Epistel (Gal. 5, 16-24)
Broeders, gij moet leven naar de geest; dan zult gij de begeerten van het vlees niet inwilligen. Het vlees immers begeert, tegen de geest, en de geest tegen het vlees; want de een strijdt tegen de ander, om u af te trekken van hetgeen gij zoudt willen doen. Maar als gij u laat leiden door de geest, is er geen wet, die u treft. De werken nu van het vlees zijn welbekend; het zijn immers: ontucht, onreinheid, oneerbaarheid en zedeloosheid; afgodendienst, toverij en vijandschap; twist, afgunst en toorn; onenigheid, tweedracht en verdeeldheid; jaloersheid, doodslag, dronkenschap en onmatigheid; en meer dergelijke dingen. Maar ik zeg u van te voren, zoals ik vroeger ook reeds gedaan heb, dat zij, die zulke dingen doen, het rijk van God niet zullen verwerven. Daarentegen zijn de vruchten van de geest: liefde en vreugde, vrede en geduld; welwillendheid en goedheid, lankmoedigheid en zachtmoedigheid; getrouwheid en bescheidenheid, zelfbeheersing en reinheid. Tegen zulke mensen richt zich geen enkele wet. Degenen nu, die Christus toebehoren, hebben hun vlees aan het kruis geslagen met al zijn ondeugden en begeerten.
Evangelie (Mt. 6, 24-33)
In die tijd sprak Jezus tot Zijn leerlingen: Niemand kan twee heren dienen; want hij zal of de een haten en de ander beminnen, of de een op de handen dragen en de ander verwaarlozen. Gij kunt niet tegelijk God dienen en de mammon! Daarom zeg Ik u: Weest niet angstig bezorgd voor uw leven, wat gij zult eten, of voor uw lichaam, waarmede gij u zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam niet meer dan de kleding? Ziet naar de vogelen des hemels; zij zaaien niet, en zij maaien niet en verzamelen niet in schuren; en toch, uw hemelse Vader voedt ze. Zijt gij niet veel meer waard dan zij? En wie uwer kan met al zijn denken aan zijn lengte één el toevoegen? En wat maakt gij u angstig bezorgd over kleding? Ziet de lelies op het veld, hoe ze groeien; zij werken niet en spinnen niet; en tóch zeg Ik u, dat Salomon in al zijn heerlijkheid niet gekleed was als één van deze. Als God nu het gewas op het veld, dat heden is en morgen in de oven geworpen wordt, zo kleedt, hoeveel te meer dan u, kleingelovigen? Wilt dus niet angstig bezorgd zijn en zeggen: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmee zullen wij ons kleden? Want dat zijn dingen, waar de heidenen naar vragen. Immers uw Vader weet, dat gij dit alles nodig hebt. Zoekt derhalve eerst het rijk Gods en Zijn gerechtigheid en al dat andere zal u geschonken worden als toegift.
Preek
“Niemand kan twee heren dienen.” Met deze woorden begint het Evangelie van vandaag. Deze woorden willen ons laten begrijpen dat wij God boven al het andere moeten zoeken, dat wil zeggen met een voorliefde die iedere andere voorkeur uitsluit. Deze woorden gelden voor ieder van ons in het bijzonder, maar ook voor de Kerk, als het geheel van al haar ledematen tezamen: Wij moeten God boven alles zoeken.
Als wij God boven alles stellen, dan vertrouwen wij ook boven alles op Hem en willen wij Hem dienen en toebehoren. Door deze houding in ons persoonlijk leven in te nemen, eren wij God met onze gehele persoon, want door op Hem te vertrouwen erkennen wij Zijn goedheid, Zijn almacht en Zijn vaderlijke heerschappij over ons. Op Hem te mogen vertrouwen is een groot geluk. Maar ons vertrouwen is alleen zuiver als wij ook de hemel er bij betrekken, want alle aardse waarden krijgen pas hun meest zuivere en reine belichting vanuit de gedachte aan de eeuwigheid, waarheen wij allen op weg zijn.
Daarom, beminde gelovigen, is het ook evident dat wij niet twee heren kunnen dienen, want wij moeten in vertrouwen dienen. Door twee heren te dienen kunnen wij ons vertrouwen niet volledig schenken. Hoe ruïnerend deze dienst aan twee heren is, kunnen wij zien in het leven van grote delen van de Kerk van vandaag. Sinds het Tweede Vaticaans Concilie probeert de Kerk bevriend te zijn met de moderne wereld en tegelijkertijd God te dienen. Het bevriend willen zijn met de wereld is er de oorzaak van dat in een groot deel van de Kerk God aan de kant is gezet, de duidelijkheid van de christelijke boodschap wordt verduisterd en de ijver om het wereldse te heiligen door Christus enorm is verminderd. Is het niet logisch dat het zo is gelopen? De twee heren willen beiden hun wil doorzetten bij de dienaar, met als gevolg dat de dienaar aan ten minste één van zijn heren alleen lippendienst zal gaan verrichten. Het is jammer dat zo veel katholieken zulke dienaren zijn geworden, en met hen ook grote delen van de Kerk.
Het Evangelie van deze zondag wil ons juist leren om niet zo een dienaar te worden. Christus zegt: “Weest niet bezorgd.” Hij wil daarmee zeggen dat wij ons vertrouwen volledig op God moeten richten, dat ons vertrouwen het tijdelijke moet overwinnen en zich op het eeuwige moet oriënteren, het eeuwige dat ons uiteindelijk naar God zal brengen. Wie zich niet oefent in vertrouwen en overgave zal steeds in eigen bekommernis verstrikt raken en het oog nooit tot het hemelse kunnen verheffen. Dat is de ziekte van de moderne mens en van een Kerk die met de wereld heult.
