Rooms-katholieke parochie voor de traditionele Latijnse liturgie in de Sint-Agneskerk te Amsterdam
Pagina's
28 februari 2010
Preek voor de tweede zondag van de Vasten
27 februari 2010
Mgr André-Jozef Léonard neemt bezit van aartsbisschoppelijke zetel Mechelen-Brussel
In een stampvolle Sint-Romboutskathedraal is vandaag mgr André-Jozef Léonard geïnstalleerd als twintigste aartsbisschop van Mechelen-Brussel, aan welke zetel ook de titel Primaat der Nederlanden is verbonden.
25 februari 2010
Tridentijnse H. Mis in Rotterdam op 28 februari 2010
23 februari 2010
Angelus-toespraak 21 februari 2010: Vasten, een tijd van boete en inkeer
Bijzondere catechese over de Vasten
21 februari 2010
Preek voor de eerste zondag van de Vasten
en er kwamen engelen, die Hem dienden.
2 Kor. 6, 1-10
Broeders, wij vermanen u te zorgen, dat gij Gods genade niet ontvangt zonder vrucht. Want er staat geschreven: "Op de tijd, die Mij behaagt, ga Ik u verhoren, en op de dag des heils, kom Ik u helpen." Zie, thans is het de tijd, die Hem behaagt, nu is het de dag van het heil. En aan niemand geven wij ook maar de minste aanstoot, opdat er geen smet geworpen worde op ons ambt; maar wij willen ons in alles tonen als dienaren van God, door veel geduld, in wederwaardigheden en noden en moeilijkheden, in geselslagen en gevangenschap en volksoploop, in zwoegen en waken en vasten; door reinheid en kennis - door lankmoedigheid en goedheid; door de Heilige Geest, door ongeveinsde liefde, door prediking van waarheid en door kracht van God; met de wapenen der gerechtigheid in rechter- en linkerhand; onder eer en smaad, - onder kwade of goede naam; als bedriegers, en toch waarachtig, - als onbekend, en toch welbekend; als bijna dood, en zie, wij leven; als geslagen en toch niet gedood; als bedroefde mensen, maar toch altijd blij; als arm, en toch maken wij velen rijk; als mensen, die niets hebben, en toch alles bezitten.
Evangelie
Mat. 4, 1-11
In die tijd werd Jezus door de Geest naar de woestijn gevoerd, om door de duivel bekoord te worden. En na veertig dagen en veertig nachten gevast te hebben, gevoelde Hij tenslotte honger. Toen kwam de bekoorder tot Hem en zei: Als Gij de Zoon van God zijt, zeg dan, dat deze stenen brood worden. Doch Hij gaf ten antwoord: Er staat geschreven: "De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord, dat voortkomt uit de mond van God!" Toen nam de duivel Hem mee naar de heilige stad, en plaatste Hem boven op de tinne van de tempel, en sprak tot Hem: Als Gij de Zoon van God zijt, werp U dan naar beneden; er staat immers geschreven: "Hij heeft over U bevelen gegeven aan Zijn engelen; en zij zullen U op de handen dragen, opdat Gij Uw voet niet zoudt stoten aan een steen." Maar Jezus zei tot hem: Oók staat er geschreven: "Gij zult de Heer, uw God, niet op de proef stellen!" Nogmaals nam de duivel Hem mee, naar een zeer hoge berg, en toonde Hem alle koninkrijken der wereld met hun heerlijkheid, en zei tot Hem: Dit alles zal ik U geven, als Gij neervalt en mij aanbidt. Toen sprak Jezus tot hem: Ga weg, Satan! Want er staat geschreven: "De Heer, uw God, zult gij aanbidden en Hem alleen dienen!" Toen ging de duivel van Hem weg, en er kwamen engelen, die Hem dienden.
Preek
Met een askruisje zijn wij afgelopen woensdag de Vastentijd ingegaan. De Kerk roept ons allen opnieuw op tot boetedoening en bekering. De volgende zes weken, de plechtige voorbereidingstijd voor Pasen, worden ons gegeven tot bezinning op onze zondeval, en op onze verlossing, die alleen door het lijden, de dood en de verrijzenis van Jezus Christus komt. Het is dus de hoogste tijd om de staat waarin wij verkeren te herkennen, om ons te bekeren en om het leven te vernieuwen.
Boete en bekering – die twee zijn voor de wereld vreemde begrippen geworden. Voor de moderne mens bestaan ze niet meer. De Vastentijd lijkt ook zijn grootste betekenis verloren te hebben. Dit hangt samen met het verlies van het zondebesef en van het juiste begrip van de verlossing. De wereld heeft dit nooit in deze mate gekend. Welke haar fouten ook waren, in vroegere tijden leefde sterk het bewustzijn van de zonde en van de noodzakelijkheid tot uitboeting. Maar nu niet meer. Vasten? Dat kan, maar alleen om de lijn te behouden of om gezond te leven. Boete doen? Dat hoeft niet meer. Voor de zonden die we niet doen? God is toch barmhartig en zou ons niet kunnen bestraffen. Zo is de zonde een onwerkelijk begrip geworden, een woord dat men alleen nog maar in overdrachtelijke zin gebruikt.
