Rooms-katholieke parochie voor de traditionele Latijnse liturgie in de Sint-Agneskerk te Amsterdam
Pagina's
31 december 2010
27 december 2010
Beperkte openstelling van de kerk tijdens het Kerstoctaaf
(foto: A. Tiggeler) |
Op de weekdagen tussen Kerstmis en Nieuwjaar zal de Agneskerk (én de pastorie) alleen geopend zijn tijdens de liturgische vieringen. Dat betekent dat de kerk op die dagen na de heilige Mis, rond het middaguur, de deuren sluit. Ook de pastorie zal niet toegankelijk zijn. In noodgevallen is (telefonisch) een priester bereikbaar.
De priesters hebben in die week een aantal bijzondere verplichtingen. U wordt vriendelijk verzocht hiermee rekening te houden.
26 december 2010
Preek voor de zondag onder het Octaaf van Kerstmis
Epistel
Galaten 4, 1-7
Broeders, al de tijd, dat een erfgenaam onmondig is, verschilt hij niets van een slaaf, al is hij ook de heer van alles is. Maar hij staat onder voogden en beheerders tot aan de tijd, die zijn vader heeft vastgesteld. Zo stonden ook wij, toen wij nog onmondig waren, als slaven onder de beginselen der wereld. Maar toen de volheid der tijden kwam, zond God zijn Zoon, geboren uit een vrouw, geboren onder de Wet, om hen, die stonde onder de Wet vrij te kopen, opdat wij zouden worden aangenomen tot zonen. Welnu, gij zonen zijt, heeft God de Geest van zijn Zoon neergezonden in uw harten, en deze roept: Abba, Vader! Zodoende is men geen slaaf meer, maar zoon; doch wie zoon is, is ook erfgenaam door God.
Evangelie
Lucas 2, 33-40
In die tijd stonden Josef en Maria, de moeder van Jezus, verbaasd over hetgeen er van Hem gezegd werd. En Simeon zegende hen en sprak tot Maria, Zijn moeder: “Zie, deze is bestemd tot val en opstanding van velen in Israël en tot een teken dat wordt tegengesproken, en ook uw ziel zal met een zwaard doorboord worden, opdat de gezindheid des harten van velen openbaar worde.” Daar was ook een profetes Anna, de dochter van Phanuel, uit de stam van Aser. Ze was hoogbejaard en na haar maagdelijke staat was zij zeven jaar gehuwd geweest, en nu was zij een weduwe van vierentachtig jaar. Altijd was zij in de tempel, en diende God dag en nacht in vasten en gebed. Juist op dat ogenblik verscheen zij daar ook, en zij loofde de Heer. En zij sprak over het kind tot allen, die vol verlangen uitzagen naar de verlossing van Israel. Toen zij alles volbracht hadden gedaan volgens de wet des Heren, zijn zij teruggekeerd naar Galilea, naar hun woonplaats Nazareth. Het Kind Jezus groeide op, en nam toe in krachten; Het werd vervuld van wijsheid, en de genade van God rustte op Hem.
Preek
Gisteren vierden wij het Kerstfeest. Onze harten zijn nog steeds met grote blijdschap en dankbaarheid vervuld vanwege de komst van de goddelijke Zoon. In de liturgie van de Kersttijd wordt vaak gesproken over de vrede die Christus zal brengen. Een van Zijn koninklijke titels is Princeps Pacis, Prins van de Vrede. Maar vandaag horen wij in het Evangelie iets anders. In zijn voorspelling zegt Simeon ons dat Jezus een teken van tegenspraak zal zijn. En dat klinkt zeker niet erg vreedzaam.
“Zijn vader en moeder waren verbaasd over wat er van Hem gezegd werd”, zo schrijft de evangelist Lucas. En inderdaad was tot nu toe bijna alles wonderbaarlijk geweest: de aankondiging van de blijde boodschap aan Maria door de engel Gabriël, de geboorte van Christus te Bethlehem, de verschijning en de zang van de engelen. En nu spreekt Simeon, “een rechtvaardig en godvrezend man, die verlangend uitzag naar de vertroosting van Israël en over wie de Heilige Geest was gekomen”, hoogst merkwaardige en bijna onbegrijpelijke woorden. Hij richt zich blijkbaar tot Jezus’ Moeder: “Zie, Hij is bestemd tot val en opstanding van velen in Israël en tot een teken van tegenspraak; en een zwaard zal ook uw eigen ziel doorboren. Zo moeten de gedachten van veler harten worden ontsluierd."
De woorden van deze oude man klinken echt verbazingwekkend, vooral in deze sfeervolle Kersttijd, waarin men zou kunnen menen dat Jezus alleen zegen en geluk komt brengen. Wensen van vreugde, vrede, liefde en geluk worden zo vaak uitgesproken. En vandaag horen wij de profetie over de val en opstanding, over een teken van tegenspraak. Zulke woorden lijken bijna niet waar te zijn. En toch gaat de profetie van Simeon in vervulling. Velen gaan aan Hem ten onder, omdat zij Hem afwijzen, met Hem in een ondraaglijk conflict komen. Christus is inderdaad een teken van tegenspraak. Hij brengt vrede en redding aan hen die in Hem geloven, en verwerping van hen die Zijn boodschap willen niet aanvaarden.
