31 augustus 2009
Wijzigingen op de pastorie
Beminde gelovigen,
Wij hebben een paar bijzondere weken achter de rug in de Agneskerk. Allereerst denk ik terug aan de schitterende viering van Maria Tenhemelopneming en de daaraan verbonden plechtigheden. Hoeveel genade zal de hemelse Moeder niet over onze parochie uitstorten, als antwoord op de honderden rozenkransen die op 15 augustus en de daarop volgende weken werden gebeden voor haar beeltenis.
Ook hebben de missionarissen van het Legioen van Maria hun sporen achtergelaten. Honderden huisbezoeken hebben zij afgelegd. Nu is de tijd gekomen dat de priesters deze huisbezoeken opvolgen door nieuwe contacten te leggen met mensen die ver van de Kerk stonden en hen weer weten te binden aan het katholieke geloof. Daar is tijd en inzet voor nodig, en dat brengt mij ertoe om over enkele veranderingen en wijzigingen te spreken.
In de loop van de herfst zullen in de pastorie enkele veranderingen plaatsvinden, allereerst omdat priesters van de broederschap volgens hun constitutie verplicht zijn om in een religieuze gemeenschap te leven. Tijdens de dag zal de toegang tot enkele ruimten in de pastorie, zoals de eetkamer van de priesters, worden beperkt. Ten tweede zal de ontvangstkamer alleen nog toegankelijk zijn voor diegenen die een afspraak hebben met een priester, opdat het gesprek met de priester in een vertrouwelijke sfeer kan plaatsvinden. Tot nu toe is die vertrouwelijkheid niet altijd gegarandeerd geweest. De algemeen toegankelijke koffiekamer was namelijk ook ontvangstkamer. Deze twee functies zullen worden opgesplitst: De koffiekamer zal worden verplaatst naar de kamer in de gang naar de kerk en zal algemeen toegankelijk blijven. De ontvangstkamer wordt gesitueerd in de kamer bij de hoofdingang van de pastorie. De huidige koffie- en ontvangstkamer zal worden ingericht tot huiskapel. Vooral tijdens de koude maanden zal deze kapel voor de gelovigen ook dienst kunnen doen voor de doordeweekse H.H. Missen.
Ik vertrouw erop dat deze veranderingen ten dienste zullen staan van de pastoraal, omdat zij een klassieke ordening aanbrengen. Voor de materiële veranderingen hopen wij op uw hulp en ondersteuning. Zij zullen in de loop van oktober op een zaterdag worden doorgevoerd, met de inzet van vrijwilligers. Tijdens de maand september zullen wij daar nog op terugkomen.
Met mijn priesterlijke zegen,
pater M. Kromann Knudsen FSSP, administrator
Wij hebben een paar bijzondere weken achter de rug in de Agneskerk. Allereerst denk ik terug aan de schitterende viering van Maria Tenhemelopneming en de daaraan verbonden plechtigheden. Hoeveel genade zal de hemelse Moeder niet over onze parochie uitstorten, als antwoord op de honderden rozenkransen die op 15 augustus en de daarop volgende weken werden gebeden voor haar beeltenis.
Ook hebben de missionarissen van het Legioen van Maria hun sporen achtergelaten. Honderden huisbezoeken hebben zij afgelegd. Nu is de tijd gekomen dat de priesters deze huisbezoeken opvolgen door nieuwe contacten te leggen met mensen die ver van de Kerk stonden en hen weer weten te binden aan het katholieke geloof. Daar is tijd en inzet voor nodig, en dat brengt mij ertoe om over enkele veranderingen en wijzigingen te spreken.
In de loop van de herfst zullen in de pastorie enkele veranderingen plaatsvinden, allereerst omdat priesters van de broederschap volgens hun constitutie verplicht zijn om in een religieuze gemeenschap te leven. Tijdens de dag zal de toegang tot enkele ruimten in de pastorie, zoals de eetkamer van de priesters, worden beperkt. Ten tweede zal de ontvangstkamer alleen nog toegankelijk zijn voor diegenen die een afspraak hebben met een priester, opdat het gesprek met de priester in een vertrouwelijke sfeer kan plaatsvinden. Tot nu toe is die vertrouwelijkheid niet altijd gegarandeerd geweest. De algemeen toegankelijke koffiekamer was namelijk ook ontvangstkamer. Deze twee functies zullen worden opgesplitst: De koffiekamer zal worden verplaatst naar de kamer in de gang naar de kerk en zal algemeen toegankelijk blijven. De ontvangstkamer wordt gesitueerd in de kamer bij de hoofdingang van de pastorie. De huidige koffie- en ontvangstkamer zal worden ingericht tot huiskapel. Vooral tijdens de koude maanden zal deze kapel voor de gelovigen ook dienst kunnen doen voor de doordeweekse H.H. Missen.
Ik vertrouw erop dat deze veranderingen ten dienste zullen staan van de pastoraal, omdat zij een klassieke ordening aanbrengen. Voor de materiële veranderingen hopen wij op uw hulp en ondersteuning. Zij zullen in de loop van oktober op een zaterdag worden doorgevoerd, met de inzet van vrijwilligers. Tijdens de maand september zullen wij daar nog op terugkomen.
Met mijn priesterlijke zegen,
pater M. Kromann Knudsen FSSP, administrator
30 augustus 2009
Preek voor de 13e zondag na Pinksteren
Toen Jezus een dorp binnenging kwamen tien melaatsen Hem tegemoet en zij riepen: “Jezus, meester, ontferm U onzer.” Jezus ontfermde zich over hen, maar nadat zij genezen waren, kwam er slechts een terug om God te danken en deze was een Samaritaan, iemand die voor de joden een vreemdeling was en onrein. De negen anderen, van het uitverkoren volk van de joden, bleven weg.
Beminde gelovigen, de Kerk is de verzameling van vreemdelingen en onreinen die zijn vrijgekocht en gereinigd in het Bloed van Christus. De Kerk is niet – zoals de joden dat wel waren – een etnisch volk, maar de Kerk is door de genade een volk geworden, een door God verzameld volk dat bestaat uit diegenen die Hem lofprijzen in het mystieke lichaam van Zijn Zoon Jezus Christus. Wij, die door Gods genade deel uitmaken van het nieuwe uitverkoren volk, de Kerk, wij zijn door de doop en het geloof de geliefden Gods geworden, geroepen om heiligen te worden. Wij, die in het bad van de wedergeboorte gereinigd zijn van de sterfelijke melaatsheid van de zonde, wij moeten die ene genezen melaatse navolgen, over wie het Evangelie verhaalt “een van hen keerde terug, met luider stem God verheerlijkend, en hij viel op zijn aangezicht neer aan Zijn voeten en dankte Hem”.
Deze dank en eerbied bewijst de ene ware Kerk van God vooral door de goddelijke eredienst. Door het opdragen van het heilig Misoffer en door het vieren van het goddelijk officie. Deze hulde aan God, die de Kerk in Christus opdraagt voor het heil van al haar kinderen, ontslaat de enkele mens niet van zijn verplichting om God te danken en te aanbidden. De goddelijke eredienst die Christus aan Zijn Kerk – in gebod – heeft overgedragen biedt veel meer het middel waarmee wij deze verschuldigde hulde aan God toe kunnen laten komen. Met andere woorden: als wij onze verplichting om God te danken ernstig nemen, en niet zoals de joden daarvoor weglopen, dan is er slechts één manier om Hem te aanbidden, namelijk in en door de liturgie van de Kerk. Deze liturgie is de ontmoeting met het hemelse, reeds hier op aarde. Wij weten dat niets onreins voor het aanschijn van God zal kunnen bestaan. Om dus in deze goddelijke eredienst te kunnen leven en God te kunnen danken, hebben wij reinheid van zeden nodig. Dit vraagt van ons een intense oefening van de deugden, zelfoverwinning en nederigheid. Om in het heilige te zijn moeten wij zelf bereid zijn om ons te laten heiligen, anders zouden onze dank en onze hulde slechts lege geesten en woorden zijn. Misschien is hierin de diepste oorzaak van het wegblijven van de negen genezen melaatsen te zoeken: Zij wilden wel de gaven Gods ontvangen, maar de moeite van een heilig leven en het zuiver blijven was hun te veel.
Dat de gave van genezing van de melaatsheid van de zonde, die God ook vandaag aan Zijn volk schenkt door het heilig doopsel, niet ieder lidmaat van de Kerk met dankbaarheid vervult, is voor iedereen zichtbaar: de kerken zijn leger dan ooit. De kinderen van onze heilige moeder zijn weggelopen, de gave van zuiverheid die God aan hen heeft geschonken wordt bezoedeld door een leven in de zondigheid van de wereld.
Beminde gelovigen, blijven wij echter waakzaam want dankbaarheid is een daad die dagelijks moet worden beoefenend, anders verwordt zij tot een dode formaliteit die bij het eerste onweer weggevaagd zal worden en ons nergens anders zal leiden dan tot de verdoemenis. Wat God in Zijn genade begint moeten wij in Zijn genade tot voleinding leiden door in een levende dankbaarheid het leven van Zijn Kerk binnen te treden. Zo eindigt de intrede van Jezus in het dorp in een dubbele intrede, die levenswekkend is. Als Hij bij ons intreedt, dan moeten wij bij Hem binnentreden door dank en hulde te brengen in Zijn heilige Kerk die tegelijkertijd Zijn mystiek Lichaam is, hier op aarde alleen zichtbaar in de katholieke Kerk, het nieuwe uitverkoren volk Gods. Amen.
Beminde gelovigen, de Kerk is de verzameling van vreemdelingen en onreinen die zijn vrijgekocht en gereinigd in het Bloed van Christus. De Kerk is niet – zoals de joden dat wel waren – een etnisch volk, maar de Kerk is door de genade een volk geworden, een door God verzameld volk dat bestaat uit diegenen die Hem lofprijzen in het mystieke lichaam van Zijn Zoon Jezus Christus. Wij, die door Gods genade deel uitmaken van het nieuwe uitverkoren volk, de Kerk, wij zijn door de doop en het geloof de geliefden Gods geworden, geroepen om heiligen te worden. Wij, die in het bad van de wedergeboorte gereinigd zijn van de sterfelijke melaatsheid van de zonde, wij moeten die ene genezen melaatse navolgen, over wie het Evangelie verhaalt “een van hen keerde terug, met luider stem God verheerlijkend, en hij viel op zijn aangezicht neer aan Zijn voeten en dankte Hem”.