De deugd van kinderlijk vertrouwen vraagt genade en een oprechte geest van dienstbaarheid. Deze geest van dienstbaarheid kijkt vooruit naar het aangegeven einddoel, en is bereid alles op alles te zetten om dat doel ook eens te bereiken, en ook het eigen leven te offeren. Deze deugdzame dienst hebben de martelaren bewezen in hun liefde tot God. Deze dienst verleent ook de Kerk als zij moedig de leugens van de moderne wereld tegenspreekt om de rechten van God en alles wat heilzaam is voor de zielen te verdedigen. En ook wij zullen deze dienst moeten bewijzen om aan God te kunnen toebehoren. Want niet iedereen die “Heer, Heer” zegt zal het rijk der hemelen binnengaan, maar wel hij die God aanspreekt als zijn Heer onder opoffering van zijn eigen leven. Amen.
Rooms-katholieke parochie voor de traditionele Latijnse liturgie in de Sint-Agneskerk te Amsterdam
Pagina's
29 augustus 2010
Preek voor de veertiende zondag na Pinksteren
25 augustus 2010
Professor dr Karel Van Isacker S.J. overleden
Professor dr Karel Van Isacker S.J. |
In Niel-bij-As is op woensdag 25 augustus 2010, één dag na de viering van zijn 65-jarig priesterfeest, op de herinneringsdag van zijn eerste heilige Mis, overleden de zeereerwaarde pater Karel Van Isacker, priester in de Sociëteit van Jezus.
Afgelopen zondag is hem reeds het heilig Oliesel toegediend, omdat zijn gezondheidstoestand steeds verder achteruit ging. Toch werd op 24 augustus in de Sint-Michaëlskapel nog een plechtige Drieherenmis opgedragen uit dankbaarheid voor zijn briljanten (65-jarig) priesterjubileum.
Pater Van Isacker studeerde filosofie, theologie en geschiedenis en was een van de hoofdredacteuren van de vijftiendelige geschiedkundige encyclopedie "Twintig eeuwen Vlaanderen". Van 1965 tot 1980 was hij hoogleraar aan de Ufsia, nu Universiteit Antwerpen.
In 1989 schreef hij een pleidooi voor de voorconciliaire Tridentijnse Liturgie, getiteld 'Ontwijding'. In Niel-bij-As bouwde hij een grote stal en boerderij om tot de Sint-Michaëlskapel en sindsdien droeg hij er dagelijks de heilige Mis op volgens de oude ritus.
Pater Karel Van Isacker is 97 jaar geworden.
Voor meer informatie over zijn leven, de Sint-Michaëlskapel en zijn uitvaart: zie de website van de kapel.
Twee citaten uit het boekje 'Ontwijding' door pater Karel Van Isacker (Davidsfonds, 1989):
"Voor het weervinden van het geloof en de wijding zal er meer nodig zijn dan een terugkeer tot de authentieke teksten van Vaticanum II. Even onontbeerlijk is het goedmaken van de fouten: het overhoophalen van de traditie en het naïeve openstaan voor de 'wereld'."
"Wat na Vaticanum II in de Kerk gebeurde is heel wat anders dan het opruimen van verstarde gebruiken. Het is, op vele punten, een ruptuur met de heilige en daarom onaanraakbare oorsprong, met de Christus Die voortleeft in de Kerk. Het snelle verval van de godsdienstigheid is een symptoom. (...) De hoofdtrend van het proces van secularisering is duidelijk: emancipatie door desacralisatie. De mens moest autonoom worden en dus bevrijd van de religieuze tradities, van de wijding, van het sacrale dat hem opende voor 'het totaal ondere, het transcedente, het absolute, het goddelijke'. Zo werd ieder afbreken van een stuk eerbiedwaardig verleden een stap naar emanciperende ontwijding."
Aandacht voor Agneskerk op 'New Liturgical Movement'
De website New Liturgical Movement besteedt aandacht aan de plechtigheden in onze kerk op het feest van Maria Tenhemelopneming en aan de komst van de nuntius, mgr F. Bacqué. Er wordt verslag gedaan aan de hand van een aantal foto's van die dag.
Enkele weken geleden besteedde dezelfde website ook al aandacht aan de Agneskerk. In een serie over moderne kerkgebouwen werd onze kerk uitgelicht. Ook bij dat artikel staan veel foto's.
24 augustus 2010
Preek op 15 augustus 2010 door mgr F. Bacqué, apostolisch nuntius
Mgr Bacqué tijdens zijn homilie. |
In de eerste plaats zou ik mijn dank willen uitspreken jegens de administrator, pater Knudsen, alsmede jegens pater Komorowski, voor de uitnodiging om deze Eucharistieviering te presideren. Het is goed dat we zo samen het feest van Maria Tenhemelopneming kunnen vieren in deze parochie van Sint Agnes.
Maria, voorbeeld en Moeder van de Kerk
Het Tweede Vaticaans Concilie heeft in haar consitutie Lumen Gentium Maria voorgesteld als voorbeeld en Moeder van de Kerk, daartoe gebracht door de kracht van de Heilige Geest. Maria wordt daarin beschreven als een liefdevolle moeder door een innige en onverbreekbare band met God verenigd (VII, 53).
