31 december 2009
Te Deum laudamus !
Latijnse tekst:
Te Deum laudamus: te Dominum confitemur.
Te aeternum Patrem omnis terra veneratur.
Tibi omnes Angeli, tibi Caeli, et universae Potestates.
Tibi Cherubim et Seraphim incessabili voce proclamant:
Sanctus, Sanctus, Sanctus Dominus, Deus Sabaoth.
Pleni sunt cæli et terra maiestatis gloriae tuae.
Te gloriosus Apostolorum chorus.
Te Prophetarum laudabilis numerus.
Te Martyrum candidatus laudat exercitus.
Te per orbem terrarum sancta confitetur Ecclesia,
Patrem immensae maiestatis:
Venerandum tuum, verum, et unicum Filium.
Sanctum quoque Paraclitum Spiritum.
Tu Rex gloriae, Christe,
Tu Patris sempiternus es Filius.
Tu ad liberandum suscepturus hominem, non horruisti Virginis uterum.
Tu, devicto mortis aculeo, aperuisti credentibus regna caelorum.
Tu ad dexteram Dei sedes, in gloria Patris.
Iudex crederis, esse venturus.
Te ergo quaesumus, tuis famulis subveni, quos pretioso sanguine redemisti.
Aeterna fac cum Sanctis tuis in gloria numerari.
Salvum fac populum tuum Domine, et benedic hereditati tuae.
Et rege eos, et extolle illos usque in aeternum.
Per singulos dies benedicimus te.
Et laudamus nomen tuum in saeculum, et in saeculum saeculi.
Dignare Domine, die isto sine peccato nos custodire.
Miserere nostri, Domine, miserere nostri.
Fiat misericordia tua, Domine, super nos, quemadmodum speravimus in te.
In te, Domine, speravi: non confundar in aeternum.
Nederlandse tekst:
U, God, loven wij, U, Heer, prijzen wij.
U, eeuwige Vader, eert heel de aarde.
Tot U roepen alle Engelen, tot U de Hemelen en alle Machten.
Tot U de Cherubijnen en Serafijnen, zonder ophouden verkondend:
Heilig, Heilig, Heilig, de Heer, God der legerscharen.
Vol zijn hemel en aarde van de majesteit Uwer glorie.
U looft het roemvolle koor der Apostelen.
U de lofwaardige schaar der Profeten.
U het schitterend leger der Martelaren.
U prijst over heel het aardrijk de heilige Kerk:
de Vader, onmetelijk in majesteit,
Uw aanbiddelijke waarachtige en eengeboren Zoon,
alsmede de Vertrooster, de Heilige Geest.
Gij zijt de Koning der glorie, Christus.
Gij zijt van de Vader de eeuwiggeboren Zoon.
Gij, Die om de mens verlossing te brengen niet hebt geschroomd voor de schoot van een Maagd.
Gij, Die de prikkel van de dood hebt overwonnen, en voor de gelovigen het Rijk der hemelen hebt geopend.
Gij, Die zit aan Gods rechterhand in de glorie van de Vader;
Die als Rechter zult komen, zoals wij geloven.
U dan smeken wij: kom Uw dienaars te hulp, die Gij met Uw kostbaar Bloed hebt gered.
Laat ons geteld worden onder Uw Heiligen in de eeuwige glorie.
Schenk verlossing aan Uw volk, o Heer, en zegen Uw erfdeel.
Regeer hen, en leid hen opwaarts in eeuwigheid.
Elke dag opnieuw zegenen wij U,
en wij loven Uw Naam door de eeuwen, en door de eeuwen der eeuwen.
Wees genadig, Heer, spaar ons deze dag voor de zonde.
Ontferm U over ons.
Uw barmhartigheid, o Heer, strekke zich uit over ons, daar wij hoopten op U.
Op U, o Heer, heb ik gehoopt, niet beschaamd zal ik worden in eeuwigheid.
29 december 2009
28 december 2009
Overlijdensbericht voor slachtoffers van abortus in Spaanse kranten
In verschillende Spaanse kranten is maandag een overlijdensbericht verschenen voor 'de kleine jongens en meisjes die het slachtoffer zijn geworden van abortus'. De advertentie verschijnt op het moment dat de socialistische regering op het punt staat zwangerschapsonderbreking in Spanje te liberaliseren. Het overlijdensbericht verscheen op de dag van de Onnozele Kinderen.
"Kleine jongens en meisjes, slachtoffers van abortus, onschuldige slachtoffers, overleden in Spanje in 2009. Rust in vrede", staat er in de advertentie. In het overlijdensbericht worden gebeden, offers en daden van naastenliefde gevraagd voor de eeuwige rust van hun zielen en voor de bekering van hen die rechtstreeks of indirect, actief of passief, aan abortus hebben meegewerkt en zo hebben meegewerkt aan het doden van andere mensen.
28 december: Heilige Onnozele Kinderen
Zodra Herodes bemerkte, dat hij door de Wijzen om de tuin geleid was, ontstak hij in hevige toorn; hij zond zijn mannen uit en liet in Bethlehem en heel het gebied daarvan al de jongens vermoorden van twee jaar en jonger, in overeenstemming met de tijd waarnaar hij de Wijzen nauwkeurig had gevraagd. Toen ging in vervulling het woord dat door de profeet Jeremia gesproken was: "Een klacht werd in Rama gehoord, geween en luid gejammer: Rachel, wenend om haar kinderen, wil niet getroost worden, omdat zij niet meer zijn". (Mt. 2, 16-18)
Vandaag viert de Kerk het martelaarschap van de onschuldige jongetjes van Bethlehem die op gezag van koning Herodes de Grote werden vermoord. Het tweede hoofdstuk van het Evangelie van Mattheüs meldt dat Herodes bang was dat de komst van een nieuwe joodse koning het einde van zijn macht zou betekenen. Van de Wijzen uit het Oosten hoorde hij dat die nieuwe koning in Bethlehem geboren zou worden. Toen de Wijzen in een droom vernamen dat Herodes kwaadaardige bedoelingen had en het Kerstkind wilde doden, leidden ze hem om de tuin. Daarop ontstak Herodes in een hevige toorn.
De katholieke traditie leert dat God de onschuldige jongetjes van Bethlehem had voorbestemd om door hun dood te getuigen van de Messias. Sinds de vijfde eeuw worden zij daarom als heiligen vereerd. In de loop van de tijd werd Onnozele Kinderen een kerkelijk kinderfeest.
Ook de Onnozele (onschuldige) Kinderen staan rond de kribbe. Zij zijn de eerste martelaren die voor de pasgeboren Koning hun leven hebben gegeven.
In onze dagen
Helaas zijn de Herodessen van alle tijden. In onze tijd zijn ongeboren kinderen, jongetjes én meisjes, hun leven niet zeker. Zij geven hun leven niet rechtstreeks voor de Heer, maar zij zijn met miljoenen per jaar een bewijs van de barbarij in onze 'beschaving'. De slavernij is afgeschaft, de Holocaust is voorbij, maar de slachting van ongeboren kinderen gaat onverminderd door en wordt gepropageerd door instituties als de Verenigde Naties en de Europese Unie, door zogenaamde wereldleiders en door 'hulp'organisaties zoals Amnesty International, Unicef, Artsen zonder Grenzen en andere.
De Rooms-katholieke Kerk verdedigt als een van de weinige telkens weer en onverminderd het recht op leven vanaf de natuurlijke conceptie tot aan de natuurlijke dood, omdat het menselijk leven heilig is. Want het leven is niet van de mens, maar van God.
Bidden wij dat op voorspraak van de heilige Onnozele Kinderen van Bethlehem het kwaad van abortus in de wereld gestopt mag worden.
Angelus-toespraak 27 december 2009: In het gezin leren we om ja te zeggen tegen God
Paus Benedictus XVI sprak vandaag in zijn toespraak voor het Angelus-gebed op het feest van de heilige Familie van Jezus, Maria en Jozef (Novus ordo) over het gezin. Hij zei dat een christelijke familie kinderen niet ziet als bezit. In de familie wordt kinderen geleerd om in vrijheid te leven. Dat stelt hen in staat om ja te zeggen tegen God en om Zijn wil te doen.
In de Evangelielezing van vandaag verblijft Jezus, nog maar 12 jaar oud, in de tempel, zonder dat Zijn ouders dat weten. In deze passage zien we de ware betekenis van christelijke educatie, die de vrucht is van een voortdurende samenwerking tussen opvoeders en God.
In Bethlehem zien wij samen met de herders dat God ervoor gekozen heeft om geboren te worden in een menselijk gezin. En dat gezin is een icoon van de Drie-eenheid vanwege de liefde tussen de betrokken personen en door de opdracht om leven voort te brengen.
De Paus groette de menigte die in Madrid (Spanje) bijeen is voor een manifestatie voor het gezin. Hij riep de aanwezigen op om in kalmte maar met kracht erop te wijzen dat een gezin gefundeerd is op het huwelijk tussen een man en een vrouw, om dat te beschermen en te bevorderen, want dat is van het grootste belang voor de toekomst van de mensheid.
De volledige Angelus-toespraak kunt u hier bekijken en beluisteren:
Fotoverslag Tridentijnse heilige Mis in Rotterdam
Op zondag 27 september 2009 werd door de eerwaarde pater A. Komorowski FSSP de heilige Mis in de Tridentijnse ritus opgedragen in de parochiekerk van de H.H. Michaël en Clemens te Rotterdam. Meer foto's van deze heilige Mis kunt u hier bekijken.
27 december 2009
Preek voor de zondag onder het Octaaf van Kerstmis
Epistel
Galaten 4, 1-7
Broeders, al de tijd, dat een erfgenaam onmondig is, verschilt hij niets van een slaaf, al is hij ook de heer van alles is. Maar hij staat onder voogden en beheerders tot aan de tijd, die zijn vader heeft vastgesteld. Zo stonden ook wij, toen wij nog onmondig waren, als slaven onder de beginselen der wereld. Maar toen de volheid der tijden kwam, zond God zijn Zoon, geboren uit een vrouw, geboren onder de Wet, om hen, die stonde onder de Wet vrij te kopen, opdat wij zouden worden aangenomen tot zonen. Welnu, gij zonen zijt, heeft God de Geest van zijn Zoon neergezonden in uw harten, en deze roept: Abba, Vader! Zodoende is men geen slaaf meer, maar zoon; doch wie zoon is, is ook erfgenaam door God.
Evangelie
Lucas 2, 33-40
In die tijd stonden Josef en Maria, de moeder van Jezus, verbaasd over hetgeen er van Hem gezegd werd. En Simeon zegende hen en sprak Maria, zijn moeder: “Zie, deze is bestemd tot val en opstanding van velen in Israël en tot een teken dat wordt tegengesproken, en ook uw ziel zal met een zwaard doorboord worden, opdat de gezindheid des harten van velen openbaar worde.” Daar was ook een profetes Anna, de dochter van Phanuel, uit de stam van Aser. Ze was hoogbejaard en na haar maagdelijke staat was zij zeven jaar gehuwd geweest, en nu was zij een weduwe van vierentachtig jaar. Altijd was zij in de tempel, en diende God dag en nacht in vasten en gebed. Juist op dat ogenblik verscheen zij daar ook, en zij loofde de Heer. En zij sprak over het kind tot allen, die vol verlangen uitzagen naar de verlossing van Israel. Toen zij alles volbracht hadden gedaan volgens de wet des Heren, zijn zij teruggekeerd naar Galilea, naar hun woonplaats Nazareth. Het Kind Jezus groeide op, en nam toe in krachten; Het werd vervuld van wijsheid, en de genade van God rustte op Hem.