Deze dank en eerbied bewijst de ene ware Kerk van God vooral door de goddelijke eredienst. Door het opdragen van het heilig Misoffer en door het vieren van het goddelijk officie. Deze hulde aan God, die de Kerk in Christus opdraagt voor het heil van al haar kinderen, ontslaat de enkele mens niet van zijn verplichting om God te danken en te aanbidden. De goddelijke eredienst die Christus aan Zijn Kerk – in gebod – heeft overgedragen biedt veel meer het middel waarmee wij deze verschuldigde hulde aan God toe kunnen laten komen. Met andere woorden: als wij onze verplichting om God te danken ernstig nemen, en niet zoals de joden daarvoor weglopen, dan is er slechts één manier om Hem te aanbidden, namelijk in en door de liturgie van de Kerk. Deze liturgie is de ontmoeting met het hemelse, reeds hier op aarde. Wij weten dat niets onreins voor het aanschijn van God zal kunnen bestaan. Om dus in deze goddelijke eredienst te kunnen leven en God te kunnen danken, hebben wij reinheid van zeden nodig. Dit vraagt van ons een intense oefening van de deugden, zelfoverwinning en nederigheid. Om in het heilige te zijn moeten wij zelf bereid zijn om ons te laten heiligen, anders zouden onze dank en onze hulde slechts lege geesten en woorden zijn. Misschien is hierin de diepste oorzaak van het wegblijven van de negen genezen melaatsen te zoeken: Zij wilden wel de gaven Gods ontvangen, maar de moeite van een heilig leven en het zuiver blijven was hun te veel.
Dat de gave van genezing van de melaatsheid van de zonde, die God ook vandaag aan Zijn volk schenkt door het heilig doopsel, niet ieder lidmaat van de Kerk met dankbaarheid vervult, is voor iedereen zichtbaar: de kerken zijn leger dan ooit. De kinderen van onze heilige moeder zijn weggelopen, de gave van zuiverheid die God aan hen heeft geschonken wordt bezoedeld door een leven in de zondigheid van de wereld.
Beminde gelovigen, blijven wij echter waakzaam want dankbaarheid is een daad die dagelijks moet worden beoefenend, anders verwordt zij tot een dode formaliteit die bij het eerste onweer weggevaagd zal worden en ons nergens anders zal leiden dan tot de verdoemenis. Wat God in Zijn genade begint moeten wij in Zijn genade tot voleinding leiden door in een levende dankbaarheid het leven van Zijn Kerk binnen te treden. Zo eindigt de intrede van Jezus in het dorp in een dubbele intrede, die levenswekkend is. Als Hij bij ons intreedt, dan moeten wij bij Hem binnentreden door dank en hulde te brengen in Zijn heilige Kerk die tegelijkertijd Zijn mystiek Lichaam is, hier op aarde alleen zichtbaar in de katholieke Kerk, het nieuwe uitverkoren volk Gods. Amen.
28 augustus 2009
Internationale aandacht voor Agnes Online
Sinds een week worden van de bezoekers van deze website allerlei statistieken bijgehouden. Het is leuk om te zien dat mensen van over de hele wereld ons weten te vinden. Op vrijdag 28 augustus 2009 kwamen in een paar minuten tijd vele nationaliteiten een bezoekje brengen aan de digitale Agneskerk, zoals we tijdens de zondagsmis ook vele toeristen onder de gelovigen mogen tellen.
Kijkt u zelf naar het overzicht van onze gasten op een willekeurig tijdstip:
28 augustus 2009
Kijkt u zelf naar het overzicht van onze gasten op een willekeurig tijdstip:
28 augustus 2009
27 augustus 2009
Externe link toegevoegd: kath.net
Aan het rijtje met links naar andere websites is kath.net toegevoegd. Deze website met 'katholische Nachrichten' richt zich niet alleen op Duitstalige katholieken in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland, maar heeft ook een internationaal gedeelte in meerdere talen, waaronder het Engels.
Op deze website treft u een veelheid aan betrouwbare katholieke informatie, video's (op kathTube, de katholieke versie van YouTube), achtergronden, gebeden, een webshop enz.
Op deze website treft u een veelheid aan betrouwbare katholieke informatie, video's (op kathTube, de katholieke versie van YouTube), achtergronden, gebeden, een webshop enz.
26 augustus 2009
Tridentijnse H. Mis in Rotterdamse kerk van
H.H. Michaël en Clemens
Op zondag 27 september a.s. om 11.00 uur zal in de Rooms-katholieke parochiekerk van de H.H. Michaël en Clemens aan de Dorpsweg 80 te Rotterdam voor de tweede keer in enkele maanden een Tridentijnse heilige Mis worden opgedragen. Celebrant is pater A. Komorowski FSSP, parochie-vicaris van onze eigen Agneskerk.
Eerder dit jaar, op 21 juni, werd ook al een H. Mis in de buitengewone vorm van de Romeinse ritus in deze kerk opgedragen (zie foto). Daarvan zijn enkele foto's te bekijken op deze site.
De priesters van onze kerk hebben uiteraard als eerste zorg de pastorale bediening van de Agneskerk die door de Bisschop van Haarlem-Amsterdam aan hen is toevertrouwd. Daarnaast dragen zij - indien mogelijk - ook op andere plaatsen waar de gelovigen erom vragen de heilige Mis op in de Tridentijnse ritus.
26 augustus 2009
Eerder dit jaar, op 21 juni, werd ook al een H. Mis in de buitengewone vorm van de Romeinse ritus in deze kerk opgedragen (zie foto). Daarvan zijn enkele foto's te bekijken op deze site.
De priesters van onze kerk hebben uiteraard als eerste zorg de pastorale bediening van de Agneskerk die door de Bisschop van Haarlem-Amsterdam aan hen is toevertrouwd. Daarnaast dragen zij - indien mogelijk - ook op andere plaatsen waar de gelovigen erom vragen de heilige Mis op in de Tridentijnse ritus.
26 augustus 2009
25 augustus 2009
Angelus-toespraak op 23 augustus 2009
Paus Benedictus XVI begon zijn toespraak afgelopen zondag met een opmerking over zijn pols, die hij nog wat stram noemde, nadat de vrijdag ervoor het gips was verwijderd. Met alleen nog een pleister op de pols en met de pauselijke ring weer aan zijn vinger verscheen hij op het balkon van het zomerverblijf Castel Gandolfo.
Het slot van hoofdstuk 6 van het Evangelie van Johannes vormde de achtergrond van de toespraak. De Paus sprak over de behoefte die christenen zouden moeten voelen om Christus toe te laten in hun diepste gedachten en om hun eigen wil ondergeschikt te maken aan Zijn Wil.
De Paus zei verder dat in onze dagen – net als in alle tijden – de mensen nog altijd ‘gechoqueerd’ zijn door de tegenstelling van het christelijk geloof. “Sommige mensen wijzen de boodschap van Christus resoluut van de hand, anderen proberen deze aan te passen aan de waan van de dag en veranderen daarmee de betekenis en de waarde ervan”, aldus de Paus. De Heilige Vader zei dat het daadwerkelijk navolgen van Christus ons hart met vreugde vervult en zin geeft aan ons bestaan. Die navolging stelt ons ook voor problemen; niet zelden moeten wij dan tegen de stroom van de tijdgeest inzwemmen.
De volledige toespraak kunt u in deze video bekijken en beluisteren.
Het slot van hoofdstuk 6 van het Evangelie van Johannes vormde de achtergrond van de toespraak. De Paus sprak over de behoefte die christenen zouden moeten voelen om Christus toe te laten in hun diepste gedachten en om hun eigen wil ondergeschikt te maken aan Zijn Wil.
De Paus zei verder dat in onze dagen – net als in alle tijden – de mensen nog altijd ‘gechoqueerd’ zijn door de tegenstelling van het christelijk geloof. “Sommige mensen wijzen de boodschap van Christus resoluut van de hand, anderen proberen deze aan te passen aan de waan van de dag en veranderen daarmee de betekenis en de waarde ervan”, aldus de Paus. De Heilige Vader zei dat het daadwerkelijk navolgen van Christus ons hart met vreugde vervult en zin geeft aan ons bestaan. Die navolging stelt ons ook voor problemen; niet zelden moeten wij dan tegen de stroom van de tijdgeest inzwemmen.
De volledige toespraak kunt u in deze video bekijken en beluisteren.
23 augustus 2009
Preek voor de twaalfde zondag na Pinksteren
In het Evangelie van vandaag lezen wij de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Deze gelijkenis is zo mooi dat wij misschien vergeten zijn, dat zij eigenlijk bedoeld is als antwoord op de vraag van de wetgeleerde: “Wie is mijn naaste?” En misschien menen wij dat dit voor ons geen vraag meer is, immers alle mensen zijn onze naasten. En toch is dit niet precies het antwoord dat Jezus geeft. De betekenis van de gelijkenis is dat ieder mens mijn naaste kan zijn, ook de meest verre, door vreemdheid of vijandschap van mij gescheiden mens. Want de christelijke zin van naastenliefde is, in de concrete omstandigheid van het leven, hic et nunc, mijn evenmens te beminnen en te helpen. “Wie van de drie was de naaste van de man die in de handen van de rovers viel?”, vraagt Jezus. En het antwoord: “Hij die hem barmhartig is geweest.” Dus naaste zijn is niet maar een begrip, een idee of een intentie; naaste zijn is vooral een handeling, een daad.
Deze onderscheiding kan spitsvondig lijken, maar het is steeds nodig scherp toe te zien bij begrippen die in ieders mond tot leuzen – en daardoor vaak holle woorden – zijn geworden. Naastenliefde is zulk een begrip geworden. De werkelijke naastenliefde is de kroon van het katholieke christendom en, ook zuiver menselijk gezien, haar onsterfelijke glorie. Er bestaat geen andere godsdienst of politieke ideologie die de realiteit van deze bovennatuurlijke mensenliefde heeft gebracht dan alleen het katholieke christendom.
Het is begrijpelijk dat ook buiten de Kerk het edele begrip naastenliefde hoog wordt gehouden en overal aangewend wordt. Maar buiten de levenwekkende sfeer van de genade van Christus verzwakt naastenliefde tot een vaag iets: een algemene goedaardige welgezindheid, die vaak wordt vermengd met een vals begrepen tolerantie. Naastenliefde is verworden tot een soort algemeen aangenomen minimum dat een behoorlijk sociaal en politiek-correct mens nu eenmaal aan zijn medemens verschuldigd is onder normale omstandigheden.
Doch wat Jezus preekt is geen algemene mensenliefde en ook niet louter liefdadigheid, maar een zeer bepaalde, zeer werkdadige en praktische liefde voor bepaalde mensen. Zonder twijfel wil Christus dat wij alle mensen liefhebben, doch alle mensen liefhebben kan alleen God. Een mens kan slechts potentieel – dus alleen in aanleg – alle mensen liefhebben, want hij kan niet daadwerkelijk alle mensen beminnen. De mens kan slechts als abstractie de mensheid liefhebben; maar deze liefde in abstractie mogen wij niet gelijkstellen aan de goddelijke ‘agape’, de liefde waarmee God bemint. Niet zonder reden schrijft Dostojewski dat het gemakkelijker is je ‘verste’ lief te hebben dan je ‘naaste’, want die liefde kost je niets.
Jezus weigert een definitie te geven van het begrip naaste, want een definitie is algemeen en algemeenheid is de dood van de liefde. Wat Jezus vraagt is dat wij bereid zijn elke mens, die God op onze weg voert, lief te hebben als was hij onze bloedeigen broeder.
