Doorboor, allerzoetste Heer Jezus, het binnenste en het inwendige van mijn ziel met de tederste en heilzaamste wonde van Uw toegenegenheid en met een ware, oprechte en apostolische heilige liefde, opdat mijn ziel alleen uit liefde en verlangen naar U als vertere en wegsmelte, hevig naar U begere en kwijnend uitzie naar Uw voorhoven om ontbonden te worden en met U te zijn. Geef dat mijn ziel hongere naar U, Die het Brood der engelen, de verkwikking der heilige zielen, ons dagelijks noodzakelijk brood zijt, dat alle zoetheid van geur en smaak en alle lieflijkheid in zich bevat; dat mijn hart steeds naar U hake en U, Wie de engelen vurig wensen te aanschouwen, geniete, en het binnenste van mijn ziel door Uw zoete smaak vervuld worde: laat mijn ziel steeds dorsten naar U, de bron van het leven, de bron van wijsheid en wetenschap, de bron van het eeuwig licht, de stroom van het hemels genot, de overvloed van het huis Gods, laat zij naar U steeds verlangen, U zoeken, U vinden, naar U streven, tot U komen, aan U denken, van U spreken en alles verrichten tot lof en glorie van Uw Naam, met ootmoed en bescheidenheid, met liefde en behagen, met opgeruimdheid en ijver, met volharding ten einde toe, en wees Gij alleen steeds mijn hoop, mijn algeheel vertrouwen, mijn rijkdom, mijn genot, mijn vermaak, mijn vreugde, mijn kalmte en rust, mijn vrede, mijn zoetheid, mijn geur, mijn behagen, mijn spijs, mijn verkwikking, mijn toevlucht, mijn hulp, mijn wijsheid, mijn erfdeel, mijn bezitting, mijn schat, waarin mijn hart en mijn ziel immer vast en onwrikbaar geworteld en bevestigd blijven. Amen.