In het perspectief van dat moederschap herkent men in Maria een eerste beeld van de Kerk. Maria is Moeder van Jezus, de eerstgeborene. Maar ook moeder van alle christenen. Zij geeft aan die liefde als moeder niet alleen uitdrukking door gevoelens, maar ook door bij te dragen aan het ontstaan en opvoeden van christen-mensen. Daarmee neemt zij deel aan het heilsplan van de Heer.
Vanaf de Aankondiging door de engel tot aan haar staan onder het Kruis beleeft Maria haar moederschap in het geven van genade. Voor ons, die als broeders en zusters verbonden zijn met haar Zoon, treedt zij op als voorspreekster met het oog op onze gang naar de hemel.
Door haar te beschouwen als Moeder van de Kerk krijgt het moederschap van de Kerk een heel persoonlijke uitdrukking in de vorm van een dialoog. Als voorbeeld voor de Kerk geeft ze ook uitdrukking aan de bemiddelende taak van de Kerk. Maria bemiddelt voor ons en begeleidt ons vanaf onze geboorte tot aan onze dood, ja, totdat we aankomen in het eeuwige leven. Door haar tenhemelopneming heeft Maria een bijzondere plaats gekregen tussen de hemelse glorie en het aardse bestaan van de Kerk. Maria is een toonbeeld van heiligheid die ons wordt voorgehouden en ons de weg wijst naar de hemel. Ze toont ons hoe wij kunnen geloven, en hoe wij kunnen ingaan op het plan van God dat verder reikt dan ons aardse bestaan.
Maria, Moeder van de Kerk, bid voor ons!
Het Evangelie wordt gezongen door de diaken. |
Maria, Moeder van de hoop
In die verhoging van Maria tot in de hemelse glorie mogen wij een heel sterke beweegreden vinden om te hopen. De hoop is een goddelijk verlangen dat Jezus in het diepste van onze harten heeft neergelegd. Als christenen verlangen wij naar die gave, die Jezus met ons wil delen, namelijk om, bewogen door de adem van de Geest, de Vader te zien, in het licht van de Zoon. Onze hoop als christenen overstijgt onze menselijke verlangens, hoe terecht die ook mogen zijn.
Maria heeft haar aardse leven geleefd in diepe verwachting. Zij heeft uitgezien naar de komst van de Messias, die door God aan Zijn volk was beloofd, en naar het heil dat Hij zou realiseren door het kruis en de verrijzenis. Op het uur dat Jezus ging sterven aan het kruis heeft zij gehoopt tegen alle hoop in. Na Jezus' Verrijzenis heeft Maria in verwachting uitgezien naar de komst van de Geest van waarheid en liefde, Die haar goddelijke Zoon had beloofd te zullen sturen. Door en in haar tenhemelopneming is haar hoop aan het einde van haar aardse leven ten volle vervuld, omdat zij met de Heilige Drie-eenheid werd verenigd.
Door haar tenhemelopneming houdt Maria in ons levend dat er een andere wereld bestaat. Zij helpt ons om ons geloof in de Verrijzenis van Christus te belijden. Haar tenhemelopneming verwijst ons naar het verrezen lichaam van Jezus, zoals de schittering in een kristal ons verwijst naar de bron van dat licht: de zon.
Het dogma van haar tenhemelopneming wijst ons op de uitermate grote waardigheid van het menselijk lichaam. Ons lichaam beperkt zich niet tot een louter fysieke realiteit, omdat het geroepen is om een glorieuze bestemming te krijgen. Laten we daarom alles achterwege laten dat het lichaam in diskrediet kan brengen, zowel dat van onszelf als dat van onze zusters en broeders.
Maria, Moeder van de hoop, bid voor ons!
Mgr Bacqué en zijn dienaren knielen bij het Canongebed tijdens de heilige Mis. |
Maria, Moeder van de nieuwe evangelisatie
Maria helpt ons om voort te gaan in het geloof. Het is Maria die zich haast naar haar nicht Elisabeth om met haar de vreugde te delen van het mysterieuze gebeuren dat in haar plaatsvond, en die haar lied van het Magnificat uitzingt over de grote daden van de Heer. Het is Maria op de bruiloft van Kana die daar zegt: Zij hebben geen wijn meer! Een uiting van aandachtige liefde voor ons als medemensen en een uiting van sterk verlangen naar de komst van het uur van heil.
Maria is de eerste geweest in het geloven. Dat ze ons mag helpen om het geloof in Jezus te verkondigen, het Goede Nieuws van het Evangelie, het moederlijk onderricht van de Kerk.
Maria, Moeder van de evangelisatie, bid voor ons!
Amen.
A translation in English can be found here.
23 augustus 2010
Gregoriaanse vrouwenschola in de Agneskerk
Geënthousiasmeerd door mevrouw Heleen Keller van Schola Catharina willen enkele vrouwelijke gelovigen uit onze kerk proberen om een gregoriaanse vrouwenschola op te richten.
De eerste repetitie zal plaatsvinden in de kerk op
Zaterdag 28 augustus om 14.00 uur
Iedereen die geïnteresseerd is wordt van harte uitgenodigd om -- geheel vrijblijvend -- hieraan deel te nemen.
Het ligt in de bedoeling om één keer in de maand de zang tijdens een heilige Mis in de Agneskerk te gaan verzorgen. De twee daaraan voorafgaande zaterdagen zal hiervoor worden gerepeteerd.
Voor meer informatie: Zie de speciale website.