Beminde gelovigen, wat Jezus vraagt is dat wij onze naaste naasten beminnen, hen van wie wij tenslotte alle eigenaardigheden en belachelijkheden kennen, en zij van ons. Dus dat wij en zij in nederigheid beminnen. Er is misschien geen zwaardere belasting van onze deugd denkbaar dan de liefde tegenover de mensen met wie wij de gehele dag omgaan en samenleven. Deze geheel concrete en praktische naastenliefde eist oprechtheid en waarachtigheid, innerlijke welwillendheid waardoor wij de naaste werkelijk alle goeds gunnen en daarnaar handelen, in gedachten, in woorden en in daden. En omdat wij de naaste werkelijk alle goeds gunnen, bestaat de naastenliefde niet uit de blinde tolerantie van onze huidige samenleving die bereid is bijna alles te tolereren, zolang de mensen het zelf goed vinden. Want de echte naastenliefde wijst de zonde als mogelijk goed voor de naaste af, wetend dat de zonde de naaste zal vernietigen. Amen.
Deze onderscheiding kan spitsvondig lijken, maar het is steeds nodig scherp toe te zien bij begrippen die in ieders mond tot leuzen – en daardoor vaak holle woorden – zijn geworden. Naastenliefde is zulk een begrip geworden. De werkelijke naastenliefde is de kroon van het katholieke christendom en, ook zuiver menselijk gezien, haar onsterfelijke glorie. Er bestaat geen andere godsdienst of politieke ideologie die de realiteit van deze bovennatuurlijke mensenliefde heeft gebracht dan alleen het katholieke christendom.
Het is begrijpelijk dat ook buiten de Kerk het edele begrip naastenliefde hoog wordt gehouden en overal aangewend wordt. Maar buiten de levenwekkende sfeer van de genade van Christus verzwakt naastenliefde tot een vaag iets: een algemene goedaardige welgezindheid, die vaak wordt vermengd met een vals begrepen tolerantie. Naastenliefde is verworden tot een soort algemeen aangenomen minimum dat een behoorlijk sociaal en politiek-correct mens nu eenmaal aan zijn medemens verschuldigd is onder normale omstandigheden.
Doch wat Jezus preekt is geen algemene mensenliefde en ook niet louter liefdadigheid, maar een zeer bepaalde, zeer werkdadige en praktische liefde voor bepaalde mensen. Zonder twijfel wil Christus dat wij alle mensen liefhebben, doch alle mensen liefhebben kan alleen God. Een mens kan slechts potentieel – dus alleen in aanleg – alle mensen liefhebben, want hij kan niet daadwerkelijk alle mensen beminnen. De mens kan slechts als abstractie de mensheid liefhebben; maar deze liefde in abstractie mogen wij niet gelijkstellen aan de goddelijke ‘agape’, de liefde waarmee God bemint. Niet zonder reden schrijft Dostojewski dat het gemakkelijker is je ‘verste’ lief te hebben dan je ‘naaste’, want die liefde kost je niets.
Jezus weigert een definitie te geven van het begrip naaste, want een definitie is algemeen en algemeenheid is de dood van de liefde. Wat Jezus vraagt is dat wij bereid zijn elke mens, die God op onze weg voert, lief te hebben als was hij onze bloedeigen broeder.
Beminde gelovigen, wat Jezus vraagt is dat wij onze naaste naasten beminnen, hen van wie wij tenslotte alle eigenaardigheden en belachelijkheden kennen, en zij van ons. Dus dat wij en zij in nederigheid beminnen. Er is misschien geen zwaardere belasting van onze deugd denkbaar dan de liefde tegenover de mensen met wie wij de gehele dag omgaan en samenleven. Deze geheel concrete en praktische naastenliefde eist oprechtheid en waarachtigheid, innerlijke welwillendheid waardoor wij de naaste werkelijk alle goeds gunnen en daarnaar handelen, in gedachten, in woorden en in daden. En omdat wij de naaste werkelijk alle goeds gunnen, bestaat de naastenliefde niet uit de blinde tolerantie van onze huidige samenleving die bereid is bijna alles te tolereren, zolang de mensen het zelf goed vinden. Want de echte naastenliefde wijst de zonde als mogelijk goed voor de naaste af, wetend dat de zonde de naaste zal vernietigen. Amen.
22 augustus 2009
Nieuw op Agnes-online: Angelus-toespraken
Met ingang van deze week kunt u op de website van de Agneskerk wekelijks de volledige Angelus-toespraak van paus Benedictus XVI terugkijken. Op zon- en feestdagen houdt de Paus een toespraak - in meerdere talen - rond het bidden van het Angelus-gebed om 12.00 uur.
Met Kerstmis en Pasen wordt het Angelus vervangen door de zegen Urbi et Orbi (voor de stad en voor de wereld).
Afhankelijk van het beschikbaar stellen van de beelden door de Vaticaanse televisie, kunt u de toespraken op deze site verwachten tussen zondagavond en dinsdagmorgen.
Met Kerstmis en Pasen wordt het Angelus vervangen door de zegen Urbi et Orbi (voor de stad en voor de wereld).
Afhankelijk van het beschikbaar stellen van de beelden door de Vaticaanse televisie, kunt u de toespraken op deze site verwachten tussen zondagavond en dinsdagmorgen.
21 augustus 2009
Pols paus Benedictus XVI uit het gips
Vijf weken na een val waarbij paus Benedictus XVI zijn rechterpols brak, is vandaag het gips van de pols verwijderd. Uit röntgenfoto's blijkt dat de breuk optimaal is hersteld.
De Paus is onmiddellijk begonnen met fysiotherapie teneinde de volledige functies in zijn rechterarm en -hand weer terug te krijgen. Dat is des te meer noodzakelijk omdat hij gewend is zijn teksten handmatig te schrijven.
21 augustus 2009
De Paus is onmiddellijk begonnen met fysiotherapie teneinde de volledige functies in zijn rechterarm en -hand weer terug te krijgen. Dat is des te meer noodzakelijk omdat hij gewend is zijn teksten handmatig te schrijven.
21 augustus 2009
20 augustus 2009
De Eucharistische Christus nodigt u uit tot gebed
De belangrijkste reden voor de uitstelling van het Lichaam van Jezus Christus in de monstrans is om de gelovigen tot gebed uit te nodigen, om christenen tot een diepe verbondenheid met de Eucharistische Heer te brengen. Hij is daar op het altaar aanwezig, in afwachting van al diegenen die voldoende geloof in Hem kunnen opbrengen om Hem te komen bezoeken en in gebed bijzondere genaden te ontvangen die we anders zouden missen.
Niet alleen onder kloosterlingen, maar ook onder leken was het ooit een vanzelfsprekende zaak om minstens eenmaal per week of zelfs elke dag een bezoekje te brengen aan het uitgestelde Altaarsacrament.
Gebed
Leer me biddend op U wachten
door de donkere uren heen,
hopend in de kille nachten
op het licht dat eens verdween.
Leer me biddend bij U blijven
met een diep en weemoedig hart,
als ik schimmen wil verdrijven
of verbeelding mij verwart.
Leer me vragen om te dragen
alle dorheid, leed en pijn,
al de drukte van de dagen,
leer me zo bij U te zijn.
Leer me U nabij te weten
als de slaap mij overmant,
laat mij bidden, ongeweten,
met mijn hart aan U verpand.
Leer me biddend naar U neigen,
ook al is mijn geest benard,
leer me biddend bij U zwijgen
met een diep ontvankelijk hart.
Laat mij biddend openbloeien
voor Uw aanschijn, niet voor mij.
God, Gij blijft mij biddend boeien,
groter dan mijn hart zijt Gij.
Niet alleen onder kloosterlingen, maar ook onder leken was het ooit een vanzelfsprekende zaak om minstens eenmaal per week of zelfs elke dag een bezoekje te brengen aan het uitgestelde Altaarsacrament.
Gebed
Leer me biddend op U wachten
door de donkere uren heen,
hopend in de kille nachten
op het licht dat eens verdween.
Leer me biddend bij U blijven
met een diep en weemoedig hart,
als ik schimmen wil verdrijven
of verbeelding mij verwart.
Leer me vragen om te dragen
alle dorheid, leed en pijn,
al de drukte van de dagen,
leer me zo bij U te zijn.
Leer me U nabij te weten
als de slaap mij overmant,
laat mij bidden, ongeweten,
met mijn hart aan U verpand.
Leer me biddend naar U neigen,
ook al is mijn geest benard,
leer me biddend bij U zwijgen
met een diep ontvankelijk hart.
Laat mij biddend openbloeien
voor Uw aanschijn, niet voor mij.
God, Gij blijft mij biddend boeien,
groter dan mijn hart zijt Gij.
18 augustus 2009
Franse bisschop wijdt twee diocesane priesters in Tridentijnse ritus
Op 26 september 2009 zal mgr Dominique Rey, bisschop van het Franse bisdom Frejus-Toulon, aan twee kandidaten de priesterwijding toedienen volgens de Tridentijnse ritus in de kathedraal van Toulon.
Beide diakens zullen tot priester worden gewijd voor het bisdom Frejus-Toulon, de een als wereldheer, de ander als lid van de Missionarissen van de goddelijke Barmhartigheid. Priesters van deze congregatie leiden een Tridentijnse personele parochie in hetzelfde bisdom.
Het Franse bisdom biedt aan priesterkandidaten de keus om opgeleid en gewijd te worden in de gewone of in de buitengewone vorm van de Romeinse ritus. Bisschop Rey maakt hiermee optimaal gebruik van de mogelijkheden die het motu proprio ‘Summorum Pontificum’ uit 2007 biedt aan gelovigen die graag de liturgie in de Tridentijnse ritus willen vieren.
In juni dit jaar werden in dit bisdom al 14 priesters en 11 diakens gewijd volgens de gewone vorm van de Romeinse ritus.
De vorige bisschop van Haarlem, mgr H.J.A Bomers zaliger gedachtenis, heeft kort voor zijn overlijden in 1998 de priesterwijding volgens de Tridentijnse ritus toegediend (foto’s onder) op 1 juni van dat jaar aan kandidaten van de priesterbroederschap Sint-Petrus, dus aan directe medebroeders van onze paters Knudsen en Komorowski.
Zie ook: Bisschop Kopenhagen celebreert Tridentijnse H. Mis
18 augustus 2009
Paus in Angelus-toespraak: Mysterieuze uitwisseling tussen God en mens
Tijdens de Angelus-toespraak in Castel Gandolfo op zondag 16 augustus sprak paus Benedictus XVI wederom over de heilige maagd Maria. De Paus sprak over haar in verband met de Evangelielezing van deze zondag (Novus Ordo), waarin Johannes schrijft: “Jezus zei: Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Als iemand van dit brood eet zal hij leven in eeuwigheid. Het brood dat Ik zal geven is Mijn vlees, ten bate van het leven der wereld.”
Verwijzend naar het feest van een dag eerder merkte de Paus op dat God Maria nodig had om de menselijke natuur aan te kunnen nemen en om aan onze sterfelijkheid deel te kunnen hebben, en dat Hij in ruil daarvoor aan het eind van haar aardse leven Maria ten hemel heeft opgenomen.