Beminde gelovigen, men kan aan Christus niet onverschillig voorbijgaan. Dat is niet mogelijk. Hij kent vurige en toegewijde vrienden en bittere vijanden. Hij daagt uit, Hij roept op, Hij trekt aan en Hij trekt mee… totdat de diepste gedachten van de mensen zich openbaren. Men kan niet buiten blijven. Ofwel ben ik met Hem en volg ik Hem, en luister ik naar Zijn stem, óf ik ben tegen Hem en verwerp Zijn woorden. Er is geen derde weg, geen tussenweg. Mensen die denken dat zij onverschillig kunnen blijven, ongeïnteresseerd in Zijn boodschap, zullen zich vroeger of later alliëren met Zijn vijanden. Zij sluiten hun hart af voor het Licht en blijven in de duisternis. Het kan echt niet anders.
Zo was het reeds tijdens Zijn leven; zo zal het blijven tot aan het einde der tijden. En ieder van ons is genoodzaakt zich over Hem uit te spreken, zo niet uitwendig, dan toch inwendig, tegenover God Zelf. Ieder krijgt deze vragen voorgelegd: “Wie is Christus voor u? Wat denkt u van Hem? Wat betekenen de Menswording van God en Zijn dood op het kruis voor u? Gelooft u dat dit kleine Kindje, dat in de kribbe ligt, uw Verlosser is?”
Heb ik deze vragen al beantwoord? Is mijn antwoord een volkomen overgave aan Zijn heilige wet, aan Zijn liefde met alle consequenties die daaruit voortvloeien? Ben ik trouw aan Hem in mijn levensbeschouwing, in het denken en doen. Of aarzel ik nog steeds? Blijf ik misschien nog aan de oppervlakte en durf ik niet diep te gaan? Ik durf niet omdat het leven volgens Christus’ wet een leven van lijden en beproeving is, een leven dat in de ogen van deze wereld verloren is. En ik ben niet van plan om met de wereld te breken. Uit angst en lafheid of door een gunst of een gemakkelijk leven.
Beminde gelovigen! Opnieuw staan wij voor de kribbe. Opnieuw wordt ons in het kleine Kindje de liefde van God voor ogen gesteld: Het ware Licht dat ons verlicht. Iedereen wordt uitgenodigd om het te aanvaarden; God sluit niemand uit. Maar iedereen moet kiezen en zich uitspreken. Niemand mag onverschillig blijven of de keuze uitstellen. Het is voor ieder van ons onbekend hoeveel kansen wij nog krijgen. Amen.
25 december 2010
Preek voor het Hoogfeest van Kerstmis (Dagmis)
Een foto van de nieuwe Kerststal in onze kerk. |
Epistel
Hebr. 1, 1-12
Broeders, nadat God vroeger vele malen en op velerlei wijze tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij nu, op het einde van de dagen, tot ons gesproken door de Zoon, die Hij tot erfgenaam gemaakt heeft van al wat bestaat, door wie Hij ook het heelal heeft geschapen. Hij is de afstraling van Gods heerlijkheid en het evenbeeld van zijn wezen, en Hij houdt alles in stand door zijn machtig woord. En na de reiniging van de zonden te hebben voltrokken, heeft Hij zich neergezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge, even hoog verheven boven de engelen als de naam, die zijn erfdeel is geworden, de hunne overtreft. Want tegen welke engel heeft Hij ooit gezegd: Mijn zoon ben jij, Ik heb je vandaag verwekt? Of: Ik zal voor hem een vader zijn, en hij zal voor Mij een zoon zijn? Wanneer Hij evenwel de eerstgeborene opnieuw de wereld binnenleidt, zegt Hij: Alle engelen van God moeten zich voor Hem neerwerpen. Over de engelen zegt Hij: Hij die zijn engelen tot stormwinden maakt en zijn dienaren tot laaiend vuur, maar over de zoon: Uw troon, o God, staat voor altijd en eeuwig, en: De scepter van het recht is de scepter van uw koningschap. Gerechtigheid hebt U liefgehad en onrecht gehaat; daarom, o God, heeft uw God U gezalfd met de olie van de vreugde, als geen van uw gelijken. En: In het begin, Heer, hebt U de aarde gegrondvest, en de hemel is het werk van uw handen. Zij zullen vergaan, U echter blijft. Alle zullen ze verslijten als kleren, U zult ze opvouwen als een mantel, als een kledingstuk zullen zij verwisseld worden. U echter bent dezelfde en uw jaren nemen geen einde.
