Mgr dr J. Hendriks, hulpbisschop van Haarlem-Amsterdam, heeft een eigen website. Na de plechtigheden van Doopsel en Vormsel in onze parochie heeft hij daarover zaterdag het volgende gepubliceerd:
Twee volwassenen ontvingen op 9 november in de Amsterdamse Sint-Agneskerk het heilig Doopsel en Vormsel, dat laatste sacrament samen met drie anderen die toetraden tot de katholieke Kerk - onder hen een jonge man uit een Pinksterkerk - of de draad van het katholiek geloof weer oppakten. Voor mij was het de eerste keer dat ik deze plechtigheden in de buitengewone vorm van de Romeinse ritus ('Tridentijnse Mis') heb gedaan.
Gelukkig werd ik deskundig door de ritus geleid door de pastoor van de personele parochie voor gelovigen die verbonden zijn met de Tridentijnse vorm, pater Martin Knudsen. Natuurlijk vielen mij zo'n eerste keer de verschilen op met de gewone vorm van de Romeinse ritus, met name dat verschillende elementen van het catechumenaat, in de buitengewone vorm zijn samengebracht in de doopplechtigheid zelf. Mede door de herhalingen brengt deze klassieke vorm van de Romeinse ritus de scheiding tussen het leven vóór het doopsel en erna zeer duidelijk over, evenals de keuze die de dopeling moet maken vóór Christus; ook wordt de macht van de Satan (mede door de veelvuldige herhaling van de exorcismen) beklemtoond en de grotere macht van God met Wiens hulp wij tegen het kwaad moeten strijden. Mooi vond ik bijvoorbeeld dat de dopelingen bij het betreden van de kerk plat op de grond gaan liggen, zoals de wijdelingen in de wijdingsliturgie.
Het zal niet voor iedereen de meest geëigende vorm zijn, mede omdat door het Latijn veel van deze betekenis zal ontsnappen aan de gelovigen die de plechtigheid volgen, maar voor mij als bisschop gaf het zeker wel devotie.