De Paus zei dat wat Maria is overkomen, ook van toepassing is op iedere man en vrouw, omdat God aan ieder van ons vraagt om Hem aan te nemen, om ons hart, ons lichaam, ons gehele bestaan, ons vlees aan Hem beschikbaar te stellen, opdat Hij, zoals de Bijbel zegt, in de wereld kan wonen. Hij roept ons op om ons te verenigen rondom het sacrament van de Eucharistie – brood dat gebroken is voor het leven van de wereld – om samen de Kerk, Zijn historisch Lichaam, te vormen. Hij heeft ons Zijn Lichaam gegeven in het sacrament van de Eucharistie, als instrument van eeuwig leven.
En als wij ‘ja’ zeggen tegen God, zoals Maria dat gedaan heeft, dan zal deze mysterieuze uitwisseling ook ons ten deel vallen, en in ons plaatsvinden: Wij zijn opgenomen in de godheid van Hem Die onze menselijke natuur heeft aangenomen.
De video toont de volledige Angelus-toespraak van paus Benedictus XVI van afgelopen zondag.
Verwijzend naar het feest van een dag eerder merkte de Paus op dat God Maria nodig had om de menselijke natuur aan te kunnen nemen en om aan onze sterfelijkheid deel te kunnen hebben, en dat Hij in ruil daarvoor aan het eind van haar aardse leven Maria ten hemel heeft opgenomen.
De Paus zei dat wat Maria is overkomen, ook van toepassing is op iedere man en vrouw, omdat God aan ieder van ons vraagt om Hem aan te nemen, om ons hart, ons lichaam, ons gehele bestaan, ons vlees aan Hem beschikbaar te stellen, opdat Hij, zoals de Bijbel zegt, in de wereld kan wonen. Hij roept ons op om ons te verenigen rondom het sacrament van de Eucharistie – brood dat gebroken is voor het leven van de wereld – om samen de Kerk, Zijn historisch Lichaam, te vormen. Hij heeft ons Zijn Lichaam gegeven in het sacrament van de Eucharistie, als instrument van eeuwig leven.
En als wij ‘ja’ zeggen tegen God, zoals Maria dat gedaan heeft, dan zal deze mysterieuze uitwisseling ook ons ten deel vallen, en in ons plaatsvinden: Wij zijn opgenomen in de godheid van Hem Die onze menselijke natuur heeft aangenomen.
De video toont de volledige Angelus-toespraak van paus Benedictus XVI van afgelopen zondag.
17 augustus 2009
Stralend Mariafeest op 15 augustus
Afgelopen zaterdag werd in onze kerk het Hoogfeest van Maria Tenhemelopneming gevierd. De dag begon om 11.00 uur met een druk bezochte Tridentijnse heilige Mis-met-drie-heren (priester, diaken en subdiaken).
Ook vele toeristen hadden de weg naar de Agneskerk weten te vinden.
De gregoriaanse schola zong een feestelijke Mis. Een jonge tenor vertolkte het Panis Angelicus en het Avé Maria.
Preek
In zijn preek ging pater M. Knudsen FSSP in op de betekenis van het feest, waarbij hij wees op de bijzondere plaats die God in de heilsgeschiedenis aan Maria heeft toegekend.
Koffiepauze
Na afloop van de feestelijke Mis was er tijd voor koffie met appelgebak. Ondertussen zochten de gelovigen reeds een plaats in de houten kerkbanken die buiten waren opgesteld voor het plechtige Marialof op het kerkplein. Deze banken staan al jarenlang 'los' in de kerk en konden voor deze gelegenheid heel goed dienst doen.
Marialof op het kerkplein
Er waren mensen die speciaal voor dit Marialof waren gekomen. De zitplaatsen werden snel gevuld, maar met het stralende weer was het geen enkele moeite om het Lof staand (en knielend op straat) mee te vieren. Mensen in passerende auto's en bussen, fietsers en wandelaars waren getuigen van de hulde die aan Maria werd gebracht. Na het zingen van enkele Marialiederen en het bidden van een rozenhoedje werd het Allerheiligst Sacrament in een korte processie naar buiten gedragen.
Op het prachtig met bloemen versierde altaar, dat geplaatst was tussen de openslaande deuren in het portaal van de kerk, stond het grote beeld van Maria die verwees naar haar Zoon Die - werkelijk tegenwoordig in de Hostie in de monstrans - voor haar stond.
Het Adoro Te en het Tantum ergo werden gezongen, waarna de zegen met het Allerheiligst Sacrament werd gegeven.
De dag werd afgesloten met een feestelijk Salve Regina op het kerkplein. Daarna bleven velen nog een tijdlang napraten onder het oog van een tevreden toekijkende Maria.
Vrijwilligers
Hartelijk dank aan alle vrijwilligers die deze feestelijke dag hebben voorbereid en mogelijk gemaakt!
De foto's bij dit verslag zijn gemaakt door de heer en mevrouw Silva. Door op een foto te klikken kunt u een grotere versie bekijken. Met de 'back'button van uw browser keert u weer terug naar dit bericht.
Preek voor de elfde zondag na Pinksteren
In de passage die aan het Evangelie van vandaag voorafgaat vertelt Sint Marcus hoe Jezus de dochter van een Kananese vrouw geneest. Hij doet dit bijna onwillig, want die vrouw behoorde niet tot het volk waartoe de persoonlijke zending van de Heer oorspronkelijk beperkt was, maar haar grote geloof en slagvaardige nederigheid overwinnen de tegenstand van Jezus. Hierbij sluit het Evangelie van vandaag aan, dat eveneens een wonder vermeldt dat door Jezus werd verricht buiten het eigenlijke land van de joden, in de half-heidense streek van Dekapolis. De Zaligmaker, die zo min mogelijk opschudding wil veroorzaken, voert de doofstomme, voor Hij hem geneest, ter zijde en vervolgens legt Hij hem het zwijgen op. “Maar hoe dikwijls Hij het hun ook gebood, des te meer maakten zij het ruchtbaar. En zij waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: Hij heeft alles wel gedaan, ook de doven doet Hij horen en de stommen spreken.”
De geestdrift van deze mensen steekt volledig af bij het steeds groeiende ongeloof en wantrouwen dat de Heer van Zijn eigen volk ondervindt, ofschoon Hij voor de joden talloze wonderen had verricht. Hier, in Dekapolis, wekt Christus’ liefderijke wondermacht nog een onbevangen en spontane waardering. Met recht mogen zij jubelen: Hij heeft alles gedaan, zoals Sint Petrus later heel het optreden van Jezus samenvat in de woorden: “Hij ging rond, weldoende en genezende”. Maar toen de Heer in Zijn eigen vaderstad kwam, vond Hij slechts ongeloof en de sceptische vraag: “Vanwaar heeft Hij die wijsheid en die krachten?”. En nadat de inwoners van Nazareth Hem hadden aanhoord, sprekend in hun synagoge, werden zij met toorn vervuld en wilden zij Hem van de rand van de berg waarop hun stad was gebouwd naar beneden werpen.
Beminde gelovigen, het schijnt een hoogst onaangename eigenschap van de menselijke natuur te zijn, om datgene waarmee men vertrouwd is geraakt, niet langer te waarderen en zelfs te minachten. Ook voor ons heeft Jezus veel gedaan, op onuitsprekelijke wijze en talloze malen. Voortdurend zijn wij het voorwerp van Zijn liefde, wijsheid een macht. Hoeveel onverdiende gaven schenkt God ons door Zijn genaden, door Zijn voorzienigheid, en vooral in de Kerk, waartoe wij door Zijn uitverkiezing mogen behoren. De mensen ontvangen graag, maar als de prijs moet worden betaald, dan lopen zij weg. De prijs die de joden niet wilden betalen was de bekering van hun harten. Ook waren zij al aan de weldaden Gods gewend, en hebben zij Hem niet liefgehad toen Hij kwam om hen te verlossen. Moge toch – beminde gelovigen – de gewoonte van het ontvangen van de gaven Gods geen onverschilligheid bij ons voortbrengen, als Hij komt om ons te verlossen door Zijn Kerk en de aan haar toevertrouwde sacramenten, moge immer opnieuw in ons hart een levende en diepe dankbaarheid opwellen: een jubel en lofprijzing aan God voor al hetgeen Zijn liefde aan ons deed en doet. Amen.
De geestdrift van deze mensen steekt volledig af bij het steeds groeiende ongeloof en wantrouwen dat de Heer van Zijn eigen volk ondervindt, ofschoon Hij voor de joden talloze wonderen had verricht. Hier, in Dekapolis, wekt Christus’ liefderijke wondermacht nog een onbevangen en spontane waardering. Met recht mogen zij jubelen: Hij heeft alles gedaan, zoals Sint Petrus later heel het optreden van Jezus samenvat in de woorden: “Hij ging rond, weldoende en genezende”. Maar toen de Heer in Zijn eigen vaderstad kwam, vond Hij slechts ongeloof en de sceptische vraag: “Vanwaar heeft Hij die wijsheid en die krachten?”. En nadat de inwoners van Nazareth Hem hadden aanhoord, sprekend in hun synagoge, werden zij met toorn vervuld en wilden zij Hem van de rand van de berg waarop hun stad was gebouwd naar beneden werpen.
Beminde gelovigen, het schijnt een hoogst onaangename eigenschap van de menselijke natuur te zijn, om datgene waarmee men vertrouwd is geraakt, niet langer te waarderen en zelfs te minachten. Ook voor ons heeft Jezus veel gedaan, op onuitsprekelijke wijze en talloze malen. Voortdurend zijn wij het voorwerp van Zijn liefde, wijsheid een macht. Hoeveel onverdiende gaven schenkt God ons door Zijn genaden, door Zijn voorzienigheid, en vooral in de Kerk, waartoe wij door Zijn uitverkiezing mogen behoren. De mensen ontvangen graag, maar als de prijs moet worden betaald, dan lopen zij weg. De prijs die de joden niet wilden betalen was de bekering van hun harten. Ook waren zij al aan de weldaden Gods gewend, en hebben zij Hem niet liefgehad toen Hij kwam om hen te verlossen. Moge toch – beminde gelovigen – de gewoonte van het ontvangen van de gaven Gods geen onverschilligheid bij ons voortbrengen, als Hij komt om ons te verlossen door Zijn Kerk en de aan haar toevertrouwde sacramenten, moge immer opnieuw in ons hart een levende en diepe dankbaarheid opwellen: een jubel en lofprijzing aan God voor al hetgeen Zijn liefde aan ons deed en doet. Amen.
16 augustus 2009
Paus Benedictus XVI viert Maria Tenhemelopneming in Castel Gandolfo
In het pauselijk zomerverblijf Castel Gandolfo heeft paus Benedictus XVI de heilige Mis gevierd op het Hoogfeest van Maria Tenhemelopneming. Enkele honderden gelovigen, onder wie veel toeristen, woonden de viering bij. De Paus noemde Maria een voorbeeld voor de hele Kerk. "Gehoorzaam en in hoopvol vertrouwen volbracht zij de wil van God", aldus Benedictus XVI. "Tijdens het verborgen en het openbare leven van Jezus tot de meest pijnlijke momenten aan de voet van het kruis, heeft zij meegewerkt aan Gods heilsplan."
Later wees de Paus er in zijn Angelustoespraak op dat Maria in de kunst vaak biddend wordt afgebeeld, terwijl zij via de engel luistert naar de boodschap van God. "Ook ons gebed moet doordrongen zijn van deze luisterbereidheid en openheid tegenover God", zo hield de Paus enkele duizenden toehoorders bij het apostolisch paleis voor.