Evangelie
Johannes 1, 1-14
In het begin was het woord, en het woord was bij God, en het woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is door Hem ontstaan, en buiten Hem om is er niets ontstaan. Wat ontstaan was, had leven in Hem, en het leven was het licht van de mensen. Het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis kon het niet aan. Er is een mens geweest, een gezondene van God; zijn naam was Johannes. Hij kwam als getuige: hij moest getuigen van het licht, opdat allen door hem tot geloof zouden komen. Hij was niet het licht, hij moest getuigen van het licht. Het ware licht was er, dat elke mens verlicht en dat in de wereld moest komen. Het was in de wereld, een wereld die door Hem was ontstaan, en die wereld heeft Hem niet erkend. In zijn eigen huis is Hij gekomen, en zijn eigen mensen hebben Hem niet opgenomen. Aan diegenen die Hem toch opnamen, heeft Hij het vermogen gegeven om kinderen te worden van God: aan hen die geloven in zijn naam. Niet langs de weg van het bloed, niet door de begeerte van het vlees of door mannelijk streven, maar uit God zijn ze geboren. Ja, het woord is vlees geworden! Hij is onder ons zijn tent komen opslaan en we hebben zijn heerlijkheid gezien, de heerlijkheid die Hij als eniggeboren Zoon aan de Vader ontleende, vervuld als Hij was van genade en waarheid.
Preek
In deze dagen van Kerstmis verzamelt de Kerk haar kinderen rond de kribbe om te gedenken dat onze Redder en Verlosser is geboren. Wat dit in het algemeen voor de mensen betekent, is misschien duidelijker uit te leggen als wij zien wat het eens heeft betekend.
Allereerst betekende het dat de herders Hem kwamen aanbidden in de stal te Bethlehem, zoals het Evangelie ons vertelt. Verder had het voor onze voorouders zoveel betekenis dat zij overal ter wereld kerken gingen bouwen – waaronder dit prachtige kerkgebouw – om hun Verlosser te aanbidden. Door alle tijden heen betekende Zijn geboorte dat de mensen Hem gingen verheerlijken door aanbidding, zelfs als dat hun het leven zou gaan kosten. Denken wij daarbij aan Stephanus en aan de Onnozele Kinderen, die gedood werden omwille van Christus en die tijdens het Kerstoctaaf door de Kerk herdacht worden. Wij kunnen ons afvragen, waarom zij dat deden. Omdat het gebed tot Hem hun leven heeft veranderd; die aanbidding vervulde hen met een bovennatuurlijk geluk. Dit geluk liet hen begrijpen dat zij hun thuis hadden in de hemel.
Het gebed bevrijdt de mens van zichzelf en van de daarmee verbonden zelfzucht. Het gebed laat de mens vertrouwen op Hem Die geboren is, en Die ons – door middel van de Kerk – tot de volheid van het leven wil voeren, namelijk tot heiligheid.
Wat betekent Zijn geboorte voor ons, die vandaag hier verzameld zijn? Als wij willen dat Zijn geboorte de juiste plaats inneemt in ons leven, dan moeten ook wij ons laten vervullen met deze geest van aanbidding, die ons leven zal omwentelen en die ervoor zorgt dat wij niet meer naar onszelf kijken, maar dat wij opkijken naar Hem, Die gekomen is om ons te verlossen. Dat betekent heel concreet dat wij meer vertrouwen zullen moeten stellen op Zijn belofte van redding en verlossing dan op onze eigen plannen voor het leven. Het betekent dat wij bereid moeten zijn om de juiste middelen te gebruiken om Hem blijvend toe te behoren door het inwonen van Zijn heiligmakende genade.
Wat betekent Zijn geboorte vandaag? In het licht van deze uitleg moeten wij vaststellen dat de wereld van vandaag wel Zijn geboorte viert maar niet Zijn licht wil opnemen. Hij Die geboren is om de volkeren te verlichten wordt niet langer toegelaten als objectieve maatstaf voor het openbare leven en nog maar zelden als het Licht voor de individuele mens. Mede daarom, beminde gelovigen, leven wij nu in een duistere tijd. De mensen komen nooit verder dan naar zichzelf te kijken, en wat zij zien is niet uit te houden. Tegelijkertijd weten zij vaak niet meer waarheen te kijken voor verlossing, en komen zo dieper en dieper terecht in het verderf, het ongeluk en de zonde. Daardoor wordt ook de samenleving in deze duisternis gestort.
Bidden wij, dierbare gelovigen, dat het enige Licht en de enige Verlosser opnieuw in Zijn genade geboren mag worden in de zielen, doordat de Kerk als herder opnieuw haar kudde voert tot aanbidding van het goddelijk Kind.
Preek voor de Kerstnacht
Epistel
Titus 2, 11-15
Veelgeliefde, de genade van God, onze Zaligmaker, is verschenen, aan alle mensen; zij leert ons, dat wij de goddeloosheid en wereldse verlangens moeten verzaken, en zedig en rechtschapen en godvruchtig moeten leven in deze wereld, terwijl wij met verlangen uitzien naar de zaligheid, die wij verwachten bij het glorievol verschijnen van onze grote God en Zaligmaker Jezus Christus. Deze immers heeft zich voor ons gegeven, om ons van alle ongerechtigheden vrij te kopen, en ons te reinigen tot een volk, dat Hem welgevallig is, vol ijver voor goede werken. Over deze dingen moet gij spreken, en zo moet gij vermanen in Christus Jezus, onze Heer.
