Pagina's

10 januari 2010

Preek voor het feest van de Heilige Familie


Epistel
Kol. 3, 12-17
Broeders, wilt u als heilige en veelgeliefde uitverkorenen Gods toerusten met een medelijdend hart, met goedheid en bescheidenheid, met zachtmoedigheid en geduld. Verdraagt elkander, en vergeeft elkander, als gij soms over iemand te klagen hebt. Zoals de Heer u vergeven heeft, zo moet ook gij vergeven. Maar draagt over dat alles heen de liefde; want deze is de band der volmaaktheid. Laat de vrede van Christus heersen in uw harten; want daartoe zijt gij ook geroepen, als leden van één lichaam. Weest daarenboven dankbaar. Moge het woord van Christus onder u wonenen in volle rijkdom, zodat gij in alle wijsheid elkander onderricht en vermaant. En zingt dankbaar God van harte lof in psalmen en gezangen en geestelijke liederen. Alles wat gij doet met woord of werk, doet alles in de Naam van de Heer Jezus Christus, om aan God, de Vader, dank te brengen door Jezus Christus, onze Heer.

Evangelie
Lucas 2, 42-52
Toen Jezus twaalf jaar oud geworden was, gingen zij op reis naar Jeruzalem, zoals met het Hoogfeest gewoonte was. Maar toen zij na afloop van die dagen terugkeerden, bleef het Kind Jezus te Jeruzalem achter, zonder dat Zijn ouders het wisten. In de veronderstelling, dat Hij Zich bij het gezelschap bevond, reisden zij één dag door; dan vroegen zij naar Hem bij familie en bekenden. Maar toen zij Hem niet vonden, keerden zij naar Jeruzalem terug en zochten Hem. Eerst na drie dagen vonden zij Hem in de tempel, waar Hij midden tussen de leraren gezeten, naar hen luisterde en hun vragen stelde. Allen nu, die Hem hoorden, waren verbaasd over Zijn wijsheid en over Zijn antwoorden. Toen zij dit zagen, stonden zij verwonderd. En Zijn Moeder sprak tot Hem: Mijn Kind, waarom hebt Gij ons dit aangedaan? Zie, Uw vader en ik zochten U met smart. Hij echter gaf hun ten antwoord: Waarom zocht gij Mij? Wist gij dan niet, dat Ik moet zijn bij de aangelegenheden van Mijn Vader? Maar zij begrepen niet, wat Hij tot hen zei. Dan reisde Hij met hen af en kwam te Nazareth. En Hij was hun onderdanig. Zijn Moeder nu bewaarde dit alles zorgvuldig in haar hart. En Jezus nam toe in wijsheid en jaren en in welgevallen bij God en bij de mensen.

Preek
Als het Evangelie spreekt over het leven van Jezus in het gezelschap van Maria en Jozef te Nazareth, dan vermeldt het slechts dit: “Hij was hun onderdanig, en zijn Moeder bewaarde al die dingen in haar hart, en Jezus nam toe in wijsheid, in jaren en in welgevallen bij God en de mensen”. Dat is alles wat over de eerste dertig jaren van Jezus’ leven wordt gezegd. Ondanks hun beknoptheid schilderen deze woorden een helder beeld van orde en vrede, van gezag, onderdanigheid, afhankelijkheid en onderlinge eerbied. In het heilige huisje van Nazareth kunnen wij het voorbeeld van het christelijk gezin in al zijn volmaaktheid aanschouwen.

Jozef geeft zijn bevelen met kalmte en zachtheid, want hij weet dat hij zo Gods wil doet en dat hij spreekt in Zijn naam. Hij weet dat hij in waardigheid geringer is dan zijn maagdelijke Bruid en zijn goddelijke Zoon, maar in zijn nederigheid aanvaardt hij zonder schroom en angst de taak die God aan hem heeft toevertrouwd: hoofd zijn van het heilig Huisgezin.

Maria blijft onderdanig aan Jozef en zoals een moeder doet met haar kind, vraagt zij Jezus Zijn hulp en geeft Hem dit of dat te doen van de gewone dingen van het dagelijks leven.

En Jezus, bewust van Zijn goddelijke waardigheid, luistert minzaam naar hun woord. Hij is vaardiger, wijzer en heiliger dan Maria en Jozef, en al komt alle eer aan Hem toe, Hij is hun onderdanig in alle kleinigheden van iedere dag, en dat zal Hij blijven tot aan de dagen van Zijn openbaar leven. Dit vraagt namelijk de menselijke natuur, die Hij heeft aangenomen en zo is het welbehagen van zijn Vader.

Beminde gelovigen! De bedoeling van de Kerk, die ons dit feest nog steeds in Kerstsfeer laat vieren en ons het ideaal van de heilige Familie voor ogen stelt, lijdt geen twijfel. Het is een model waarvan wij moeten leren en dat ons moet inspireren. Het is een ideaal waarnaar elke familie moet streven. Het is tegenwoordig misschien moeilijker daarover te spreken. Een gezin dat bestaat uit een man en een vrouw, die door het sacrament van het huwelijk aan elkaar zijn verbonden, en waaruit kinderen zijn geboren, wordt niet meer als enige mogelijkheid beschouwd. De huidige maatschappij probeert ons ook alternatieve vormen van samenleving voor te houden, soms heel bizarre vormen, maar altijd in tegenspraak met Gods scheppingsorde. Als iemand het daarmee niet eens is, wordt hij als intolerant en ouderwets omschreven. Kritiek op moderne samenlevingvormen is niet gewenst, want die lijkt een veroordeling te zijn. En niemand heeft het recht om te veroordelen, zelfs de Kerk niet. Zo staat de maatschappij bijna alles toe en de heiligste wetten van het huwelijk en van het gezinsleven worden veronachtzaamd en belachelijk gemaakt, zelfs door en onder christenen. De meeste mensen willen niets weten van de christelijke normen rond huwelijk en gezin. Zij luisteren niet naar Christus en Zijn geboden, maar veel meer naar de wereld en richten hun leven naar de norm van een grenzeloze vrijheid (“Ik bepaal zelf wat juist en goed voor mij is; ik hoef naar niemand te luisteren.”). Dit onchristelijk leven is zo algemeen geworden dat bijna iedereen eraan gewend is en het goedkeurt. Zo wordt onze maatschappij steeds zieker, en zij beschikt zelf niet over krachten en mogelijkheden tot genezing. Alleen een terugkeer naar de wetten van de schepping kan haar op het juiste spoor brengen.

Beminde gelovigen! God Zelf heeft het gewild om in een gezin geboren te worden. Het was niet alleen de bevestiging van de scheppingsorde, maar ook een aansporing voor alle gezinnen van alle tijden. Hij heeft het gezinsleven geheiligd. Uit het huisje van Nazareth straalt een machtig licht dat ons leven verlicht en ons bemoedigt om verder te gaan. Daar kan iedereen kracht vinden om, te midden van alle moeilijkheden en persoonlijke zwakheden, zijn roeping te vervullen. Bidden wij vandaag om goede, katholieke gezinnen: dat zij aan de heilige Familie gelijkvormig mogen zijn. Amen.