En waar ligt de verlossing voor de moderne mens? Hij hoopt zo lang en zo veel mogelijk gespaard te blijven voor rampen, ziekten, armoede, sociale onzekerheid, pijn en dood. Meer zoekt hij niet.
Voor de christen is de zonde het enige kwaad of minstens het grootste kwaad, waarbij vergeleken alle andere hun betekenis verliezen. Doch de moderne mens weet niet meer, dat al het andere dat hij vreest slechts het afschuwelijke gevolg is van de zonde, waarachter Satan oprijst als tegenspeler Gods. De huidige mens ziet noch de zonde noch Satan, omdat hij niet meer gelooft in de werkelijkheid Gods.
Beminde gelovigen! In het begin van de Vastentijd moeten ons twee dingen duidelijk voor ogen staan: De zonde is het grote kwaad, het enige kwaad dat onherstelbaar kan zijn. Dit is, als men wil, een theoretische waarheid. Maar ook een andere werkelijkheid staat voor ons vast: dat alle mensen slaven zijn van de zonde door de erfschuld en dat allen zondigen door persoonlijke fouten. In de zonde vinden allen elkaar. Daarom is boete noodzakelijk voor iedereen: bekering en boete. Deze vermaning klinkt onophoudelijk in de Heilige Schrift, uit de mond van de profeten, van Jezus Zelf en van de apostelen: “Doet boete, want het Godsrijk is nabij”. Keert u af van de zonde, bekeert u tot God.
Boete is dan niets anders dan de reële consequentie van deze verandering: het zich ontzeggen van genoegens, ook geoorloofde, en vreugden om goed te maken wat men misdreef, wat men zich te veel aan aardse vreugden heeft gegund, zondigend tegen de heilige wil Gods. De mens, die uit ziel en lichaam bestaat, voelt dat een zuiver innerlijke ommekeer niet voldoende is, dat deze zich moet uiten in ‘boete’, niet omdat aardse en zinnelijke vreugden in zich verkeerd zouden zijn, maar omdat het schepsel opstond tegen zijn Schepper, de schepping misbruikend.
De wereld verstaat de goddelijke oproep tot boete slecht. De Kerk verneemt dit woord en geeft het haar kinderen door. Dit is de grote betekenis van het jaarlijkse vasten. Boete doen voor onze eigen zonden en voor de zonden van de wereld die zich niet bekeren wil. Door ons eigen voorbeeld van boetedoening en bekering laten wij ook aan anderen zien waar de ware ziekte van de mens ligt. Het is geen gemakkelijke taak, maar het christendom is ook geen gemakkelijke weg. Het is niet voldoende om in de Kerk te zijn en de jaren maar voorbij te laten gaan. De genade en de tijd die ons worden gegeven moeten wij goed gebruiken. Amen.
19 februari 2010
Programma Sint-Nicolaasacademie
zaterdag 20 februari 2010
Op zaterdag 20 februari 2010 vindt in onze kerk en pastorie de volgende bijeenkomst plaats van de Amsterdamse Sint-Nicolaasacademie. Deze keer is het onderwerp:
PRIESTERBROEDERSCHAP SINT-PETRUS (FSSP)
Pater M. Kromann Knudsen FSSP, administrator van de Agnesparochie, zal een lezing verzorgen over het ontstaan van de priesterbroederschap en over haar missie om wereldwijd de H. Mis in de Tridentijnse ritus op te dragen en de aandacht te vestigen op de oude liturgie.
Programma
10.00 uur: H. Mis
10.45 uur: Bijeenkomst in de zaal van de pastorie
Zie: Sint-Nicolaasacademie Amsterdam verhuist naar Agneskerk en de website van de academie.
Angelus-toespraak 14 februari 2010: Christus brengt een revolutie van liefde
Tijdens de toespraak vóór het Angelus-gebed op het Sint-Pietersplein op zondag 14 februari sprak paus Benedictus XVI over het Evangelie van Christus dat een vervulling is van de ‘dorst naar gerechtigheid’ die de mensheid sinds haar bestaan kent. Het Evangelie doet dat echter op onverwachte en verrassende wijze.
De Paus zei dat de Zoon van God geen sociale en politieke omwenteling heeft gepredikt, maar een revolutie van liefde, die Hij heeft voorgeleefd op het Kruis en in de Verrijzenis.
Verwijzend naar Aswoensdag, het begin van de Vasten, sprak de Heilige Vader de hoop uit dat deze periode ons kan bevrijden van de zelfzucht die een illusie is, en dat deze Vasten ons laat inzien hoezeer we God en Zijn genade nodig hebben.
17 februari 2010
Afsluiting veertigurengebed
Op dinsdag 16 februari 2010 werd het veertigurengebed afgesloten met een kort lof. Aansluitend werd de zegen met het Allerheiligst Sacrament gegeven aan de gelovigen in de kerk en vanuit het portaal ook aan de voorbijgangers. Of mensen het zich nu bewust zijn of niet, Gods aanwezigheid mag iedereen tot zegen zijn.