In deze video wordt het slot van de pauselijke Mis getoond: de zegen en het Salve Regina.
Later wees de Paus er in zijn Angelustoespraak op dat Maria in de kunst vaak biddend wordt afgebeeld, terwijl zij via de engel luistert naar de boodschap van God. "Ook ons gebed moet doordrongen zijn van deze luisterbereidheid en openheid tegenover God", zo hield de Paus enkele duizenden toehoorders bij het apostolisch paleis voor.
In deze video wordt het slot van de pauselijke Mis getoond: de zegen en het Salve Regina.
Website Agneskerk één dag hemelsblauw
De website van de Agneskerk was op 15 augustus voor één dag hemelsblauw gekleurd. Vanwege het Hoogfeest van Maria Tenhemelopneming was ook de openingspagina aangepast. Wie het gemist heeft, kan hieronder alsnog de afbeelding en de tekst bekijken.
Op deze dag is de Maagd, de Moeder van God, ten hemel opgenomen.
Zij is het begin, het beeld van de Kerk der voleinding.
Zij houdt de hoop in ons levend en is een troost voor Gods volk onderweg.
Terecht heeft God haar het bederf van de dood niet laten zien, omdat zij op wonderbare wijze de Moeder is geworden van Zijn Zoon, de Gever van alle leven.
Bij uw baren hebt gij uw maagdelijkheid behouden, bij uw tenhemelopneming hebt gij de wereld niet verlaten, Moeder van God: gij zijt teruggekeerd naar de bron des levens, gij die de levende God ontving en die door uw gebeden onze zielen van de dood zult bevrijden.
Op deze dag is de Maagd, de Moeder van God, ten hemel opgenomen.
Zij is het begin, het beeld van de Kerk der voleinding.
Zij houdt de hoop in ons levend en is een troost voor Gods volk onderweg.
Terecht heeft God haar het bederf van de dood niet laten zien, omdat zij op wonderbare wijze de Moeder is geworden van Zijn Zoon, de Gever van alle leven.
Bij uw baren hebt gij uw maagdelijkheid behouden, bij uw tenhemelopneming hebt gij de wereld niet verlaten, Moeder van God: gij zijt teruggekeerd naar de bron des levens, gij die de levende God ontving en die door uw gebeden onze zielen van de dood zult bevrijden.
15 augustus 2009
Preek voor het Hoogfeest van Maria Tenhemelopneming
Als sommige kerkvaders in de Schrift lazen dat de Heer zich een heerlijke Kerk had bereid zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, maar geheel heilig en smetteloos, dachten zij onwillekeurig aan de maagd Maria. Terecht hadden de eerste Bijbel-uitleggers bij deze tekst aangetekend, dat de Kerk eerst smetteloos wordt bevonden in de hemel. Maar was zij niet eenmaal ook hier beneden smetteloos, in de alheilige maagd Maria, wier tenhemelopneming wij vandaag plechtig vieren?
Maria was, in een geheel andere en hogere zin dan het overige vrome Israël, de eerstbereide, eerstgevormde kiemcel van de ware Kerk. Er was een tijd waarin het eeuwige Woord Gods in de feitelijke staat van de vleeswording geen andere menselijke natuur had geheiligd dan die van Zijn moeder, in wier schoot Hij woonde. Zij alleen was toen het mystieke lichaam van de Kerk, die het Ware Lichaam droeg in haar moederschoot, zoals wij nog altijd zingen: Ave verum corpus natum, de Maria virgine (Wees gegroet, waarachtig Lichaam, geboren uit de maagd Maria). Maar in de eenzame gemeenschap van moeder en Kind, tezamen vervuld van de Heilige Geest, was Maria reeds een voorafbeelding van de komende mystieke gemeenschap, op een wijze die de komende overtrof. In die zin was zij niet alleen de eerste ooggetuige van de menswording maar ook de eerstverloste van de mensheid. Zij was ook de overvloedigste en meest uitnemende verloste: het versierde initiaal op de eerste bladzijde, het pronkjuweel in de vooruitgaande genade Gods. Is de Kerk heilig, en een gemeenschap van heiligen, dan is zij de mateloos bevoorrechte en alheilige.
Het Woord dat Johannes de Doper heiligde van schoot tot schoot bij het bezoek van Maria aan Elisabeth, heiligde Zijn moeder vanaf het ogenblik van haar ontvangenis. Dus zij is nooit onder de wet van de joden geweest, maar onder de wet was er niemand groter dan deze Johannes. In het rijk van de hemel echter, waar de kinderen de grootsten zijn en de maagden voorgaan, is Maria de grootste.
In de volheid van de genade is zij het hoogtepunt en de ideale lidmaat van de Kerk. Want Maria beantwoordde – voor haar deel, een roeping – vrijwillig en volledig aan de volheid van de genade. Zij bewaarde en overwoog de haar toevertrouwde geheimen. Zij stond recht onder het kruis in het uur van verlossing. De kerkvaders dachten bij de beelden die de Schrift geeft van een onaantastbare heilige gemeenschap, tegelijk aan Maria en aan de Kerk. Maar sterker dan al die beelden blijft de werkelijkheid van de bediening van Maria in het werk van de verlossing, die voortvloeit uit het feit van haar moederschap. Als Godbarende is zij oneindig veel meer dan een beeld of een ideaal lidmaat van de Kerk. Daardoor deelt zij waarachtig in de vruchtbaarheid van de Kerk, die zij afbeeldt. Haar schoot, waaruit Christus werd geboren, beeldt zeker de mystieke kerkschoot af van het doopsel waaruit wij herboren te voorschijn treden als andere christussen. En zij, die Gods Woord aan de wereld gaf, is het oorspronkelijke beeld van allen, die Gods Woord vrucht laten dragen na het als een graankorrel te hebben gezaaid in hun hart.
Als van ons allen, bij Paulus, staat geschreven dat wij aanvullen wat aan het verlossend lijden van Christus ontbreekt, is het dan verwonderlijk dat zij in de orde van de genadebediening door de gezagvolste stemmen medeverlosseres wordt genoemd? Want nergens is de ecclesia orans – de Kerk die bidt met de armen omhoog en de ogen gericht naar de Middelaar, die Christus is – zo concreet en onvergelijkbaar als in haar oerbeeld Maria.
Sinds 1950 is de eeuwenoude overlevering dat Maria met lichaam en ziel in de hemel is opgenomen een dogma. Vandaag vieren wij hoe voor haar, zoals eerder in het uur van het eerste mirakel, ook het uur van haar verrijzenis werd vervroegd, waardoor de alheilige geen bederf heeft gekend.
Maria was, in een geheel andere en hogere zin dan het overige vrome Israël, de eerstbereide, eerstgevormde kiemcel van de ware Kerk. Er was een tijd waarin het eeuwige Woord Gods in de feitelijke staat van de vleeswording geen andere menselijke natuur had geheiligd dan die van Zijn moeder, in wier schoot Hij woonde. Zij alleen was toen het mystieke lichaam van de Kerk, die het Ware Lichaam droeg in haar moederschoot, zoals wij nog altijd zingen: Ave verum corpus natum, de Maria virgine (Wees gegroet, waarachtig Lichaam, geboren uit de maagd Maria). Maar in de eenzame gemeenschap van moeder en Kind, tezamen vervuld van de Heilige Geest, was Maria reeds een voorafbeelding van de komende mystieke gemeenschap, op een wijze die de komende overtrof. In die zin was zij niet alleen de eerste ooggetuige van de menswording maar ook de eerstverloste van de mensheid. Zij was ook de overvloedigste en meest uitnemende verloste: het versierde initiaal op de eerste bladzijde, het pronkjuweel in de vooruitgaande genade Gods. Is de Kerk heilig, en een gemeenschap van heiligen, dan is zij de mateloos bevoorrechte en alheilige.
Het Woord dat Johannes de Doper heiligde van schoot tot schoot bij het bezoek van Maria aan Elisabeth, heiligde Zijn moeder vanaf het ogenblik van haar ontvangenis. Dus zij is nooit onder de wet van de joden geweest, maar onder de wet was er niemand groter dan deze Johannes. In het rijk van de hemel echter, waar de kinderen de grootsten zijn en de maagden voorgaan, is Maria de grootste.
In de volheid van de genade is zij het hoogtepunt en de ideale lidmaat van de Kerk. Want Maria beantwoordde – voor haar deel, een roeping – vrijwillig en volledig aan de volheid van de genade. Zij bewaarde en overwoog de haar toevertrouwde geheimen. Zij stond recht onder het kruis in het uur van verlossing. De kerkvaders dachten bij de beelden die de Schrift geeft van een onaantastbare heilige gemeenschap, tegelijk aan Maria en aan de Kerk. Maar sterker dan al die beelden blijft de werkelijkheid van de bediening van Maria in het werk van de verlossing, die voortvloeit uit het feit van haar moederschap. Als Godbarende is zij oneindig veel meer dan een beeld of een ideaal lidmaat van de Kerk. Daardoor deelt zij waarachtig in de vruchtbaarheid van de Kerk, die zij afbeeldt. Haar schoot, waaruit Christus werd geboren, beeldt zeker de mystieke kerkschoot af van het doopsel waaruit wij herboren te voorschijn treden als andere christussen. En zij, die Gods Woord aan de wereld gaf, is het oorspronkelijke beeld van allen, die Gods Woord vrucht laten dragen na het als een graankorrel te hebben gezaaid in hun hart.
Als van ons allen, bij Paulus, staat geschreven dat wij aanvullen wat aan het verlossend lijden van Christus ontbreekt, is het dan verwonderlijk dat zij in de orde van de genadebediening door de gezagvolste stemmen medeverlosseres wordt genoemd? Want nergens is de ecclesia orans – de Kerk die bidt met de armen omhoog en de ogen gericht naar de Middelaar, die Christus is – zo concreet en onvergelijkbaar als in haar oerbeeld Maria.
Sinds 1950 is de eeuwenoude overlevering dat Maria met lichaam en ziel in de hemel is opgenomen een dogma. Vandaag vieren wij hoe voor haar, zoals eerder in het uur van het eerste mirakel, ook het uur van haar verrijzenis werd vervroegd, waardoor de alheilige geen bederf heeft gekend.
11 augustus 2009
Bereikbaarheid Agneskerk
Per auto
De Sint-Agneskerk is zeer goed bereikbaar per auto, zowel vanuit de stad Amsterdam als vanaf de snelweg A10 (afrit S107).
Parkeren
In de omliggende straten is parkeergelegenheid (betaald; op zondag gratis).
Parkeren op de ventweg vóór de kerk is niet toegestaan. Indien u daar toch parkeert, dan geschiedt dat op eigen risico. Houdt u in elk geval de doorgang vrij voor andere voertuigen en voor hulpdiensten, zoals brandweer en ambulances.
Grotere kaart weergeven
Openbaar vervoer
Vele bus-, tram- en metrolijnen, afkomstig uit alle richtingen, hebben een halte vlakbij of in de buurt van onze kerk.