Evangelie
Lucas 2, 1-14
In die dagen vaardigde keizer Augustus een decreet uit dat de hele wereld zich moest laten registreren. Deze eerste registratie vond plaats toen Quirinius gouverneur van Syrië was. Allen gingen op weg om zich te laten inschrijven, ieder in zijn eigen stad. Zo ook Jozef; hij ging van de stad Nazareth in Galilea naar Judea, naar de stad van David, Bethlehem genaamd, omdat hij uit het huis van David stamde, om zich te laten inschrijven, samen met Maria, zijn verloofde, die zwanger was. Terwijl ze daar waren kwam voor haar de tijd dat ze moest bevallen, en ze baarde een zoon, haar eerstgeborene; ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een voerbak, omdat er geen plaats voor hen was in het gastenverblijf. Er waren daar in de buurt herders, die in het veld overnachtten om de wacht te houden bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en de heerlijkheid van de Heer omstraalde hen. Ze schrokken hevig. Maar de engel zei: ‘Schrik niet, want ik heb een goede boodschap voor u, een grote vreugde voor het hele volk. Vandaag is in de stad van David uw redder geboren; Hij is de Messias, de Heer. Dit is het teken voor u: u zult een kind vinden dat in doeken is gewikkeld en in een voerbak ligt.’ Plotseling was er bij de engel een heel leger uit de hemel; ze loofden God met de woorden: ‘Glorie aan God in de hoogste hemel, en op aarde vrede onder de mensen in wie Hij een welgevallen heeft.’
Preek
In deze nacht verzamelt de Kerk haar kinderen rond de kribbe om te gedenken dat onze Redder en Verlosser is geboren. Wat dit in het algemeen voor de mensen betekent, is misschien duidelijker uit te leggen als wij zien wat het eens heeft betekend.
Allereerst betekende het dat de herders Hem kwamen aanbidden in de stal te Bethlehem. Verder had het voor onze voorouders zoveel betekenis dat zij dit prachtige kerkgebouw hebben neergezet om hun Verlosser te aanbidden. Door alle tijden heen betekende Zijn geboorte dat de mensen Hem gingen verheerlijken door aanbidding, zelfs als hun dat het leven zou gaan kosten. Wij kunnen ons afvragen, waarom zij dat deden, en waarom mensen dat nog altijd doen. Omdat het gebed tot Hem hun leven heeft veranderd; die aanbidding vervulde hen met een bovennatuurlijk geluk.
Het gebed bevrijdt de mens van zichzelf en van de daarmee verbonden zelfzucht. Het gebed laat de mens vertrouwen op Hem Die geboren is, en Die ons – door middel van de Kerk – tot de volheid van het leven wil voeren, namelijk tot heiligheid.
Wat betekent Zijn geboorte voor ons, die vanavond hier verzameld zijn? Als wij willen dat Zijn geboorte de juiste plaats inneemt in ons leven, dan moeten ook wij ons laten vervullen met deze geest van aanbidding, die ons leven zal omwentelen en die ervoor zorgt dat wij niet meer naar onszelf kijken, maar dat wij opkijken naar Hem, Die nu komt om ons te verlossen. Amen.
24 december 2010
Nieuwe Kerststal in de kerk
Enkele gelovigen uit onze gemeenschap hebben ervoor gezorgd dat in de kerk een prachtige nieuwe Kerststal staat opgesteld. De stal heeft ook een andere locatie gekregen, namelijk vooraan bij het Jozefaltaar.
Neemt u eens een kijkje. Er valt genoeg te zien: een put met echt water, schaapjes, lichtjes, herders, koningen, en natuurlijk... het Kindje Jezus met Zijn ouders, Jozef en Maria.
23 december 2010
Van de parochie-administrator: Kerstmis 2010
Beminde gelovigen,
Het einde van de Advent nadert, en daarmee komt het Hoogfeest van de geboorte van de Heer in zicht, evenals het daarmee verbonden octaaf van Kerstmis en de (hoog)feesten die daarna nog komen. Zij maken alle deel uit van de Kersttijd. Wij hopen dat u op deze belangrijke dagen vaak de kerk en de heilige Mis zult bezoeken, en niet alleen op de verplichte dagen.
Anders dan de wereld dat doet, viert de Kerk pas Kerstmis als Christus is geboren. De Kersttijd is een tijd van vreugde om het feit dat onze Redder tot ons is gekomen om het werk van onze verlossing te voltrekken. De wereld viert daarentegen het kerstfeest-van-consumptie reeds tijdens de Advent, een tijd die voor gelovigen dient als periode van nuchterheid om onze zielen voor te bereiden op de komst van Christus.
Ik hoop en bid dat u met uw gezin afstand hebt kunnen nemen van dit wereldse misbruik van het feest van de vreugde, en dat u van het eigenlijke feest de diepste betekenis mag opnemen tot vreugde van uw geest en tot heil van uw ziel.
In deze zin wensen uw priesters u een zalige Kersttijd toe.