Preek
Alles is vol betekenis in deze dagen van de Kersttijd. Het Woord Gods laat zich baren in de tijd; er is een Kind dat God is; een maagd wordt moeder en blijft maagd; het goddelijke mengt zich met het menselijke. Maar zijn wij ons er wel van bewust wat dit alles voor ons betekent? Zijn wij ons er eigenlijk van bewust waarom wij het Kerstfeest vieren? In deze dagen moeten wij een beetje meer tijd voor deze belangrijke vragen nemen om deze dagen van genade goed te beleven. Dit feest is te groot en te belangrijk voor de mensen om alleen aan het menselijke te worden overgelaten.
De menswording is de eigenlijke kernvraag van ons christelijk geloof en het antwoord erop moet een grote betekenis voor ons dagelijks leven hebben. Een betekenis die niet alleen ons denken moet veranderen, maar die ook in ons gedrag zichtbaar moet worden. Want sinds de geboorte van het kleine Kind in een stal te Bethlehem, ruim 2000 jaar geleden, is de werkelijkheid van de wereld veranderd. Het goddelijke is binnengedrongen in het menselijke, om het menselijke te verheffen. God is mens geworden en heeft zo de menselijke natuur verheven door Zijn twee naturen, de goddelijke en de menselijke, verenigd in de persoon Jezus Christus, en zo moet ook ons persoonlijk leven veranderen. God is mens geworden voor mij, voor ons, voor iedereen, en elke mens moet een antwoord geven op Gods menswording.
Waarom is Hij mens geworden? Om God aan ons te openbaren, om God aan de mensen te laten kennen, om ons God te laten zien. De menswording van God openbaart oneindige volmaaktheden van God, al Zijn werken op een bijzondere wijze, en Zijn menswording is het begin van onze verzoening met de oneindige goedheid van God, de eerste stap in de richting van de hemelse zaligheid, die sinds de oerzonde door Adam en Eva voor de mensen gesloten is geweest. En wij kunnen nu eindelijk opnieuw de hemel tegemoet treden in Jezus Christus, de Godmens.
De menswording van God laat de mensen vrij om er antwoord op te geven, wij kunnen verder leven zoals we dat altijd gedaan hebben, maar dan blijft alles ook zoals het altijd geweest is: na dit aardse leven blijft de hemel gesloten, en de mens zal in afzondering van God verder bestaan. Die situatie noemen we de hel.
Maar wij kunnen ook op het aanbod van God ingaan. Dat betekent dat de mens reeds tijdens dit aardse bestaan leeft met Jezus Christus. Met Christus leven op aarde is geen gedachte of private zaak, maar is – zoals de menswording van God – concreet en zichtbaar. Zichtbaar is deze realiteit op drievoudige wijze. Ten eerste door de daden en werken van de individuele mens die met Christus is verenigd. Ten tweede door het middel van die vereniging met Christus, dat is Zijn zichtbare en enige Kerk. En uiteindelijk door het zichtbaar gehoorzaam zijn aan alle punten van het geopenbaarde geloof.
Deze drie zichtbare realiteiten vormen, als zij met geloof en in hun totaliteit aanvaard worden, de innerlijke vereniging met Christus die in Zijn genade bestaat. En door deze innerlijke realiteit van genade die in Christus bestaat, wordt voor ons door de zichtbare realiteiten van geloof, Kerk en moreel leven de weg naar de hemel geopend.
Beminde gelovigen, dit is de ware betekenis van Kerstmis en de weg die wij zouden moeten gaan als Zijn menswording voor ons enige betekenis heeft. Christus is geboren. Komt, laten wij aanbidden. Amen.
Angelus-toespraak 26 december 2009: De martelaren getuigen van hun vertrouwen in de Liefde van Christus
Tijdens de Angelus-toespraak op de feestdag van Sint Stephanus sprak paus Benedictus XVI over het getuigenis van deze heilige, die zoals alle christelijke martelaren, aan onze tijdgenoten - die vaak zijn afgeleid en gedesoriënteerd – laat zien op Wie wij ons vertrouwen zouden moeten stellen om aan ons leven zin te geven. De Paus zei dat de martelaar in feite degene is die sterft in de zekerheid dat God hem liefheeft, en die weet dat hij het beste deel heeft verkozen omdat hij voor niets anders koos dan de Liefde van Christus.
Sint Stephanus stierf, net zoals zijn Meester, terwijl hij zijn vervolgers vergaf. Daarmee maakt hij ons duidelijk dat de komst van de Zoon van God in deze wereld een nieuwe beschaving deed opbloeien, een beschaving van liefde die zich niet overgeeft aan kwaad en geweld, maar die hindernissen tussen mensen afbreekt en hen tot broeders maakt in de geweldige familie van de kinderen van God.
De volledige Angelus-toespraak van de Paus kunt u hier bekijken en beluisteren:
26 december 2009
Sint-Nicolaasacademie Amsterdam verhuist naar Agneskerk
Met ingang van januari 2010 zal de Amsterdamse Sint-Nicolaasacademie de maandelijkse bijeenkomsten organiseren in (de pastorie van) onze kerk.
Op 25 maart 1986 werd in Utrecht de Stichting Bevordering Contact Rooms Katholieken opgericht. Directe aanleiding voor de oprichting was de oproep van paus Johannes Paulus II tijdens diens geruchtmakend bezoek aan Nederland in 1985 aan de katholieken om `de eenheid te bewaren’. De Stichting, kortweg CRK, hield jaarlijks in de maand juni een landelijke contactdag rond een bepaald thema.
Onderdeel van het CRK was het stimuleren van regionale academies voor geloofsbeleving en geloofsverdieping. Tot die academies behoorde ook de Amsterdamse Sint-Nicolaasacademie. De academies organiseerden op gezette tijden lezingen. De sprekers waren bisschoppen of professoren, maar ook priesters of leken. Voorafgaand aan de lezingen vierde men de heilige Mis. Jaarlijks kwamen vertegenwoordigers van de verschillende academies bijeen om verslag uit te brengen en op de jaarlijkse gemeenschappelijke contactdag vooruit te lopen.
De Sint Nicolaas Academie is een van de weinige academies die nog zijn overgebleven. Het CRK organiseert al sinds geruime tijd geen landelijke dagen meer.
De Nicolaasacademie komt bijeen op de derde zaterdag in de maand. Vanaf januari 2010 zullen deze bijeenkomsten plaatsvinden in de Agneskerk. De dag begint met een heilige Mis om 10.00 uur. Om 10.45 uur is er een lezing. De bijeenkomst wordt rond 12.30 uur beëindigd. De eerstvolgende bijeenkomst vindt plaats op zaterdag 16 januari 2010.
De website van de Sint-Nicolaasacademie is opgenomen bij de links naar andere websites in de rechterkolom op deze site.
25 december 2009
Kerstmis 2009: Urbi et Orbi
De Kerk verkondigt het Evangelie van Christus overal, ondanks vervolging, discriminatie, aanvallen en onverschilligheid, zo sprak paus Benedictus XVI in zijn toespraak tot de stad Rome en tot de gehele wereld (Urbi et Orbi) rond het middaguur op Kerstdag vanaf het balkon van de Sint-Pietersbasiliek.
De Paus zei dat de Kerk, net als Maria, niet bang is, want zij vindt haar kracht in het Christuskind. Zij houdt Hem niet voor haarzelf, zij biedt Hem aan aan iedereen die Hem met een oprecht hart zoekt, aan hen die door de wereld worden veracht, aan hen die in conflict leven, aan de slachtoffers van geweld, en aan iedereen die hunkert naar vrede.
De Kerk biedt de hoop van Christus aan in het Heilig Land teneinde geweld en wraak te doen ophouden, en in Irak, waar christenen lijden onder onrecht en vervolging, maar ook in Azië, in Afrika, Europa en Noord-Amerika. Zij nodigt mensen uit om het egoïsme af te leggen en om respect te tonen voor de weerlozen, te beginnen bij de ongeborenen. En in Latijns-Amerika, waar geen enkele ideologie de hoop op Christus kan vervangen.
De Paus sprak na de zegen zijn Kerstwensen uit in 65 talen.
De volledige toespraak kunt u hier bekijken en beluisteren:
Preek voor het Hoogfeest van Kerstmis (Dagmis)
Epistel
Hebr. 1, 1-12
Broeders, nadat God vroeger vele malen en op velerlei wijze tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij nu, op het einde van de dagen, tot ons gesproken door de Zoon, die Hij tot erfgenaam gemaakt heeft van al wat bestaat, door wie Hij ook het heelal heeft geschapen. Hij is de afstraling van Gods heerlijkheid en het evenbeeld van zijn wezen, en Hij houdt alles in stand door zijn machtig woord. En na de reiniging van de zonden te hebben voltrokken, heeft Hij zich neergezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge, even hoog verheven boven de engelen als de naam, die zijn erfdeel is geworden, de hunne overtreft. Want tegen welke engel heeft Hij ooit gezegd: Mijn zoon ben jij, Ik heb je vandaag verwekt? Of: Ik zal voor hem een vader zijn, en hij zal voor Mij een zoon zijn? Wanneer Hij evenwel de eerstgeborene opnieuw de wereld binnenleidt, zegt Hij: Alle engelen van God moeten zich voor Hem neerwerpen. Over de engelen zegt Hij: Hij die zijn engelen tot stormwinden maakt en zijn dienaren tot laaiend vuur, maar over de zoon: Uw troon, o God, staat voor altijd en eeuwig, en: De scepter van het recht is de scepter van uw koningschap. Gerechtigheid hebt U liefgehad en onrecht gehaat; daarom, o God, heeft uw God U gezalfd met de olie van de vreugde, als geen van uw gelijken. En: In het begin, Heer, hebt U de aarde gegrondvest, en de hemel is het werk van uw handen. Zij zullen vergaan, U echter blijft. Alle zullen ze verslijten als kleren, U zult ze opvouwen als een mantel, als een kledingstuk zullen zij verwisseld worden. U echter bent dezelfde en uw jaren nemen geen einde.
Evangelie
Johannes 1, 1-14
In het begin was het woord, en het woord was bij God, en het woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is door Hem ontstaan, en buiten Hem om is er niets ontstaan. Wat ontstaan was, had leven in Hem, en het leven was het licht van de mensen. Het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis kon het niet aan. Er is een mens geweest, een gezondene van God; zijn naam was Johannes. Hij kwam als getuige: hij moest getuigen van het licht, opdat allen door hem tot geloof zouden komen. Hij was niet het licht, hij moest getuigen van het licht. Het ware licht was er, dat elke mens verlicht en dat in de wereld moest komen. Het was in de wereld, een wereld die door Hem was ontstaan, en die wereld heeft Hem niet erkend. In zijn eigen huis is Hij gekomen, en zijn eigen mensen hebben Hem niet opgenomen. Aan diegenen die Hem toch opnamen, heeft Hij het vermogen gegeven om kinderen te worden van God: aan hen die geloven in zijn naam. Niet langs de weg van het bloed, niet door de begeerte van het vlees of door mannelijk streven, maar uit God zijn ze geboren. Ja, het woord is vlees geworden! Hij is onder ons zijn tent komen opslaan en we hebben zijn heerlijkheid gezien, de heerlijkheid die Hij als eniggeboren Zoon aan de Vader ontleende, vervuld als Hij was van genade en waarheid.
Preek
De vrucht van Jezus’ menswording en verlossing is het kindschap Gods. “Toen de volheid van de tijd was gekomen, zond God Zijn Zoon, geboren uit een vrouw, geboren onder de Wet, om hen die onder de Wet stonden vrij te kopen, opdat wij allen het kindschap zouden ontvangen.” (Gal. 4, 4) Maar hoe ziet het eruit met de ontvangst van Christus? In onze tijd hebben de mensen maar een vage voorstelling van God. Zo horen wij bijna dagelijks: “Ik geloof wel dat er iets is…” Het Kerstfeest echter getuigt ervan dat dit ‘iets’ ‘Iemand’ zou moeten zijn, namelijk Jezus Christus, de Redder van de wereld.
