Het altaar waarop brood en wijn veranderen in het Lichaam en het Bloed van Christus neemt in onze tijd de plaats in van de kribbe, omdat op het altaar het Lichaam van de Heer wordt neergelegd. Niet in doeken gewikkeld, zoals toen, maar geheel en al bekleed met de Heilige Geest.
De Wijzen uit het Oosten kwamen Hem alleen aanbidden. Wij mogen Hem echter nuttigen, mits wij met een rein geweten naderen. Zouden ook wij dan geen geschenken moeten meebrengen? Niet van het soort dat de koningen brachten, maar veel godsdienstigere. Zij boden Hem goud aan, laten wij Hem matigheid en deugd offeren. Zij boden Hem wierook aan, laten wij Hem ons zuiver gebed aanbieden, dat geestelijke wierook is. Zij boden Hem mirre aan, laten wij Hem nederigheid aanbieden en - tezamen met onze giften voor de armen - een onderworpen hart. Als wij met zulke geschenken bij Hem komen, dan zullen we met een groot vertrouwen deel hebben aan Zijn heilige tafel.
Nadert dus niet onaandachtig tot de goddelijke mysteriën, alsof deze feestdag u overvalt. Maar als u het voornemen hebt om deel te nemen aan het heilig Offermaal, zuivert dan uzelf door boetvaardigheid, gebed, aalmoezen en geestelijke oefeningen. Als de feestdag gaat aanbreken dan zorgt u lang van tevoren dat u uw mooiste kleding gereed hangt, schoenen koopt, de tafel rijker en schitterender aankleedt, en van alles bedenkt om u op allerlei wijzen te tooien en op te smukken. Als u aan deze tijdelijke dingen zoveel aandacht schenkt, is het dan geen dwaaheid als u niet de minste zorg draagt voor uw ziel, die besmeurd en vuil wegkwijnt van honger? Zij blijft onrein, terwijl u wel verschijnt met een prachtig versierd lichaam? Toch wordt uw lichaam slechts door andere mensen gezien, maar het is de Heer Die uw ziel ziet.
Weet u dan niet dat deze dis een geestelijk vuur is, en dat uw ziel zuiver moet branden wanneer u tot de communie nadert? Nadert met edelstenen, met goud en zilver om uw ziel te zuiveren; u zult er met grote winst van terugkeren!
Hebt u een vijand? Bent u zwaar beledigd? Doe dan de vijandschap teniet, bedwing uw opvlammend en ziedend gemoed, opdat er in u geen onrust en oproer aanwezig is. Want door de communie gaat u uw Koning ontvangen. En wanneer de Koning uw ziel binnentreedt, dan moet er grote kalmte zijn, grote stilte, een diepe rust van gedachten.
Indien u God hier met veel eerbetoon ontvangt, dan zal Hij u met veel heerlijkheid ontvangen, en u het duizendvoudige loon geven voor uw gehoorzaamheid. Laten we hopen dat ons dat te beurt mag vallen door de goedheid van onze Heer Jezus Christus.
(Uit een preek van de heilige Johannes Chrysostomus.)