Epistel
Rom. 11, 33-36
O diepte der rijkdommen van Gods wijsheid en kennis! Wat zijn toch Zijn oordelen ondoorgrondelijk en Zijn wegen onnaspeurlijk! Wie immers heeft ooit de gedachten des Heren gekend, of wie is Zijn raadsman geweest? Of wie gaf er eerst aan Hem, zodat hij recht kreeg op vergelding? Want alles is uit Hem en door Hem en voor Hem. Aan Hem de glorie in eeuwigheid. Amen.
Evangelie
Mt. 28, 18-20
In die tijd sprak Jezus tot Zijn leerlingen: Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde. Gaat dan, en onderwijst alle volkeren, en doopt hen in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest; en leert hen onderhouden alles, wat Ik u bevolen heb. En ziet, Ik ben met u alle dagen, tot aan de voleinding der wereld.
Preek
In het midden van het kerkelijk jaar viert de Kerk het hoogfeest van de Heilige Drievuldigheid. Daaraan voorafgaand hebben wij de centrale geheimen van de Verlossing gevierd, namelijk de Menswording, de Verlossingsdaad en de komst van de Heilige Geest. En vandaag stelt de Kerk ons de volheid van de ene God voor ogen in Zijn drie Personen: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
De Vader heeft ons geschapen en in alle eeuwigheid voorbestemd tot het geluk waarin wij door Zijn genade staan. De Zoon is voor ons mens geworden. Hij heeft ons de openbaring gebracht omtrent de Vader, Die niemand ooit gezien heeft, en Hij heeft ons verlost door Zijn Bloed. Het is de Heilige Geest Die ons heiligt, Die het werk van de Zoon in onze zielen tot voltooiing brengt en ons daardoor terugvoert tot de Vader in de hemel. Het is de zondige mens van Adams geslacht die het voorwerp is van deze werkzame liefde Gods.
Met de woorden van de heilige Johannes, de evangelist, kunnen wij het begrijpen. “Wij zijn door het geloof in Gods goedheid Zijn woonplaats geworden. Want Hij heeft ons met het geloof, met het kennen en erkennen van God, de liefde gegeven. En wie Hem bemint, wordt door Hem bemind en bewoond. Wij zullen komen en Onze woonplaats bij hem nemen.”
Het mysterie van de Drievuldigheid is voor de christenen in het algemeen en in elke christen afzonderlijk een voortdurende werkelijkheid. God woont in de ziel van iedereen die door Zijn genade gerechtvaardigd is. Deze waarheid van de verlossingsleer is een objectieve realiteit en wordt voor de individuele gelovige de hoogste werkelijkheid door een akte van geloof, waarbij de individuele mens zich subjectief aansluit bij deze objectieve realiteit. Een verzuchting van zuivere liefde brengt mij in levend en levenswekkend contact met de Drie-ene God. Met welke eerbiedige dankbaarheid moeten wij toch de Heilige Drie-eenheid vol van liefde aanbidden, want Hij wil in mij zijn als gever en ontvanger van liefde, als minnaar en beminde. Daaraan herinnert ons het woord van Sint Johannes waar Jezus zegt: “Als iemand Mij liefheeft, dan zal hij Mijn woord onderhouden. Dan zal ook Mijn Vader hem beminnen en Wij zullen tot hem komen en Ons verblijf bij hem nemen.”
Beminde gelovigen, zoals Gods liefde altijd en overal werkzaam is, zo moet ook onze lofprijzing werkzaam zijn. De hoogste vorm daarvan is een actieve en passieve deelname aan het eeuwigdurende Offer van Jezus in de Mis. Niet alleen onze woorden, ook onze bedoelingen en daden, ons lijden en heel ons leven moeten zodanig zijn, dat wij zonder meer kunnen samensmelten met het offer dat Jezus is, als een levend lofgezang tot glorie en aanbidding van de Allerheiligste Drie-eenheid. Amen.