Omdat de Zoon mens is geworden, en wel een lijdende mens ‘die staat onder de Wet’, zijn wij bevrijd van de zonde. Wij zijn geen slaven meer, maar kinderen van de Vader in de hemel, Die alleen Vader en alleen goed is.
Zich kind van God weten en voelen is het ware geluk van een christenmens; dat is de eigenlijke vreugde van het Kerstfeest. Het mag niet voorkomen dat de vijanden van het christendom ons kunnen verwijten: “Zij beweren verlost te zijn, kinderen van God, die de hemel geopend zien en vandaar hun Zaligmaker verwachten, maar zij gedragen zich niet als verlosten, zij zijn zonder vreugde en fierheid, zij hebben het uiterlijk van slaven, zoals alle anderen”. Is het niet waar, dat het goddelijk kindschap voor de meesten van ons theorie blijft, een onwerkelijke overtuiging zonder invloed op het leven? Is het woord van Sint Jan, dat wij bijna dagelijks vernemen, voor ons wel levende en hoogste realiteit? “Aan allen die Hem ontvingen gaf Hij de macht Gods kinderen te worden, aan allen die in Zijn Naam geloven.” (Joh. 1, 12) Wij geloven dat wij door Gods genade bij het doopsel Zijn kinderen zijn geworden. Maar dit geloof leeft niet, het straalt niet vanuit zijn verborgen centrum in het diepst van onze ziel over ons denken en voelen en doen; het is niet volop wat Sint Jan bedoelt met ‘geloven in Zijn Naam’.
Beminde gelovigen, geloven is leven, en leven is levendig, precies zoals het Woord vlees is geworden en onder ons heeft gewond, en nog steeds in ieder tabernakel onder ons aanwezig – en dus waarneembaar – is. Christus zichtbaar te maken in ons leven is wat het geloof in ons moet bewerken. Dit vraagt overgave en overgave bestaat in de liefde. Christus heeft Zich aan de wereld overgeven, zodat wij ons aan Hem kunnen overgeven. In deze redenering wordt de totaliteit van de betekenis van Gods geboorte zichtbaar. Deze kan niet worden teruggedrongen tot een feest in de familie, maar wil zich uitbreiden tot ons gehele leven, van het buitenste tot aan het binnenste van ons wezen. Dat is de betekenis die het kindschap Gods en de geboorte van Jezus Christus voor ons zouden moeten hebben.
Misschien is deze betekenis voor velen nog onbekend, ja is het voor enkelen zelfs beangstigend om zich over te geven, om de vrijheid prijs te geven. De mens die zo denkt heeft nog niet begrepen dat met Jezus de hemel op aarde is gekomen, niet om de aarde hemels te maken, maar om een weg uit de aardse slavernij te bereiden, om naar boven te kijken en naar het boven ons zijnde te streven in de Godmens Jezus Christus, de Bevrijder en Redder van onze ziel Amen.
Preek in de Nachtmis van Kerstmis
Epistel
Titus 2, 11-15
Veelgeliefde, de genade van God, onze Zaligmaker, is verschenen, aan alle mensen; zij leert ons, dat wij de goddeloosheid en wereldse verlangens moeten verzaken, en zedig en rechtschapen en godvruchtig moeten leven in deze wereld, terwijl wij met verlangen uitzien naar de zaligheid, die wij verwachten bij het glorievol verschijnen van onze grote God en Zaligmaker Jezus Christus. Deze immers heeft zich voor ons gegeven, om ons van alle ongerechtigheden vrij te kopen, en ons te reinigen tot een volk, dat Hem welgevallig is, vol ijver voor goede werken. Over deze dingen moet gij spreken, en zo moet gij vermanen in Christus Jezus, onze Heer.
Evangelie
Lucas 2, 1-14
In die dagen vaardigde keizer Augustus een decreet uit dat de hele wereld zich moest laten registreren. Deze eerste registratie vond plaats toen Quirinius gouverneur van Syrië was. Allen gingen op weg om zich te laten inschrijven, ieder in zijn eigen stad. Zo ook Jozef; hij ging van de stad Nazareth in Galilea naar Judea, naar de stad van David, Bethlehem genaamd, omdat hij uit het huis van David stamde, om zich te laten inschrijven, samen met Maria, zijn verloofde, die zwanger was. Terwijl ze daar waren kwam voor haar de tijd dat ze moest bevallen, en ze baarde een zoon, haar eerstgeborene; ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een voerbak, omdat er geen plaats voor hen was in het gastenverblijf. Er waren daar in de buurt herders, die in het veld overnachtten om de wacht te houden bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en de heerlijkheid van de Heer omstraalde hen. Ze schrokken hevig. Maar de engel zei: ‘Schrik niet, want ik heb een goede boodschap voor u, een grote vreugde voor het hele volk. Vandaag is in de stad van David uw redder geboren; Hij is de Messias, de Heer. Dit is het teken voor u: u zult een kind vinden dat in doeken is gewikkeld en in een voerbak ligt.’ Plotseling was er bij de engel een heel leger uit de hemel; ze loofden God met de woorden: ‘Glorie aan God in de hoogste hemel, en op aarde vrede onder de mensen in wie Hij een welgevallen heeft.’
Preek
Uit de gezangen van deze heilige Mis weerklinkt een Koninklijke grootheid en majesteit. Met opvallende nadruk herinnert de heilige Moederkerk ons in deze heilige nacht, waarin de menselijke geboorte van Christus wordt gevierd, aan de goddelijke afkomst van onze Verlosser. Het verhaal van de geboorte is in het Evangelie omgeven door een hemels licht, en het gezang van de engelen getuigt van het goddelijke karakter van deze gebeurtenis.
Beminde gelovigen, wat betekent Zijn geboorte dan voor ons? Is het alleen een gelegenheid om een beetje sentimenteel te zijn in de schoot van de familie, en morgen weer het gewone leven te lijden? Voor velen zal het zeker zo zijn, maar de betekenis van de geboorte van Jezus Christus is een heel andere, het is een betekenis die ingrijpend zou moeten zijn in ons leven. De lezingen en de gebeden wijzen op de weerslag die deze geboorte moet hebben op ons leven en stellen reeds de eeuwige vereniging met onze Verlosser, in de hemelse gelukzaligheid, in het vooruitzicht. Deze gelukzaligheid wordt aan hen in het vooruitzicht gesteld die ook daadwerkelijk met Jezus weten te leven.
Moge deze heilige Mis, waaraan wij deelnemen, Gods licht over ons laten stralen en alle duisternis van de zonde uit ons verdrijven, zodat de Verlosser ook in onze harten geboren mag worden en Zijn verlossende kracht ons leven kan doordringen totdat wij, voor eeuwig, met Hem verenigd worden. Amen.
Foto boven: Processie bij binnenkomst in de kerk.
Foto midden: Aanbidding van het pasgeboren Kind Jezus.
Foto onder: Kerstwensen na afloop van de plechtige Nachtmis.
24 december 2009
24 december: Aankondiging van Christus' Geboorte
Na een ontelbare reeks van eeuwen
vanaf de schepping der Wereld
Toen God in den beginne
hemel en aarde heeft geschapen
en de mens naar Zijn beeld heeft gevormd;
Vele eeuwen nadat de Allerhoogste
na de Grote Vloed
de Regenboog plaatste in de wolken
als teken van Zijn Verbond
met de mensen en de dieren,
als een teken van Vrede;
Twintig eeuwen na het vertrek
van onze Vader Abraham
uit Ur del Chaldeeën;
Twaalf eeuwen sedert de Uittocht
van het Volk van Israël uit Egypte
onder leiding van Mozes,
Duizend jaar
na de zalving van David tot Koning.
Na vijf en zestig weken van jaren
volgens de Profeet Daniël;
In de honderd- en- negenennegentigste
Olympiade;
In het zevenhonderd- en- tweeënvijftigste jaar
vanaf de stichting van Rome;
In het twee en veertigste jaar
van de regering van keizer Augustus;
toen er vrede heerste in heel de wereld,
werd Jezus,
God van eeuwigheid,
en Zoon van de eeuwige Vader,
Die door Zijn liefdevolle komst
de wereld wilde heiligen,
Die ontvangen was van de Heilige Geest,
negen maanden na Zijn ontvangenis,
geboren te Bethlehem in Juda
uit de Maagd Maria
als mens onder de mensen.
Zo vond de geboorte plaats naar het vlees
van Jezus Christus, onze Heer.
Onze Kerstgeschenken voor Jezus
Het altaar waarop brood en wijn veranderen in het Lichaam en het Bloed van Christus neemt in onze tijd de plaats in van de kribbe, omdat op het altaar het Lichaam van de Heer wordt neergelegd. Niet in doeken gewikkeld, zoals toen, maar geheel en al bekleed met de Heilige Geest.
De Wijzen uit het Oosten kwamen Hem alleen aanbidden. Wij mogen Hem echter nuttigen, mits wij met een rein geweten naderen. Zouden ook wij dan geen geschenken moeten meebrengen? Niet van het soort dat de koningen brachten, maar veel godsdienstigere. Zij boden Hem goud aan, laten wij Hem matigheid en deugd offeren. Zij boden Hem wierook aan, laten wij Hem ons zuiver gebed aanbieden, dat geestelijke wierook is. Zij boden Hem mirre aan, laten wij Hem nederigheid aanbieden en - tezamen met onze giften voor de armen - een onderworpen hart. Als wij met zulke geschenken bij Hem komen, dan zullen we met een groot vertrouwen deel hebben aan Zijn heilige tafel.
Nadert dus niet onaandachtig tot de goddelijke mysteriën, alsof deze feestdag u overvalt. Maar als u het voornemen hebt om deel te nemen aan het heilig Offermaal, zuivert dan uzelf door boetvaardigheid, gebed, aalmoezen en geestelijke oefeningen. Als de feestdag gaat aanbreken dan zorgt u lang van tevoren dat u uw mooiste kleding gereed hangt, schoenen koopt, de tafel rijker en schitterender aankleedt, en van alles bedenkt om u op allerlei wijzen te tooien en op te smukken. Als u aan deze tijdelijke dingen zoveel aandacht schenkt, is het dan geen dwaaheid als u niet de minste zorg draagt voor uw ziel, die besmeurd en vuil wegkwijnt van honger? Zij blijft onrein, terwijl u wel verschijnt met een prachtig versierd lichaam? Toch wordt uw lichaam slechts door andere mensen gezien, maar het is de Heer Die uw ziel ziet.
Weet u dan niet dat deze dis een geestelijk vuur is, en dat uw ziel zuiver moet branden wanneer u tot de communie nadert? Nadert met edelstenen, met goud en zilver om uw ziel te zuiveren; u zult er met grote winst van terugkeren!
Hebt u een vijand? Bent u zwaar beledigd? Doe dan de vijandschap teniet, bedwing uw opvlammend en ziedend gemoed, opdat er in u geen onrust en oproer aanwezig is. Want door de communie gaat u uw Koning ontvangen. En wanneer de Koning uw ziel binnentreedt, dan moet er grote kalmte zijn, grote stilte, een diepe rust van gedachten.
Indien u God hier met veel eerbetoon ontvangt, dan zal Hij u met veel heerlijkheid ontvangen, en u het duizendvoudige loon geven voor uw gehoorzaamheid. Laten we hopen dat ons dat te beurt mag vallen door de goedheid van onze Heer Jezus Christus.
(Uit een preek van de heilige Johannes Chrysostomus.)
21 december 2009
Gebed bij de begrafenis van onze oud-pastoor Alphonsus Braam
God, Die onder de apostolische priesters Uw dienaar Alphonsus met priesterlijke waardigheid hebt bekleed, geef, vragen wij, dat hij nu voor eeuwig in hun gezelschap mag worden opgenomen. Door onze Heer Jezus Christus, Uw Zoon, Die met U leeft en heerst in de eenheid van de Heilige Geest, God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Angelus-toespraak 20 december 2009: Kerstmis is Gods antwoord op ons zoeken naar ware vrede
Op de vierde zondag van de Advent sprak paus Benedictus XVI in zijn toespraak voor het Angelusgebed tot de verzamelde gelovigen op het Sint-Pietersplein over Kerstmis dat Gods antwoord is op het menselijk zoeken naar ware vrede. Die vrede is Christus Zelf. En dat is geen sprookje.
