15 november 2025
14 november 2025
Vormseltoediening op zondag 16 november
Op zondag 16 november zullen vele kinderen, jongeren en ook (jong-)volwassenen het Vormselsacrament ontvangen uit handen van mgr J.W.M. Hendriks, bisschop van Haarlem-Amsterdam. De plechtigheid begint om 11.00 uur.
Aansluitend wordt de Hoogmis van de drieëntwintigste zondag na Pinksteren opgedragen, waarbij de bisschop pontificale assistentie zal verlenen vanaf de troon.
Voor de vormelingen wordt uw gebed gevraagd.
In verband met de lengte van de vormselplechtigheden vervalt deze zondag de gelezen heilige Mis van 12.45 uur.
13 november 2025
Sint-Nicolaasacademie op zaterdag 15 november 2025 om 13.00 uur
Op zaterdag 15 november vindt er weer een bijeenkomst voor de Sint-Nicolaasacademie plaats. Spreker is onderzoeker en publicist Michiel de Jong. Hij zal spreken over de achtergronden van de aloude en geliefde traditie van Sinterklaas en zijn knecht Zwarte Piet.
Zie: De website van de academie.
12 november 2025
12 november: Heilige Martinus, paus en martelaar
![]() |
| Paus Martinus, gevangen en in ballingschap. |
Martinus was afkomstig uit Todi in Umbrië. Na een schitterende carrière werd hij deken bij de bisschop van Rome, paus Theodorus I († 649). Deze zond hem als speciale afgezant naar Constantinopel. In juli 649 werd hij zelf tot paus gekozen. Hij staat bekend om zijn liefde voor de armen en zijn zorg voor de gelovigen, maar meer nog om zijn ijver de geloofsschat te bewaren.
In zijn tijd bestonden er onder de gelovigen vele diepgaande meningsverschillen, waarin hij duidelijk stelling nam. Vooral met keizer Constans II van het Oost-Romeinse Rijk had hij het vaak aan de stok. Die steunde de patriarch van Constantinopel die de ketterse ideeën van het 'monotheletisme' verkondigde. Dat is de dwaalleer dat Christus alleen een goddelijke en geen menselijke wil had gehad. Paus Martinus I was van mening dat Christus pas serieus mens genoemd kon worden als Hij ook een menselijke wil had bezeten, die onderhevig was geweest aan alle menselijke begeerten en emoties, inclusief twijfel, terwijl je zoiets natuurlijk nooit van de goddelijke wil kon beweren.
Nog in het jaar van zijn benoeming hield paus Martinus in Lateranen een concilie waarop deze leer officieel werd veroordeeld. Hij werd in zijn overtuiging gesteund door de bisschoppen van Afrika, Spanje en Engeland. Maar tegelijk moest hij ervaren dat zijn leven meer dan eens bedreigd werd.
Tenslotte wisten zijn tegenstanders hem te pakken te krijgen en in 653 naar Constantinopel over te brengen. In zijn brieven doet hij verslag van de ziekten die onderweg aan boord uitbraken en die hem ernstig verzwakten. Eerst werd hij voor meer dan een half jaar verbannen naar het Griekse eiland Naxos in de Egeïsche Zee. Daar kreeg hij maar mondjesmaat te eten en het eten dat hij voorgezet kreeg, maakte hem nog zieker dan hij intussen al was. Het was hem verboden zich te verzorgen, zo mocht hij zich gedurende 47 dagen niet wassen, zelfs niet met koud water.
Na overgebracht te zijn naar Constantinopel werd er een schijnproces tegen hem gevoerd, waarbij hij ter dood veroordeeld werd wegens verraad, terwijl hij gevangen was genomen, op beschuldiging van het feit dat hij het niet met de leerstellingen van de keizer eens was. Hij werd in het openbaar voor schut gezet en afgetuigd. Op voorspraak van de patriarch van Constantinopel werd hij niet gedood, maar - bespot door het gepeupel en ontdaan van alle bisschopskleren - verbannen naar Chersonesus op de Krim. Er zijn brieven van hem bewaard waarin hij zich beklaagt over zijn onmenselijke behandeling en over het feit dat zijn gelovigen in Rome niets meer van zich lieten horen, terwijl hij dag aan dag bad voor hun zieleheil. Erger nog: ze hadden intussen een plaatsvervanger gekozen: Eugenius I. Uiteindelijk is Martinus in de Krim gestorven. Later werd zijn lichaam overgebracht naar Rome en bijgezet in de naar hem genoemde kerk.
