29 november 2009

Preek voor de eerste zondag van de Advent

Ziet naar de vijgeboom en de andere bomen; zodra zij beginnen uit te lopen, weet gij, dat de zomer nabij is. Zo ook, als gij deze dingen ziet gebeuren, weet dan, dat het Koninkrijk Gods nabij is.


Epistel
Rom. 13, 11-14
Broeders, gij weet, dat het thans voor ons tijd is, om uit de slaap op te staan. Want nu is ons heil dichterbij, dan toen wij het geloof aanvaardden. De nacht loopt ten einde; de dag komt naderbij. Laten wij daarom afleggen de werken van de duisternis, en ons bekleden met de wapenen van het licht. Zorgen wij onberispelijk te leven, zoals men dat doet op klaarlichte dag: niet in onmatigheid en dronkenschap, niet in ontucht en losbandigheid, niet in twist en naijver; integendeel, gij moet u bekleden met de Heer Jezus Christus.

Evangelie
Lucas 21, 25-33
In die tijd sprak Jezus tot Zijn leerlingen: Er zullen tekenen komen aan zon en maan en sterren; en op de aarde zal er doodsangst heersen onder de volken, geheel radeloos door het gebulder van zee en golven. Dan zullen de mensen het besterven van schrik en angst om hetgeen de wereld gaat overkomen; want de krachten van de hemelen zullen geschokt worden. En dan zullen zij de Mensenzoon zien komen op een wolk, met grote macht en majesteit. Welnu, wanneer dit alles een aanvang gaat nemen, richt dan uw ogen opwaarts, en heft uw hoofden omhoog! Want uw verlossing is nabij. En Hij hield hun de volgende gelijkenis voor: Ziet naar de vijgeboom en de andere bomen; zodra zij beginnen uit te lopen, weet gij, dat de zomer nabij is. Zo ook, als gij deze dingen ziet gebeuren, weet dan, dat het Koninkrijk Gods nabij is. Voorwaar Ik zeg u: dit geslacht zal niet vergaan, voordat dit alles geschiedt. Hemel en aarde zullen vergaan, maar Mijn woorden zullen niet vergaan.

Preek
Vandaag begint de Kerk met de Advent aan een nieuw jaar. Heel vaak is het begin van een nieuw jaar een goede gelegenheid om even stil te staan, om belangrijke vragen te stellen over onszelf. Misschien zien we dan dat ons leven een verandering nodig heeft, dat wij er iets mee moeten doen. Misschien zetten we zelfs enkele plannen uit of nemen we ons iets voor. Later komt de routine van het dagelijks leven en dan blijkt dat er niets is veranderd. Ons leven blijft precies zoals het was; alleen de tijd gaat voorbij.

Aan het begin van de Advent roept de Kerk ons op om niet te blijven hangen in voornemens of in het maken van plannen, maar om werkelijk tot handelen over te gaan. De heilige Paulus zegt duidelijk in het epistel van deze Mis dat het tijd is om uit de slaap op te staan. En het gaat om nu, niet om later, niet om morgen of tijdens het jaar. Het gaat om nu, om vandaag. Het is tijd om de zonden van het afgelopen jaar, de al te menselijke sleur, de vrede met onze fouten en ons egoïsme, van ons af te schudden. Het is tijd om ons weer op te wekken tot de helderheid van de christelijke waakzaamheid die de dingen van het leven ziet in de klaarheid van het licht van God. In het licht van de eeuwigheid.

De woorden van de apostel zijn krachtig en misschien voor sommigen hard om te horen. Maar zij moeten ons wakker schudden en ons aansporen om ons leven daadwerkelijk te veranderen, en niet alleen tot goede voornemens. Deze verandering is tweeledig: Wij keren ons af van onze slechte daden en wij bekleden ons met de werken van het licht, dat wil zeggen met goede daden, met goede werken. Als wij ons leven echt willen veranderen, dan moeten beide plaatsvinden. Als wij ons niet afkeren van onze ondeugden en onze slechte gewoonten, dan zijn onze goede werken waardeloos voor de hemel. Wij mogen niet vergeten dat als iemand in staat van zonde leeft en heeft besloten om in deze staat te blijven, al het goede dat hij doet hem op bovennatuurlijke niveau geen beloning brengt. Maar ook als iemand probeert om niet te zondigen, en geen naastenliefde beoefent, dat hij nog ver af is van het ideaal van het christelijk leven. Zonder daden heeft ons geloof geen waarde.

De Advent moet voor ons dus niet alleen betekenen dat wij in afwachting zijn van onze Heer door passief te blijven en niets te doen. De Kerk roept ons op tot beweging, tot handeling. Wij moeten ons op Zijn komst actief voorbereiden door de vernieuwing van ons leven. Want nu is ons heil dichtbij, zo zegt de apostel. Opstaan uit de geestelijke slaap betekent een radicale verandering, die heel concreet moet zijn. Als de mens op een algemeen niveau blijft steken en hij wil zijn leven in het algemeen verbeteren, dan komt er niets van terecht. Verandering moet concrete vormen aannemen en werkelijk gebeuren. Bij een verandering hoort een handeling en niet slechts een voornemen of plannen.

Opstaan is dus de eerste boodschap van de Kerk in het begin van het jaar. Opstaan uit slechte gewoonten, uit onmatigheid, misschien uit een slecht gezelschap of uit verboden relaties met andere mensen, kortom uit alles dat ons naar beneden trekt en dat duisternis in onze ziel veroorzaakt. Heel concreet begint ons opstaan en ons afkeren van de zonde door een goede persoonlijke biecht. Een goed gewetensonderzoek en daarna gaan biechten, misschien na een lange tijd, zijn een goed teken dat onze verandering niet bij een mooi voornemen blijft, maar een feit wordt. Laten wij daarmee niet tot ‘later’ wachten. En laten wij ook niet zeggen: de biecht, dat is niets voor mij, want er is niets dat ik zou moeten veranderen. De harten van de mensen die zo denken zijn nog diep in slaap, diep in de duisternis. En hun verandering blijft niets anders dan een voornemen of een wens, en heeft niets met de werkelijkheid te maken.

Beminde gelovigen! De heilige Paulus spoort ons aan om ons te bekleden met Jezus Christus. Dat is niets anders dan het ware christelijke leven dat een innige vereniging met Jezus veronderstelt, en dat van ons vraagt dat wij ons gedragen zoals onze Verlosser. Het één kan niet zonder het andere bestaan. Wij worden innig verenigd met Christus door de sacramentele genade, die iets anders is dan een puur gevoel dat ik een goed mens ben of dat God dicht bij mij is. Deze genade geeft ons de kracht om altijd juist op te treden en als christen in elke situatie te leven. Laten wij in deze heilige Mis vragen om vermeerdering van deze genade, en – voor degenen die deze genade niet hebben – om een goede en vruchtvolle biecht in deze Advent. Amen.