16 februari 2010
Muziek uit de zondagsmis te beluisteren bij Schola Catharina
De Schola Catharina is een vrouwenschola die in 1992 werd opgericht om, ongeveer eens per maand, een gregoriaanse Mis te verzorgen in de Utrechtse Catharinakathedraal. De activiteiten breidden zich echter al snel uit. Niet alleen zingt de schola nu ook elders de gregoriaanse zondagsmis, zij verleent tevens haar medewerking aan concerten, bezinningsdagen en huwelijksvieringen; zij zingt requiem-gezangen, gregoriaanse vespers en maakte radio en TV-opnamen.
Op de website van Schola Catharina zijn nu de gezongen gregoriaanse Missen van een groot aantal zondagen in het jaar te beluisteren. Er is reeds heel veel muziek te vinden en het aanbod zal verder worden aangevuld. Zowel de Novus Ordo als de Vetus (Tridentijnse) Ordo zijn op de website van de schola te vinden. Door te klikken op een bepaalde zon- of feestdag kunnen de wisselende gezangen van die dag worden beluisterd in Windows Media Player of in Real Audio.
Onder de ‘links naar andere websites’ is een permanente link te vinden naar de muziek van de Tridentijnse Ordo onder het kopje 'Schola Catharina – muziek'.
15 februari 2010
Oproep: Koorzangers gezocht
De gregoriaanse schola van onze kerk verzorgt de zang tijdens de Hoogmis op zon- en feestdagen. We zijn op zoek naar nieuwe koorzangers. Ook als u niet elke zondag kunt meezingen, bent u van harte welkom!
Er wordt op zondag geoefend vanaf 10.15 uur. Een geschoolde zangstem is niet noodzakelijk, enthousiasme wel.
Wie meer informatie wil, kan contact opnemen per e-mail: info@agneskerk.org. Of spreekt u gerust onze dirigent, de heer J. Wensveen, even aan.
Litanie van eerherstel
Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons. Christus, aanhoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelse Vader, ontferm U over ons.
God, Zoon, Verlosser van de wereld, ontferm U over ons.
God, Heilige Geest, ontferm U over ons.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U over ons.
Jezus liefde, al te vaak miskend en beledigd, geef dat wij U beminnen.
Jezus, goddelijk Kind, verlaten en vervolgd,
Jezus, bij Uw prediking door priesters en farizeeën gedwarsboomd en tegengesproken,
Jezus, Wiens Hart pijnlijker werd doorboord door onze ondank dan door de lans van de honderdman,
Jezus, liefde altijd levend en altijd nieuw in de heilige Eucharistie,
Jezus, treurend, omdat Uw bloed voor velen tevergeefs vergoten is,
Jezus, bedroefd om onze lauwheid,
Jezus, bijna als vreemde behandeld door hen, die Gij zo vaak bezoekt,
Jezus, steeds kloppend aan de deur van ons hart,
Jezus, Die in onze harten wil wonen,
Jezus, Die onze liefde vraagt tot vergoeding van alle ondankbaarheid,
Jezus, Die trouwe harten zoekt,
Jezus, Die medelijdende harten vraagt,
Jezus, Wiens goddelijk Hart één vlam van barmhartige liefde is,
Jezus, door ons berouw verblijd,
Van de ondankbaarheid, verlos ons, Heer.
Voor de lauwheid, behoed ons, Heer.
Met Uw goddelijke liefde, vervul ons, Heer.
Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt, aanvaard ons hart als offer van eerherstel.
Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt, maak ons edelmoedig.
Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt, geef, dat wij U ons hart schenken.
Laat ons bidden.
Heer Jezus, Die ondanks onze zwakheid en onwaardigheid U gewaardigd hebt ons te openbaren, dat Gij van ons eerherstel verlangt voor de beledigingen, U door Uw meestbevoorrechten aangedaan, maak, dat wij in trouwe toewijding en ruim van hart ons aan dat eerherstel wijden.
Moge het zien van Uw lijden ons met heilige ijver bezielen; mogen wijzelf U liefhebben, en al onze krachten inspannen om Uw liefde te verbreiden. Dit vragen wij U bij de verdiensten van het kostbaar Bloed, dat Gij uit al Uw wonden en uit Uw goddelijk Hart hebt vergoten. Amen.
