4 augustus 2009

Preek voor de negende zondag na Pinksteren

Epistel
volgt

Evangelie
volgt

Preek
Beminde gelovigen, de twee lezingen uit deze heilige Mis behandelen eenzelfde hoofdgedachte, namelijk de ontrouw van de joden.
In het epistel van vandaag herinnert Sint Paulus ons aan de onstandvastigheid van de joden in de woestijn, nadat God hen had bevrijd uit de slavernij in Egypte. Steeds opnieuw vergaten zij de zichtbare bescherming, die Hij hun verleende en zij mopperden tegen Hem, of gaven zich over aan ontucht en afgoderij. Telkens werden zij door God bestraft en zodanig tot het besef van hun ware verplichtingen teruggebracht.
Dit alles is een waarschuwing voor ons, opdat wij waakzaam en getrouw zullen blijven, steunend op Gods hulp om aan de bekoringen te weerstaan. Zoals de joden bevrijd werden uit de slavernij van de Egyptenaren, zo zijn wij, het nieuwe uitverkoren volk Gods, door de Kerk bevrijd van de slavernij van de zonde. De bevrijding die zowel de joden als de Kerk hebben ervaren is geen vrijbrief om onbezorgd te worden. De onbezorgdheid van de joden bracht hen af van de goddelijke wil en leidde uiteindelijk tot hun val. De Kerk is vrijgekocht in het Bloed van Christus, maar onze persoonlijke redding blijft afhankelijk van onze bestendige heiliging door het leven vanuit de sacramenten. Dat leven is alleen maar mogelijk op het zedelijke fundament van de moraal. Geloof en moraal zijn de onontbeerlijke voorwaarden voor onze redding. Dat wij vrijgekocht zijn van de zonde maakt het eerst mogelijk om door het geloof in de Kerk moreel juist te leven, en zodanig de bestemming van onze nieuw-gegeven vrijheid te bereiken doordat wij trouw zijn gebleven aan God.
Dit verlangen om God trouw te blijven vinden wij terug in het openingsgebed van deze heilige Mis, waarin wij aan God vragen dat Hij ons slechts rechtmatige verlangens, die met Zijn heilige Wil overeenstemmen, zou ingeven. Wij vragen dus om hulp tegen onze vijanden die de zonde en de bekoringen zijn.

Hoe het degenen vergaat die zich overleveren aan de zonde, laat Christus ons zien in het Evangelie. Christus weent over Jeruzalem, dat Zijn vredesboodschap niet wil aanwaarden. Ook die stad zal hiervoor verschrikkelijk gestraft worden en in het jaar 70 aan de vernietiging worden overgegeven.

Beminde gelovigen, laat ons deze waarschuwing ter harte nemen. Wij leven in een tijd waarin de zonde zegeviert doordat zij in de media hooggeprezen wordt en zelfs tot eigenlijke levensinhoud wordt verheven. De mensen die nu zo leven, losgeraakt van de goddelijke Wil en liefde, en die daarin ondersteuning en bescherming genieten van de maatschappij, zij zullen samen met hun beschermer de schrik van Jeruzalem beleven.
Blijven wij echter trouw, want Christus Zelf geeft ons de verzekering dat wij door onze deelneming aan Zijn offer een levende band scheppen tussen Hem en ons. Dit offer, dat aan Zijn Kerk is toevertrouwd, zuivert ons van zonden en van aardse bekoringen en verheft onze verlangens naar het hemelse. Amen.