Christus is koning, Hij is opperheer, aan Hem is alles onderworpen. Daarom is het ook juist dat iedereen aan Zijn woorden, aan Zijn leer en aan Zijn wensen gehoorzaamt. In het licht van een opkomend zelfbeschikkingsrecht van de volkeren en een afnemend respect voor het inzicht dat de overheid door God is ingesteld heeft paus Pius XI het feest van de universele heerschappij van Christus ingesteld.
Wie aan Hem onderdanig is, vindt de vrijheid. Deze vrijheid is een andere vrijheid dan die de wereld ons voorhoudt. De vrijheid die het koningschap van Christus geeft is namelijk te vinden in het beleven van de Waarheid. Alleen die Waarheid verzekert ons van de hoogste en de eigenlijke vrijheid. De afhankelijkheid hierin van God en van Christus en van Zijn heilige katholieke Kerk is geen slavernij, maar de weg naar het zuiverste geluk.
Ieder van ons is van Jezus afhankelijk. Hij is de Redder voor iedereen, Hij is de enige Waarheid. Hij is de Weg door dit leven, en daarom is Hij ook onze Koning. Hoe meer wij inwendig Zijn heerschappij erkennen en aanvaarden, des te meer zal de goddelijke rijkdom van liefde ons vervullen met licht, kracht en geluk. Zijn Rijk – zo bidden wij vandaag in de prefatie van de Mis – is een rijk van waarheid en van leven. Zijn Rijk is een rijk van heiligheid en van genade. Zijn Rijk is een rijk van gerechtigheid en vrede. Deze prefatie is als een program voor ons leven en tegelijkertijd een belofte.
Wie Christus zoekt, zich totaal aan Hem onderwerpt en ook in alles van Hem afhankelijk wil zijn, vindt waarheid en leven. Want hij belijdt Hem als zijn Koning, en de Koning zal hem Zijn gunsten bewijzen. Dit geldt zowel voor de staten en volkeren als voor de individuele mens.
26 oktober 2024
Toewijdingsgebed aan het Heilig Hart van Jezus voor het feest van Christus Koning
Allerzoetste Jezus, Verlosser van het mensdom, zie op ons neer, nu wij in alle ootmoed voor Uw altaar zijn neergeknield. Wij behoren U toe, en wij willen U ook toebehoren; maar, om nog inniger met U verenigd te worden, wijdt ieder van ons zich heden vrijwillig toe aan Uw allerheiligst Hart.
Velen hebben U nooit gekend, velen hebben Uw geboden veracht en zich van U afgekeerd.
Allergoedertierenste Jezus, heb medelijden met al deze mensen en trek hen allen tot Uw heilig Hart, Heer, wees Koning, niet alleen over de getrouwen, die zich nooit van U hebben verwijderd, maar ook over de kinderen, die, als de verloren zoon, U hebben verlaten. Maak, dat ze spoedig terugkeren naar het Vaderhuis en dat ze niet omkomen van ellende en honger.
Wees Koning over hen, die door dwaling zijn misleid of door scheuring zijn afgescheiden. Breng hen terug in de haven van de waarheid en tot de eenheid van het geloof, opdat er weldra één kudde zal zijn en één herder.
Wees de Koning over allen, die nog ronddolen in de duisternis van het heidendom of de islam, en leid hen tot Uw licht en Uw rijk.
Sla Uw barmhartige ogen op de kinderen van het volk, dat zo lang Uw uitverkoren volk is geweest. En moge het Bloed, dat weleer over hen is afgeroepen, ook nu over hen neerkomen, maar dan als een doopsel van verlossing en van leven.
Heer, geef aan Uw Kerk ongestoorde vrede en vrijheid. Schenk aan alle volken rust en orde. Geef, dat over de gehele aarde eindelijk deze éne kreet weerklinke: Eer aan het goddelijk Hart, dat ons het heil heeft gebracht! Aan dat Hart zij eer en lof in eeuwigheid. Amen.
24 oktober 2024
24 oktober: Heilige Raphaël, aartsengel
Sint Raphaël, uw tijding bracht
de herders in de winternacht
het mooiste dat een mens kan horen:
Dat Jezus heden is geboren.
Ach engel, zing mij ’t zelfde woord
als ooit de duivel mij bekoort.
Gabriël Smit
In het bijbelboek Tobit wordt verhaald hoe de aartsengel Raphaël de jonge Tobias begeleidt op zijn weg van Nineve naar Ekbatana. Hij helpt hem bij het vangen van een gevaarlijke vis. Daarnaast bevrijdt hij het meisje Sara van een boze geest. Telkens wanneer zij de huwelijksnacht met een bruidegom doorbracht, bleek deze de volgende ochtend te zijn overleden; dat was haar al zes keer overkomen. Maar Tobias, de zevende bruidegom, bleef door Raphaëls voorzorgen in leven. Uiteindelijk wist de jonge Tobias op aanwijzing van zijn reisgezel Raphaël zijn oude vader Tobit van diens blindheid te genezen met de gal van een gevangen vis. Ongetwijfeld een toespeling op de betekenis van zijn naam: Raphaël = 'God geneest'.