14 februari 2010
Preek voor zondag Quinquagesima
Epistel
1 Kor. 13, 1-13
Broeders, al spreek ik ook de talen van de mensen en de engelen, maar ik zou de liefde missen, dan ben ik als schallend koper of als een schetterend bekken. En al heb ik ook profetengave, en al ken ik alle geheimen en alle wetenschap, zelfs al heb ik een volmaakt geloof, zodat ik bergen kan verzetten, maar ik zou de liefde missen, dan ben ik niets. En al deel ik mijn gehele vermogen uit tot voedsel voor de armen, el al geef ik mijn lichaam prijs om te worden verbrand, maar ik zou de liefde missen, dan baat het mij niets. De liefde is lankmoedig, - zij is goedig, - de liefde is niet afgunstig; de liefde handelt niet onbehoorlijk, - zij is niet verwaand, - zij is niet eerzuchtig; zij zoekt niet zichzelf, - zij wordt niet verbitterd, - het kwaad blijft zij niet indachtig; zij is niet verheugd over de ongerechtigheid, maar zij verblijdt zich met de waarheid; alles verdraagt zij; alles gelooft zij; - alles hoopt zij; alles verduurt zij. De liefde vergaat nooit, al zullen profetengaven ook verdwijnen, al zullen talen ook verstommen, al zal de kennis ook te niet gaan. Want onvolmaakt slechts is ons kennen, en onvolmaakt slechts is ons profetere; als echter het volmaakte komt, dan zal wat onvolmaakt is, zonder meer verdwijnen. Toen ik nog kind was, sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, redeneerde ik als een kind; maar nu ik man geworden ben, heb ik aan het kinderlijke een eind gemaakt. Nu zien wij in een spiegel, vaag als in een raadsel; dan echter van aangezicht tot Aangezicht. Nu ken ik slechts onvolmaakt; dan echter zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend werd. Nu blijven nog: geloof, hoop en liefde, deze drie; de grootste echter van deze is de liefde.
Evangelie
Luc. 18, 31-43
In die tijd nam Jezus de Twaalf afzonderlijk bij Zich, en zeide hun: Zie, wij gaan op naar Jeruzalem en alles zal vervuld worden, wat door de profeten over de Mensenzoon geschreven is; want Hij zal worden overgeleverd aan de heidenen, en Hij zal worden bespot, mishandeld en bespuwd; en zij zullen Hem geselen en doden; - maar op de derde dag zal Hij verrijzen. Doch zij begrepen er niets van; dat woord was voor hen duister, en zij verstonden niet, wat er gezegd werd. Toen Hij nu Jericho naderde, zat er een blinde aan de weg te bedelen. Deze hoorde de menigte voorbij gaan, en vroeg, wat er te doen was. En men zeide hem: Jezus van Nazareth komt voorbij. Toen begon hij te roepen: Jezus, Zoon van David, ontferm U mijner! De mensen echter, die vooraan liepen, gaven hem dreigend te verstaan, dat hij moest zwijgen. Maar hij riep nog veel harder: Zoon van David, ontferm U mijner! Toen bleef Jezus staan, en liet hem bij Zich brengen. En toen hij bij Hem gekomen was, stelde Hij hem de vraag: Wat wilt gij, dat Ik voor u zal doen? En hij antwoordde: Heer, dat ik toch moge zien! Toen zeide Jezus hem: Word ziende! Uw geloof heeft u redding gebracht. En terstond kon hij zien, en hij volgde Hem, terwijl hij God verheerlijkte. En toen het volk dit zag, brachten zij allen lof aan God.
Preek
Op de laatste zondag voor de vastentijd wordt ons het komende lijden van de Heer voor ogen gesteld als Hij zegt: “Zie, wij gaan op naar Jeruzalem.” Daar zal Jezus worden overgeleverd en gedood. Dit is wat de heilige Moederkerk aan ons, haar kinderen, meegeeft als wij het grote vasten tegemoet treden, en zij wenst dat het heilige en verlossende lijden van Jezus ook ons lijden zal worden. Om te kunnen lijden voor de bovennatuurlijke liefde hebben wij, zoals Jezus ons leert, vasten en versterving nodig, om de goede bodem voor het zaad van de genade, waarover het Evangelie ons afgelopen week vermaande, voor te bereiden. Vasten en versterving omwille van het Rijk Gods moeten ons aardse leven begeleiden als wij ooit durven hopen op vereniging met de goddelijke Verlosser, Die de volmaaktheid van ons bestaan is.
Er zijn verstervingen zonder welke wij niet zalig kunnen worden, in die zin dat wanneer men ze nalaat men zichzelf blootstelt aan het gevaar in doodzonde te vallen. In Mattheüs 5, 28 spreekt Christus hier zeer duidelijk over, als Hij spreekt over de zonden tegen de heilige kuisheid. Hij zegt: “Wie ziet om te begeren heeft in zijn hart reeds overspel gepleegd”. Er zijn dus zintuiglijke zaken die een zware schuld in zich dragen. Hieruit volgt noodzakelijkerwijs dat wij verplicht zijn om onze zintuigen te doen versterven voor de dingen van deze wereld. Het doel van versterving is onze vereniging met God. Doch tot die vereniging kunnen wij niet komen zonder ons los te maken van de ongeregelde liefde tot de schepselen.
Beminde gelovigen, op de dag van ons doopsel is er tussen God en ons een verdrag gesloten. God heeft ons van Zijn kant gezuiverd van de erfzonde en ons aangenomen tot Zijn kinderen, Hij heeft ons deelachtig gemaakt aan Zijn leven, met de belofte ons al de genaden te verlenen die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van het leven in de genade. Van onze kant hebben wij beloofd als ware kinderen van God te leven om zo de volmaaktheid van onze hemelse Vader steeds meer nabij te komen door het bovennatuurlijke leven te ontwikkelen en te voeden. Doch deze belofte kunnen wij niet nakomen zonder het beoefenen van versterving. Enerzijds dringt de Heilige Geest, Die ons bij het doopsel is gegeven, bij ons aan op verachting van en onthechting aan de wereldse dingen en tot liefde voor het lijden, anderzijds streeft het vlees naar eer, genot en rijkdom. Er is dus strijd, een aanhoudende strijd, in ons. Wij kunnen de belofte die wij aan God hebben gedaan niet anders nakomen dan door te verzaken aan de ongeregelde liefde voor eer, genot en rijkdom.