Met mijn priesterlijke zegen,
pater M. Kromann Knudsen FSSP,
administrator Sint-Agnesparochie
19 december 2010
Preek voor de vierde zondag van de Advent
Epistel
1 Kor. 4, 1-5
Broeders, de mensen moeten ons zó beschouwen, dat wij dienaars zijn van Christus en beheerders van Gods geheimen. Welnu, van beheerders wordt verlangd, dat men trouw bevonden wordt. Maar ik voor mij hecht er niet de minste waarde aan, dat ik door u beoordeeld wordt of door een menselijke rechter. Ja, ook zelf beoordeel ik mij niet; want al ben ik mij ook van niets bewust, daardoor ben ik toch niet gerechtvaardigd. Immers het is de Heer, Die oordeelt over mij. Daarom, oordeelt niet vóór de tijd, vóórdat de Heer komt; want Hij zal aan het licht brengen, wat in duisternis verborgen is, en openbaar maken, wat er in de harten omgaat; en dan zal een ieder zijn lof ontvangen van God.
Evangelie
Lucas 1, 3-6
In het vijftiende regeringsjaar van keizer Tiberius, - toen Pontius Pilatus landvoogd was van Galilea, zijn broeder Philippus viervorst van Iturea en het gewest Trachonitis, en Lysanias viervorst van Abilene, - onder de hogepriesters Annas en Caiphas, kwam het Woord des Heren tot Johannes, de zoon van Zacharias, in de woestijn. En hij trad op in geheel de Jordaanstreek, en preekte een doopsel van boetvaardigheid tot vergiffenis van zonden: zoals er geschreven staat in het boek der voorspellingen van de profeet Isaias: "De stem van een roepende in de woestijn: Bereidt de weg des Heren, maakt Zijn paden recht. Elke kloof moet worden gedempt, iedere berg en heuvel worden geslecht. De kronkelpaden moeten recht, de oneffen wegen effen worden. En alle vlees zal het heil van God aanschouwen."
Preek
De laatste zondag van de Advent grijpt terug naar de eerste. Evenals bij het begin van de Advent, stelt de Kerk ons, in het epistel (1 Kor. 4, 1-5), ook nu de tweede komst van Christus voor ogen. De tweede komst voor het uiteindelijke oordeel, als de goddelijke voltooiing van Zijn komst in nederigheid die wij over enkele dagen zullen vieren.
“Wel ben ik mij niets bewust”, schrijft de apostel, “maar daarmee ben ik nog niet gerechtvaardigd. Het is de Heer Die mij werkelijk beoordeelt.” En dat oordeel is beslissend.
Als wij het Kerstfeest waardig en vruchtbaar willen vieren, dan moeten wij onszelf in het licht Gods trachten te oordelen. Wij horen soms mensen verklaren dat zij zich geen of slechts weinig zonden bewust zijn. Dat zij niet meer hoeven te biechten en dat zij eigenlijk in hun hart gerustgesteld zijn. Deze neiging om zichzelf als goed te zien is in de huidige wereld heel sterk aanwezig, ook onder vele katholieken, die ook vaak niets van zonden willen horen of weten. Deze overtuiging van onze eigen goedheid komt niet voort uit de kwaliteit van ons geestelijk leven, maar is meer een gebrek aan besef van wat zonde is.
Het is zeer zeker waar dat wij, door de genade en de voorzienigheid Gods, tegen de zondeval worden beschermd. Daarvoor moeten wij altijd dankbaar zijn. Maar het is niet juist om te denken dat de toestand van onze ziel statisch is en niet meer kan veranderen. Onze ervaring leert ons iets anders. Het is wel degelijk mogelijk zich van God af te keren en in de duisternis te vallen. De afval van God kan zelfs eeuwig zijn als het menselijk hart voor de goddelijke genade dicht blijft. Wij moeten dus waakzaam blijven en ons bewust zijn van het gevaar van de zonde. Het goede dat wij al bezitten wordt door zelfzucht en door ons egoïsme aangetast.
Beminde gelovigen! Zo’n zelfkritiek klinkt misschien hard en onbarmhartig voor ons, maar zij vestigt ons in onze eigen werkelijkheid en zal ons uiteindelijk genezen van het uitzichtloze zien naar onszelf. Zij zal de ogen van onze geest vertrouwensvol naar het Kind wenden, van Wie ons heil komt. Wanneer wij werkelijk weten en erkennen dat ons uit onszelf geen enkele, ook niet de minste, positieve geschiktheid tot het eeuwige heil toekomt, dan zullen wij in deze leegheid de zuiverheid vinden die nodig is voor Gods komst. De nederigheid reinigt onze geest van eigenwaan, die de grote belemmering vormt voor de werking van de genade in onze ziel. Zij bevrijdt ons ook – hoe paradoxaal dit ook mag klinken – van de angst voor onze zonden.
Laten wij trachten in de weinige dagen die ons nog resten, onze geest te vestigen in die nederigheid en zuiverheid. “De Heer is allen die Hem roepen nabij, allen die Hem aanroepen in oprechtheid" (Ps. 144, 18; graduale). De waarachtige aanroeping van God welt op uit een hart dat de eigen onmacht tot de bodem toe gepeild heeft. Wie nog van zichzelf vervuld is, hem kan de Heiland Zijn gaven slechts ten halve schenken. Amen.