22 augustus 2010
Preek voor de dertiende zondag na Pinksteren
Epistel (Gal. 3, 16-22)
Broeders, aan Abraham werden de beloften aangekondigd, en aan zijn zaad. Er staat niet: "en aan zijn nazaten", alsof er sprake was van velen; maar als van één: "en aan uw zaad", en dat is Christus. Nu is dit mijn bedoeling: een wilsbeschikking, die door God Zelf rechtsgeldig is tot stand gekomen, wordt door de Wet, die vierhonderdendertig jaar later is ontstaan, niet ongedaan gemaakt, zodat de belofte niet meer van kracht zou zijn. Niettemin, als de erfenis voortvloeit uit de Wet, wordt zij niet verkregen krachtens belofte. En toch, aan Abraham heeft God Zijn gunst bewezen door belofte. Waarvoor diende dan de Wet? Omwille van de overtredingen werd zij gegeven, totdat het zaad zou komen, waaraan Hij de belofte verbonden had; en zij werd uitgevaardigd door engelen door tussenkomst van een middelaar. Een middelaar nu treedt niet op bij één persoon. God echter is één. Is de Wet dus in strijd met de belofte van God? – Volstrekt niet; want indien er een wet gegeven was, die bij machte was het leven mee te delen, dan zou inderdaad de gerechtigheid voortkomen uit de Wet. Maar de Schrift heeft nu eenmaal alles onder de macht van de zonde gesteld, opdat de belofte aan degenen, die geloven, in vervulling zou gaan door het geloof in Jezus Christus.
Evangelie (Lc. 17, 11-19)
In die tijd trok Jezus op Zijn reis naar Jeruzalem door het grensgebied van Samaria en Galilea. En toen Hij een zeker dorp wilde binnengaan, kwamen er tien melaatsen naar Hem toe, die op een afstand bleven staan en met luider stem riepen: Jezus, Meester, heb medelijden met ons. En zodra Hij hen zag, sprak Hij: Gaat heen en vertoont u aan de priesters! Nu geschiedde het, dat zij onderweg gereinigd werden. En een van hen ging terug, zodra hij bemerkte, dat hij gereinigd was, terwijl hij God verheerlijkte met luider stem; en hij wierp zich op zijn aangezicht neder aan Zijn voeten en dankte Hem. En deze was een Samaritaan. En Jezus nam het woord en zei: Zijn er geen tien genezen? Waar blijven dan de negen anderen? Niemand is er gevonden, die terugkeerde en eer gaf aan God, behalve deze vreemdeling! En Hij sprak tot hem: Sta op en ga heen; want uw geloof heeft u redding gebracht.
Preek
Na het lezen van het epistel van deze zondag kunnen wij ons afvragen waarom de apostel de belofte zo zeer verheerlijkt ten koste van de wet. Het antwoord op die vraag is: omdat de belofte volledig Gods werk is, die louter en alleen voortvloeit uit Zijn barmhartige liefde. God belooft wonderbare zegeningen uit pure goedheid. De mens heeft daaraan part noch deel, want alle glorie komt toe aan God, ook die van ons eigen heil.
Wat de wet betreft: zij is slechts een tijdelijk bestel, dat later werd gegeven dan de belofte en dat de belofte niet buiten werking mag stellen. In Gods bedoeling gebeurt dat ook niet. Maar de joden in de tijd van Paulus handelden alsof het heil veel meer moest komen van hun eigen navolging van de wet, dan van Gods genadige goedheid. De wet is trouwens niet zuiver Gods werk. Paulus spreekt erover hoe engelen en mensen daarbij een rol moeten spelen. De wet is een tweezijdig contract: indien wij Zijn Wil volbrengen zal God ons zegenen. Maar de belofte is zo veel meer dan de werkelijkheid van de wet: de belofte houdt in dat wij mogen vertrouwen en geloven in Gods goedheid. De belofte is dus een zuivere en onvermengde daad van God, zonder enig menselijk element.
De christen geeft van zijn kant aan God de eer door te geloven, door onvoorwaardelijk te vertrouwen op de genade Gods, en niet op eigen prestaties en verdiensten. Zo ziet de heilige apostel Paulus het heil: komende van God, terwijl wij Hem alleen verheerlijken, omdat aan Hem alleen de eer toekomt. Alles komt voort uit Zijn barmhartige en genadevolle belofte.
De zondige mens kan zichzelf niet redden, ook niet door de wet. Wij kunnen slechts gered worden door te geloven in het heil dat Jezus ons aanbiedt. Het is voor de meesten onder ons, die in het katholieke geloof geboren en opgevoed zijn, en dus het christelijke heil bijna als iets vanzelfsprekends zijn gaan beschouwen, ontzaglijk nuttig deze grote gave van God te zien zoals zij werkelijk is: pure goedheid en genade van God in Jezus Christus onze Heer.
Beminde gelovigen, tegenover deze grote goddelijke gave past slechts een zielenhouding van nederig bewustzijn van onze eigen zondigheid en onmacht, en van het in dankbaarheid aanvaarden van het geloof in God en Zijn beloften van heil en genade.
