28 juli 2009

Preek voor de achtste zondag na Pinksteren

Epistel (Rom. 8, 12-17)
Broeders, wij hebben wel verplichtingen, maar niet tegenover het vlees, dat wij naar het vlees zouden moeten leven, want als gij leeft naar het vlees, zult gij zeker sterven; maar als gij door de geest de werken van het vlees doet sterven, dan zult gij leven. Want allen, die door de Geest van God worden gedreven, dat zijn kinderen van God. Immers, gij hebt geen slavengeest ontvangen, om weer te leven in vrees; maar gij hebt een geest ontvangen, waardoor wij tot kinderen zijn aangenomen en roepen: Abba (Vader). Immers de Geest Zelf getuigt aan onze geest, dat wij kinderen van zijn van God. Maar zijn wij kinderen, dan ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus.

Evangelie (Lucas 16, 1-9)
In die tijd hield Jezus Zijn leerlingen de volgende gelijkenis voor: Er was eens een rijk man, die een rentmeester had; en deze werd bij hem aangeklaagd, dat hij zijn goederen verkwistte.
En hij liet hem roepen en zei tot hem: Wat hoor ik daar van u? Gij hebt verantwoording te doen van uw beheer; want gij kunt niet langer rentmeester blijven. Toen dacht de rentmeester bij zichzelf: Wat moet ik beginnen, nu mijn meester mij het rentmeesterschap afneemt? Spitten kan ik niet, en bedelen, daarvoor schaam ik mij! - Maar ik weet al, wat ik zal doen, opdat zij mij in huis zullen opnemen, wanneer ik als rentmeester ben afgezet. Hij liet dan de schuldenaars van zijn heer een voor een bij zich komen. En hij vroeg aan de eerste: hoeveel zijt gij aan mijn heer schuldig? En deze antwoordde: honderd vat olie. En hij sprak tot hem: Hier, neem uw schuldbekentenis, ga gauw zitten, en maak er vijftig van. Vervolgens vroeg hij aan een ander: En gij, hoeveel zijt gij schuldig? En deze antwoordde: honderd mud tarwe. En hij sprak tot hem: Hier, neem uw schuldbekentenis, en maak er tachtig van. En de eigenaar prees in de onrechtvaardige rentmeester, dat hij met overleg te werk was gegaan. Want inderdaad, de kinderen van deze wereld gaan onder elkander met meer overleg te werk dan de kinderen van het licht. Ook Ik zeg tot u: Maakt u vrienden door middel van de mammon, zo vol ongerechtigheid, opdat zij u bij uw sterven opnemen in de eeuwige woontenten.

Preek
Beminde gelovigen, vandaag besluit de Kerk haar reeks lezingen uit de brief van Paulus aan de Romeinen. Het Epistel legt uit dat onze toetreding tot het geloof in Christus’ verlossende boodschap zich moet uiten in een afkeer van het vlees, dat is onze zondige neigingen, en in het beginnen met een levenswandel volgens de Geest, Die ons onze roeping tot het goddelijk kindschap heeft geopenbaard en Die ons van de slavernij van het vlees heeft verlost, zodat wij God onze Vader mogen noemen.

Hierbij sluit de gedachte aan van het openingsgebed van vandaag, dat aan God vraagt ons een geest in te storten, die steeds bedacht is op het goede en er zich op toelegt dat te volbrengen. Met andere woorden: vragen wij aan God dat wij, bevrijd van iedere aanhankelijkheid aan de zonde, onze daden mogen volbrengen, om hierdoor Zijn opperste macht over ons te erkennen. Want wij zijn geschapen om Hem te dienen en te aanbidden, en door het volbrengen van deze op God gerichte daden bereiken wij de hoogste zin van ons bestaan.

Vele christenen in deze tijd leven alsof God niet bestaat. Voor hen zijn het aardse en het leven in de tijd van zo groot belang dat zij hun tijdelijke daden niet zo weten te volbrengen dat zij van eeuwige waarde zijn. Hun daden worden alleen met het oog op aards geluk gezet en zij vergeten dat wij, door de in Christus volbrachte goede werken, geroepen zijn om eeuwig met God te leven. Daarom moeten wij onze werken in gehoorzaamheid verrichten, vooral volgens Gods heilige Wil en volgens de leer van de Kerk.