De Paus nodigde iedereen uit om in deze tijd, die zo vol is van verwachting en hoop, de blik te richten op Bethlehem, de stad die symbool staat voor vrede in het Heilig Land en over de gehele wereld. De Heilige Vader erkende met spijt dat deze stad in onze dagen helaas geen stabiele vrede kent. Maar God legt Zich niet neer bij deze status quo en daarom zal dit jaar in Bethlehem en over de gehele wereld het mysterie van Kerstmis hernieuwd worden in de Kerk. De profetie van vrede voor iedereen verplicht christenen zich in te spannen om de vrede – die Christus is – aan de mensheid te tonen.
Van Maria en Jozef kunnen wij leren dat wij ons in geloof kunnen toevertrouwen aan Gods raadsbesluiten. Zelfs wanneer wij die niet volledig begrijpen kunnen wij ons verlaten op Zijn Wijsheid en Goedheid. Zoeken wij eerst het Koninkrijk van God, en de Voorzienigheid zal ons helpen.
Hier kunt u de volledige Angelus-toespraak bekijken en beluisteren:
Pius XII en Johannes Paulus II: eerbiedwaardige dienaren Gods
De pausen Pius XII en Johannes Paulus II mogen sinds zaterdag 19 december jl. ‘eerbiedwaardige dienaren Gods’ worden genoemd. Dit volgt uit de ondertekening door paus Benedictus XVI van decreten waarin van beiden de heldhaftige deugden worden bevestigd. Hiermee is voor Eugenio Pacelli (1876-1958) en Karol Woytila (1920-2005) zaligverklaring een stap dichterbij gekomen. Daarvoor is alleen nog de erkenning door Rome van een wonder op voorspraak van de kandidaat-zaligen nodig.
De Paus heeft ook het martelaarschap van de Poolse priester Jerzy Popieluszko bevestigd. Deze priester werd in 1984 na afloop van een heilige Mis ontvoerd en vermoord vanwege zijn religieuze en sociale werk bij de vakbond Solidariteit. Hij zal nu worden zalig verklaard. Het Vaticaan erkent dat hij als martelaar is gestorven voor zijn geloof. In dat geval is er geen wonder op voorspraak van de kandidaat-zalige nodig.
20 december 2009
Preek voor de vierde zondag van de Advent
Johannes preekte een doopsel van boetvaardigheid.
Epistel
1 Kor. 4, 1-5
Broeders, de mensen moeten ons zó beschouwen, dat wij dienaars zijn van Christus en beheerders van Gods geheimen. Welnu, van beheerders wordt verlangd, dat men trouw bevonden wordt. Maar ik voor mij hecht er niet de minste waarde aan, dat ik door u beoordeeld wordt of door een menselijke rechter. Ja, ook zelf beoordeel ik mij niet; want al ben ik mij ook van niets bewust, daardoor ben ik toch niet gerechtvaardigd. Immers het is de Heer, Die oordeelt over mij. Daarom, oordeelt niet vóór de tijd, vóórdat de Heer komt; want Hij zal aan het licht brengen, wat in duisternis verborgen is, en openbaar maken, wat er in de harten omgaat; en dan zal een ieder zijn lof ontvangen van God.
Evangelie
Lucas 1, 3-6
In het vijftiende regeringsjaar van keizer Tiberius, - toen Pontius Pilatus landvoogd was van Galilea, zijn broeder Philippus viervorst van Iturea en het gewest Trachonitis, en Lysanias viervorst van Abilene, - onder de hogepriesters Annas en Caiphas, kwam het Woord des Heren tot Johannes, de zoon van Zacharias, in de woestijn. En hij trad op in geheel de Jordaanstreek, en preekte een doopsel van boetvaardigheid tot vergiffenis van zonden: zoals er geschreven staat in het boek der voorspellingen van de profeet Isaias: "De stem van een roepende in de woestijn: Bereidt de weg des Heren, maakt Zijn paden recht. Elke kloof moet worden gedempt, iedere berg en heuvel worden geslecht. De kronkelpaden moeten recht, de oneffen wegen effen worden. En alle vlees zal het heil van God aanschouwen."
Preek
Vanaf de eerste jaren van onze geloofslessen leerden we dat de Advent een tijd van verwachting is, een tijd van voorbereiding. We zouden ook kunnen zeggen dat de Advent een uitzien naar Iemand is, naar Iemand die zal komen, naar de Heer Die komt voor een eeuwig Kerstmis. Maar we herdenken ook de eerste komst van Christus in de stal van Bethlehem. Dus is de Advent ook een terugzien naar Iemand die gekomen is, die op een precies bepaald punt van de geschiedenis voor een eerste keer gekomen is, nadat er duizenden jaren lang op Hem werd gewacht.
Toch kunnen we niet zeggen dat de Advent ons tussen het verleden en de toekomst plaatst. Er is namelijk nog een andere komst van Christus, die wat al gebeurd is en wat nog zal gebeuren met elkaar verbindt, en dat is de komst van onze Verlosser met Zijn genade. Dat gebeurt in het heden. En op deze komst moeten we ons ook voorbereiden.
Voorbereiding komt voort uit liefde, liefde verlangt naar vereniging. De ziel van de liefde is het verlangen naar vereniging. Wat wil dat zeggen voor ons christelijk leven? Met het kleine Kindje in de kribbe kunnen we ons niet meer verenigen; dat is geen werkelijkheid meer. Christus komt niet meer als kind in de nacht van 25 december. De eerste Kerstnacht betekende “Het Woord is vlees geworden” – en dat is al verleden tijd. Maar de mensgeworden God heeft onder ons gewoond. En dat is niet verleden tijd, dat duurt nog steeds voort. De Emmanuël, de ‘God-met-ons’, kwam in de eerste Kerstnacht niet om slechts 33 jaar bij ons te zijn, maar om voor eeuwig bij ons te zijn! In de Kerstnacht in Bethlehem is er iets heel nieuws op onze aarde gebeurd, dat er sindsdien is en dat voorduurt en doorwerkt tot er een eeuwig Kerstmis aanbreekt. In de goddelijke geboorte drong de hemel zelf binnen op aarde, de eeuwigheid binnen in de tijd. En God blijft onder ons. Hij blijft in de heilige Communie. Het is dus waar dat onze Verlosser niet alleen gekomen is en zal wederkomen, maar ook dat Hij aanwezig is en aanwezig blijft. Zijn eerste en Zijn laatste komst worden samengebonden door Zijn aanwezigheid.
Elk verlangen naar de komende Heer moet geconcentreerd worden op de Heer Die nu in dit uur van de heilige Mis tot ons komt. We zullen Hem ontvangen, maar zijn we gereed voor Hem? Sint Johannes de Doper roept met luide stem: “Bereidt de weg des Heren”. Deze woorden waren niet alleen tot de joden gericht, maar ook tot ons. Het gaat er niet alleen om dat we voorbereid zijn op de wederkomst van Christus op het einde van de wereld; we moeten nu reeds voorbereid zijn. Als wij nu klaar zijn om Hem te ontvangen, als wij nu bereid zijn om Zijn komst in genade te aanvaarden, dan hoeven we niet bang te zijn wanneer Hij terugkomt. Dan kan ons hart met vreugde en vertrouwen vervuld zijn.
Kerstmis nadert. Misschien hebben we tot nu toe niet zo veel tijd besteed om ons op het feest voor te bereiden. Misschien verwachten we niets bijzonders omdat Kerstmis alleen een traditie en een familiefeest is. Maar het is nog niet te laat om de weg van de Heer voor te bereiden. Het is nog niet te laat om de echte betekenis van de komst van Christus te vinden. Als wij Christus echt willen ontvangen, dan moeten wij voor Hem een plaats bereiden in ons hart. Ons hart moet zuiver zijn om Christus te kunnen ontvangen. Die zuiverheid verkrijgen wij door de sacramentele biecht. Daar wachten de barmhartigheid en de liefde van God op ieder van ons.
Proberen wij de laatste dagen voor Kerstmis goed te gebruiken – de Heer is dichtbij. Amen.
18 december 2009
Nieuwe kapel in de pastorie
De afgelopen maanden is er hard gewerkt in de pastorie. Een oud en stoffig stencilhok is omgetoverd tot een frisse en intieme zit-/eet-/koffiekamer. En nu is de voormalige ontvangkamer omgebouwd tot een nieuwe kapel.
Door de grote inzet van enkele vrijwilligers is de kamer geschilderd, het tapijt verwijderd, zijn er kerkbanken geplaatst en opnieuw gelakt, en de ramen afgedekt. Ook zijn er Kruiswegstaties in klein formaat aangebracht. Pater M. Kromann Knudsen heeft eigenhandig het nieuwe altaar gebouwd. En het eindresultaat is prachtig. Daarvan getuigen enkele foto's, maar u kunt het nog beter met eigen ogen gaan aanschouwen.
Op donderdag 17 december is de kapel ingezegend. Deze zal voornamelijk worden gebruikt voor de H.H. Missen door de week in de wintermaanden, wanneer het in de kerk te koud is. De kapel biedt plaats aan 15 tot 20 personen. Verder kan de kapel gebruikt worden voor de privé-Missen van de priesters. Zij dragen namelijk ieder elke dag een heilige Mis op, zoals de Kerk dat vraagt van al haar priesters.
Het Allerheiligst Sacrament blijft bewaard in het tabernakel van de kerk en is - buiten de Mis om - dus niet in de kapel aanwezig.
De 'timmerende' pastoor naast het door hem gebouwde altaar.
17 december 2009
Oud-pastoor Braam overleden
Op dinsdag 15 december 2009 is overleden de zeereerwaarde heer A.Th.F.M. Braam, oud-pastoor van zowel de Agnesparochie als de Obrechtkerk (Onze Lieve Vrouw van de Allerheiligste Rozenkrans). Pastoor Braam (* 17 februari 1943) is 24 jaar pastoor van onze parochie geweest. Hij is 66 jaar geworden.
Op zondag 20 december is er van 15.00 tot 17.00 uur gelegenheid tot afscheid nemen in de Obrechtkerk. Op maandag 21 december om 11.00 uur zal in genoemde kerk een plechtige heilige Mis worden opgedragen, waarna er gelegenheid zal zijn voor een gezamenlijke ontmoeting.
De begrafenis zal in besloten kring plaatsvinden op de R.-k. begraafplaats Buitenveldert.
Laten wij bidden voor de zielenrust van pastoor Braam:
God, onze Vader, Gij zijt het geluk van allen die geloven, en het leven van hen die U trouw zijn. Door de dood en verrijzenis van Uw Zoon hebt Gij ons verlost. Toon Uw barmhartigheid aan Uw dienaar Fons Braam en laat hem, die het mysterie van onze verrijzenis heeft beleden, de vreugde ontvangen van het eeuwig leven.
Heer, geef hem de eeuwige rust. Dat hij mag rusten in vrede. Amen.
15 december 2009
Plechtigheden in de Kersttijd
Alle H.H. Missen vinden plaats volgens de buitengewone vorm van de Romeinse ritus (Tridentijnse liturgie) van de Rooms-katholieke Kerk, tenzij anders vermeld.