Van deze kernwaarheid van het geloof, dat het heil van ons allen bij God begint en ook door God zijn voleinding zal bereiken is de heilige Paulus diep overtuigd. Daarom ook legt hij de nadruk op de belofte en plaatst hij de wet op de tweede plaats. Alleen op deze manier wordt het mogelijk om de vergiftigende eigenroem, die vele mensen tot op heden bezielt, te elimineren, en aan God de plaats te geven die Hem toekomt, namelijk die van ons aller eer en glorie. Deze ordening van het goddelijke heil en de genade toont aan de mensen hun eigen nederigheid en tegelijkertijd de oneindige liefde waarmee God hun zielenheil bemint. Dat brengt ons tot de wijze waarop wij God zouden moeten beminnen, namelijk door ons volledig over te geven aan Zijn genade. Amen.
Prijst met ons uw Koningin...
Een videoverslag van de Mariaprocessie die op 15 augustus 2010 vanuit onze kerk werd gehouden.
20 augustus 2010
Vrijdag 20 augustus, 12.00 - 17.00 uur:
Aanbidding van Jezus Christus in het Allerheiligst Sacrament
De Pastoor van Ars over de Werkelijke Tegenwoordigheid van Jezus
in het Allerheiligst Sacrament des Altaars:
"Ach! Hadden we maar de ogen van de engelen
om daarmee onze Heer Jezus Christus te zien,
Die hier aanwezig is op dit altaar en Die naar ons kijkt.
Wat zouden we van Hem houden!
We zouden nooit meer van Hem willen scheiden.
We zouden altijd aan Zijn voeten willen blijven;
het zou een voorproef van de hemel zijn;
al het andere zou ons niet meer aantrekken.
Maar kijk, wat we nodig hebben is geloof."
18 augustus 2010
Professor dr Karel Van Isacker S.J. 65 jaar priester
De jubilaris, professor dr Karel Van Isacker S.J. |
Op dinsdag 24 augustus 2010 is het 65 jaar geleden dat prof. dr Karel van Isacker S.J. tot priester werd gewijd.
Priester-historicus prof. dr Karel Van Isacker S.J. (1913) ging eind jaren '80 met emeritaat van de Universiteit van Antwerpen. Hij verliet Antwerpen en vertrok naar de rustieke Caelenberg nabij Niel bij As. Hij verbouwde er een boerderij tot Sint-Michaëlskapel. Op 15 augustus 1998 werd de boerderij Berger aan de Caelenberg te Niel bij As na een grondige verbouwing omgevormd tot kapel. Zij werd toegewijd aan de Heilige Michaël.
De 97-jarige Vlaamse pater-jezuïet draagt daar nog dagelijks de heilige Mis op. Hij bleef de oude Tridentijnse ritus trouw.
Onverzettelijk in zijn geloof, zijn gehechtheid aan zijn Vlaamse volk en de christelijke waarden die het mee groot hebben gemaakt, blijft hij op de barricaden staan voor zijn Kerk en zijn land.
Uit dankbaarheid zal er op dinsdagavond 24 augustus een plechtige heilige Mis met assistentie van diaken en subdiaken worden opgedragen. Deze heilige Mis begint om 19.00 uur in de Sint-Michaëlskapel, Caelenbergstraat 40 in Niel-bij-As, België. De gregoriaanse gezangen zullen worden verzorgd door de Schola Cantorum uit Achel.
Na afloop is er gelegenheid om de priester-jubilaris te feliciteren.
Zie: De website van de Sint-Michaëlskapel
15 augustus 2010
Feestelijke viering Maria Tenhemelopneming: Hoogmis, processie en lof
Mgr F. Bacqué, nuntius en aartsbisschop, werd opgewacht bij de ingang van de kerk. |
De Mariaprocessie trekt langs het circuit bij het Haarlemmermeerstation. Het verkeer wacht geduldig en ziet hoe de bonte stoet ter ere van de Moeder Gods voorbij trekt. |
Het beeld van Onze Lieve Vrouw wordt in de processie meegedragen en getoond aan de stad Amsterdam, stad van de Vrouwe. |
Pauselijk nuntius mgr François Bacqué liep achteraan in de Mariaprocessie, geflankeerd door diaken en subdiaken. |
V.l.n.r.: pater A. Komorowski FSSP, pastoor M. Kromann Knudsen FSSP en nuntius-aartsbisschop mgr dr F. Bacqué. |
De nuntius genoot van de oude liturgie. In zijn preek sprak hij over Maria als moeder van de nieuwe evangelisatie. Bovendien bedankte hij nadrukkelijk de priesters van de Priesterbroederschap Sint Petrus voor het organiseren van de feestelijke Hoogmis en voor de aan hem gemaakte uitnodiging.
Gelovigen waren van heinde en verre gekomen voor deze bijzondere gebeurtenis: van Groningen tot Maastricht. In de processie werd het beeld van Onze Lieve Vrouw rondgedragen over het Haarlemmermeercircuit. De stad Amsterdam mocht getuige zijn van het grote Mariafeest dat we vandaag gevierd hebben.
Zie ook: The Assumption of the Blessed Virgin Mary.
Overweging op het hoogfeest van Maria Tenhemelopneming
De Heer heeft u gezegend met zijn kracht, want door u heeft Hij al onze vijanden vernietigd. Meer dan alle vrouwen op aardse zijt gij, dochter, gezegend door de Heer, de allerhoogste God! Geprezen zij de Heer, de Schepper van hemel en aarde die u bijstond, om de aanvoerder van onze vijanden het hoofd af te slaan. Ja, vandaag heeft Hij uw naam zó verheerlijkt, dat de mensen u steeds zullen prijzen, zolang zij de kracht van God voor eeuwig gedenken. Omdat uw volk in druk en nood verkeerde, hebt gij uw leven veil gehad en onze ondergang voorkomen voor het oog van onze God. Gij zijt de roem van Jeruzalem, de vreugde van Israël, de trots van ons volk.
Evangelie (Lc 1, 41-50)
In die tijd werd Elisabeth vervuld van de Heilige Geest en zij riep met luide stem en zei: gezegend zijt gij onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot. En waarom valt mij dit te beurt dat de Moeder van de Heer tot mij komt? Want werkelijk, zodra uw begroeting mij in de oren klonk, sprong het kind van blijdschap op in mijn schoot. En zalig zijt gij, dat gij geloofd hebt, want hetgeen u door de Heer is aangekondigd, zal in vervulling gaan. Toen sprak Maria: mijn ziel verheft de Heer en mijn geest is verblijd in God, mijn heil. Want Hij zag op de geringheid neer van zijn dienstmaagd. Zie van nu af zulen mij alle geslachten zalig prijzen. Want de Machtige heeft aan mij grote dingen gedaan: Zijn Naam is heilig. Zijn barmhartigheid reikt van geslacht tot geslacht over hen die Hem vrezen.
Overweging
Op deze dag is de Maagd, de Moeder van God, ten hemel opgenomen.
Zij is het begin, het beeld van de Kerk der voleinding.
Zij houdt de hoop in ons levend en is een troost voor Gods volk onderweg.
Terecht heeft God haar het bederf van de dood niet laten zien, omdat zij op wonderbare wijze de Moeder is geworden van Zijn Zoon, de Gever van alle leven.
Bij uw baren hebt gij uw maagdelijkheid behouden, bij uw tenhemelopneming hebt gij de wereld niet verlaten, Moeder van God: gij zijt teruggekeerd naar de bron des levens, gij die de levende God ontving en die door uw gebeden onze zielen van de dood zult bevrijden.
14 augustus 2010
De voorbereidingen op een Mariaal hoogfeest
Een bloemenpracht ter ere van onze hemelse Moeder. |
De troon voor de nuntius: de aartsbisschop vertegenwoordigt Christus in de liturgie. |
11 augustus 2010
Video's uit de Agneskerk
Bovenaan deze website is een nieuw tabblad toegevoegd: Video's. Hier zijn enkele video-opnamen geplaatst die in onze kerk zijn gemaakt.
Dit tabblad vervangt het kopje 'Video's uit de Agneskerk' onderaan in de rechterkolom. De video's hebben nu een prominentere plek gekregen op deze site, en ze zijn nu beter te bekijken vanwege het grotere beeldformaat. Er is bovendien ruimte voor uitbreiding.
8 augustus 2010
Preek voor de elfde zondag na Pinksteren
Effeta, dat wil zeggen: ga open. |
Epistel (1 Kor. 15, 1-10)
Broeders, ik breng u het Evangelie in herinnering, dat ik u gepredikt heb, en dat gij hebt aangenomen, waarin gij ook vaststaat en waarin gij redding zult vinden, indien gij het tenminste zo vasthoudt, als ik het u gepredikt heb; of het zou moeten zijn, dat gij het geloof voor niets hebt aanvaard. Want vóór alles heb ik u overgeleverd, wat ook mij is meegedeeld, dat Christus gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften; en dat Hij begraven is en verrezen is op de derde overeenkomstig de Schriften; en dat Hij verschenen is aan Kephas en daarna aan de elf. Vervolgens is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie er velen thans nog in leven zijn, sommigen echter reeds zijn ontslapen. Daarna is Hij verschenen aan Jacobus, en toen aan al de apostelen. En het laatst van allen is Hij verschenen aan mij, die als het ware de misgeboorte ben. Want ik ben de geringste onder de apostelen, die niet waardig ben een apostel genoemd te worden, omdat ik de Kerk van God heb vervolgd. Maar wat ik nu ben, ben ik door de genade Gods; en de genade, die Hij mij geschonken heeft is niet zonder vrucht gebleven.
Evangelie (Mc. 7, 31-37)
In die tijd vertrok Jezus uit de streek van Tyrus, en begaf Zich over Sidon naar de zee van Galilea, midden in het gebied van de Tien-steden. En men bracht iemand bij Hem, die doof was en stom; en zij verzochten Hem deze de hand op te leggen. Hij nam hem dan uit de menigte ter zijde, stak hem de vingers in de oren, en raakte met speeksel zijn tong aan; vervolgens sloeg Hij Zijn ogen ten hemel, slaakte een zucht, en sprak tot hem: Effeta, dat wil zeggen: ga open. En aanstonds gingen zijn oren open, en zijn tong werd van haar banden bevrijd, en hij sprak gewoon. En Hij gebood hun, het aan niemand te zeggen. Maar met hoe meer nadruk Hij hun dat gebood, des te luider verkondigden zij het, en des te groter werd hun bewondering; en zij zeiden: Alles heeft Hij wél gedaan; doven heeft Hij doen horen, en stommen heeft Hij doen spreken.
Preek
Als inleiding op een zeer ernstig betoog over onze toekomstige verrijzenis vertelt de heilige Paulus in het epistel van vandaag over de verschillende verschijningen van de verrezen Christus.
De waarde van het Evangelie en de waarde van ons heilig geloof zijn onaantastbaar. Wij hebben beide tot ons geluk door Gods goedheid mogen ontvangen. Wij geloven in de waarheid van het Evangelie. Het is de leidraad voor ons leven. Wij zullen daardoor worden gered als wij vasthouden aan zijn waarheid.
