Epistel
Jac. 1, 22-27
Veelgeliefden, gij moet het woord volbrengen en niet alleen aanhoren; want dan zoudt gij uzelf misleiden. Want iemand, die het woord aanhoort, maar niet volbrengt, is te vergelijken met een man, die zijn eigen gelaat in de spiegel ziet; immers hij ziet zichzelf en gaat heen, en aanstonds is hij weer vergeten, hoe hij er uitzag. Maar wie het oog gericht houdt op de volmaakte wet van de vrijheid, en zich daaraan houdt - wie dus niet alleen luistert en weer vergeet, maar de daad volbrengt - hij zal door dat volbrengen zalig zijn. Maar als iemand soms meent, dat hij godsdienstig is, terwijl hij zijn tong niet in bedwang houdt, en zo zichzelf misleidt, diens godsdienstigheid is zonder waarde. Reine en vlekkeloze godsdienstigheid in het oog van God de Vader is dit: Wezen en weduwen te ondersteunen in hun nood, en zichzelf onbesmet te bewaren voor deze wereld.
Evangelie
Joh. 16, 23-30
In die tijd zei Jezus tot Zijn leerlingen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: al wat gij de Vader in Mijn Naam zult vragen, zal Hij u geven. Tot nu toe hebt gij nog niets in Mijn Naam gevraagd; vraagt en gij zult verkrijgen, opdat uw vreugde volkomen zij. Over al deze dingen heb Ik in beelden tot u gesproken; het uur komt, dat Ik niet meer in beelden tot u zal spreken, maar u in duidelijke taal over de Vader mededelingen zal doen. Op die dag zult gij in Mijn Naam bidden; en Ik zeg u niet, dat Ik de Vader voor u zal vragen; want de Vader Zélf heeft u lief, omdat gij Mij liefhebt en omdat gij gelooft, dat Ik van God ben uitgegaan. Ik ben van de Vader uitgegaan en in de wereld gekomen; weer verlaat Ik de wereld en ga heen naar de Vader. Zijn leerlingen zeiden Hem: Zie, nu spreekt Gij duidelijke taal, zonder enige beeldspraak te gebruiken. Nu zien wij, dat Gij alles weet en dat het niet nodig is, dat iemand U ondervraagt; daarom geloven wij, dat Gij van God zijt uitgegaan.
Preek
De Kerk besluit vandaag de reeks van zondagen na Pasen. Aanstaande donderdag is het feest van de hemelvaart van Christus, waarover de vreugde geen einde zal nemen, want Hij heeft voor ons door Zijn verlossingswerk toegang verworven tot de Vader en het eeuwig leven. Dat alles is mogelijk geworden door het Paasmysterie. Daarin geloven wij en daarop hopen wij.
Ons heilig geloof is dus datgene dat ons leven draagt, en dat wat onze geestelijke overtuiging diepe inhoud geeft. Het geloof is niet alleen een verzameling van waarheden die wij aan Gods openbaring te danken hebben, maar het geloof is ook een overgave aan Gods belofte, in de hoop dat te bereiken wat Christus voor ons toegankelijk heeft gemaakt. Ons geloof is bovenal een ontmoeting met God van persoon tot Persoon, in liefdevolle overgave. Zonder dit geloof is het onmogelijk om God te behagen, zo zegt de apostel Paulus in zijn brief aan de Hebreëen, want ons geloof is juist de grondslag van onze betrekkingen met Hem.
Als ons geloof leeft, dat wil zeggen dat onze adhesie aan de Waarheid volkomen is, dan wijkt God niet meer uit ons leven. Dan gaat Hij werkelijk ons hoofd en ons hart vervullen. Nu is het geloof vóór alles genade, waarom men bidt. Het is een gunst, een uitzonderlijk rijk- en gelukkigmakende genade. Maar dat wil volstrekt niet zeggen dat de invloed van het eenmaal ontvangen geloof niet voortdurend zou kunnen toenemen en dat men die invloed niet mede zelf kan bewerken, want de genade heeft de menselijke natuur nodig om te kunnen groeien, en is afhankelijk van onze toestemming om werkzaam te kunnen zijn.
Onze trouw aan het geloof en aan de Geest brengt God nabij en houdt ons steeds meer in Zijn heiligmakende tegenwoordigheid. God treedt dan als het ware ons leven binnen en Hij wordt er de grote Realiteit van. De heilige Paulus geeft ons de diepte van deze realiteit aan als hij zegt: “Of wij leven of sterven, wij behoren toe aan de Heer. Want als wij leven, dan leven wij voor de Heer, en als wij sterven, dan sterven wij voor Hem.” Dit is, beminde gelovigen, de taal van een overtuigd en diep geloof.
Wat zouden wij moeten doen om het grote en levendige geloof te verkrijgen, het geloof dat de Verlossingsdaad ons schenkt, het geloof dat het leven zal veranderen? Wat moeten wij doen om dat geloof te verkrijgen en erdoor geheiligd te worden?
Beminde gelovigen, het geloof moet de realiteit van ons leven worden. Dat betekent dat ons geloof een bewust geloof moet zijn, waarbij wij in alles bereid moeten zijn om God te ontmoeten. Wij moeten ons voortdurend ervan bewust zijn dat Hij boven alles staat. Wij moeten Hem zelfs tot de Heer van onze eigen wil maken. Herinneren wij ons daarbij het woord van de Heer “niet Mijn Wil maar Uw Wil geschiede”. Als dit de vrucht zou zijn van ons Paasgeloof, dan zal ook Zijn Hemelvaart ons eens ten deel vallen. Amen.
Rooms-katholieke parochie voor de traditionele Latijnse liturgie in de Sint-Agneskerk te Amsterdam
Pagina's
▼