Buslijnen
Lijnen 15, 62, 142, 145, 170, 172, 197 (van/naar Schiphol) en 370 (halte Haarlemmermeerstation).
Tramlijnen
Lijnen 2, 16 en 24 (halte Amstelveenseweg).
Metro
Lijn 50 (halte Amstelveenseweg).
Taxi
Er is een taxistandplaats recht tegenover de kerk.
(Klik op de kaart voor een vergroting van de plattegrond.)
Adresgegevens
Sint-Agneskerk
Amstelveenseweg 163
1075 XA Amsterdam
Telefoon: 020-6629470
E-mail: info@agneskerk.org
De Sint-Agneskerk is zeer goed bereikbaar per auto, zowel vanuit de stad Amsterdam als vanaf de snelweg A10 (afrit S107).
Parkeren
In de omliggende straten is parkeergelegenheid (betaald; op zondag gratis).
Parkeren op de ventweg vóór de kerk is niet toegestaan. Indien u daar toch parkeert, dan geschiedt dat op eigen risico. Houdt u in elk geval de doorgang vrij voor andere voertuigen en voor hulpdiensten, zoals brandweer en ambulances.
Grotere kaart weergeven
Openbaar vervoer
Vele bus-, tram- en metrolijnen, afkomstig uit alle richtingen, hebben een halte vlakbij of in de buurt van onze kerk.
Buslijnen
Lijnen 15, 62, 142, 145, 170, 172, 197 (van/naar Schiphol) en 370 (halte Haarlemmermeerstation).
Tramlijnen
Lijnen 2, 16 en 24 (halte Amstelveenseweg).
Metro
Lijn 50 (halte Amstelveenseweg).
Taxi
Er is een taxistandplaats recht tegenover de kerk.
(Klik op de kaart voor een vergroting van de plattegrond.)
Adresgegevens
Sint-Agneskerk
Amstelveenseweg 163
1075 XA Amsterdam
Telefoon: 020-6629470
E-mail: info@agneskerk.org
Vaticaan geeft instructie-DVD voor
Tridentijnse H. Mis uit
De pauselijke commissie Ecclesia Dei gaat een dubbel-DVD uitgeven die priesters en leken moet helpen om de Tridentijnse ritus beter te begrijpen, zo meldt Radio Vaticana.
Op de eerste DVD is een heilige Mis te zien in de Tridentijnse ritus. Kardinaal Castrillon Hoyos, voorzitter van de commissie, geeft daarbij een inleiding. De heilige Mis die getoond wordt, is in 2003 opgenomen in de basiliek Santa Maria Maggiore. De tweede DVD bevat didactische beelden: steeds wordt een stukje van de Mis getoond en nader verklaard.
In zijn motu proprio 'Summorum Pontificum', gedateerd 7 juli 2007, geeft paus Benedictus XVI de Tridentijnse ritus vrij als buitengewone vorm van de Romeinse ritus. Bovendien heeft hij aangekondigd dat deze vorm van liturgie verder ontwikkeld zou worden.
Op 8 juli 2009 is de pauselijke commissie Ecclesia Dei door een nieuw motu proprio 'Ecclesiae unitatem' ondergebracht bij de Congregatie voor de Geloofsleer, onder leiding van de Amerikaanse kardinaal Levada.
In onze Sint-Agneskerk wordt de Tridentijnse heilige Mis weer gevierd sinds september 2006. Sinds Pasen 2009 zijn zelfs alle
H.H. Missen in onze kerk in deze ritus en volgens haar eigen liturgische kalender (Missaal 1962), tenzij anders vermeld.
11 augustus 2009
Op de eerste DVD is een heilige Mis te zien in de Tridentijnse ritus. Kardinaal Castrillon Hoyos, voorzitter van de commissie, geeft daarbij een inleiding. De heilige Mis die getoond wordt, is in 2003 opgenomen in de basiliek Santa Maria Maggiore. De tweede DVD bevat didactische beelden: steeds wordt een stukje van de Mis getoond en nader verklaard.
In zijn motu proprio 'Summorum Pontificum', gedateerd 7 juli 2007, geeft paus Benedictus XVI de Tridentijnse ritus vrij als buitengewone vorm van de Romeinse ritus. Bovendien heeft hij aangekondigd dat deze vorm van liturgie verder ontwikkeld zou worden.
Op 8 juli 2009 is de pauselijke commissie Ecclesia Dei door een nieuw motu proprio 'Ecclesiae unitatem' ondergebracht bij de Congregatie voor de Geloofsleer, onder leiding van de Amerikaanse kardinaal Levada.
In onze Sint-Agneskerk wordt de Tridentijnse heilige Mis weer gevierd sinds september 2006. Sinds Pasen 2009 zijn zelfs alle
H.H. Missen in onze kerk in deze ritus en volgens haar eigen liturgische kalender (Missaal 1962), tenzij anders vermeld.
11 augustus 2009
10 augustus 2009
Preek voor de tiende zondag na Pinksteren
Het Evangelie van deze zondag houdt ons de onvergetelijke gelijkenis voor van de farizeeër en de tollenaar. Eigenlijk geeft Jezus hier meer een zedenschets van twee eigentijdse figuren dan een gelijkenis. Deze is van alle tijden. De farizeeër is het type van de uiterlijke vrome die de liefde en de ontferming Gods niet kent, de tollenaar staat voor de verachte zondaar, die zich tot God wil bekeren.
Onze Heer Jezus Christus sprak in deze gelijkenis met het oog op sommigen, die op zichzelf vertrouwden, menend dat zij rechtvaardig waren, terwijl zij alle anderen verachtten. De Heer bedoelt dus de hoogmoedige vrome farizeeër en de rouwmoedige zondaar. Het zou voor ons een groot gevaar en een ernstige fout zijn om te menen dat de farizeeër onder de nieuwe wet is uitgestorven.
Laten wij onszelf de hatelijke spiegel van de farizeeër voorhouden om in alle oprechtheid te onderzoeken of wij daarin geen enkele trek van ons eigen wezen kunnen herkennen.
De nederigheid is de moeilijkste deugd. Zowel voor het oude heidendom als voor het nieuwe heidendom in onze tijd is zij gewoonweg onaanvaardbaar.
Ook voor de christen, en juist voor de vrome christen blijft de hoogmoed het gevaarlijkste obstakel. Hoe nauwkeurig kenschetst de evangelist de hoogmoed van de vromen als een ‘verachting van de anderen’. Velen menen tegenover God zich klein en nietig te gevoelen, maar dit belet hen niet hun medemens te minachten. “God, ik dank U dat ik niet zo ben als de andere mensen”, want ik doe dit en ik doe dat.
Beminde gelovigen, de nederigheid leert ons dat wij niet beter zijn dan anderen, maar dat wij door de goddelijke genade in het geloof aangenomen zijn als kinderen van God, dus onverschuldigd hebben wij de liefde Gods ontvangen, niet omdat wij waardevoller zouden zijn dan de zondaars, maar omdat wij ons aan Gods barmhartigheid hebben overgegeven.
De barmhartigheid Gods leert ons nederig te blijven, maar leert ons tegelijkertijd ook de zondaars niet te minachten in hun menszijn. De zondaar is geroepen om in de ontferming Gods gereinigd te worden en onder de kinderen Gods te worden gerekend. Dus wat een mens bezit en wat hem rechtvaardigheid en waarde verleent is hem gegeven door de goddelijke ontferming, en wie heeft daar meer recht op dan een ander? Het antwoord is: niemand.
De geestelijke hoogmoed was, is en blijft in iedere tijd het gevaarlijkste gif voor de ziel, omdat het blind maakt en God voor zichzelf wil behouden, niet duldt dat iedereen tot het kindschap Gods geroepen is, maar vooral omdat de hoogmoedige de waarde die hij bezit als eigen verdienste beschouwt.
De tollenaar zegt ons het eeuwig gebed voor van elke mens, die zichzelf kent zoals hij werkelijk is: schepsel en zondaar. “O God, wees mij zondaar genadig.” De heilige Bernardus zegt dat nederigheid de deugd is die door een waarachtige zelfkennis de mens in zijn eigen oog verachtelijk maakt, en dus niet de anderen. En omdat de mens geen onafhankelijk maar een volkomen betrekkelijk wezen is, is zelfkennis onmogelijk zonder de vergelijking met God, Die alle eigenroem de mond snoert. Amen.
Onze Heer Jezus Christus sprak in deze gelijkenis met het oog op sommigen, die op zichzelf vertrouwden, menend dat zij rechtvaardig waren, terwijl zij alle anderen verachtten. De Heer bedoelt dus de hoogmoedige vrome farizeeër en de rouwmoedige zondaar. Het zou voor ons een groot gevaar en een ernstige fout zijn om te menen dat de farizeeër onder de nieuwe wet is uitgestorven.
Laten wij onszelf de hatelijke spiegel van de farizeeër voorhouden om in alle oprechtheid te onderzoeken of wij daarin geen enkele trek van ons eigen wezen kunnen herkennen.
De nederigheid is de moeilijkste deugd. Zowel voor het oude heidendom als voor het nieuwe heidendom in onze tijd is zij gewoonweg onaanvaardbaar.
Ook voor de christen, en juist voor de vrome christen blijft de hoogmoed het gevaarlijkste obstakel. Hoe nauwkeurig kenschetst de evangelist de hoogmoed van de vromen als een ‘verachting van de anderen’. Velen menen tegenover God zich klein en nietig te gevoelen, maar dit belet hen niet hun medemens te minachten. “God, ik dank U dat ik niet zo ben als de andere mensen”, want ik doe dit en ik doe dat.
Beminde gelovigen, de nederigheid leert ons dat wij niet beter zijn dan anderen, maar dat wij door de goddelijke genade in het geloof aangenomen zijn als kinderen van God, dus onverschuldigd hebben wij de liefde Gods ontvangen, niet omdat wij waardevoller zouden zijn dan de zondaars, maar omdat wij ons aan Gods barmhartigheid hebben overgegeven.
De barmhartigheid Gods leert ons nederig te blijven, maar leert ons tegelijkertijd ook de zondaars niet te minachten in hun menszijn. De zondaar is geroepen om in de ontferming Gods gereinigd te worden en onder de kinderen Gods te worden gerekend. Dus wat een mens bezit en wat hem rechtvaardigheid en waarde verleent is hem gegeven door de goddelijke ontferming, en wie heeft daar meer recht op dan een ander? Het antwoord is: niemand.
De geestelijke hoogmoed was, is en blijft in iedere tijd het gevaarlijkste gif voor de ziel, omdat het blind maakt en God voor zichzelf wil behouden, niet duldt dat iedereen tot het kindschap Gods geroepen is, maar vooral omdat de hoogmoedige de waarde die hij bezit als eigen verdienste beschouwt.
De tollenaar zegt ons het eeuwig gebed voor van elke mens, die zichzelf kent zoals hij werkelijk is: schepsel en zondaar. “O God, wees mij zondaar genadig.” De heilige Bernardus zegt dat nederigheid de deugd is die door een waarachtige zelfkennis de mens in zijn eigen oog verachtelijk maakt, en dus niet de anderen. En omdat de mens geen onafhankelijk maar een volkomen betrekkelijk wezen is, is zelfkennis onmogelijk zonder de vergelijking met God, Die alle eigenroem de mond snoert. Amen.