Zondag 20 december - Vierde zondag van de Advent11.00 uur: Gezongen Hoogmis (gregoriaanse schola)
Donderdag 24 december - Vigilie van Kerstmis
10.30 uur: Priem
11.00 uur: H. Mis
22.15 uur: Kerk open
22.40 uur: Kerstliederen
23.00 uur: Plechtige Nachtmis van Kerstmis (Drieherenmis), gezongen wordt de 'Mis in C' van Charles Gounod
Vrijdag 25 december - Hoogfeest van Kerstmis
11.00 uur: Plechtige Hoogmis van Kerstmis (Drieherenmis) (gregoriaanse schola)
Zaterdag 26 december - H. Stephanus, eerste martelaar (Tweede Kerstdag)
11.00 uur: Hoogmis met samenzang
Zondag 27 december - Zondag onder het Octaaf van Kerstmis
11.00 uur: Gezongen Hoogmis (gregoriaanse schola)
Donderdag 31 december - H. Sylvester, paus - Oudjaarsdag
11.00 uur: H. Mis
19.00 uur: Plechtig Oudjaarslof met gezongen 'Te Deum', uit dankbaarheid voor het Annus Domini 2009
Vrijdag 1 januari 2010 - Octaafdag van Kerstmis - Besnijdenis van de Heer - Nieuwjaarsdag - Wereldvredesdag - H. Maagd Maria, Moeder van God
11.00 uur: Gezongen Hoogmis (gregoriaanse schola)
Zondag 3 januari - Feest van de heilige Naam van Jezus
11.00 uur: Gezongen Hoogmis (Schola Catharina)
Woensdag 6 januari - Driekoningen
11.00 uur: H. Mis
14 december 2009
Angelus-toespraak 13 december 2009: De Kerststal is een leerschool van de ware vreugde
"De Kerststal is voor ons een leerschool, waar wij het geheim van de ware vreugde kunnen leren kennen. Die bestaat niet uit het bezit van vele materiële dingen maar uit het weten dat God ons liefheeft, uit het schenken aan anderen en uit de liefde voor elkaar."
Met deze woorden begon paus Benedictus XVI zijn toespraak voor het Angelus-gebed op de derde zondag van de Advent op het Sint-Pietersplein. Hij zegende de beeldjes van het kindje Jezus, die de kinderen van Rome hadden meegebracht om ze later – met de traditionele zegen door de Paus – in de Kerststal te plaatsen.
In de stal van Bethlehem zien we dat Maria en Jozef, die hun eerste Kind kregen in uiterst moeilijke omstandigheden, vervuld zijn van grote vreugde en liefde, en bovendien dat zij er zeker van zijn dat God in dat alles aan het werk is.
De ware vreugde is het gevoel dat ons persoonlijk en gemeenschappelijk leven wordt vervuld door een groot mysterie, het mysterie van God. Onze vreugdevolle ervaringen moeten wij niet slechts halen uit allerlei zaken, maar uit de Liefde en de Waarheid. Wij hebben een God nodig Die ons zeer nabij is, Die onze harten verwarmt en Die onze diepste verlangens vervult.
De volledige Angelus-toespraak van de Paus kunt u hier bekijken en beluisteren:
13 december 2009
Preek voor de derde zondag van de Advent
“Ik ben de stem van een roepende in de woestijn: Maakt recht de weg des Heren.”
Epistel
Fil. 4, 4-7
Broeders, weest altijd blijmoedig in de Heer; nog eens zeg ik: weest blijmoedig. Laat uw goedheid aan alle mensen zien. De Heer is dichtbij. Maakt u nergens bezorgd over, maar geeft uw verlangens altijd door bidden en smeken aan God te kennen, met een dankbaar hart. En dan moge de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, uw hart en uw verstand bewaren in Christus Jezus, onze Heer.
Evangelie
Joh. 1, 19-28
In die tijd, zonden de joden uit Jeruzalem priesters en levieten tot Johannes met de vraag: ‘Wie zijt gij?’ En onomwonden verklaarde hij met de meeste nadruk “Ik ben de Christus niet”. Toen vroegen zij hem: “Wat dan? Zijt gij Elias?”. Hij zeide: “Dat ben ik niet.” “Zijt gij de profeet?” – Hij antwoordde: “Neen”. ‘Zij zeiden hem nu: “Wie zijt gij dan? Opdat wij antwoord kunnen geven aan hen, die ons gezonden hebben. Wat zegt gij van u zelf?” Hij sprak: “Ik ben de stem van een roepende in de woestijn: Maakt recht de weg des Heren, zoals de profeet Isaias gezegd heeft.”
De afgevaardigden, behoorden tot de Farizeeën. En zij stelden hem de vraag: “ Wat doopt ge dan, als ge niet de Christus zijt, noch Elias, noch de profeet?” Johannes gaf hun ten antwoord: “Ik doop met water. Maar midden onder u staat Hij, die gij niet kent! Hij is het, die na mij komt, maar de voorgang heeft op mij; ik ben niet waardig zijn schoenriem los te maken.” Dit gebeurde te Betanië, aan de overzijde van de Jordaan, waar Johannes toen doopte.
Preek
“Broeders, verheugt u in de Heer, nogmaals: verheugt u!”
Met deze woorden begint vandaag het epistel. Ze worden herhaald in de Introïtus en zo geven ze de naam aan deze derde zondag van de Advent – gaudete. En inderdaad draagt op deze zondag onze verwachting van het Kerstfeest een bijzonder vreugdevol karakter (er zijn bloemen op het altaar, de priester draagt een roze kazuifel, en het orgel mag spelen). Het Kerstfeest nadert, de Heer is nabij! Dat is de reden voor onze christelijke blijdschap. Wij verheugen ons in Domino, in de Heer.
Wij kunnen ons afvragen wat deze vreugde betekent; waaruit de zuivere vreugde in de Heer bestaat. Om hierop antwoord te kunnen geven moeten wij eerst zien waaruit zij niet bestaat. Waaruit komt gewoonlijk onze blijdschap voort? Die moet een reden hebben, een oorsprong. Onze blijdschap vindt bijna altijd haar oorsprong in onszelf en het zijn vooral de tijdelijke en tastbare dingen die ons blij maken. Wij zijn gemakkelijk en spontaan verheugd als wij iets bereikt hebben: misschien omdat wij een goede baan hebben gevonden of wij promotie krijgen. Wij zijn ook verheugd als wij een financieel voordeel krijgen of omdat wij beschouwd worden als succesvolle en belangrijke personen. Ons verblijdt ook een gezellige avond, een leuke vakantie of het gezelschap van andere mensen. Onze geest laat zich ook verblijden door kunst of wetenschap.
Maar is dat alles een bron van de ware vreugde? Is dat de vreugde die blijft en die nooit kan verdwijnen? De vreugde die ondanks afwisselingen van het leven en ook in de beproeving voortdurend het menselijk hart vervult? Zeker niet. De echte christelijke vreugde vindt haar oorsprong niet in deze wereld en niet in onszelf. Zij richt zichzelf naar boven en daar vindt zij haar bron: in de Heer. Het is Jezus Christus, Die de oorsprong van de ware vreugde is.
Gaudete in Domino – verblijdt u in de Heer, zo zegt de apostel. Het is belangrijk om deze uitdrukking goed te begrijpen. ‘In de Heer’ dat omvat alles. Hij en alleen Hij moet de bron van onze blijdschap zijn. Als christenen moeten wij volledig ‘in de Heer’ zijn. Door ons doopsel zijn wij diep ingelijfd in Jezus Christus. Hij is de wijnstok en wij zijn de takken. Wij leven in Hem en Hij leeft in ons. Dit leven wordt zichtbaar door de heilige Kerk die Zijn mystiek Lichaam is. Het is een leven uit de genade en de sacramenten. Genade en vreugde zijn ondeelbaar. Waar in de ziel de genade heerst, volgt zeker de ware vreugde. En deze heeft niets te maken met uiterlijke vrolijkheid die zonder inhoud en vergankelijk is. Dit is het geheim van de vreugde van de heiligen. Zij waren blij gestemd ook te midden van hun kwellingen en beproevingen, omdat zij Jezus liefhadden en wisten dat Hij met hen was. Daar waar genade heerst is geen plaats voor verdriet, ook in het lijden en in moeilijke situaties. Verdriet komt alleen door de zonde, omdat die ons van God scheidt.
Alle menselijke en aardse vreugde kan dus slechts bestaan in betrekking tot onze band met God hier op aarde. De ware blijdschap is, op een of andere wijze, een uitzicht op, een voorsmaak van en een vaste hoop op de eeuwige zaligheid, het eeuwige leven met God. De reine vreugde heeft, volgens de apostel, een paar bijzondere kenmerken. Die kenmerken zijn de beminnelijkheid tegenover allen, zonder uitzondering, een diep geestelijke vrede en onbezorgdheid. Er is geen plaats voor een angstige zorg omdat alles in de handen van de Heer ligt. Wij vertrouwen op God als eenvoudige kinderen, die hun wensen en verlangens met een dankbaar hart laten kennen. De zuivere vreugde is voortdurend en niet slechts voor een moment. De Heer is de bron van onze blijdschap. Amen.
11 december 2009
Advent
Beminde gelovigen,
Tijdens de weken van de Advent kijkt de heilige Kerk vol verwachting uit naar de geboorte van haar Redder, de geboorte van God, Die in Zijn oneindige barmhartigheid mens is geworden om ons datgene te geven wat wij niet zelf bezitten: de genade en het eeuwig leven.
In de Kerstnacht van Bethlehem is Hij geboren uit de zuivere maagd Maria. Zijn eerste aardse huis was een stal, want voor Hem en Zijn heilige Moeder was er geen plaats in de herberg. Hij is gekomen om ons genade en leven te geven door Zijn zoenoffer op het kruis. Dit is het offer dat Hij nog steeds opdraagt in iedere heilige Mis, en waarin wij Hem ook kunnen ontmoeten. Daar kunnen wij Hem verwachten als Hij met Zijn Godheid en Zijn mensheid heel concreet tot ons komt in de heilige communie.
Laten wij ons in deze Advent afvragen of er voor Hem plaats is in onze ziel, die onze herberg voor Hem zou moeten zijn. Of hebben ook wij geen plaats voor Hem?
Dat Hij voor ons mens is geworden is een genade en geen recht dat wij bezitten. Dat geldt eveneens voor het ontvangen van de heilige communie.
Als wij geen plaats voor Hem hebben, willen wij dan door de heilige biecht ruimte voor Hem maken?
Ik wens u een gezegende Adventstijd toe, en bid dat Christus voor u de redder zal worden.
Met mijn priesterlijke zegen,
pater M. Kromann Knudsen FSSP,
administrator Sint-Agnesparochie
6 december 2009
Angelus-toespraak 6 december 2009: De Kerk dient voortdurend gezuiverd te worden
Op de tweede zondag van de Advent ging paus Benedictus XVI tijdens zijn toespraak voor het Angelus-gebed in op het Evangelie van vandaag (Novus Ordo), waarin de evangelist Lucas ons waarschuwt dat het Evangelie geen legende is, maar de geschiedenis van een waar gebeurd verhaal, en dat Jezus van Nazareth een historische figuur is, gevoegd in een specifieke context.
Vervolgens, zo zei de Paus, gaat het over het Woord van God, voorgesteld als een kracht die neerdaalt van boven. De allermooiste bloem die aan het Woord van God is ontsproten is de maagd Maria. Zij is het begin van de Kerk, de tuin van God op aarde.
Het verschil tussen Maria en de Kerk is dat Maria de Onbevlekte is, zoals we overmorgen zullen vieren, terwijl de Kerk voortdurend gezuiverd dient te worden, want al haar leden worden ondermijnd door de zonde. In de Kerk bestaat voortdurend strijd tussen de ‘woestijn’ en de ‘tuin’, tussen zonde die de grond doet verdorren en genade die de grond irrigeert, waardoor zij weer volop vruchten van heiligheid kan voortbrengen.
Laten wij daarom in deze Adventstijd bidden tot de Moeder van de Heer opdat wij het rechte pad mogen bewandelen, daarbij geleid door het Woord van God.