De parabel (dat is: de gelijkenis) van de oneerlijke rentmeester, met de verrassende lof die de Heer hem toekent, mag ons niet misleiden. Vele parabels beginnen met een schijnwaarheid, die op het eerste gezicht onthutst, maar waarvan Christus, aan het slot, dan de diepere betekenis des te scherper laat uitkomen. Hij wil ons door de parabel duidelijk maken dat er vaak meer zorg en spitsvondigheid wordt besteed aan de verdediging van tijdelijke belangen, dan aan het behartigen van ons geestelijk welzijn waarvan onze redding en onze eeuwige toekomst afhankelijk zijn. Christus wil ons door deze parabel leren het eeuwige te verdedigen met dezelfde slimheid als die waarmee de kinderen van de wereld hun bezit verdedigen. Vergeten wij echter niet dat de waarde van de eeuwige goederen die van de tijdelijke goederen oneindig overstijgt.

Trouwens, al wat wij bezitten, en zelfs ons bestaan, is ons te leen gegeven door God. En daarvoor zijn wij Hem de dankbare hulde van een godgewijd leven verschuldigd. Amen.
(MK)

24 juli 2009

Tridentijnse H. Mis in Sint Pietersbasiliek te Rome

Op zondag 18 oktober 2009 zal in de Sint Pietersbasiliek in Rome een Tridentijnse heilige Mis worden opgedragen door aartsbisschop Raymond Burke, prefect van het Hooggerechtshof van de Apostolische Signatuur. De heilige Mis zal om 10.00 uur aanvangen in de kapel van de Eucharistische Aanbidding in de basiliek.

20 juli 2009

Heilige Pastoor van Ars over het priesterschap

De Pastoor van Ars was uiterst nederig, maar hij wist dat hij als priester een onmetelijke gave voor zijn mensen was: “Een goede herder, een herder naar Gods hart, is de grootste schat die de goede God een parochie kan geven en een van de waardevolste geschenken van de goddelijke barmhartigheid.”
Hij sprak over het priesterschap alsof hij de grootte van de aan het menselijk schepsel toevertrouwde gave en opgave eenvoudigweg niet kon vatten: “O, hoe groot is de priester!… Als hij zichzelf zou verstaan, zou hij sterven… God gehoorzaamt hem: hij spreekt twee zinnetjes uit en op zijn woord daalt de Heer van de hemel af en laat Zich omsluiten door een kleine Hostie…” En als hij aan de gelovigen het belang van de sacramenten uitlegde, zei hij: “Zonder het wijdingssacrament zouden wij de Heer niet hebben. Wie heeft Hem daar in het tabernakel gezet? De priester. Wie heeft uw ziel aangenomen toen u in deze wereld kwam? De priester. Wie voedt uw ziel, om haar de kracht te geven haar pelgrimstocht te volbrengen? De priester. Wie zal uw ziel er op voorbereiden voor God te verschijnen, door haar voor de laatste maal in het bloed van Christus te wassen? De priester, altijd weer de priester. En indien de ziel sterft [door de zonde], wie zal haar opwekken, wie zal haar rust en vrede geven? Alweer de priester…
Na God is de priester alles!… In de hemel zal hij zichzelf pas goed verstaan”. Deze uitspraken, die aan het priesterlijk hart van een heilig priester ontsproten zijn, zouden overdreven kunnen lijken. Maar daarin openbaart zich wel de buitengewone achting die hij voor het sacrament van het priesterschap had. Hij leek overweldigd door een grenzeloos verantwoordelijkheidsbesef: “Als wij werkelijk zouden begrijpen wat een priester op aarde is, zouden wij sterven: niet van schrik maar van liefde… Zonder de priester zouden de dood en het lijden van onze Heer tot niets dienen. Het is de priester die het werk van de verlossing op aarde voortzet… Wat zouden we hebben aan een huis vol goud als er niemand was die de deur ervan voor ons opende? De priester bezit de sleutel tot de hemelse schatten: hij is het die de deur opent; hij is de rentmeester van de goede God, de beheerder van Zijn goederen… Laat een parochie twintig jaar lang zonder priester, en men zal daar de dieren aanbidden… de priester is geen priester voor zichzelf, hij is het voor jullie.”

Uit de brief van paus Benedictus XVI bij de aanvang van het Jaar van de priester.

19 juli 2009

Wees gegroet

Ave Maria, gratia plena, Dominus tecum. Benedicta tu in mulieribus, et benedictus fructus ventris tui, Iesus. Sancta Maria, Mater Dei, ora pro nobis peccatoribus, nunc et in hora mortis nostrae. Amen

Wees gegroet Maria, vol van genade, de Heer is met u, gij zijt de gezegende onder de vrouwen en gezegend is Jezus, de Vrucht van uw schoot. Heilige Maria, moeder van God, bid voor ons zondaars, nu en in het uur van onze dood. Amen.