Aan het eind van het verhaal maakt Tobias' reisgezel zich bekend als Raphaël, een van de zeven engelen die voor de heerlijkheid Gods staan. Daar dragen zij de gebeden van de heiligen op tot voor Gods troon.
Paus Benedictus XV stelde zijn feest op 24 oktober. Hij is patroonheilige van artsen, apothekers, verplegend personeel en zieken; van gehuwden (vanwege zijn rol bij de bruid Sara in het boek Tobit); op grond van datzelfde verhaal is hij ook patroon van alle mensen die op reis of onderweg zijn: daar behoren ook toe schippers, pelgrims, emigranten, vakantiegangers, dagjesmensen en spoorwegpersoneel; van mijnwerkers, bergbewoners en dakdekkers; van arme zielen (die hij begeleidt tot voor Gods troon). Hij wordt aangeroepen tegen oogziekten en tegen de pest.
Door zijn rol in het verhaal van de jonge Tobias werd hij ook patroon van opvoeders en ieder die jonge mensen begeleidt op hun weg naar volwassenheid.
20 oktober 2024
Missiezondag: Gebed voor de uitbreiding van het Geloof
O eeuwige God,
Schepper van al wat bestaat,
gedenk dat de zielen der ongelovigen
door U geschapen werden
naar Uw beeld en Uw gelijkenis.
En zie, o God,
hoe te Uwer oneer de hel ermee vervuld wordt.
Vergeet niet dat Jezus, Uw Zoon,
de bitterste dood voor hun zaligheid geleden heeft.
Ik smeek U, o Heer,
gedoog niet langer dat Uw Zoon
door de ongelovigen miskend wordt.
Laat U bedaren door de gebeden Uwer heiligen
en die der heilige Kerk,
de bruid van Uw goddelijke Zoon.
Wees Uw barmhartigheid indachtig.
Vergeet hun afgoderij en hun ongelovigheid
en maak dat zij eindelijk ook Degene mogen kennen,
Die Gij gezonden hebt,
Jezus Christus, onze Heer,
Die ons leven, onze verrijzenis, onze zaligheid is,
door Wie wij verlost en zalig geworden zijn,
en aan Wie alle eer toekomt
in de eeuwen der eeuwen. Amen.
H. Franciscus Xaverius
Tweeëntwintigste zondag na Pinksteren
Geeft aan de keizer, wat van de keizer, en aan God, wat van God is. |
Epistel
Phil. 1, 6-11
Broeders, wij hebben het vaste vertrouwen in de Heer Jezus, dat Hij, Die een goed werk in u begonnen is, het ook tot voltooiing zal brengen tot op de dag van Christus Jezus. Het is toch ook alleszins redelijk, dat ik zo over u allen denk; want het blijft mij steeds in de gedachte, dat gij zowel in mijn gevangenschap als bij de verdediging en bevestiging van het Evangelie allen de deelgenoten waart van mijn blijdschap. God immers is mijn getuige, hoezeer ik naar u allen verlang in de liefde van Jezus Christus. En dit is mijn bede: dat uw liefde meer en meer moge toenemen door kennis en volledig begrip, en gij daardoor tot beter inzicht van het goede moogt komen; opdat gij rein en zonder smet moogt zijn tegen de dag van Christus, rijk beladen met vrucht van gerechtigheid door Jezus Christus tot eer en glorie van God.
Evangelie
Mt. 22, 15-21
In die tijd gingen de farizeeën heen en beraadslaagden, hoe zij Jezus met een strikvraag zouden vangen. En zij zonden hun leerlingen op Hem af, samen met de Herodianen, om te vragen: Meester, wij zijn overtuigd, dat Gij oprecht zijt, en de weg Gods naar waarheid leert, en niemand naar de ogen ziet; want Gij kent geen aanzien des persoons. Zeg ons dus: Wat dunkt U: Is het geoorloofd aan de keizer belasting te betalen, of niet? Maar Jezus doorzag hun boos opzet, en zei: Wat tracht gij Mij op de proef te stellen, huichelaars! Laat Mij eens een belastingpenning zien! Zij hielden Hem dan een tienling voor. En Jezus vroeg hun: Van wie is dat beeld en dat opschrift? Zij antwoordden hem: Van de keizer. Toen zei Hij hun: Geeft dan aan de keizer, wat van de keizer, en aan God, wat van God is.
Overweging
Aan God komt alles toe: lichaam, ziel en wil, want van Hem ontvingen wij dat alles, en door Hem wordt het behouden en vermeerderd. Daarom is het passend dat wij alles teruggeven aan Hem, aan Wie wij zowel begin als voortgang verschuldigd zijn. Geef Hem de bron, dan geeft u Hem alles wat uit de bron voortvloeit. Geef Hem de innerlijke citadel van de ziel, schenk Hem uw hart en uw geest. Dat alles komt God toe. Pas dan zijn wij in staat om te begrijpen waarom Jezus in het Evangelie van vandaag op de strikvraag van de herodianen zegt: “Geeft aan de keizer, wat van de keizer is, en aan God, wat van God is.” In feite vraagt Jezus ons alles wat substantieel en wezenlijk is aan God te geven, en het tijdelijke aan de keizer.