De volledige Angelus-toespraak kunt u hieronder bekijken:
Preek voor de tweede zondag van de Advent
Epistel
Romeinen 15, 4-13
Broeders, alles wat er geschreven staat, werd geschreven om ons te onderrichten; opdat wij door het geduld en de vertroosting, die in de Schriften te vinden zijn, zouden versterkt worden in Godsvertrouwen. God, van Wie het geduld en de vertroosting komen, geve u, dat gij eensgezind zijt onder elkander, naar de geest van Jezus Christus; om zo eendrachtig en eenstemmig God, de Vader van onze Heer Jezus Christus, te verheerlijken. Daarom, neemt elkander op, zoals Christus u heeft opgenomen ter ere Gods. Ik bedoel, dat Christus Jezus dienaar der besnedenen is geworden omwille van Gods waarachtigheid, om de beloften aan de vaderen gegeven in vervulling te doen gaan; maar ook, dat de heidenen God zijn gaan prijzen om Zijn barmhartigheid. Zo toch staat er geschreven: Daarom zal ik U loven onder de heidenen, o Heer, en Uw Naam lofzingen. En verder heet het: Verblijdt u, heidenen samen met Zijn volk. En elders: Gij heidenen, looft allen de Heer; prijst Hem, alle volkeren. En dan zegt Isaias nog: Komen zal de spruit van Jesse, Hij, Die zal opstaan om over de heidenen te heersen; op Hem zullen de heidenen hun hoop vestigen. God nu, op Wie onze hoop gericht is, vervulle u met alle vreugde en vrede door het bezit van het geloof, opdat uw hoop overvloedig moge toenemen door de kracht van de Heilige Geest.
Evangelie
Mattheüs 11, 2-10
In die tijd, toen Johannes in de gevangenis hoorde van de werken van Christus, zond hij twee van zijn leerlingen om Hem te vragen: “Zijt Gij het, die komen moet of hebben wij een ander te verwachten?” Jezus gaf hun ten antwoord: "Gaat aan Johannes berichten, wat gij gehoord en gezien hebt. Blinden zien, kreupelen lopen, melaatsen worden gereinigd, doven horen, doden verrijzen, en aan armen wordt het Evangelie verkondigd. Zalig is hij, die geen aanstoot neemt aan Mij”. Toen zij weggingen, begon Jezus tot het volk te spreken over Johannes: “Wat zijt gij in de woestijn gaan zien? Een riet dat door de wind wordt heen en weer bewogen? Maar wat zijt gij dan gaan zien? Een mens in zachte kleren? Zie, mensen met zachte kleren zijn te vinden in de paleizen van de koningen. Maar wat zijt gij er dan gaan zien? Een profeet? Ja, zeg Ik u, zelfs meer dan een profeet. Want hij is het, van wie geschreven staat: Zie, Ik zend mijn gezant voor U uit, om vóór U de weg te bereiden."
Preek
De Introïtus begint vandaag met de woorden: “Volk van Sion, zie, de Heer komt om de volkeren te redden en de Heer zal de glorie van Zijn stem doen horen in de blijdschap van uw harten”.
Zoals de gehele voorchristelijke tijd verlangend uitzag naar de beloofde Messias, zo worden wij door de Kerk opgewekt om hetzelfde te doen. Want hoe kan Christus welkom zijn in onze harten als wij Hem niet verwachten? En hoe kunnen wij Hem verwachten als wij niet weten waarvoor Hij komt? “Zie, Hij komt om de mensen te redden.” Daarvoor komt Hij weer, steeds met hetzelfde doel. Hij komt nu ook, bij het Kerstfeest dat aanstaande is, om te redden, om ons te redden, om anderen en om mij te redden. Hij komt ons bevrijden uit doodsgevaren, Hij komt waarschuwen, Hij komt licht geven, Hij komt ons opnieuw de weg naar boven wijzen. Als wij Hem verwelkomen, dan zal Hij al onze verlangens naar Zich toekeren.
“En de glorie van Zijn stem zal hoorbaar zijn in de blijdschap van ons hart.” Wij zullen weten dat Hij het is, die het nieuwe leven en de nieuwe vreugde brengt. Wij hebben misschien aan niets zozeer behoefte als aan zuivere vreugde, aan een vreugde die haar oorsprong niet vindt in het aardse, want het aardse heeft onze geest verblind en het hart vervuld met duisternis. Het is deze aardse vreugde die de huidige maatschappij verkoopt met Kerstmis, om de ziekten van de zielen te verbergen. Het is de illusie die de mensen van vandaag najagen, de illusie die aan de toekomstige generaties wordt doorgegeven; deze illusie is het die de tirannie van Satan in stand houdt, de tirannie van de zonde.
Beminde gelovigen, waar is Zijn glorie hoorbaar in de blijdschap van de harten? In het hart, dat verheven is boven het aardse, in het hart dat het hemelse nastreeft en het aardse achter zich heeft gelaten, dáár is Zijn glorie hoorbaar, daar is nieuw leven en vreugde, want daar kan de Redder werkzaam zijn. Bij de toepassing van het heil vraagt de Redder onze medewerking. Hij wil welkom geheten worden, want wat Hij komt brengen moet met liefde en in dankbaarheid ontvangen worden, dus met een zuivere geest.
Vreugde en zuiverheid zijn twee belangrijke vruchten van Zijn nieuwe geboorte in ons hart. Want is het niet zo dat ons leven heel anders zou kunnen zijn: dieper en heiliger, rijker en vruchtbaarder, als er meer reinheid en meer blijdschap in ons was, dus een grotere verhevenheid van ons hart, een verhevenheid die Christus tegemoet gaat? Dat is de boodschap van de Advent: het hart van het aardse te onthechten en het te verheffen, bereid op de komst van Christus in de genade, en uiteindelijk op Zijn glorievolle komst als Rechter van levenden en doden. Iedere ziel is gewaarschuwd, elke staat en alle volkeren zouden moeten weten dat Christus, de Redder, is gekomen om te heiligen en dat Hij zal komen om te oordelen. Nu is er nog tijd om de vreugde en de blijdschap op te wekken in ons harten, maar dit is alleen mogelijk als wij de wereld met al haar verlokkingen achter ons laten en de weg van de zuiverheid inslaan. Deze weg wordt ons door de katholieke Kerk voorgehouden en is de enige weg die tot het nieuwe leven van Christus, de Redder, voert. Amen.
5 december 2009
Angelus-toespraak 29 november 2009: Alleen Christus is betrouwbaar om onze hoop op te stellen
Paus Benedictus XVI bad op de eerste zondag van de Advent het Angelus met de gelovigen op het Sint-Pietersplein. In zijn toespraak voor het gebed zei de Paus dat Jezus Christus er niet alleen voor christenen is, niet alleen voor gelovigen, maar Hij is er voor iedereen, want Hij is het centrum van geloof, en het fundament van de hoop. Elk mens heeft voortdurend behoefte aan hoop.
De Heilige Vader sprak over de betekenis van het liturgisch jaar: Meer dan wat dan ook heeft de wereld vandaag hoop nodig. Steeds meer realiseren we ons dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten en dat we gezamenlijk redding moeten vinden.
Doordat we in onze tijd zoveel ‘zekerheden’ hebben zien omvallen realiseren we ons dat we onze hoop moeten kunnen stellen op iets dat betrouwbaar is. Die betrouwbaarheid bestaat alleen in Christus. Jezus kwam in het verleden, Hij komt in het heden en Hij zal ook in de toekomst komen om ons gerechtigheid, vrijheid en vrede te schenken.
De volledige Angelus-toespraak kunt u hier bekijken:
4 december 2009
Mars voor het Leven
Een groep gelovigen uit de Sint-Agnesparochie zal op zaterdag 12 december meedoen aan de jaarlijkse Mars voor het Leven op de Dam in Amsterdam. Voor katholieke deelnemers is er die dag een extra heilige Mis in onze kerk om 12.00 uur. Na afloop van de Mis vertrekken we per openbaar vervoer naar de Dam.
Het rozenkransgebed om 12.45 uur komt die dag te vervallen.
Voor meer informatie: Stichting Schreeuw om Leven.
29 november 2009
Preek voor de eerste zondag van de Advent
Epistel
Rom. 13, 11-14
Broeders, gij weet, dat het thans voor ons tijd is, om uit de slaap op te staan. Want nu is ons heil dichterbij, dan toen wij het geloof aanvaardden. De nacht loopt ten einde; de dag komt naderbij. Laten wij daarom afleggen de werken van de duisternis, en ons bekleden met de wapenen van het licht. Zorgen wij onberispelijk te leven, zoals men dat doet op klaarlichte dag: niet in onmatigheid en dronkenschap, niet in ontucht en losbandigheid, niet in twist en naijver; integendeel, gij moet u bekleden met de Heer Jezus Christus.
Evangelie
Lucas 21, 25-33
In die tijd sprak Jezus tot Zijn leerlingen: Er zullen tekenen komen aan zon en maan en sterren; en op de aarde zal er doodsangst heersen onder de volken, geheel radeloos door het gebulder van zee en golven. Dan zullen de mensen het besterven van schrik en angst om hetgeen de wereld gaat overkomen; want de krachten van de hemelen zullen geschokt worden. En dan zullen zij de Mensenzoon zien komen op een wolk, met grote macht en majesteit. Welnu, wanneer dit alles een aanvang gaat nemen, richt dan uw ogen opwaarts, en heft uw hoofden omhoog! Want uw verlossing is nabij. En Hij hield hun de volgende gelijkenis voor: Ziet naar de vijgeboom en de andere bomen; zodra zij beginnen uit te lopen, weet gij, dat de zomer nabij is. Zo ook, als gij deze dingen ziet gebeuren, weet dan, dat het Koninkrijk Gods nabij is. Voorwaar Ik zeg u: dit geslacht zal niet vergaan, voordat dit alles geschiedt. Hemel en aarde zullen vergaan, maar Mijn woorden zullen niet vergaan.
Preek
Vandaag begint de Kerk met de Advent aan een nieuw jaar. Heel vaak is het begin van een nieuw jaar een goede gelegenheid om even stil te staan, om belangrijke vragen te stellen over onszelf. Misschien zien we dan dat ons leven een verandering nodig heeft, dat wij er iets mee moeten doen. Misschien zetten we zelfs enkele plannen uit of nemen we ons iets voor. Later komt de routine van het dagelijks leven en dan blijkt dat er niets is veranderd. Ons leven blijft precies zoals het was; alleen de tijd gaat voorbij.
Aan het begin van de Advent roept de Kerk ons op om niet te blijven hangen in voornemens of in het maken van plannen, maar om werkelijk tot handelen over te gaan. De heilige Paulus zegt duidelijk in het epistel van deze Mis dat het tijd is om uit de slaap op te staan. En het gaat om nu, niet om later, niet om morgen of tijdens het jaar. Het gaat om nu, om vandaag. Het is tijd om de zonden van het afgelopen jaar, de al te menselijke sleur, de vrede met onze fouten en ons egoïsme, van ons af te schudden. Het is tijd om ons weer op te wekken tot de helderheid van de christelijke waakzaamheid die de dingen van het leven ziet in de klaarheid van het licht van God. In het licht van de eeuwigheid.
De woorden van de apostel zijn krachtig en misschien voor sommigen hard om te horen. Maar zij moeten ons wakker schudden en ons aansporen om ons leven daadwerkelijk te veranderen, en niet alleen tot goede voornemens. Deze verandering is tweeledig: Wij keren ons af van onze slechte daden en wij bekleden ons met de werken van het licht, dat wil zeggen met goede daden, met goede werken. Als wij ons leven echt willen veranderen, dan moeten beide plaatsvinden. Als wij ons niet afkeren van onze ondeugden en onze slechte gewoonten, dan zijn onze goede werken waardeloos voor de hemel. Wij mogen niet vergeten dat als iemand in staat van zonde leeft en heeft besloten om in deze staat te blijven, al het goede dat hij doet hem op bovennatuurlijke niveau geen beloning brengt. Maar ook als iemand probeert om niet te zondigen, en geen naastenliefde beoefent, dat hij nog ver af is van het ideaal van het christelijk leven. Zonder daden heeft ons geloof geen waarde.