In het Evangelie van vandaag zegt Christus: “Wij gaan op naar Jeruzalem.” Daarin is ook het Kruis begrepen. Bij ons doopsel tekende de priester ons met het kruis, eerst op het hart, om ons de liefde tot het kruis in te prenten, daarna op de schouders om ons kracht te geven het kruis te dragen. Wij komen onze doopbeloften dus niet na, als wij het kruis niet dragen. En wij dragen het kruis door te strijden tegen de ongeregelde neigingen in onze natuur. Dat is een strijd die ons tot de ware vrijheid leidt.
Beminde gelovigen, de volgende stelregel kan ons dienen in ons streven naar de bevrijdende versterving. Onze oefeningen van versterving moeten ons gehele mens-zijn omvatten, dus ziel en lichaam. Want als de mens niet in zijn volledige natuur gewend raakt aan tucht en orde, dan vormt hij een gelegenheid tot zonde. Daarom is het goed om te beginnen met het tuchtigen van onze uiterlijke zinnen, en dan langzaam voort te bewegen naar de hogere vermogens van de menselijke natuur. Bij de uiterlijke versterving volgen wij stipt de voorschriften van de zedigheid; bij de versterving in de hogere vermogens volgen wij de aanwijzingen van de geestelijke meesters onder begeleiding van een priester.
In de vastentijd weten de kinderen van de Kerk zich verplicht om de versterving van hun lichaam te oefenen, waardoor het zaad van de zaaier op goede bodem kan vallen, wanneer de Heer, Die op weg is naar Jeruzalem, vanaf het Kruis het zaad uitstrooit. Amen.
13 februari 2010
40-urengebed
Op zondag 14 februari, zondag Quinquagesima, begint om 18.00 uur het veertigurengebed. Gedurende veertig uur zal Jezus Christus tegenwoordig zijn in het uitgestelde Allerheiligst Sacrament des Altaars. In stilte kunnen wij Hem aanbidden.
Het veertigurengebed duurt tot dinsdag 16 februari, 10.00 uur. Gedurende deze veertig uur zullen enkele H.H. Missen worden opgedragen en wordt de Rozenkrans van de goddelijke Barmhartigheid gebeden. De juiste tijdstippen staan vermeld in de kalender onderaan deze pagina.
Tijdens de aanbidding kunt u in de pastorie terecht om te pauzeren, voor een kopje koffie en om weer op te warmen.
11 februari 2010
11 februari: Verschijning van Onze Lieve Vrouw te Lourdes
Bernadette Soubirous kreeg op 11 februari 1858 een visioen van de heilige Maagd Maria in de grot Massabielle bij Lourdes. Er zouden er nog zeventien volgen. Tijdens een van de verschijningen maakte Maria zich bekend als de Onbevlekte Ontvangenis, een begrip dat de zo goed als ongeletterde Bernadette niets zei. Enkele jaren daarvoor was door paus Pius IX het dogma van Maria's Onbevlekte Ontvangenis plechtig afgekondigd. Daarmee bevestigde Maria een door de Kerk afgekondigde geloofswaarheid.
Op de plek van de verschijningen werd een kerk gebouwd ter ere van de Onbevlekte Maagd. Deze groeide uit tot een van de drukst bezochte bedevaartsoorden ter wereld.
Vandaag viert de Kerk niet de gebeurtenissen van de verschijningen, maar brengt zij eer aan Maria die de zondaars tot boete en gebed roept en troost biedt aan zieken en noodlijdenden.
In het volgende filmpje leidt zangeres Angelina ons rond door Lourdes en zingt het Ave Maria van Schubert:
10 februari 2010
Angelus-toespraak 7 februari 2010: Niemand is meester over zijn eigen leven
Zondag 7 februari 2010 was de 32e Nationale Dag voor het Leven in Italië. Paus Benedictus XVI bad het Angelus met vele gelovigen en pelgrims die zich verzameld hadden op het Sint-Pietersplein. Onder verwijzing naar de liturgie van deze zondag noemde de Paus drie voorbeelden van Gods roeping: de roeping van de profeet Jesaja, het Evangelieverhaal van de wonderbaarlijke visvangst, en een deel uit de eerste brief van de heilige Paulus aan de Korintiërs. In deze drie ervaringen zien we hoe de ontmoeting met God ertoe leidt dat mensen hun armoede, inadequaatheid en beperkingen gaan inzien. Door deze zwakheid echter kan God het leven van de mens omvormen en hem roepen om Hem te volgen.
In dit jaar van de priester moeten we bijzonder bidden tot de Heer van de oogst dat Hij arbeiders zendt op de velden opdat velen de oproep van de Heer horen om Hem te volgen.