17 december 2010
Programma Sint-Nicolaasacademie op zaterdag 18 december 2010
De heer Bob Coppes, schrijver van het gelijknamige boek, en verbonden aan de Stichting Merkawah die zich met deze ervaringen bezighoudt, verzorgt dan om 11.00 uur de lezing in de bovenzaal van de pastorie. De dag begint om 10.00 uur met een H. Mis.
Programma
10.00 uur: Heilige Mis
10.45 uur: Koffie en thee in de pastorie
11.00 uur: Bijeenkomst in de zaal van de pastorie
12.30 uur: Einde
13 december 2010
Liturgisch programma Kerstmis 2010
"Hoe laat is de Nachtmis?", is in deze dagen een veelgestelde vraag aan de telefoon en per e-mail. U kunt het volledige liturgisch programma voor Kerstmis en de Kersttijd bekijken onder het tabblad Kerstmis 2010. De Nachtmis begint overigens op 24 december om 23.00 uur.
12 december 2010
Preek voor de derde zondag van de Advent - Zondag Gaudete
Epistel
Fil. 4, 4-7
Broeders, weest altijd blijmoedig in de Heer; nog eens zeg ik: weest blijmoedig. Laat uw goedheid aan alle mensen zien. De Heer is dichtbij. Maakt u nergens bezorgd over, maar geeft uw verlangens altijd door bidden en smeken aan God te kennen, met een dankbaar hart. En dan moge de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, uw hart en uw verstand bewaren in Christus Jezus, onze Heer.
Evangelie
Joh. 1, 19-28
In die tijd, zonden de joden uit Jeruzalem priesters en levieten tot Johannes met de vraag: ‘Wie zijt gij?’ En onomwonden verklaarde hij met de meeste nadruk “Ik ben de Christus niet”. Toen vroegen zij hem: “Wat dan? Zijt gij Elias?”. Hij zeide: “Dat ben ik niet.” “Zijt gij de profeet?” – Hij antwoordde: “Neen”. ‘Zij zeiden hem nu: “Wie zijt gij dan? Opdat wij antwoord kunnen geven aan hen, die ons gezonden hebben. Wat zegt gij van u zelf?” Hij sprak: “Ik ben de stem van een roepende in de woestijn: Maakt recht de weg des Heren, zoals de profeet Isaias gezegd heeft.”
De afgevaardigden, behoorden tot de Farizeeën. En zij stelden hem de vraag: “ Wat doopt ge dan, als ge niet de Christus zijt, noch Elias, noch de profeet?” Johannes gaf hun ten antwoord: “Ik doop met water. Maar midden onder u staat Hij, die gij niet kent! Hij is het, die na mij komt, maar de voorgang heeft op mij; ik ben niet waardig zijn schoenriem los te maken.” Dit gebeurde te Betanië, aan de overzijde van de Jordaan, waar Johannes toen doopte.
Preek
“Broeders, verheugt u in de Heer, nogmaals: verheugt u.” Zo luiden, beminde gelovigen, de beginwoorden van het Epistel van vandaag, die ook zijn opgenomen in de Introitus en die de naam hebben gegeven aan deze derde zondag van de Advent. Deze woorden bepalen het karakter van de vreugdevolle verwachting van ‘zondag Gaudete’. Alles getuigt van de te verwachten grote vreugde en deze verwachting roept reeds vreugde op. Dat is ook liturgisch te zien aan het roze kazuifel en de bloemversiering bij het altaar.
Waarin bestaat dan die vreugde in de Heer? De geheel reine vreugde op aarde, waartoe de apostel ons oproept, is de ware blijdschap in de Heer, en kan dus slechts bestaan in betrekking tot deze laatste en definitieve vreugde van de hemel. Zij is namelijk het uitzicht en de vaste hoop op de eeuwige zaligheid en de voorsmaak van het zijn-bij-de-Heer. Het is deze vreugde die ook aan het geboortefeest van de Heer moet voorafgaan. Uiteindelijk moet zij het gehele christelijke leven bezielen, omdat dit leven op aarde een verwachting is van het toekomstige leven in de zaligheid van God.
In hoop zijn wij verlost, dierbare gelovigen. Ons leven op aarde is een leven in hoop, meer dan in bezit. Ook al hebben wij reeds de genade ontvangen, deze moet nog dagelijks verdedigd woorden en is op aarde nooit echt een onverwoestbaar bezit. Maar de genade geeft hoop om te bezitten. Deze hoop wordt niet beschaamd, omdat de liefde van God in onze harten is uitgestort door de Heilige Geest.
Onze hoop is in de Heer, en deze hoop is niet gebouwd op mensen. Juist daarom kan onze hoop de vaste basis zijn van een onverwoestbare vreugde, te midden van ons leven in strijd en smart. Het is niet zo – zoals de meeste mensen van onze tijd menen – dat het christendom alleen maar lasten oplegt, prettige dingen onmogelijk maakt en ieder plezier verbiedt door het als zondig te beschouwen. Zij zien het katholicisme als een soort verbods- en politie-godsdienst, en de katholieke gelovige als een onderdrukte mens.