De Advent moet voor ons dus niet alleen betekenen dat wij in afwachting zijn van onze Heer door passief te blijven en niets te doen. De Kerk roept ons op tot beweging, tot handeling. Wij moeten ons op Zijn komst actief voorbereiden door de vernieuwing van ons leven. Want nu is ons heil dichtbij, zo zegt de apostel. Opstaan uit de geestelijke slaap betekent een radicale verandering, die heel concreet moet zijn. Als de mens op een algemeen niveau blijft steken en hij wil zijn leven in het algemeen verbeteren, dan komt er niets van terecht. Verandering moet concrete vormen aannemen en werkelijk gebeuren. Bij een verandering hoort een handeling en niet slechts een voornemen of plannen.
Opstaan is dus de eerste boodschap van de Kerk in het begin van het jaar. Opstaan uit slechte gewoonten, uit onmatigheid, misschien uit een slecht gezelschap of uit verboden relaties met andere mensen, kortom uit alles dat ons naar beneden trekt en dat duisternis in onze ziel veroorzaakt. Heel concreet begint ons opstaan en ons afkeren van de zonde door een goede persoonlijke biecht. Een goed gewetensonderzoek en daarna gaan biechten, misschien na een lange tijd, zijn een goed teken dat onze verandering niet bij een mooi voornemen blijft, maar een feit wordt. Laten wij daarmee niet tot ‘later’ wachten. En laten wij ook niet zeggen: de biecht, dat is niets voor mij, want er is niets dat ik zou moeten veranderen. De harten van de mensen die zo denken zijn nog diep in slaap, diep in de duisternis. En hun verandering blijft niets anders dan een voornemen of een wens, en heeft niets met de werkelijkheid te maken.
Beminde gelovigen! De heilige Paulus spoort ons aan om ons te bekleden met Jezus Christus. Dat is niets anders dan het ware christelijke leven dat een innige vereniging met Jezus veronderstelt, en dat van ons vraagt dat wij ons gedragen zoals onze Verlosser. Het één kan niet zonder het andere bestaan. Wij worden innig verenigd met Christus door de sacramentele genade, die iets anders is dan een puur gevoel dat ik een goed mens ben of dat God dicht bij mij is. Deze genade geeft ons de kracht om altijd juist op te treden en als christen in elke situatie te leven. Laten wij in deze heilige Mis vragen om vermeerdering van deze genade, en – voor degenen die deze genade niet hebben – om een goede en vruchtvolle biecht in deze Advent. Amen.
Romeinse Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten: Recht op tongcommunie kan niet worden beperkt
De Romeinse Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten heeft per brief gereageerd op de vraag van een katholieke leek in Groot-Brittannië, in wiens bisdom het uitreiken van de heilige communie op de tong vanwege de Mexicaanse griep op last van de bisschop ernstig werd ontraden en in sommige gevallen verboden.
Er is geen enkel wetenschappelijk bewijs dat de tongcommunie zou bijdragen aan de verspreiding van het griepvirus. Integendeel, want bij de uitreiking op de tong is slechts één hand betrokken (namelijk die van de priester, en niet die van de gelovigen).
Het is beter om de heilige communie slechts door één persoon (de priester) te laten uitreiken, en niet door andere 'buitengewone' bedienaren, en wel op de traditionele wijze, dat wil zeggen op de tong, en niet in de hand.
Klikt u op de afbeelding van de brief om deze te vergroten.
Bron: Rorate Caeli (met dank aan Observatrix)
28 november 2009
Nieuwe staf voor paus Benedictus XVI
Paus Benedictus XVI heeft vanavond met de Vespers op de vooravond van de eerste zondag van de Advent in de Sint-Pietersbasiliek het nieuwe liturgische jaar geopend.
De Paus maakte voor de eerste keer gebruik van een nieuwe staf, die hem is geschonken. Aan de voorzijde van deze staf is in het midden het Lam Gods afgebeeld, en aan de vier uiteinden van het kruis de symbolen van de vier evangelisten. De armen van het kruis hebben het patroon van een vissersnet, dat symbool staat voor de visser van wie paus Benedictus de opvolger is. Aan de achterzijde staat in het midden het monogram van Christus en aan de vier uiteinden de vier Kerkvaders van het Westen en het Oosten: Augustinus en Ambrosius, Athanasius en Johannes Chrysostonus. Aan de bovenkant van de staf is het wapen van paus Benedictus XVI geplaatst.
27 november 2009
Catechese in december
De catecheseserie over de sacramenten zal in de maand december worden onderbroken. Wel wordt er eenmalig op donderdag 3 december een avond gegeven over de betekenis van Advent en Kerstmis. De reeks over de sacramenten wordt voortgezet vanaf donderdag 7 januari 2010 om 19.30 uur (H. Mis: 18.45 uur).
Angelus-toespraak 22 november 2009: De kracht van Christus' liefde kan een verkild hart verwarmen
In de gewone vorm van de Romeinse ritus (Novus Ordo) werd afgelopen zondag het hoogfeest gevierd van Christus, Koning van het heelal. Paus Benedictus XVI sprak over het Kruis als het paradoxale teken van het koningschap van Christus. De koninklijke macht van Christus is niet die van de koningen van deze wereld; het is de goddelijke kracht die eeuwig leven geeft en die ons bevrijdt van kwaad en die de heerschappij van de dood heeft overwonnen.
De plechtigheid van het koningschap van Christus beëindigt het liturgische jaar. De Paus zei dat Christus' macht van de liefde een verkild hart kan verwarmen, vrede kan brengen in het meest bittere conflict en mensen in de meest duistere omstandigheden hoop kan schenken. Het is een kracht die altijd onze vrijheid respecteert.
De volledige Angelus-toespraak kunt u hier bekijken en beluisteren:
22 november 2009
Preek voor de 25e zondag na Pinksteren (laatste zondag van het kerkelijk jaar)
Epistel
Kol. 1, 9-14
Broeders, wij houden niet op voor u te bidden en te vragen, dat gij vervuld moogt worden met de kennis van Gods wil, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, om aldus een leven te leiden, dat God waardig is en in alles Hem behaagt, doordat gij vruchten voortbrengt in allerlei goede werken en toeneemt in de kennis van God; ook doordat gij met alle kracht u versterkt door zijn glorievolle macht tot geduld en lijdzaamheid met blij gemoed, vol dankbaarheid jegens God, onze Vader. Hij heeft ons immers de waardigheid verleend, dat wij deel mogen hebben aan het lot der heiligen in het volle licht; en Hij heeft ons ontrukt aan de macht der duisternis en overgebracht naar het rijk van zijn beminde Zoon, in wie wij de verlossing bezitten, de vergiffenis der zonden, door de kracht van zijn bloed.
Evangelie
Mattheüs 24, 15-35
In die tijd sprak Jezus tot Zijn leerlingen: “Wanneer gij de gruwel der verwoesting, waarvan de profeet Daniël heeft gesproken, zult zien heersen op heilige bodem – hij, die dit leest, trachte het te begrijpen! – laten dan zij, die in Judea zijn, vluchten naar de bergen; en hij, die op het dak is, kome dan niet naar beneden, om iets uit zijn huis te halen; en die zich op het land bevindt, moet niet eerst teruggaan om zijn kleed mee te nemen. Ongelukkig de vrouwen, die in die dagen in verwachting zijn of een kind te voeden hebben! En bidt toch, dat uw vlucht niet valt in de winter of op een sabbatdag. Want dan zal er een ellende komen zo groot, als er nooit geweest is van het begin der wereld af tot nu toe, noch ooit weer zal zijn. En als die dagen niet bekort werden, zou er niemand behouden blijven; maar omwille van de uitverkorenen zullen die dagen bekort worden. Als men u dan zegt: Ziet, hier is de Christus! of: daar is Hij! gelooft het niet. Want valse christussen en valse profeten zullen er opstaan, en zij zullen grote tekenen en wonderen verrichten, zodat, als het mogelijk was, zelfs de uitverkorenen in dwaling gebracht zouden worden. Ziet, Ik heb het u voorspeld! Als men u dus zegt: Ziet, Hij is in de woestijn! gaat er niet heen; ziet, Hij is daar binnen in huis! gelooft het niet. Want gelijk de bliksem uitschiet van het oosten en straalt tot in het westen, zo zal ook de komst van de Mensenzoon zijn. Waar het aas ook ligt, daar verzamelen zich de gieren. En terstond na de ellende van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal haar licht niet meer geven; de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten der hemelen zullen geschokt worden. Dan zal het teken van de Mensenzoon verschijnen aan de hemel, en weeklagen zullen alle volkstammen der aarde. en zij zullen de Mensenzoon zien komen op de wolken des hemels met grote macht en majesteit. Dan zal Hij zijn engelen uitzenden met luid bazuingeschal en zij zullen zijn uitverkorenen verzamelen van de vier windstreken, van het ene uiteinde van de hemel tot aan het andere. Leert van de vijgenboom deze gelijkenis: Als zijn takken zacht worden en de bladeren uitschieten, dan weet gij, dat de zomer nabij is: zo ook, als gij dit alles ziet, weet dan, dat het vlak voor de deur staat. Voorwaar Ik zeg u, dit geslacht zal niet vergaan, voordat al deze dingen geschieden. Hemel en aarde zullen vergaan, maar Mijn woorden zullen niet vergaan.”
Preek
In deze laatste week van het kerkelijk jaar, herinnert de Kerk ons aan ons einde door de woorden van de Heer over het einde van de wereld en door ons het laatste oordeel voor te houden. Het Evangelie van vandaag schildert de triomfantelijke terugkeer van onze Verlosser op het einde van alle tijden om de uitverkorenen te verzamelen en hen binnen te leiden in een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, het Rijk van Zijn Vader. Maar vóórdat dit zal gebeuren zullen verschrikkelijke dingen plaatsvinden en zelfs de uitverkorenen, dus de katholieken, zullen in groten getale in dwaling vallen. De belofte van de terugkomst van Christus moet ons dus met een steeds vuriger verlangen doen uitzien naar de voltrekking van onze enige bestemming, namelijk onze volmaakte vereniging met God in de eeuwige gelukzaligheid. Deze bereiken wij – volgens goddelijke Wil – alleen door de ene heilige katholieke Kerk.
De laatste dingen van deze wereld en van de mensheid vinden hun voorspel in de dood en het oordeel van elke afzonderlijke mens. Veel katholieken zijn geneigd te menen dat de gedachten aan deze dingen overbodig zijn, ja zelfs zonder betekenis, omdat God er toch is voor iedereen. Als gevolg van de foute, modernistische theologie, die zich heeft doorgezet in de algemene pastoraal, leven ook veel katholieken in de veronderstelling dat God er altijd voor ons is. Dat heeft tot gevolg dat iedereen handelt zoals hij dat zelf goed vindt. In deze manier van denken over God en godsdienst is er geen ruimte meer voor het oordeel en de laatste dingen. Ja, de eigen verantwoordelijkheid is uitgewist, waardoor het oordeel onmogelijk wordt als antwoord op morele daden.
Beminde gelovigen, niets is minder waar dan deze huidige visie op God en godsdienst. In het boek Wijsheid kunnen wij lezen: “Denk bij al uw handelen aan het einde, en in eeuwigheid zult gij niet zondigen”. Er zijn weinig zaken die ons zo krachtig opwekken tot een deugdzaam leven als de overweging van de dood en de hel. Er zijn weinig dingen waartoe onze Heer Zelf ons in de heilige Evangeliën dringender aanspoort dan tot waakzaamheid, want wij kennen dag noch uur. Het christelijke leven is vanuit zijn aard geheel gericht op het einde, dat voor de goede katholiek een schone voleinding en een heerlijk begin zal zijn, en voor de anderen een dag van verschrikking. Op die dag zullen wij het teken van de Heer aan de hemel zien, en de Mensenzoon zal komen op de wolken, vanuit de hemel, met grote macht en majesteit. Het teken van onze Heer is het Kruis en door dit kruis zullen wij tijdens ons aardse leven leren om met Hem te leven, Hem lief te hebben en Hem te dienen in en door Zijn heilige Kerk, als getrouwe kinderen die hun eigen wil hebben gekruisigd, en geen andere wil meer hebben dan Hem te dienen.