De Paus sprak verder – voor de tweede keer in enkele dagen – zijn veroordeling uit over abortus en euthanasie. Hij zei dat niemand meester is over zijn eigen leven, omdat het leven niet van ons maar van God is. We moeten het leven beschermen en respecteren vanaf de conceptie tot zijn natuurlijk einde.
Twee dagen eerder sprak de Paus ook over de beschermwaardigheid van het leven in zijn toespraak tot de Schotse bisschoppen die voor hun ad-liminabezoek in Rome zijn. De Paus bekritiseerde een Schots wetsvoorstel over de legalisering van euthanasie. Hij zei toen dat steun aan euthanasie het christelijke begrip van de waardigheid van het menselijk leven in het hart raakt en dat het een teken is van het opkomende secularisme.
De volledige Angelus-toespraak kunt u hier bekijken en beluisteren:
7 februari 2010
Preek voor zondag Sexagesima
Epistel
2 Kor. 11, 19-33; 12, 1-9
Broeders, gij zijt zo welwillend in het verdragen van onverstandige mensen, omdat gij zelf zo wijs zijt! Gij verdraagt het immers, als men u de wet stelt, - als men u uitbuit, als men u beetneemt, - als men verwaand tegen u optreedt, als men u een slag in het gezicht geeft. Ik moet tot mijn schande bekennen: in dit opzicht zijn wij - om zo te zeggen - zwakkelingen geweest. Maar wat een ander aandurft - al is het onverstandig zo te spreken - dat durf ik ook. Zijn zij Hebreën? - ik ook. Zijn zij Israëlieten? - ik ook. Zijn zij afstammelingen van Abraham? - ik ook. Zijn zij dienstknechten van Christus? - ik spreek als een dwaze - ik nog meer; door veelvuldig zwoegen, door veel gevangenschap, door geselslagen zonder tal, door herhaaldelijk doodsgevaar. Vijfmaal heb ik van de joden de veertig min één gekregen; driemaal ben ik met roeden gegeseld; éénmaal ben ik gestenigd; driemaal heb ik schipbreuk geleden, en eens heb ik een dag en een nacht doorgemaakt op de volle zee. Door vele voetreizen, door gevaren van rivieren, door gevaren van rovers, door gevaren van de kant van mijn eigen volk, door gevaren van de heidenen, door gevaren in de stad, door gevaren in de woestijn, door gevaren op zee, door gevaren onder valse broeders. Met werken en zwoegen, dikwijls zonder nachtrust, in honger en dorst, in veelvuldig vasten, in koude en naaktheid. En behalve al dat uitwendige, ook nog mijn dringend werk van iedere dag: de zorg voor alle kerken. Wie is er zwak, zonder dat ik het meevoel? Wie lijdt er ergernis, zonder dat ik vurig word? Als er geroemd moet worden, dan zal ik op mijn zwakheid roemen; God, Die de Vader is van onze Heer Jezus Christus en gezegend is in eeuwigheid, weet dat ik niet lieg. Te Damascus liet de stadhouder van koning Aretas eens de stad van de Damascenen bewaken om mij in handen te krijgen en... door een venster werd ik in een mand langs de muur neergelaten; en zó ontkwam ik aan zijn handen. Als er geroemd moet worden - al heeft het dan geen nut - dan zal ik overgaan tot visioenen en openbaringen des Heren. Ik ken een christenmens, die veertien jaar geleden - met het lichaam: ik weet het niet; of zonder lichaam: ik weet het niet; God weet het; - opgevoerd werd naar de derde hemel. En ik weet, dat die mens - met of zonder lichaam: dat weet ik niet; God weet het; - opgevoerd is naar het paradijs; daar vernam hij toen geheime dingen, waarover een mens niet spreken mag. Op zó iemand zal ik roemen; wat echter mij zelf betreft, zal ik alleen maar roemen op mijn zwakheden. Doch ook al wilde ik roemen, het zou niet onzinnig van mij zijn; want ik zou waarheid spreken. Maar ik wil het niet doen, opdat niemand mij hoger zou achten, dan hij van mij ziet of hoort. En opdat de grote openbaringen mij niet ijdel zouden maken, werd mij een prikkel gegeven in het vlees, een engel van de satan, die mij moet kwellen. Daarom heb ik driemaal tot de Heer gebeden, dat deze van mij zou weggaan. Maar Hij gaf mij ten antwoord: Mijn genade is voor u voldoende; want kracht komt juist bij zwakheid tot volle ontplooiing. Daarom wil ik gaarne roemen op mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij moge wonen.