8 augustus 2009
8 augustus: Heilige Johannes Maria Vianney
In de week waarin de Kerk de 150-ste sterfdag herdacht van de H. Johannes Maria Vianney (Pastoor van Ars) hervatte paus Benedictus XVI zijn wekelijkse audiënties. Op woensdag 5 augustus sprak hij opnieuw over deze heilige, die in het Jaar van de Priester aan alle priesters als voorbeeld wordt gesteld.
“Op het eerste gezicht lijken de pastorale methoden van Sint-Jean-Marie Vianney weinig geschikt voor de huidige omstandigheden. Hoe kan een priester in deze tijd het voorbeeld volgen van de heilige Pastoor van Ars in een wereld die zo is veranderd? Maar net als de huidige samenleving, was de Franse samenleving in het begin van de 19e eeuw voor de gelovige mens een uitdaging. Was het na de Franse Revolutie van 1789 de ‘dictatuur van het rationalisme’ die de gelovigen uitdaagde, tegenwoordig is het de ‘dictatuur van het relativisme’.
In het post-revolutionaire Frankrijk trachtte een soort ‘dictatuur van het rationalisme’ de aanwezigheid van de priesters en de Kerk in de maatschappij te laten verdwijnen. In die tijd leefde Jean-Marie Vianney.
150 jaar na de dood van de Pastoor van Ars zijn de uitdagingen in de maatschappij niet minder boeiend en wellicht meer complex. Nu ziet men in vele milieus een soort ‘dictatuur van het relativisme’. Het rationalisme verhief de rede tot maat van alle dingen en veranderde haar in een godin. Het relativisme krenkt de rede, omdat het in feite tracht vast te leggen dat de mens helemaal niets met zekerheid kan kennen. Toen en nu zoekt de mens voortdurend naar antwoorden op vragen naar de zin en de vervulling van het leven. Die vragen zijn fundamenteel en laten hem niet los.
Zoals gezegd, de pastorale methoden van Jean-Marie Vianney zouden weinig aangepast kunnen lijken aan de huidige omstandigheden. Hoe zou een priester vandaag de dag het voorbeeld van de heilige van Ars kunnen verwerkelijken in een veranderde wereld? Het gaat om het cultiveren van een levensstijl en om een diep verlangen waartoe allen zijn geroepen. Het is heel goed waarneembaar wat heeft geleid tot de heiligheid van de Pastoor van Ars: zijn trouw aan de taak waartoe God hem had geroepen en zijn volledig vertrouwen op de goddelijke Voorzienigheid.
De heilige van Ars veroverde de zielen – zelfs de meest weerbarstige – door hun te vertellen over zijn innige vriendschap met Christus. Deze liefde voor Christus was het echte geheim van zijn pastoraal succes. Deze liefde voedde hij door het eucharistische Mysterie, waarover hij preekte, dat hij vierde, en dat hij leefde.
De heilige Jean-Marie Vianney heeft werkelijk de liefde van Christus belichaamd, die hij verkondigde in zijn preken en vierde in de sacramenten. Zo kon hij door het licht van de Heer vele mensen tot bekering en heiligheid brengen. Bidden wij in dit jaar voor alle priesters, en laten wij hen waarderen en steunen.”
Zie ook: 150-ste sterfdag Heilige Johannes Maria Vianney.
“Op het eerste gezicht lijken de pastorale methoden van Sint-Jean-Marie Vianney weinig geschikt voor de huidige omstandigheden. Hoe kan een priester in deze tijd het voorbeeld volgen van de heilige Pastoor van Ars in een wereld die zo is veranderd? Maar net als de huidige samenleving, was de Franse samenleving in het begin van de 19e eeuw voor de gelovige mens een uitdaging. Was het na de Franse Revolutie van 1789 de ‘dictatuur van het rationalisme’ die de gelovigen uitdaagde, tegenwoordig is het de ‘dictatuur van het relativisme’.
In het post-revolutionaire Frankrijk trachtte een soort ‘dictatuur van het rationalisme’ de aanwezigheid van de priesters en de Kerk in de maatschappij te laten verdwijnen. In die tijd leefde Jean-Marie Vianney.
150 jaar na de dood van de Pastoor van Ars zijn de uitdagingen in de maatschappij niet minder boeiend en wellicht meer complex. Nu ziet men in vele milieus een soort ‘dictatuur van het relativisme’. Het rationalisme verhief de rede tot maat van alle dingen en veranderde haar in een godin. Het relativisme krenkt de rede, omdat het in feite tracht vast te leggen dat de mens helemaal niets met zekerheid kan kennen. Toen en nu zoekt de mens voortdurend naar antwoorden op vragen naar de zin en de vervulling van het leven. Die vragen zijn fundamenteel en laten hem niet los.
Zoals gezegd, de pastorale methoden van Jean-Marie Vianney zouden weinig aangepast kunnen lijken aan de huidige omstandigheden. Hoe zou een priester vandaag de dag het voorbeeld van de heilige van Ars kunnen verwerkelijken in een veranderde wereld? Het gaat om het cultiveren van een levensstijl en om een diep verlangen waartoe allen zijn geroepen. Het is heel goed waarneembaar wat heeft geleid tot de heiligheid van de Pastoor van Ars: zijn trouw aan de taak waartoe God hem had geroepen en zijn volledig vertrouwen op de goddelijke Voorzienigheid.
De heilige van Ars veroverde de zielen – zelfs de meest weerbarstige – door hun te vertellen over zijn innige vriendschap met Christus. Deze liefde voor Christus was het echte geheim van zijn pastoraal succes. Deze liefde voedde hij door het eucharistische Mysterie, waarover hij preekte, dat hij vierde, en dat hij leefde.
De heilige Jean-Marie Vianney heeft werkelijk de liefde van Christus belichaamd, die hij verkondigde in zijn preken en vierde in de sacramenten. Zo kon hij door het licht van de Heer vele mensen tot bekering en heiligheid brengen. Bidden wij in dit jaar voor alle priesters, en laten wij hen waarderen en steunen.”
Zie ook: 150-ste sterfdag Heilige Johannes Maria Vianney.
7 augustus 2009
Bisschop Kopenhagen celebreert Tridentijnse H. Mis
Op zondag 2 augustus jl. celebreerde de bisschop van Kopenhagen, mgr Czeslaw Kozon, de heilige Mis van die zondag volgens de Tridentijnse ritus in de Heilig-Hartkerk in Kopenhagen (Denemarken).
Toen de bisschop hoorde dat de groep gelovigen, die wekelijks een Tridentijnse Mis organiseert, tijdens de zomermaanden moeite had met het vinden van een priester, bood hij spontaan aan om zelf de Mis te komen opdragen.
Het was toen echter te kort dag om een pontificale Hoogmis te organiseren met voldoende priesters en assistenten.
Kijkt u zelf naar een verslag vanuit de Deense hoofdstad in het volgende filmpje.
Toen de bisschop hoorde dat de groep gelovigen, die wekelijks een Tridentijnse Mis organiseert, tijdens de zomermaanden moeite had met het vinden van een priester, bood hij spontaan aan om zelf de Mis te komen opdragen.
Het was toen echter te kort dag om een pontificale Hoogmis te organiseren met voldoende priesters en assistenten.
Kijkt u zelf naar een verslag vanuit de Deense hoofdstad in het volgende filmpje.
Gebed voor de priesters
Heer onze God, wij bidden dat de heilige maagd Maria haar mantel heenslaat om Uw priesters, opdat zij op haar voorspraak gesterkt worden in hun dienstwerk.
Wij bidden dat Maria Uw priesters zal begeleiden om haar woorden te volgen: “Wat Hij u ook beveelt, doe het maar.” (Joh. 2, 5)
Dat Uw priesters zijn zoals de heilige Jozef, de meest zuivere bruidegom van Maria.
Dat het doorboorde hart van de heilige maagd Maria Uw priesters inspireert allen te omhelzen die lijden aan de voet van het Kruis.
Dat Uw priesters heilig zijn, vol van Uw brandende Liefde, naar niets anders strevend dan Uw meerdere glorie en de redding van de zielen.
Heilige Pastoor van Ars, bid voor ons. Amen.
Bron: Kerk in Nood
Wij bidden dat Maria Uw priesters zal begeleiden om haar woorden te volgen: “Wat Hij u ook beveelt, doe het maar.” (Joh. 2, 5)
Dat Uw priesters zijn zoals de heilige Jozef, de meest zuivere bruidegom van Maria.
Dat het doorboorde hart van de heilige maagd Maria Uw priesters inspireert allen te omhelzen die lijden aan de voet van het Kruis.
Dat Uw priesters heilig zijn, vol van Uw brandende Liefde, naar niets anders strevend dan Uw meerdere glorie en de redding van de zielen.
Heilige Pastoor van Ars, bid voor ons. Amen.
Bron: Kerk in Nood
Maria Tenhemelopneming
Beminde gelovigen,
In de afgelopen maand ben ik twee weken in Denemarken geweest, waar ik ook de gelegenheid had om de Tridentijnse H. Mis op te dragen voor de gelovigen. Normaal hebben zij deze Mis slechts twee keer per maand.
Het is mij opgevallen met hoeveel dankbaarheid de gelovigen daar naar de H. Mis gaan. Diezelfde dankbaarheid ontmoeten wij ook in de Agneskerk. De Tridentijnse Mis laat de mensen duidelijk zien welke oneindige stroom van genade uit het Kruisoffer vloeit. Laten wij onze dankbaarheid uiten door ons steeds inniger met de Kerk te verbinden. De mogelijkheid om dit te doen wordt u dagelijks geboden: u kunt niet alleen de H. Mis in de Agneskerk bijwonen, maar ook het Lof en de middag van aanbidding op de derde vrijdag in de maand, waaraan niet veel gelovigen deelnemen. Laten wij ook niet vergeten dat het regelmatig ontvangen van vergeving in de heilige biecht een voorwaarde is om met God verbonden te zijn door de overige sacramenten.
Het leven uit de genade is onze hoogste roeping en vreugde hier op aarde. Dit mag nooit verworden tot een gewoonte, maar moet zich manifesteren in een bewuste en levendige verbondenheid met het leven van de Kerk. Op 15 augustus vieren wij het hoogfeest van Maria Tenhemelopneming – een verplichte feestdag – met een Drieherenmis. Daarna kunt u in de pastorie een kopje koffie gebruiken, voordat wij op het kerkplein het rozenkranslof gaan bidden. Wij priesters hopen u allen op deze feestdag van de allerheiligste Maagd te mogen ontmoeten.
Met mijn priesterlijke zegen,
pater M. Kromann Knudsen FSSP
In de afgelopen maand ben ik twee weken in Denemarken geweest, waar ik ook de gelegenheid had om de Tridentijnse H. Mis op te dragen voor de gelovigen. Normaal hebben zij deze Mis slechts twee keer per maand.