Vanwege de vele ontberingen en vernederingen die hij te verduren had wordt hij vaak aangeduid als de laatste paus-martelaar, terwijl hij in de strikte zin geen martelaar is: hij is immers niet rechtstreeks gedood omwille van Christus, ofschoon hij smaad, gevangenschap, verbanning en de dood moest ondergaan.
Als leider van de Kerk week Martinus niet voor de opvattingen van de keizer.
11 november 2025
11 november: Heilige Martinus (van Tours), bisschop en belijder
Geboren in 316 te Sabria in Hongarije liet Martinus zich als jongen van 10 jaar in de Kerk opnemen als catechumeen (doopleerling). Vijf jaar later trad hij in het leger en diende onder keizer Constantius en keizer Julianus. Op 18-jarige leeftijd werd hij gedoopt en bleef nog twee jaar in dienst.
Als catechumeen ontmoette hij eens bij de stadspoorten een naakte bedelaar, die hem om Christus' wil een aalmoes vroeg. Omdat hij niets dan zijn wapen had, gaf hij hem een stuk van zijn soldatenmantel. In een droom verscheen hem de avond daarop Christus met de helft van zijn mantel om zich heen geslagen. Hij hoorde Jezus met heldere stem tegen de menigte engelen die om Hem heen stonden zeggen: "Martinus, die nog maar doopleerling is, heeft Mij met dit kleed bedekt. Wat je voor de geringste van Mijn broeders hebt gedaan, dat heb je aan Mij gedaan."
De heilige Hilarius, bisschop van Poitiers werd zijn leraar en voorbeeld. Onder zijn leiding leefde hij als monnik. Toen hij priester was begon hij als missionaris in zijn eigen geboortestreek. Zijn moeder zou als eerste zich bekeerd hebben. Woedende Arianen en heidenen verdreven Martinus uit zijn geboortestreek. Teneergeslagen begaf hij zich naar het eiland Gallinara voor de Italiaanse Riviera. Daar leefde hij enkele jaren als kluizenaar. In het jaar 360 werd hij door Hilarius, die reeds sinds 356 bisschop van Poitiers was, naar Gallia teruggeroepen. Hij bouwde er een kluizenaarscel en en verbleef daar vele jaren. Uit deze eenvoudige cel zou later het eerste klooster van Gallie groeien.
Hij werd in 372 door het volk en de clerus gekozen tot bisschop van Tours, waar hij een klooster bouwde en met tachtig monniken een buitengewoon heilig leven leidde. Hij wilde niet in het bisschopshuis wonen, maar verkoos de armoede. Zijn vriend en levensbeschrijver Sulpicius Severus was vaak ooggetuige van zijn wonderdaden.
Vol overgave verkondigde Martinus overal het Evangelie en bestreed het heersende heidendom. Hij was geliefd bij de gehele bevolking vanwege zijn gerechtigheid en voorbeeldig leven.
De heilige Martinus stierf op 11 november rond het jaar 398 op 80 jarige leeftijd te Candes, een parochie in zijn bisdom.
Martinus is patroon van soldaten, cavaleristen, militairen, ruiters, hoefsmeden, wapensmeden, leerlooiers, wevers, armen, bedelaars, molenaars, gordelmakers, hoteliers, kleermakers, handschoenmakers, hoedenmakers, reizigers, gevangenen, wijnboeren, borstelmakers, omroepers, geheelonthouders, en herders en voor een goede oogst; en patroon tegen uitslag en slangenbeten.
10 november 2025
Bijeenkomst Legioen Kleine Zielen op woensdag 12 november
De gebedsgroep Amsterdam van het Legioen Kleine Zielen van Jezus’ Barmhartig Hart komt elke tweede woensdag van de oneven maanden (januari, maart, mei, juli, september en november) bijeen in onze kerk en pastorie; op woensdag 12 november na de heilige Mis en het lof wordt de conferentie voortgezet over de voordracht 'Ik zoek een heilige ziel vol vuur, om dit vuur te verspreiden tot aan het uiteinde der aarde' door eerwaarde heer Luc Vanstraelen (†).
Het programma is als volgt:
10.30 uur: Rozenkransgebed
11.00 uur: Gelezen H. Mis
11.45 uur: Lof
12.30 uur: Conferentie in de pastorie met koffie en thee (tot circa 14.00 uur).
Een ieder is van harte uitgenodigd om kennis te komen maken en te komen meebidden met de gebedsgroep. Niemand is te groot of te klein, wij zijn allemaal aan het oefenen. Voor meer informatie kunt u terecht op de website van het legioen.