Evangelie
Luc. 8, 4-15
In die tijd kwam er een talrijke menigte bijeen, die vanuit de steden naar Jezus toestroomde. Dan sprak Hij in een gelijkenis: Een zaaier ging uit, om zijn zaad te zaaien. En bij het zaaien viel er een gedeelte op de weg; het werd vertrapt, en de vogels des hemels aten het op. En een ander gedeelte viel op rotsige bodem; het schoot wel op, maar verdorde er bij gebrek aan vochtigheid. Weer een ander gedeelte viel midden tussen de doornen; en de doornen schoten tegelijk mede op en verstikten het. Een ander gedeelte ten slotte viel op goede bodem; het schoot op en droeg honderdvoudige vrucht. Bij deze woorden riep Hij uit: Wie oren heeft om te horen, dat hij hore! Zijn leerlingen nu vroegen Hem, wat deze gelijkenis betekende. En Hij gaf hun ten antwoord: U is het gegeven de geheimen van het rijk Gods volledig te kennen; de overigen echter slechts in gelijkenissen, opdat zij wel zien maar niet inzien, wel horen maar niet begrijpen. Dit nu is de zin van de gelijkenis: Het zaad is het Woord Gods. Waar het op de weg valt, - dat zijn zij, die wel toeluisteren, maar dan komt de duivel, en neemt het Woord weg uit hun hart, opdat zij niet geloven en zalig worden. Waar het evenwel op rotsige bodem valt, - dat zijn zij, die het Woord aanhoren, en met vreugde opnemen; doch zij laten het geen wortel schieten; zij geloven een tijdlang, maar als de beproeving komt, vallen zij af. Wat echter tussen de doornen valt, - dat zijn zij, die wel geluisterd hebben; doch door de zorgen, de rijkdom en de genietingen des levens wordt het bij hen gaandeweg verstikt, zonder dat het vrucht oplevert. Maar wat op goede bodem valt, - dat zij zij, die het Woord met een goed en edel hart aanhoren, het bewaren, en vrucht voortbrengen door te volharden.
Preek
Het lijk alsof Sint Lucas in het Evangelie van vandaag iets wil meedelen dat in de ogen van de goddelijke Verlosser bijzonder gewichtig is voor het mensdom.
Hij schetst de situatie als volgt: “Toen er eens een grote menigte bijeen was, daar men uit alle steden naar Hem was toegestroomd...”, alsof Jezus deze mensenmassa heeft afgewacht om een zeer belangrijke parabel te vertellen. (Luc. 8, 1-15) Uit Zijn parabel van het zaad zou men immers kunnen opmaken dat Hij het mensdom – in het bijzonder degenen die ooit van Zijn Evangelie gehoord hebben – in vier groepen verdeelt, namelijk de lichtzinnigen, de zwakken, de wereldse mensen en Zijn trouwe volgelingen.
De zaaier ging uit om zijn zaad te zaaien... een deel valt langs de weg... het wordt door de vogels opgepikt. Dat zijn zij die het Woord wel horen, maar dan komt de duivel en die neemt het weg uit hun hart.
Een deel valt op de rotsen en verdort. Dat zijn zij die het Woord met vreugde horen, maar bij wie het geen wortel schiet. Een tijdlang geloven ze wel, maar als de beproeving komt dan vallen zij af.
Is deze parabel niet een beeld van de werkelijkheid die zich voor ons allen afspeelt? Zo velen horen het Woord Gods maar het maakt op hen geen indruk. Zij luisteren, zoals zij naar talloos vele dingen luisteren. De duivel heeft geen moeite hun de Waarheid weer te ontfutselen. Anderen zijn vol vreugde, ze zijn zelfs vurig, maar het zit niet diep. Als er offers gevraagd worden, als er verleiding komt, van welke aard ook, dan zijn ze de eersten om te bezwijken. Ze vallen af, ze vergeten de godsdienst van hun jeugd of de vurigheid van hun eerste priesterjaren. En wat eens zo veelbelovend was... verdort.
Als het niet tot afval komt, dan blijft toch de bloei en de vrucht achterwege; het zaad werd tot gewas... het is er... het neemt plaats in, maar van rijkdom en schoonheid is geen spoor te bekennen. Waarom dat alles? Er wordt door de Verlosser slechts één reden genoemd. Zij hebben geen diepte, ze zijn te vaag, zij nemen het leven of Gods Woord niet ernstig genoeg: hun bodem is niet bewerkt. Indien wij niet zorgen voor grote ontvankelijkheid, indien wij het zaad van Gods Woord en van Gods genade niet gretig opnemen in een goed bereide bodem en het niet bewaren, kweken, beschermen en helpen... dan blijkt het onvruchtbaar te zijn. Wij kunnen hierin zien hoe belangrijk de goede wil is, hoezeer onze persoonlijke medewerking noodzakelijk is.
Er is een deel van het zaad dat tussen doornen valt: het wordt door de opkomende doornen verstikt. Gods Woord en Zijn genade, plannen van heiligheid of de priesterlijke wijding bieden geen bescherming als zij ons hart niet vervullen. Men weet zijn hart zo zelden vrij te houden. Zo gemakkelijk wordt ingetogenheid, de heilige reserve, de diepe stilte, gezien als iets van vroegere tijden, iets dat nu volkomen overbodig is. En het zaad is gevallen tussen doornen en wordt verstikt.
Maar een deel van het zaad valt in goede aarde. Het was de goede aarde die het vrucht deed dragen, honderdvoudige vrucht. Dat zijn zij die beginnen met een goed en edel hart... die weten te aanvaarden... die vrucht voortbrengen door volharding.