Het is mij opgevallen met hoeveel dankbaarheid de gelovigen daar naar de H. Mis gaan. Diezelfde dankbaarheid ontmoeten wij ook in de Agneskerk. De Tridentijnse Mis laat de mensen duidelijk zien welke oneindige stroom van genade uit het Kruisoffer vloeit. Laten wij onze dankbaarheid uiten door ons steeds inniger met de Kerk te verbinden. De mogelijkheid om dit te doen wordt u dagelijks geboden: u kunt niet alleen de H. Mis in de Agneskerk bijwonen, maar ook het Lof en de middag van aanbidding op de derde vrijdag in de maand, waaraan niet veel gelovigen deelnemen. Laten wij ook niet vergeten dat het regelmatig ontvangen van vergeving in de heilige biecht een voorwaarde is om met God verbonden te zijn door de overige sacramenten.
Het leven uit de genade is onze hoogste roeping en vreugde hier op aarde. Dit mag nooit verworden tot een gewoonte, maar moet zich manifesteren in een bewuste en levendige verbondenheid met het leven van de Kerk. Op 15 augustus vieren wij het hoogfeest van Maria Tenhemelopneming – een verplichte feestdag – met een Drieherenmis. Daarna kunt u in de pastorie een kopje koffie gebruiken, voordat wij op het kerkplein het rozenkranslof gaan bidden. Wij priesters hopen u allen op deze feestdag van de allerheiligste Maagd te mogen ontmoeten.
Met mijn priesterlijke zegen,
pater M. Kromann Knudsen FSSP
4 augustus 2009
150-ste sterfdag Heilige Johannes Maria Vianney (Pastoor van Ars)
Geen plek in het donkere, vochtige kerkje is onbezet. Boven de holle stilte klinkt de stem van een nauwelijks hoorbare priester. Het gehucht Ars nabij de Franse stad Lyon telt zelf tweehonderd gelovigen, maar vanuit heel Frankrijk en zelfs daarbuiten komen mensen om deze pastoor te kunnen horen en, als het kan, bij hem te biechten.
Talrijke priesters uit het bisdom zijn jaloers op hun ambtsbroeder die niet eens gewijd had mogen worden. De examinatoren hadden even de andere kant opgekeken, want de seminarist was voorbeeldig in zijn leven, maar leren kon hij niet.
Na zijn wijding mag de boerenzoon dan ook niet biechthoren. Uiteindelijk stopt de bisschop hem weg in een gehucht met een parochiekerkje waar Jean-Marie Vianney blij mag zijn op zondag een gelovige aan te treffen.
Wat hadden de dorpelingen gelachen om hun nieuwe pastoor, die er uitziet als een wandelend lijk, niet uit zijn woorden kan komen en huilt tijdens zijn preken. Toch worden ze nieuwsgierig, want er wordt gefluisterd dat hij een heilige is. Alles wat de parochie bezit, geeft hij weg, van wat hij eet kan een normaal mens niet leven en hij slaat zich tot bloedens toe.
Terwijl het in de meeste Franse kerken wachten is op wie het licht uit zal doen, stromen de gelovigen naar Ars. De pastoor, die meisjes in het door hem gestichte weeshuisje ‘La Providence’ dagelijks catechese geeft, verlegt deze naar de kerk, waar steeds meer gelovigen komen luisteren naar de beeldrijke verhalen.
Mocht hij aanvankelijk niet biechthoren, nu zijn er koude winteravonden waarop hij ‘maar’ elf uur in de biechtstoel zit. ’s Zomers loopt dit op tot achttien uur. In 1855 bezoeken meer dan twintigduizend gelovigen de parochie.
Terwijl de duivel beproeft en treitert, geeft God de gave van de profetie. Eens zit in het overvolle kerkje nabij het gangpad een vrouw. Ze huilt. Ze heeft zojuist haar man verloren, hij pleegde zelfmoord. De vrouw was van ver gekomen, maar ziet geen kans bij de heilige priester te komen. Bij het verlaten van de kerk houdt pastoor Vianney bij haar stil en fluistert: “Wees gerust, mevrouw. Tussen de brug en het water was er genoeg tijd voor berouw”, en loopt door. De weduwe kan haar tranen niet bedwingen, maar nu van vreugde.
Jean-Marie Vianney sterft op 4 augustus 1859. Paus Pius XI verklaart hem in 1925 heilig, nadat eerder paus Pius X de pastoor van Ars had uitgeroepen tot patroon van de parochiepriesters. In 2009 roept paus Benedictus XVI bij de aanvang van het Jaar van de Priester de Pastoor van Ars uit tot patroon van álle priesters.
Volgens de Tridentijnse kalender wordt zijn gedachtenis gevierd op 8 augustus.
Preek voor de negende zondag na Pinksteren
Epistel
volgt
Evangelie
volgt
Preek
Beminde gelovigen, de twee lezingen uit deze heilige Mis behandelen eenzelfde hoofdgedachte, namelijk de ontrouw van de joden.
In het epistel van vandaag herinnert Sint Paulus ons aan de onstandvastigheid van de joden in de woestijn, nadat God hen had bevrijd uit de slavernij in Egypte. Steeds opnieuw vergaten zij de zichtbare bescherming, die Hij hun verleende en zij mopperden tegen Hem, of gaven zich over aan ontucht en afgoderij. Telkens werden zij door God bestraft en zodanig tot het besef van hun ware verplichtingen teruggebracht.
Dit alles is een waarschuwing voor ons, opdat wij waakzaam en getrouw zullen blijven, steunend op Gods hulp om aan de bekoringen te weerstaan. Zoals de joden bevrijd werden uit de slavernij van de Egyptenaren, zo zijn wij, het nieuwe uitverkoren volk Gods, door de Kerk bevrijd van de slavernij van de zonde. De bevrijding die zowel de joden als de Kerk hebben ervaren is geen vrijbrief om onbezorgd te worden. De onbezorgdheid van de joden bracht hen af van de goddelijke wil en leidde uiteindelijk tot hun val. De Kerk is vrijgekocht in het Bloed van Christus, maar onze persoonlijke redding blijft afhankelijk van onze bestendige heiliging door het leven vanuit de sacramenten. Dat leven is alleen maar mogelijk op het zedelijke fundament van de moraal. Geloof en moraal zijn de onontbeerlijke voorwaarden voor onze redding. Dat wij vrijgekocht zijn van de zonde maakt het eerst mogelijk om door het geloof in de Kerk moreel juist te leven, en zodanig de bestemming van onze nieuw-gegeven vrijheid te bereiken doordat wij trouw zijn gebleven aan God.
Dit verlangen om God trouw te blijven vinden wij terug in het openingsgebed van deze heilige Mis, waarin wij aan God vragen dat Hij ons slechts rechtmatige verlangens, die met Zijn heilige Wil overeenstemmen, zou ingeven. Wij vragen dus om hulp tegen onze vijanden die de zonde en de bekoringen zijn.
Hoe het degenen vergaat die zich overleveren aan de zonde, laat Christus ons zien in het Evangelie. Christus weent over Jeruzalem, dat Zijn vredesboodschap niet wil aanwaarden. Ook die stad zal hiervoor verschrikkelijk gestraft worden en in het jaar 70 aan de vernietiging worden overgegeven.
Beminde gelovigen, laat ons deze waarschuwing ter harte nemen. Wij leven in een tijd waarin de zonde zegeviert doordat zij in de media hooggeprezen wordt en zelfs tot eigenlijke levensinhoud wordt verheven. De mensen die nu zo leven, losgeraakt van de goddelijke Wil en liefde, en die daarin ondersteuning en bescherming genieten van de maatschappij, zij zullen samen met hun beschermer de schrik van Jeruzalem beleven.
Blijven wij echter trouw, want Christus Zelf geeft ons de verzekering dat wij door onze deelneming aan Zijn offer een levende band scheppen tussen Hem en ons. Dit offer, dat aan Zijn Kerk is toevertrouwd, zuivert ons van zonden en van aardse bekoringen en verheft onze verlangens naar het hemelse. Amen.
volgt
Evangelie
volgt
Preek
Beminde gelovigen, de twee lezingen uit deze heilige Mis behandelen eenzelfde hoofdgedachte, namelijk de ontrouw van de joden.
In het epistel van vandaag herinnert Sint Paulus ons aan de onstandvastigheid van de joden in de woestijn, nadat God hen had bevrijd uit de slavernij in Egypte. Steeds opnieuw vergaten zij de zichtbare bescherming, die Hij hun verleende en zij mopperden tegen Hem, of gaven zich over aan ontucht en afgoderij. Telkens werden zij door God bestraft en zodanig tot het besef van hun ware verplichtingen teruggebracht.
Dit alles is een waarschuwing voor ons, opdat wij waakzaam en getrouw zullen blijven, steunend op Gods hulp om aan de bekoringen te weerstaan. Zoals de joden bevrijd werden uit de slavernij van de Egyptenaren, zo zijn wij, het nieuwe uitverkoren volk Gods, door de Kerk bevrijd van de slavernij van de zonde. De bevrijding die zowel de joden als de Kerk hebben ervaren is geen vrijbrief om onbezorgd te worden. De onbezorgdheid van de joden bracht hen af van de goddelijke wil en leidde uiteindelijk tot hun val. De Kerk is vrijgekocht in het Bloed van Christus, maar onze persoonlijke redding blijft afhankelijk van onze bestendige heiliging door het leven vanuit de sacramenten. Dat leven is alleen maar mogelijk op het zedelijke fundament van de moraal. Geloof en moraal zijn de onontbeerlijke voorwaarden voor onze redding. Dat wij vrijgekocht zijn van de zonde maakt het eerst mogelijk om door het geloof in de Kerk moreel juist te leven, en zodanig de bestemming van onze nieuw-gegeven vrijheid te bereiken doordat wij trouw zijn gebleven aan God.
Dit verlangen om God trouw te blijven vinden wij terug in het openingsgebed van deze heilige Mis, waarin wij aan God vragen dat Hij ons slechts rechtmatige verlangens, die met Zijn heilige Wil overeenstemmen, zou ingeven. Wij vragen dus om hulp tegen onze vijanden die de zonde en de bekoringen zijn.
Hoe het degenen vergaat die zich overleveren aan de zonde, laat Christus ons zien in het Evangelie. Christus weent over Jeruzalem, dat Zijn vredesboodschap niet wil aanwaarden. Ook die stad zal hiervoor verschrikkelijk gestraft worden en in het jaar 70 aan de vernietiging worden overgegeven.
Beminde gelovigen, laat ons deze waarschuwing ter harte nemen. Wij leven in een tijd waarin de zonde zegeviert doordat zij in de media hooggeprezen wordt en zelfs tot eigenlijke levensinhoud wordt verheven. De mensen die nu zo leven, losgeraakt van de goddelijke Wil en liefde, en die daarin ondersteuning en bescherming genieten van de maatschappij, zij zullen samen met hun beschermer de schrik van Jeruzalem beleven.
Blijven wij echter trouw, want Christus Zelf geeft ons de verzekering dat wij door onze deelneming aan Zijn offer een levende band scheppen tussen Hem en ons. Dit offer, dat aan Zijn Kerk is toevertrouwd, zuivert ons van zonden en van aardse bekoringen en verheft onze verlangens naar het hemelse. Amen.
Abonneren op:
Posts (Atom)