10 november: Heilige Andreas Avellinus, belijder
Andreas Avellinus is geboren in 1521 in Castronuovo di Sant'Andrea in Zuid-Italië. Bij het doopsel ontvangt hij de naam Lancelotto.
Als jonge priester was hij verbonden aan een kerkelijke rechtbank. Tijdens een verdediging kwam er een keer een klein leugentje over zijn lippen. Vlak daarna las hij bij toeval in de heilige Schrift “Een mond die liegt vermoordt de ziel.” (Wijsheid 1, 11) Diep getroffen door deze woorden legde hij zijn positie bij de rechtbank neer en wijdde zich uitsluitend aan de dienst aan God en het welzijn van de zielen.
In 1566 trad hij in in de orde van de Theatijnen. Toen koos hij de naam Andreas, uit liefde voor het kruis van Christus. Hij werkte zeer ijverig als zielenherder. Met vaderlijke liefde en voorzichtigheid bracht hij als biechtvader ontelbare uren door in de biechtstoel. Hij reisde langs de steden en dorpen in de buurt van Napels om de verlossende boodschap van het Evangelie te verkondigen.
Door de bisschop van Napels werd hij belast met de hervorming van een Napolitaans klooster waar de discipline was zoekgeraakt. Door zijn eigen voorbeeldige levenshouding slaagde hij erin zijn opdracht tot een goed einde te brengen, maar niet zonder kleerscheuren. Hij werd door zijn tegenstanders belaagd en zwaar verwond. Men bracht hem voor verzorging en revalidatie naar het klooster van de Theatijnen. Vanwege zijn intelligentie, zelfdiscipline, onderdanigheid en zuiverheid werd hij uitgezonden om nieuwe vestigingen voor de orde uit te bouwen, zoals in Milaan en Piacenza.
De heilige Carolus Borromeus was een intieme vriend van Andreas Avellinus die hem voor zeer belangrijke kerkelijke aangelegenheden raadpleegde.
In het leven van deze heilige priester komen verschillende wonderen voor. Toen hij een keer samen met een metgezel in slecht weer op weg was naar huis, werd zijn lantaarn gedoofd door de regen en de wind. Zij werden echter niet doorweekt door de regen. Zijn lichaam straalde van licht en zo konden zij in de dichte duisternis toch de weg naar huis vinden.
Velen kwamen bij Andreas om raad vragen. Hij heeft duizenden brieven geschreven. Vermoeid door zijn vele werkzaamheden en verzwakt door zijn leeftijd werd hij op 10 november 1608 getroffen door een beroerte aan de voet van het altaar toen hij de heilige Mis wilde gaan opdragen. Toen hij voor de derde keer sprak “Introibo ad altare Dei” (Ik zal opgaan naar het altaar van God), stierf hij.
In 1712 verklaarde paus Clemens XI hem heilig. Andreas Avellinus wordt vereerd als patroonheilige van Napels en Sicilië. Hij ligt begraven in de Sint-Pauluskerk in Napels.
Andreas Avellinus is patroon tegen een onvoorziene dood en tegen beroertes.
9 november 2025
9 november: Kerkwijding van de Aartsbasiliek van de Allerheiligste Verlosser, feest
Gedachtenis: Tweeëntwintigste zondag na Pinksteren
Epistel
Apok. 21, 2-5
In die dagen zag ik de heilige stad - een nieuw Jeruzalem - afdalen uit de hemel van bij God, toegerust als een bruid, die zich heeft opgetooid voor haar man. Dan hoorde ik een luide stem spreken vanaf de troon: Dit is de woonplaats van God met de mensen, want Hij zal met hen samenwonen. En zij zullen Zijn volk zijn, en Hij, God met hen, zal hun God zijn. Dan zal God alle tranen afwissen uit hun ogen, en de dood zal er niet meer zijn; geen rouw meer, en geen geschrei of smart; want het vroegere is nu voorbij. En Hij, Die op de troon zat, zei: Alles maak Ik nieuw.