Het katholicisme schenkt echter het eeuwige leven, en is een positieve volheid als geen andere. Het schenkt bevrijding door onze redder Jezus Christus, en vreugde, reeds hier op aarde. De gave van de geest bezitten wij reeds nu. Het onderpand, het waarachtige begin en de voorproef van de bovenaardse vreugde verkrijgen wij door nu op aarde, in dit leven, God lief te hebben.
Wie is waarlijk verheugd tenzij hij die bemint?, zo kunnen wij ons afvragen. Liefde schenkt blijdschap, zelfs in het lijden. Dit is het diepste geheim van de vreugde van de heiligen. Zij waren blij gestemd te midden van hun kwellingen, omdat zij Jezus liefhadden en wisten dat zij Hem daardoor als ware dienaars gelijkvormig waren geworden. Dit is, beminde gelovigen, een onaardse vreugde, die zichzelf vergeten is. En het is deze vreugde die de heilige Kerk in onze harten wenst op te wekken voor het Kerstfeest dat altijddurend zal zijn. Amen.
10 december 2010
Zaterdag 11 december 2010: Mars voor het Leven in Den Haag
Bij het begin van de Advent hebben we - op verzoek en in navolging van paus Benedictus XVI - in stilte gebeden voor het ongeboren leven. Nu krijgen we de kans om aan de wereld en aan de regering van ons land te laten zien dat het menselijk leven bescherming verdient vanaf zijn allerprilste begin.
Een groep gelovigen uit onze parochie zal op zaterdag 11 december meelopen in de jaarlijkse Mars voor het Leven, die deze keer in Den Haag wordt gehouden. Voor katholieke deelnemers aan de mars is er die dag een Tridentijnse heilige Mis in de kerk van de H. Jacobus de Meerdere, Parkstraat 65 a, Den Haag. Deze Mis zal worden opgedragen door onze parochievicaris, pater A. Komorowski FSSP.
De mars, die wordt georganiseerd om aandacht te vragen voor het leven dat niet geboren mocht worden, begint om 14.00 uur op het Plein. Vanaf 13.00 uur worden er enkele toespraken gehouden.
Zie: Wie tegen abortus is, steekt zijn hand op.
Zie: Gebed van paus Benedictus XVI voor het ongeboren leven.
Zie: De website van de Mars voor het Leven.
9 december 2010
5 december 2010
Preek voor de tweede zondag van de Advent
Epistel
Romeinen 15, 4-13
Broeders, alles wat er geschreven staat, werd geschreven om ons te onderrichten; opdat wij door het geduld en de vertroosting, die in de Schriften te vinden zijn, zouden versterkt worden in Godsvertrouwen. God, van Wie het geduld en de vertroosting komen, geve u, dat gij eensgezind zijt onder elkander, naar de geest van Jezus Christus; om zo eendrachtig en eenstemmig God, de Vader van onze Heer Jezus Christus, te verheerlijken. Daarom, neemt elkander op, zoals Christus u heeft opgenomen ter ere Gods. Ik bedoel, dat Christus Jezus dienaar der besnedenen is geworden omwille van Gods waarachtigheid, om de beloften aan de vaderen gegeven in vervulling te doen gaan; maar ook, dat de heidenen God zijn gaan prijzen om Zijn barmhartigheid. Zo toch staat er geschreven: Daarom zal ik U loven onder de heidenen, o Heer, en Uw Naam lofzingen. En verder heet het: Verblijdt u, heidenen samen met Zijn volk. En elders: Gij heidenen, looft allen de Heer; prijst Hem, alle volkeren. En dan zegt Isaias nog: Komen zal de spruit van Jesse, Hij, Die zal opstaan om over de heidenen te heersen; op Hem zullen de heidenen hun hoop vestigen. God nu, op Wie onze hoop gericht is, vervulle u met alle vreugde en vrede door het bezit van het geloof, opdat uw hoop overvloedig moge toenemen door de kracht van de Heilige Geest.
Evangelie
Mattheüs 11, 2-10
In die tijd, toen Johannes in de gevangenis hoorde van de werken van Christus, zond hij twee van zijn leerlingen om Hem te vragen: “Zijt Gij het, die komen moet of hebben wij een ander te verwachten?” Jezus gaf hun ten antwoord: "Gaat aan Johannes berichten, wat gij gehoord en gezien hebt. Blinden zien, kreupelen lopen, melaatsen worden gereinigd, doven horen, doden verrijzen, en aan armen wordt het Evangelie verkondigd. Zalig is hij, die geen aanstoot neemt aan Mij”. Toen zij weggingen, begon Jezus tot het volk te spreken over Johannes: “Wat zijt gij in de woestijn gaan zien? Een riet dat door de wind wordt heen en weer bewogen? Maar wat zijt gij dan gaan zien? Een mens in zachte kleren? Zie, mensen met zachte kleren zijn te vinden in de paleizen van de koningen. Maar wat zijt gij er dan gaan zien? Een profeet? Ja, zeg Ik u, zelfs meer dan een profeet. Want hij is het, van wie geschreven staat: Zie, Ik zend mijn gezant voor U uit, om vóór U de weg te bereiden."
