De uitstelling van het Allerheiligste Sacrament wordt afgesloten met een aantal lofprijzingen aan God, Jezus Christus, de Heilige Geest, H.H. Maria en Jozef, alle engelen en heiligen. Deze aanroepingen werden oorspronkelijk geschreven door de Italiaanse jezuIet Luigi Felici in 1797 uit eerherstel tegen allerlei vormen van blasfemie en heiligschennis. Sindsdien is de tekst aangevuld en uitgebreid door verschillende pausen tot het onderstaande:
Benedictus Deus.
Benedictum Nomen Sanctum eius.
Benedictus Iesus Christus, verus Deus et verus homo.
Benedictum Nomen Iesu.
Benedictum Cor eius sacratissimum.
Benedictus Sanguis eius pretiosissimus.
Benedictus Iesus in sanctissimo altaris Sacramento.
Benedictus Sanctus Spiritus, Paraclitus.
Benedicta excelsa Mater Dei, Maria sanctissima.
Benedicta sancta eius et immaculata Conceptio.
Benedicta eius gloriosa Assumptio.
Benedictum nomen Mariae, Virginis et Matris.
Benedictus sanctus Ioseph, eius castissimus Sponsus.
Benedictus Deus in Angelis suis, et in Sanctis suis.
Amen.
Gezegend zij God.
Gezegend zij Zijn heilige Naam.
Gezegend zij Jezus Christus, waarachtig God en waarachtig mens.
Gezegend zij de Naam van Jezus.
Gezegend zij Zijn heilig Hart.
Gezegend zij Zijn kostbaar Bloed.
Gezegend zij Jezus Christus in het allerheiligste Sacrament des Altaars.
Gezegend zij de Heilige Geest, de Vertrooster.
Gezegend zij de verheven Moeder Gods, de heilige maagd Maria.
Gezegend zij haar heilige en onbevlekte ontvangenis.
Gezegend zij haar glorierijke tenhemelopneming.
Gezegend zij de naam van Maria, maagd en moeder.
Gezegend zij haar allerheiligste rozenkrans.
Gezegend zij de heilige Jozef, haar zuivere bruidegom.
Gezegend zij God in Zijn engelen en in Zijn heiligen.
Amen.