Het lijkt haast bovenmenselijk als we de woorden van Jezus lezen. Hij vraagt zoveel. Maar vergeten we vooral Zijn genade niet. Waar Hij een krachtige en goede wil ziet, daar komt Hij ons tegemoet met Zijn goddelijke kracht. Hij helpt, Hij troost, Hij redt, Hij voert tot volmaaktheid als iemand werkelijk wil.
Beminde gelovigen, laten wij de aanstaande vastentijd vooral gebruiken om onze aardbodem voor te bereiden voor het zaad dat de goddelijke Verlosser op het Kruis gaat verdienen en in onze harten zal zaaien. Amen.
4 februari 2010
Getuigenis over het biechtsacrament
Bovenstaande video laat een oprechte getuigenis zien van een jongeman over het sacrament van de biecht. Dit sacrament komt donderdagavond 11 februari aan de orde tijdens de catechese voor volwassenen over de zeven sacramenten. Aanvang: 19.30 uur. Voorafgaand is er om 18.45 uur een heilige Mis.
2 februari 2010
Paus Benedictus XVI benadrukt het belang van de onverkorte verkondiging van de katholieke zedenleer door bisschoppen, priesters en leken
De Kerk heeft het recht om deel te nemen aan het sociale en politieke debat over de toekomst van de samenleving, uit naam van het Evangelie en om de belangrijke morele waarden in herinnering te brengen. Dit zei paus Benedictus XVI afgelopen maandag tijdens zijn toespraak tot de bisschoppen van Engeland en Wales bij de afsluiting van hun ad-liminabezoek.
De Paus keerde zich in zijn toespraak tegen onrechtvaardige beperkingen die religieuze gemeenschappen in het Verenigd Koninkrijk opgelegd krijgen. Enkele wetten, die bedoeld zijn om gelijke behandeling van alle burgers te bevorderen, leiden in de praktijk tot het tegendeel. Zo hebben verschillende Rooms-katholieke adoptiebureaus hun activiteiten moeten staken omdat zij – op basis van recente wetgeving – werden gedwongen om kinderen ook bij homoseksuele paren te plaatsen.
De Paus deed een oproep aan de bisschoppen om – trouw aan het Evangelie – ervoor zorg te dragen dat de katholieke zedenleer volledig en zonder enige terughoudendheid verkondigd wordt. Dat is een recht dat niet botst met de rechten van andere groeperingen in de samenleving. De christelijke boodschap moet eendrachtig en op heldere wijze worden verkondigd. De katholieke gemeenschap dient daarbij met één mond te spreken. Bisschoppen, priesters, catechisten, onderwijzers en schrijvers - ofwel allen die betrokken zijn bij de verkondiging van het Evangelie - moeten voortgaan op de missionaire weg door de Geest te volgen Die de Kerk in de Waarheid begeleidt. Het is de Waarheid die ons vrij maakt; de Waarheid die ons geopenbaard wordt door de heilige Schrift en de Traditie, en die wordt geformuleerd door het Leergezag van de Kerk.
Zie ook het weblog van father John Zuhlsdorf What Does The Prayer Really Say? (Engelstalig).
Angelus-toespraak 31 januari 2010: Liefde is het kenmerk van God en van de gelovigen
Liefde is het kenmerk van God en van de gelovigen. Het is het gedrag van hen die antwoorden op de liefde van God door hun leven af te leggen als een zelfgave aan God en de naaste. Zo sprak paus Benedictus XVI afgelopen zondag tijdens zijn toespraak vóór het bidden van het Angelus. Hij gaf een toelichting op de ‘hymne van naastenliefde’ die de heilige Paulus neerlegt in zijn Eerste brief aan de christenen van Korinthe. De Paus zei dat de Apostel ‘het pad van perfectie toont’ dat bestaat uit naastenliefde ofwel ‘agape’ – dat betekent oprechte liefde. De Paus zei dat als we uiteindelijk, van aangezicht tot Aangezicht, God zullen ontmoeten, dan zullen alle andere gaven minder waard blijken. De enige gave die eeuwig standhoudt is de naastenliefde, want God is liefde en wij zullen aan Hem gelijk worden, in volledige gemeenschap met Hem.
Zo lang we nog in deze wereld leven kan een christen herkend worden aan de naastenliefde. Het is een samenvatting van zijn gehele leven: van wat hij gelooft en hoe hij handelt. Onder verwijzing naar zijn eerste encycliek ‘Deus caritas est’, die geheel gaat over de liefde, sprak de Paus over de liefde die de essentie is van God Zelf, het is de betekenis van de schepping en van de geschiedenis. Het is het Licht dat schoonheid en goedheid schenkt aan elke mens. En Christus is de vleesgeworden Liefde.
Heiligen vormen een hymne op de naastenliefde, aldus de Paus. Hij riep de voorspraak in van de heilige Don Bosco die afgelopen zondag werd herdacht als voorbeeld voor de priesters en de priesterlijke roeping van jongemannen in deze tijd. Na het Angelus-gebed liet de Paus samen met twee jongeren van een Romeinse katholieke jongerenorganisatie twee duiven los als teken van vrede en van hoop voor de wereld.
De volledige Angelus-toespraak van de Paus kunt u hier bekijken en beluisteren: