15 augustus 2010

Overweging op het hoogfeest van Maria Tenhemelopneming

Epistel (Jud. 13, 22-25; 15,10)
De Heer heeft u gezegend met zijn kracht, want door u heeft Hij al onze vijanden vernietigd. Meer dan alle vrouwen op aardse zijt gij, dochter, gezegend door de Heer, de allerhoogste God! Geprezen zij de Heer, de Schepper van hemel en aarde die u bijstond, om de aanvoerder van onze vijanden het hoofd af te slaan. Ja, vandaag heeft Hij uw naam zó verheerlijkt, dat de mensen u steeds zullen prijzen, zolang zij de kracht van God voor eeuwig gedenken. Omdat uw volk in druk en nood verkeerde, hebt gij uw leven veil gehad en onze ondergang voorkomen voor het oog van onze God. Gij zijt de roem van Jeruzalem, de vreugde van Israël, de trots van ons volk.

Evangelie (Lc 1, 41-50)
In die tijd werd Elisabeth vervuld van de Heilige Geest en zij riep met luide stem en zei: gezegend zijt gij onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot. En waarom valt mij dit te beurt dat de Moeder van de Heer tot mij komt? Want werkelijk, zodra uw begroeting mij in de oren klonk, sprong het kind van blijdschap op in mijn schoot. En zalig zijt gij, dat gij geloofd hebt, want hetgeen u door de Heer is aangekondigd, zal in vervulling gaan. Toen sprak Maria: mijn ziel verheft de Heer en mijn geest is verblijd in God, mijn heil. Want Hij zag op de geringheid neer van zijn dienstmaagd. Zie van nu af zulen mij alle geslachten zalig prijzen. Want de Machtige heeft aan mij grote dingen gedaan: Zijn Naam is heilig. Zijn barmhartigheid reikt van geslacht tot geslacht over hen die Hem vrezen.

Overweging
Op deze dag is de Maagd, de Moeder van God, ten hemel opgenomen.
Zij is het begin, het beeld van de Kerk der voleinding.
Zij houdt de hoop in ons levend en is een troost voor Gods volk onderweg.
Terecht heeft God haar het bederf van de dood niet laten zien, omdat zij op wonderbare wijze de Moeder is geworden van Zijn Zoon, de Gever van alle leven.

Bij uw baren hebt gij uw maagdelijkheid behouden, bij uw tenhemelopneming hebt gij de wereld niet verlaten, Moeder van God: gij zijt teruggekeerd naar de bron des levens, gij die de levende God ontving en die door uw gebeden onze zielen van de dood zult bevrijden.