Toen de sabbat voorbij was, kochten Maria Magdalena, Maria, de moeder van Jakobus, en Salome welriekende kruiden om Hem te gaan balsemen. Op de eerste dag van de week, heel vroeg, toen de zon juist op was, gingen zij naar het graf (Mc. 16, 1-2). Naar binnen gaand, raken ze hevig ontsteld, want ze vinden het lichaam van de Heer niet. Een jongeman, in wit gewaad gekleed, zegt hun: Weest niet bevreesd. Ik weet dat gij Jezus van Nazaret zoekt. Non est hic, surrexit enim sicut dixit. Hij is niet hier, want Hij is verrezen zoals Hij gezegd heeft (Mt. 28, 5).