Worden wij toch eindelijk wakker, en beseffen wij dat de Heer voor iedereen van ons komt in het ogenblik van de dood. Ook zonder het bijzonder voorteken dat eigen is aan het laatste oordeel, zouden wij moeten begrijpen dat onze eigen dood dichtbij is, ja zelfs voor de deur staat. Dit betekent dat wij allen binnenkort ons persoonlijk oordeel zullen ontvangen. Christus, de Rechter van levenden en doden, zal het oordeel uitspreken over ons leven, over alle daden van ons leven. In zijn genadeloos Licht zullen wijzelf dan in een oogwenk heel ons leven overschouwen en in die klaarheid, die alle schuilhoeken van ons verstand doorlicht, ons eigen lot lezen. Dat is het oordeel.
De mensen kunnen van de Kerk weglopen omdat zij niet willen weten dat zij hun leven niet in de Waarheid leiden, maar niemand kan aan het oordeel ontkomen. Het Kruis is onze redding, de brug die ons geleidt naar het hemelse Vaderhuis. Beginnen wij dus eindelijk zodanig te leven dat wij, wanneer dit heilig Kruis aan de hemel zal verschijnen, het zullen kunnen betreden als de brug die ons voert tot de liefde van God. Amen.
19 november 2009
Bezoek bij het Alderheiligste
Jesu, op zoo menig plaatse
wilt Gij tegenwoordig zijn,
waar de lieden, en Gij laat ze,
toch zoo oneerbiedig zijn!
In Jerusalem, te Roomen,
al waar christene menschen zijn,
wilt en zult Gij nederkomen,
wilt en zult Gij bij hen zijn;
in dit eigen land van Vlanderen,
daar wij in geboren zijn,
wilt Ge, en in wel honderd anderen,
wilt Gij tegenwoordig zijn!
Is er iets in ons, o Heere,
dat U zoo verliefd doet zijn?
Kunt Ge U nog naar ons toe keeren
als er zooveel Engelen zijn?
Daar in d'hooge Hemelzalen
nooit geen zonde of kwaad kan zijn,
zegt, om hier beneên te dalen,
wat kan Uw beraad toch zijn?
Onverstaanbaar is de reden,
of het moet uit liefde zijn,
dat de God der Heerlijkheden
wil bij de arme menschen zijn.
Heer, wie mag Uw wonderen spreken,
Heer, wie zal Uw raadsman zijn?
Alle wijsheid, vergeleken,
moet bij de Uwe als dwaasheid zijn!
o! 'k Aanbidde U, Heer der Heeren,
of mijn bede aanveerd mocht zijn,
moest ik duizend duizend keeren,
'k weet het wel, onweerdig zijn,
schuwt Gij niet bij mij te wezen,
'k schuw ik niet bij U te zijn;
heel mijn leven lang na dezen
wilde ik wel bij Jesus zijn!
Ware 't zake, o Jesu, dat ik
mocht vermenigvuldigd zijn,
had ik zoo veel herten, had ik,
als er tabernakelen zijn,
nimmer zoudt Ge één uur, één stonde,
Jesu, zonder dienaar zijn;
immer zou 'k bij de Engelenlijfwacht,
die U waakt, aanwezig zijn.
Ondertusschen, mijn genuchten,
Jesu, wilt mij Jesus zijn
en mijn alderlaatste zuchten,
Jesu, mocht het ‘Jesu!’ zijn!
Guido Gezelle
16 november 2009
Angelus-toespraak 15 november 2009: Leven naar Christus' Woord resulteert in de verrijzenis
Op de wereldwijde herdenkingsdag voor de slachtoffers van verkeersongelukken bad paus Benedictus XVI voor de slachtoffers en hun familieleden.
Voor het bidden van het Angelus spoorde de Paus de gelovigen aan om in hun leven het zaad van het Woord van God te laten ontkiemen, dat de wereld kan hervormen en ons openstelt voor het Koninkrijk der Hemelen. De Paus verwees naar de gelijkenis waarin Christus Zichzelf vergelijkt met de zaaier en het Woord met het zaad. Zij die het horen, accepteren het. Zij maken deel uit van het Koninkrijk Gods. Zij leven in de wereld, maar zij dragen het zaad van de eeuwigheid in zich: het principe van transformatie dat zich reeds voordoet bij iemand die een deugdzaam leven leidt, dat gestuurd wordt door goed doen en uiteindelijk resulteert in de verrijzenis van het lichaam. Dát is de kracht van het Woord van Christus.
Aan het slot van zijn toespraak begroette de Heilige Vader de Nederlanders die zondagochtend in de Kerk van de Friezen de gedeeltelijke afronding van de restauratie hebben gevierd van deze kerk, op een steenworp afstand van het Sint-Pietersplein, onder wie kardinaal Simonis en de bisschoppen Wiertz (Roermond), Van den Hende (Breda) en Van Luyn (Rotterdam).
De Paus sprak: "Ik moedig allen aan om levende stenen van de Kerk van Christus te zijn en om de banden van uw gemeenschap met de Stoel van de Apostel Petrus strakker aan te halen."
De volledige Angelus-toespraak kunt u hieronder bekijken en beluisteren:
15 november 2009
Preek voor de 24e zondag na Pinksteren
Epistel
1 Tes. 1, 2–10
Broeders, wij brengen altijd dank aan God om uwentwil, en zonder ophouden blijven wij u indachtig in ons gebed; want wij herinneren ons uw werken van geloof, uw arbeid en liefde en uw volhardend vertrouwen op onze Heer Jezus Christus, voor het oog van God, onze Vader. Immers, broeders, van God bemind, wij weten, dat gij zijt uitverkoren; want onze prediking is tot u gekomen, niet alleen met woorden, maar ook met kracht en met Heilige Geest en met de volle overtuiging; gij weet immers, hoe ons optreden bij u geweest is om uwentwil. En gij zijt navolgers geworden van ons en van de Heer; gij hebt de prediking aangenomen onder veel verdrukking, maar met vreugde van de Heilige Geest; en zo zijt gij een voorbeeld geworden voor alle gelovigen in Macedonië en Achaie. Want van u uit is het woord des Heren verder verbreid, niet alleen in Macedonië en in Achaie; maar overal is uw geloof in God bekend geworden, zodat wij geen woord meer daarover hoeven te spreken. Zij zelf immers verhalen van ons, hoe wij bij u hebben gewerkt, en hoe gij tot God zijt bekeerd van de afgoderij om voortaan de levende en waarachtige God te dienen en zijn Zoon uit de hemel te verwachten, Die Hij uit de doden heeft opgewekt, Jezus, Die ons heeft ontrukt aan de toorn, die eens zal komen.
Evangelie
Mattheüs 13, 31–35
In die tijd hield Jezus de menigte de volgende gelijkenis voor: “Het rijk der hemelen gelijkt op een mostaardzaadje, dat iemand in zijn akker gaat zaaien. Het is wel het kleinste van alle zaden, maar als het is opgeschoten, is het groter dan alle andere moeskruiden; en het wordt een boom, zodat de vogels des hemels in zijn takken kunnen nestelen.” Nog een andere gelijkenis hield Hij hun voor: “Het rijk der hemelen gelijkt op zuurdeeg, dat door een vrouw wordt gebruikt en vermengd wordt onder drie maten meel, totdat dit geheel is gegist.” Dit alles sprak Jezus tot de scharen in gelijkenissen, en zonder deze sprak Hij niet tot hen. Zo werd vervuld, wat door de profeet voorzegd was: Ik zal Mijn mond openen in gelijkenissen, en openbaren, wat verborgen was van de grondvesting van de wereld af.
Preek
In het epistel van deze zondag prijst de apostel Paulus het vurige godsdienstige leven van de geloofsbroeders in Thessaloniki. Hij doet dit door het voortreffelijke gehalte van de drie goddelijke deugden in het licht te stellen. Het zijn deze deugden die door de pasbekeerden in Thessaloniki beoefend worden en waarvoor zij de lof van de volksapostel ondervinden. Zonder ophouden gedenkt hij in zijn gebeden hun werkdadig geloof, het zwoegen van de liefde en hun volhardende hoop.
Beminde gelovigen, bepalen wij ons vandaag tot de grootste van deze drie goddelijke deugden, tot de deugd die Paulus omschrijft als ‘een zwoegende liefde’. Hun liefde voor God en voor de naaste is de deugd die de schone naam zwoegende liefde verdient. Zwoegende liefde is werkelijk een liefde, ja… is een zielshouding die het zich niet gemakkelijk maakt, maar zwoegt.
Het is, zoals een latere tijd dat uitdrukt, een liefde voor God die gaat tot de verachting van zichzelf.
Zwoegende liefde, dat is de ene vorm van de ware liefde. De andere vorm is: lijdende liefde. Deze twee vormen van liefde die in elkander opgaan, zijn de liefde van iedere heilige geweest en moeten ook onze liefde worden, onze liefde tot God en tot de naasten. Al te gemakkelijk zeggen wij het de heiligen na: mijn God en mijn Al. Bedenken wij wel wat het betekent: mijn God, ik bemin U met geheel mijn hart, met heel mijn ziel en met al mijn krachten. Zolang onze liefde lauw is en terugschrikt voor geringe offers en moeiten, zolang zij niet een zwoegende liefde is, verdient zij niet eens de naam liefde, en zolang verdienen wij niet de erenaam christen.
In ‘De navolging van Christus’ staat geschreven: “De minnaar vliegt en rent en is verheugd. Hij is vrij en laat zich niet weerhouden. Hij geeft alles voor alles….. De liefde voelt de last niet en moeite telt zij niet. Zij wil meer dan zij kan en van onmogelijk wenst zij niet te horen”. En in het Hooglied lezen wij: “Sterk als de dood is de liefde….. Watervloeden vermogen haar niet te blussen en stromen spoelen haar niet weg”. Wanneer wij eerlijk in onszelf keren, zullen wij moeten erkennen dat onze liefde voor God en de naaste ver van dit ideaal verwijderd is.
Deze zelfkennis kan zeer nuttig zijn voor onze nederigheid. Zij is noodzakelijk om ons geestelijk leven reëel te zien en niet de fantoom van onze ijdele wensdromen, die alleen maar bestaat om ons niet al te duidelijk te laten zien dat jaloezie en belangzucht ons hart hebben veroverd.
Beminde gelovigen, laten wij niet vergeten dat wij als christenen verplicht zijn om ernstig naar het ideaal van de liefde te streven, zoals zojuist beschreven, dus om het restant van onze oude natuur uit te roeien. Heeft de Heer Zelf ons niet geboden Hem te beminnen met heel uw hart, met heel uw ziel en met geheel uw verstand, en uw naaste gelijk zo?
God is groter dan onze harten. Hij weet alles. Hij kent ons eerlijk pogen om tot de liefde te geraken, maar Hij weet ook wanneer onze pogingen uit een oppervlakkige wil voortkomen die niet serieus Zijn Rijk en rechtvaardigheid zoekt. Met onze wil moeten wij Hem liefhebben, want vanuit de in akten omgezette wil, vloeien de daden van de liefde. Zeggen wij Hem gewoon zo eenvoudig als Sint Petrus het deed: “Heer, Gij weet alles. Gij weet dat ik U liefheb.” En voegen wij er dan nederig aan toe: “Vermeerder mijn liefde.” Amen.