Onze Vader

Pater noster, qui es in caelis: Sanctificetur nomen tuum: Adveniat regnum tuum: Fiat voluntas tua, sicut in caelo et in terra. Panem nostrum quotidianum da nobis hodie: Et dimitte nobis debita nostra, sicut et nos dimittimus debitoribus nostris. Et ne nos inducas in tentationem. Sed libera nos a malo. Amen.

Onze Vader, Die in de hemel zijt; Uw Naam worde geheiligd; Uw Rijk kome; Uw Wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood; en vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven; en leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade. Amen.

Preek voor de zevende zondag na Pinksteren

Epistel (Rom. 6, 19-23)
Broeders, ik wil gewoon-menselijk spreken, vanwege de zwakheid van uw vlees. Evenals gij namelijk in het verleden uw ledematen als slaven in dienst hebt gesteld van de onreinheid en ongerechtigheid, om kwaad te doen, zo moet gij thans uw ledematen als slaven in dienst stellen van de gerechtigheid, om heilig te worden. Want in de tijd, dat gij slaven waart van de zonde, stondt gij niet in dienst van de gerechtigheid. Maar wat voor vrucht hadt gij toen van datgene, waarover gij u thans schaamt? Het einde immers daarvan is de dood. Thans echter, nu gij vrijgemaakt zijt van de zonde, maar slaaf zijt geworden van God, nu hebt gij als vrucht ervan, dat gij heilig wordt, en tot slot: het eeuwige leven. Want de soldij van de zonde is de dood; maar de genadegave van God is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heer.

Evangelie (Mattheus 7, 15-21)
In die tijd sprak Jezus tot Zijn leerlingen: Weest op uw hoede voor de valse profeten; want zij komen tot u in schaapskleren, maar van binnen zijn het roofgierige wolven. Aan hun vruchten kunt gij ze kennen. Kan men wel druiven plukken van doornen, of vijgen van distels? Zó draagt iedere goede boom goede vruchten, maar een slechte boom draagt slechte vruchten. Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen, en een slechte boom kan geen goede vruchten dragen. Elke boom, die geen goede vruchten draagt, zal worden omgehakt, en in het vuur geworpen. Dus aan hun vruchten kunt gij ze kennen. Niet ieder die tot Mij zegt: Heer! Heer! zal het rijk der hemelen binnengaan; maar alleen hij, die de wil volbrengt van Mijn Vader in de hemel, hij zal het rijk der hemelen binnengaan.


Preek
Valse profeten – ze verschijnen altijd en overal waar een gezonde leer is. De mensen worden door de gezonde leer aangetrokken en ze volgen haar. Tegelijkertijd proberen ook de valse profeten voor zichzelf iets te winnen. Zo is het geweest in de tijden van Christus, en zo is het ook vandaag nog. De woorden van Christus zijn een waarschuwing voor Zijn toehoorders. Onze Heer bedoelde weliswaar in de eerste plaats de farizeeërs en schriftgeleerden. Zij werden beschouwd als de meest ijver dienaren van God. Hun gedrag had anderen tot God moeten trekken. Maar de werkelijkheid was anders. Hun leer en hun daden kwamen niet met elkaar overeen. Zij wilden hun eigen wetten plaatsen boven de goddelijke wetten , die zij interpreteerden naar hun eigen zin en nut. Zij waren hoogmoedig en egoïstisch, en door onze Heer werden ze vaak huichelaars genoemd.
Maar deze waarschuwing was niet alleen gericht tot het volk van Israël; ook tot ons. Wij allen moeten voorzichtig zijn en wij moeten de valse profeten herkennen om hen te mijden. Zij zijn het echte gevaar voor ons geloof en uiteindelijk voor ons heil. Hoe kunnen wij er zeker van zijn dat wij met valse profeten te maken hebben?
Het is niet gemakkelijk, vooral doordat ze in schaapskleren komen. Ze doen zich altijd anders voor dan ze werkelijk zijn. Ze vermijden het om openlijk tegen God op te staan. De moeilijke waarheid proberen ze anders uit te leggen, een beetje te nuanceren, maar niet direct aan te pakken. Vaak mixen ze de waarheid met de leugen. Maar wat nog erger en moeilijker is, is dat de valse profeten en valse leraren binnen de Kerk aanwezig zijn. En juist daardoor zijn ze zo gevaarlijk en zo moeilijk te herkennen.
Er zijn herders aan wie het Evangelie is toevertrouwd, die geen zin hebben om de nauwe weg der Waarheid te gaan. Ze kiezen de brede weg van deze wereld. Ze zoeken niet meer het heil van de ziel, maar alles wat de wereld te bieden heeft. En ze doen dat niet alleen, ze proberen ook andere mensen op dezelfde weg te trekken. Het is zoals met iemand die iets kwaads heeft gedaan, hij kijkt rond en als hij ziet dat anderen dat ook doen, dan wordt hij rustiger en zekerder. Ik ben niet de enige die dat doet. Dat is toch normaal. Zulke herders trekken dus om hun eigen fout te rechtvaardigen anderen aan. Hoe meer navolgers ze krijgen, hoe beter ze zich voelen.
Er zijn ook andere valse profeten, die de leer van God aan de mens willen aanpassen. In het centrum van hun profetie staat niet meer God, maar de mens of de mensheid (als een onbepaald idee). De mens wordt de maat van alles. Deze valse profeten praten liever over de rechten van de mens dan over de orde in de schepping. Ze spreken niet meer over de plichten van de mensen, vooral tegenover hun Schepper. Ze willen de leer van de Kerk veranderen volgens de zin van de meerderheid. De Kerk is er toch voor de mensen? De waarheid wordt niet meer als absoluut beschouwd, maar als resultaat van de tijden en de mentaliteit. En deze kunnen veranderen. Natuurwet en normen kunnen de vrijheid van de mens niet meer beperken. Eigenlijk heeft de mens het recht om te bepalen – bij voorkeur door een democratische stemming – wat goed voor hem is en wat niet.
De valse profeten willen de mens niet bang maken. Het besef van de zonde is ouderwets. Ze spreken alleen over de Godsliefde, maar toevallig vergeten zij over Gods gerechtigheid te spreken. Onafhankelijk van onze levenswijze zullen wij toch wel in de hemel komen. De hel bestaat toch niet?! Zo zeggen zij. En de relatie met de medemens staat op de eerste plaats; zij is geen spiegel van de relatie met God. Ons leven wordt alleen horizontaal gezien, zonder betrekking op het bovennatuurlijke. Voor vele valse profeten wordt het geluk en de goede samenleving hier op aarde het belangrijkste, zelfs ten koste van de Waarheid.
Uiteindelijk zegt Jezus ons Zelf hoe wij de valse profeten kunnen herkennen: aan de vruchten van hun gedrag. En deze zijn in de Kerk heel zichtbaar.

Beminde gelovigen, er zijn veel van zulke valse profeten. En zij hebben tegenwoordig veel succes. Maar dat is niets nieuws. De heilige Paulus schreef al aan Timoteus: “verkondig het woord… want er komt een tijd dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen verdragen. Zij zullen zich een menigte leraars aanschaffen naar eigen smaak…”.
Wij moeten de valse profeten onderscheiden en hen, voor zover dit in ons vermogen ligt, de schaapskleren uittrekken, opdat het voor iedereen duidelijk is, wie ze zijn.
Om ons geloof te bewaren moeten wij aan de volledige Traditie van de katholieke Kerk vasthouden. Dat is het beste oriëntatiepunt in alle moeilijke tijden. Vragen wij in deze H. Mis dat wij niet alleen het geloof mogen bewaren, maar dat het ook rijke vruchten mag voortbrengen. Amen.
(AK)

18 juli 2009

Generaal-overste FSSP op bezoek bij Paus


Op 6 juli 2006 heeft paus Benedictus XVI de generaal-overste van de Priesterbroederschap Sint Petrus, pater John Berg, ontvangen in de bibliotheek van het Apostolisch Paleis.

Pater Berg kreeg de gelegenheid voor een privé-gesprek met de Heilige Vader en heeft hem bedankt voor alles dat hij heeft gedaan voor de FSSP en voor de Kerk.

Nadat de Paus was geïnformeerd over het werk op de seminaries en de apostolaten van de broederschap, moedigde hij de leden aan om 'trouw te blijven aan het geloof'.
Aansluitend begroette de Heilige Vader pater Bisig en andere stichters van de Priesterbroederschap Sint Petrus die voor deze gelegenheid waren meegekomen en ga hij zijn zegen aan hen en aan alle leden van de FSSP.

De ontmoeting vond plaats op de 21-ste verjaardag van de audiëntie van de stichters van de broederschap bij paus Johannes Paulus II in hetzelfde Apostolisch Paleis.

Opgeven Misintenties

Voor het opgeven van Misintenties kunt u het beste rechtstreeks contact opnemen met een van de priesters. Per H. Mis wordt slechts één intentie aangenomen. De richtprijs voor het stipendium bedraagt € 12.

Op zon- en feestdagen wordt de Hoogmis gecelebreerd voor het volk van de parochie (zogenaamde Missa pro populo). Daaraan kunnen geen andere intenties worden toegevoegd.