Het middelpunt van het Evangelie is Jezus Christus, Hij Die voor ons gestorven en begraven is, en op de derde dag verrezen. Dat is het begin van ons heil: Hij is gekomen, Hij heeft geleden en Hij is gestorven. Hij is begraven en verrezen, zoals over Hem voorspeld was.
Met Zijn verrijzenis bevestigde Hij – meer dan met welk wonder ook dat Hij tevoren gedaan had – de waarheid van Zijn goddelijke zending. Zijn evangelie is dus waarheid, het is goddelijke waarheid. Jezus van Nazareth verkondigt de weg van het heil en er is geen andere weg. Alle andere wegen en zijpaden lopen dood. Er is alleen de ene weg van Christus. Hij is verrezen en Hij bevestigt daarmee alles wat Hij heeft gezegd en heeft gedaan. De verrijzenis is het goddelijke zegel op de woorden van Christus. Bij Paulus kunnen wij lezen aan wie Hij is verschenen. Eens is Hij zelfs verschenen aan meer dan vijfhonderd tegelijk, van wie de meesten nog leefden toen Paulus zijn getuigenis opschreef.
Christus is ook verschenen aan Paulus. Paulus zegt over zichzelf dat hij niet waardig is om apostel te worden genoemd, omdat hij Gods Kerk vervolgd heeft, een godslasteraar en een geweldenaar was, maar hij vond ontferming. Dat is onze grote troost. God laat allerlei zonden toe, opdat wij tot oprechte nederigheid en bekering komen en tot het inzicht dat wij uit onszelf niets vermogen. Christus is voor ons gestorven, Hij is verrezen en verschenen. Het valt niet te loochenen. Wie vasthoudt aan een zondig leven zonder de wil tot ommekeer, die loochent Christus. Deze zondaar zal Christus nooit in de hemelse glorie en zaligheid ontmoeten.
Het ware geloof, de overgave aan de Waarheid komt alleen door Gods goedheid. Het geloof is Zijn gave. Maar wij zouden bereid moeten zijn om deze gave in ontvangst te nemen, net zoals de heilige Paulus dat deed. Daarover schrijft hij ook als hij zegt: “Wie uit God is geboren, bedrijft geen zonde, want Zijn zaad, dat is Gods genade, is in hem”.
Paulus voltooit zijn gedachten met de woorden: “Christus is in de wereld gekomen om de zondaars te redden. Wie bereid is om zich te bekeren zal de ontferming van God ervaren.” Deze waarheid geldt zowel voor de heilige Paulus als voor onze tijd, en het is de hoogste tijd dat de wereld en de mensen van vandaag opnieuw deze goddelijke liefde en ontferming ernstig nemen. Als wij dat niet doen, dan is dat een belediging van Zijn goddelijke Majesteit die roept om gerechtigheid. Amen.
7 augustus 2010
Van de parochie-administrator
Beminde gelovigen,
Midden in de zomer brengt het kerkelijk jaar ons een van zijn mooiste feesten: het hoogfeest van Maria Tenhemelopneming. Het dogma dat met dit feest samenhangt, leert ons dat de heilige Maagd in het ogenblik van haar heengaan met lichaam en ziel rechtstreeks in de hemel werd opgenomen en dat zij reeds nu de volledige hemelse zaligheid geniet, als eerste van de heiligen Gods. Alle andere heiligen zijn nog alleen met hun ziel in de vreugde van God. Deze bijzonderheid van de heilige Moeder Gods is een rechtstreeks gevolg van een ander privilege van haar bijzondere uitverkiezing, namelijk dat van de voorverlossing bij de onbevlekte ontvangenis. De heilige Maagd is in het goddelijk verlossingsplan rijkelijk begenadigd en daardoor is zij voor ons zo een sterke voorspreekster. Het is dan ook vanzelfsprekend dat wij op haar hoogfeesten hulde aan haar brengen.
Dit jaar zullen wij in de Agneskerk het hoogfeest van Maria Tenhemelopneming vieren met een plechtige Drieherenmis, waarna aansluitend een Mariaprocessie plaatsvindt en de zegening met het Allerheiligst Sacrament des Altaars. De heilige Mis zal worden bijgewoond door de apostolisch nuntius in Nederland, Zijne Hoogwaardige Excellentie aartsbisschop François Bacqué. Deze hoge gast zal zelf de processie ter ere van de heilige maagd Maria leiden, daarbij geassisteerd door de aanwezige priesters en assistenten.
Een bisschop lijkt in zijn sacramentele waardigheid op Christus. Hij bezit de volheid van het priesterschap. Een bisschop is daarom op heel bijzondere wijze een geliefd kind van Onze Lieve Vrouw. Laten wij dit ook aan de heilige Maagd tonen door op haar feest mgr Bacqué te ontvangen met de verschuldigde eerbied en nederigheid.
