Beminde gelovigen,
Tijdens de weken van de Advent kijkt de heilige Kerk vol verwachting uit naar de geboorte van haar Redder, de geboorte van God, Die in Zijn oneindige barmhartigheid mens is geworden om ons datgene te geven wat wij niet zelf bezitten: de genade en het eeuwig leven.
In de Kerstnacht van Bethlehem is Hij geboren uit de zuivere maagd Maria. Zijn eerste aardse huis was een stal, want voor Hem en Zijn heilige Moeder was er geen plaats in de herberg. Hij is gekomen om ons genade en leven te geven door Zijn zoenoffer op het kruis. Dit is het offer dat Hij nog steeds opdraagt in iedere heilige Mis, en waarin wij Hem ook kunnen ontmoeten. Daar kunnen wij Hem verwachten als Hij met Zijn Godheid en Zijn mensheid heel concreet tot ons komt in de heilige communie.
Laten wij ons in deze Advent afvragen of er voor Hem plaats is in onze ziel, die onze herberg voor Hem zou moeten zijn. Of hebben ook wij geen plaats voor Hem?
Dat Hij voor ons mens is geworden is een genade en geen recht dat wij bezitten. Dat geldt eveneens voor het ontvangen van de heilige communie.
Als wij geen plaats voor Hem hebben, willen wij dan door de heilige biecht ruimte voor Hem maken?
Ik wens u een gezegende Adventstijd toe, en bid dat Christus voor u de redder zal worden.
Met mijn priesterlijke zegen,
pater M. Kromann Knudsen FSSP,
administrator Sint-Agnesparochie