Dit antwoord is voldoende, want als wij werkelijk ons binnenste overleveren aan God, dan zal Zijn rijk zich uitbreiden over alle wijken en buitenposten van het leven die aan onze uitwendige activiteiten verbonden zijn, dus over ons doen en over ons spreken. Deze vestiging van Gods heerschappij over al onze daden, het uitvloeien van Zijn rijk naar alle uithoeken van ons bestaan, verloopt bij de ene mens vlugger dan bij de andere. Dit is onder meer afhankelijk van ons temperament. Maar dit proces gaat altijd gepaard met het regelmatig afleggen van de biecht.
In ons innerlijk ligt de toegangspoort van Gods genade. Maar hoe houden wij die poort geopend? Dat doen we eerst en vooral door gebed en door beschouwing van de goddelijke mysteries; door het gesprek dat geen einde neemt, dat een voedzaam zwijgen wordt, geobserveerd voor het aanschijn van de Heer; met andere woorden door de gemeenschap van onze menselijke geest met de Geest Die heiligt.
Aan God komt alles toe, omdat alles wat wij Hem kunnen offeren reeds lang voordat wij het aan Hem offeren van Hem is. En toch verlangt Hij deze offergave. God, Die niets behoeft, vraagt ons Hem Zijn eigen gaven aan te bieden, omdat Hij Zichzelf aan ons wil meedelen, wanneer wij Hem met liefde benaderen. Als wij Hem onze oude mens geven, dan krijgen wij een nieuwe en geheiligde natuur terug die bestemd is om eeuwig in Zijn heerlijkheid voort te leven.
Alles wat wij aan God geven, dat krijgen wij in overvloed terug. Dat begint reeds hier op aarde door het alles overtreffende geloof, en door de vrede die dit geloof ons schenkt als begin van het eeuwig leven.
19 oktober 2024
Zalige Jerzy Popieluszko, priester en martelaar
Miljoenen Polen begroeten paus Johannes Paulus II als hij in 1978 voor het eerst als paus zijn vaderland bezoekt. Drie meisjes maken zich klaar hem een brief te overhandigen, maar de geheime politie pakt die af. Niemand ziet het, behalve een jonge priester. In zijn misgewaad springt hij over de afzetting en eist dat het schrijven wordt teruggegeven. De mannen geven de brief terug. De meisjes interesseren hun niet meer, de priester wel: Jerzy Popieluszko.
Terwijl hij op het seminarie studeerde moest hij dienen in het leger. Een officier dwingt Jerzy zijn rozenkrans te vertrappen. Als hij weigert, wordt hij onbarmhartig geslagen en een maand lang opgesloten. Later moet hij voor zijn Mariamedaille uren in de ijsregen staan. Na zijn priesterwijding wordt hij aalmoezenier onder de staalarbeiders op de Noord-Poolse scheepswerf van Gdansk.
Als in 1980 stakers onder leiding van elektriciën Lech Walesa weigeren om de werf te verlaten kijkt de wereld apathisch toe. De arbeiders eisen dat een priester op 15 augustus de heilige Mis komt opdragen. Hun keuze valt op Jerzy Popieluszko. Hij hoort die dag non-stop biecht.
Generaal Jaruzielski kondigt onder druk van de Sowjet-Unie de staat van beleg af. De verworven vrijheid wordt aan banden gelegd, kruisbeelden worden uit scholen verbannen. Jerzy Popieluszko’s maandelijkse ‘Mis voor het vaderland’ trekt vijftienduizend gelovigen. “Bestrijd kwaad met goed”, roept hij.
In 1983 wordt Jerzy Popieluszko gearresteerd. In zijn huis worden grondstoffen voor een bom ‘gevonden’. Na ingrijpen van de aartsbisschop wordt hij vrijgelaten. Paus Johannes Paulus II zendt hem zijn rozenkrans.
19 oktober 1984: De auto met Jerzy Popieluszko wordt tot stilstand gedwongen. Hij probeert te ontsnappen, maar wordt mishandeld en geboeid. Dezelfde avond wordt zijn nog levende lichaam in de rivier de Wisia geworpen.
Nadat zijn zwaar verminkte lichaam op 30 oktober 1984 wordt gevonden, overwinnen een half miljoen Polen hun angst en wonen de begrafenis bij. Op 6 juni 2010 werd hij in Warschau zalig verklaard, waarbij kardinaal Angelo Amato de paus vertegenwoordigde. De moeder van de zaligverklaarde, Marianna Popiełuszko was aanwezig. Meer dan 100.000 gelovigen woonden de plechtigheid bij.