Met mijn priesterlijke zegen,
pater M. Kromann Knudsen FSSP,
administrator Sint-Agnesparochie
1 augustus 2010
Preek voor de tiende zondag na Pinksteren
Ik dank U, dat ik niet ben zoals die tollenaar. |
Epistel (1 Kor. 12, 2-11)
Broeders, gij weet het: toen gij nog heidenen waart, hebt gij u blindelings laten leiden naar de stomme afgoden. Daarom vestig ik er uw aandacht op, dat niemand, die spreekt door de Geest van God, zegt: Jezus zij vervloekt; evenzo kan niemand zeggen: Jezus is de Heer, tenzij door de Heilige Geest. Wel is er verschil van genadegaven, maar het is dezelfde Geest; en er is verschil van bediening, maar het is dezelfde Heer, en er bestaat verschil van werking, maar het is dezelfde God, Die alles in allen werkt. Aan een ieder wordt de zichtbare werking van de Geest gegeven, om er nut mee te stichten. Aan de een wordt door de Geest gegeven een woord van wijheid; aan de ander een woord van kennis krachtens dezelfde Geest; aan een derde, in dezelfde Geest, geloof; aan een ander een gave van genezingen, in de éne Geest; aan een ander het werken van wonderen, aan een ander profetengave, aan een ander de onderscheiding der geesten; aan een ander het spreken van verschillende talen, aan een ander de vertolking van die talen. Maar dat alles bewerkt, de éne en dezelfde Geest, Die aan een ieder toedeelt, zoals Hij wil.
Evangelie (Lc. 18, 9-14)
In die tijd hield Jezus de volgende gelijkenis voor aan sommigen, die voor zichzelf de overtuiging hadden, dat zij rechtvaardig waren en daarom op de anderen met minachting neerzagen: Twee mensen gingen op naar de tempel om te bidden; de één was een farizeeër, de ander een tollenaar. De farizeeër stond daar, en bad bij zichzelf: O God, ik dank U, dat ik niet ben zoals de overige mensen: dieven, onrechtvaardigen, echtbrekers, of zoals die tollenaar ginds; ik vast tweemaal in de week, ik geef tienden van alles, wat ik in bezit krijg. Maar de tollenaar bleef op een afstand staan en durfde zelfs zijn ogen niet ten hemel opheffen; doch hij klopte op zijn borst en zei: O God, wees mij, zondaar, genadig! Ik verzeker u: deze laatste ging gerechtvaardigd naar huis, in tegenstelling met de ander; want al wie zich verheft, zal vernederd, maar wie zich vernedert, zal verheven worden.
Preek
In de gelijkenis van deze zondag over de farizeeër en de tollenaar wordt ons door Jezus weer eens duidelijk het belang van ware nederigheid voorgehouden. Twee mensen gingen bidden, een farizeeër en een tollenaar. De farizeeër bad: “God, ik dank u dat ik niet ben zoals de anderen, rovers en onrechtvaardigen, of zoals die tollenaar.” Daarna vertelt de farizeeër aan God al het goede dat hij doet. De tollenaar bidt in zijn gebed tot God: “O God, wees mij, zondaar, genadig.”
Hier wordt door Jezus Zelf de grondslag van alle ware nederigheid aangegeven. Het is de erkenning van onze diepe ellende, armoede en zondigheid, van onze geringheid tegenover de oneindige volmaaktheid van God. Wij kunnen alleen voor Hem treden in een geest van diepe erkentenis van ons eigen onvolkomenheid. Alles wat wij verder over de nederigheid kunnen zeggen, steunt daar op en wordt daar van afgeleid. De heilige Bernardus zou de nederigheid bepalen als ‘de geringe dunk die iemand heeft van zichzelf’. En terecht is dit een kenmerk van wezenlijke en ware nederigheid.
Wij kunnen zeggen dat nederigheid altijd een gering en bescheiden denken over zichzelf betekent. Het is ook onszelf willen zien zoals wij werkelijk zijn, inclusief alle gebreken en fouten. Zichzelf zo te zien is de eerste stap op de weg naar volmaaktheid die God in degene bewerkt die zichzelf kent en daarom bereid is om met Zijn genade mee te werken.
Beminde gelovigen, het fundament van de ware nederigheid is daarom de juiste houding die men aanneemt tegenover God. De farizeeër meent God een dienst te bewijzen met het opzeggen van al zijn eigen goede werken. Hij verheft zich daardoor op een hoogmoedige wijze boven anderen en dankt God er zelfs voor dat hij niet is zoals de anderen. Hij acht zichzelf beter dan zijn omgeving. Door de gelijkenis van vandaag keurt Christus zijn gedrag en zijn gebed volkomen af. De farizeeër weet geen houding van liefdevolheid aan te nemen tegenover de mensen, omdat hij geen houding van bescheidenheid weet aan te nemen tegenover God.
De tollenaar is zich bewust van zijn zonden. Hij is verlegen, hij voelt zich als geslagen. Hij durft zelfs niet op te zien en stamelt alleen: “God, wees mij, zondaar, genadig”. Alles van de ‘übermensch’ is hier weg. Alleen berouw, deemoed en besef van eigen zondigheid blijven in hem over.
En dan volgt het onomwonden oordeel van de Meester: “Ik zeg u, deze ging gerechtvaardigd naar huis, in tegenstelling tot de ander.” De tollenaar wordt geprezen. Hij had besef van zijn zondigheid. Hij trachtte niet zijn eigen ellende op allerlei wijzen te camoufleren. Hij was een zondaar, maar door dat met berouw te erkennen werd hij een rechtwaardige. Zelfs zonder zonden blijft de mens op onmetelijke afstand van God verwijderd, en heeft hij daarom allerlei redenen om nederig over zichzelf te denken. De farizeeër beging de fout van eigen blindheid.
Beminde gelovigen, laten wij het volgende woord van de heilige Augustinus ter harte nemen: “God, laat mij toch kennen wie Gij zijt en laat mij erkennen wie ik ben”. In deze woorden ligt de sleutel van nederigheid en dankbare Godbejegening. Amen.