Preek
De grote gave die wij met de Kerk in deze weken van voorbereiding van God willen afsmeken is de deugd van hoop. Dat wij met hoop en vertrouwen naar de komst van Christus uitzien. Maar om welke komst gaat het eigenlijk? Wat bedoelt de Kerk als zij in haar Adventsliturgie zo vaak roept “veni” – “kom”?
Advent… wellicht denken wij dat deze tijd een voorbereiding is op het Kerstfeest. Wat verwachten wij eigenlijk? Zal ons met Kerstmis een grote gebeurtenis te wachten staan, die de moeite van een voorbereiding van vier weken loont? Of verwachten wij soms de geboorte van een kind? Dat is en blijft verleden tijd. De Kerk spreekt over een voorbereiding. In feite kunnen wij ons alleen voorbereiden op iets, op een gebeuren, dat nog vóór ons ligt. Wat ligt er dan nog meer vóór ons? Waarop moeten wij nog ons voorbereiden? Wij verwachten uit de hemel de Heer Jezus Christus, onze Rechter en onze Verlosser, Die op het einde van de tijden zal komen in heerlijkheid. Dat heeft Hij Zelf gezegd en aan ons beloofd. Dat leert ons geloof, en zonder vervulling van deze belofte zou ons geloof een waardeloze misleiding zijn.
Dierbare gelovigen! Het zou een grote fout zijn om te denken dat onze voorbereiding op 25 december ophoudt. Dat mag niet. Het gaat in de Advent niet alleen om een goede voorbereiding op het Kerstfeest – die is wel belangrijk, vooral de geestelijke hernieuwing van onze ziel door de sacramentele biecht – maar het gaat om de andere komst van God, namelijk Zijn komst die zal plaatsvinden op het einde van de tijden. In die zin is ons gehele leven een verwachting, een Adventstijd. Wij moeten op de vervulling van de goddelijke belofte wachten, zoals een wachter wacht, die op de uitkijk staat. “Maar wanneer Christus, Die uw leven is, verschijnt, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid.” [Kol. 3, 4]. Dat zal dus, naar het woord van de apostel Paulus, Zijn beloning voor ons wachten zijn: Met God in de eeuwige glorie te leven.
Wij moeten ons ernstig afvragen welke rol de wederkomst van Jezus in ons leven speelt, in ons denken, in ons spreken en in ons handelen, in ons hopen en in ons wachten. Denk ik er soms aan? Denk ik er aan tijdens deze sfeervolle weken dat Christus in het vlees gekomen is, en dat Hij ook met Zijn glorie zal verschijnen? Verwacht ik deze komst met verlangen en hoop, zoals de profeten en rechtvaardigen van het Oude Verbond? Of betekent de Adventstijd voor mij alleen Kerstcadeautjes en gezellig samenzijn, en is het in mijn levensperspectief niet belangrijk? Dat alles raakt ons menselijk hart, maar als wij de ware betekenis van ons wachten verliezen, dan hebben wij onze tijd niet goed gebruikt.
Het wachten op iets, het verlangen naar iets of naar iemand heeft zijn eigen psychologie. Al het andere wordt minder belangrijk. Wie met goede redenen een groot geluk verwacht, is blij gestemd. Hij wordt wat onverschillig voor al het andere, voor alles wat niet samenhangt met het verwachte geluk. Hij kan ook niet goed begrijpen waarom de anderen zich over betrekkelijke kleinigheden zo druk maken. Hij kan veel meer verdragen dan gewoonlijk. Hij begint zelfs ‘onthecht’ te raken... Zo werkt de hoop, indien zij echt en levend is. Christenen blijven hoopvol wachten op de komst van de Verlosser en alleen dát telt. Dat wordt de bron van een waarachtige levensvreugde die uit het geloof en uit de hoop voortkomt. Uit het geloof in God, Die wij nog niet aanschouwen, en uit de hoop op de hemel, die wij nog niet bezitten. Het christelijke leven is een leven in hoop. Maar reeds hier op aarde hebben wij het geluk om met Christus verenigd te worden. Hij komt tot ons en blijft in onze ziel in het Allerheiligst Sacrament.
Beminde gelovigen! Voorbereiding komt voort uit liefde, liefde verlangt naar vereniging. Met het kleine Kind Dat in Bethlehem is geboren kunnen wij ons niet meer verenigen. Maar wij kunnen wel verenigd zijn met Christus Die hier in dit Heilig Misoffer op het altaar komt. Alleen met een zuiver en nederig hart, vrij van zonde, kunnen wij Hem ontvangen. Als wij niet verlangen naar Hem Die nu komt, dan is het heel zeker dat wij ook niet verlangen naar Hem Die eens zal komen. Amen.
1 december 2010
Catechese in de maand december
De catecheseserie over de heilige Mis zal in de maand december worden onderbroken. De laatste bijeenkomst vóór het Kerstreces vindt plaats op donderdag 2 december 2010. De reeks zal in het nieuwe jaar weer tweewekelijks worden voortgezet vanaf donderdag 6 januari 2011 om 19.30 uur. Elke keer is er voorafgaand een heilige Mis om 18.45 uur.