Evangelie
Lc. 19, 1-10
In die tijd ging Jezus Jericho binnen en trok de stad door; en zie, daar woonde een man, met name Zacheus; en deze was een overste van de tollenaars, en hij was rijk. En hij verlangde Jezus te zien, wat dat voor iemand was; maar hij kon dit niet vanwege de toeloop van volk, want hij was klein van gestalte. Daarom liep hij vlug vooruit, en klom in een vijgeboom, om Hem te kunnen zien; want Hij zou daar voorbijkomen. Toen Jezus nu bij die plaats gekomen was, keek Hij naar boven, en zag hem; en Hij sprak tot hem: Zacheus, kom vlug naar beneden; want vandaag moet Ik in uw huis Mijn intrek nemen. En hij haastte zich om naar beneden te komen, en ontving Hem vol vreugde. En allen zagen dat, en zij morden onder elkander: Hij gaat binnen bij een zondig mens! Zacheus echter stond daar, en zei tot de Heer: Zie, Heer, de helft van mijn vermogen geef ik aan de armen, en als ik iemand te kort gedaan heb, zal ik het vierdubbel teruggeven. Jezus sprak tot hem: Heden is er zegen gekomen over dit huis; want ook deze is een zoon van Abraham. De Mensenzoon toch is gekomen, om te zoeken en te redden, wat verloren was.
Overweging
De Aartsbasiliek van de Allerheiligste Verlosser in Rome is beter bekend als de Sint Jan van Lateranen. Volgens een inscriptie op de voorgevel is zij ‘De Moeder en het Hoofd van alle Kerken in de Stad en van de hele Wereld’. Zij gaat terug op een geschenk van keizer Constantijn en zijn familie.
In de 2e eeuw vóór Christus behoorde het terrein waar de huidige kerk op staat toe aan de senatorenfamilie van de Plautii. Een vooraanstaand lid van deze familie, Plautus Lateranus, was in 65 door keizer Nero terechtgesteld vanwege diens vermeende aandeel in de samenzwering van Gaius Calpurnius Piso tegen de keizer. Het paleis werd geconfisqueerd en tot keizerlijk domein verklaard. Septimius Severus gaf het weer terug aan de nabestaanden van de Plautii.
Toen in de 4e eeuw een verre afstammelinge, Fausta, huwde met keizer Constantijn, behoorde het tot haar bruidschat. Zo kwam het terrein in het bezit van Constantijn. Hij schonk het aan de toenmalige paus Silvester († 335) met de bedoeling dat er de eerste christelijke basiliek zou verrijzen. Met de bouw ervan werd begonnen in 323; het jaar daarop kon de kerk worden ingewijd. Zij was toegewijd aan Jezus Zelf: de Allerheiligste Verlosser. In de 12e eeuw kwamen daar Johannes de Doper en Johannes de Evangelist bij. Sindsdien staat de kerk bekend onder de naam Sint-Jan-van-Lateranen.
De eerste kerk had de vorm van een basiliek. Het moet een imposant gebouw geweest zijn. Het was in ieder geval zo mooi en rijk versierd dat het de bijnaam 'Gouden Basiliek' (basilica aurea) kreeg. In de loop der eeuwen is de kerk herhaaldelijk verwoest, geplunderd en weer opgebouwd. Het huidige gebouw gaat terug op 11e en 12e eeuw, met restanten uit vroeger tijden.
De basiliek is de belangrijkste kerk ter wereld. Daar staat immers de Stoel van Sint Petrus, die zoals de H. Ignatius van Antiochië schreef 'het hoofd is van de gehele liefdesgemeenschap'. Om die reden wordt haar wijdingsdag in de gehele Kerk als feest gevierd.
8 november 2025
8 november: H.H. Vier gekroonde martelaren (gedachtenis)
De geschiedenis van deze heilige martelaren is erg verwarrend. In het Martyrologium Romanum staat het volgende over hen opgetekend: "Te Rome aan de Via Lavicana op de dag van het overlijden van vier heilige martelaren, de broers Severus, Severianus, Carpophorus en Victorinus. Onder keizer Diocletianus werden ze met loden staven doodgegeseld. Hun namen werden pas vele jaren later bekendgemaakt door een goddelijke openbaring. Aangezien daarvoor niemand hun namen kende werd de jaarlijkse feestdag te hunner ere gevierd onder de titel: De vier gekroonde broers. Ook na de openbaring van hun namen bleef deze titel bestaan."
De basiliek van de H.H. Vier gekroonde martelaren bevat ook de relikwieën van vijf beeldhouwers die onder Diocletianus weigerden om afgoden te maken of om afbeeldingen van de zonnegod te vereren. Uit verslagen blijkt dat zij rond het jaar 300 werden gegeseld, geplaatst in loden doodskisten en ondergedompeld in water.
Diverse historici hebben geprobeerd om de tegenstrijdige verklaringen over de relatie tussen deze twee groepen heiligen te ontwarren; zij hebben onderzocht of deze twee groepen daadwerkelijk hebben bestaan, of het ging om Romeinen, soldaten, steenhouwers enzovoorts.











