Beminde gelovigen,
Met Pinksteren is de volheid van de verlossingsmysteriën voltrokken. Ik wil u graag in het kort uitleggen wat het betekent om ledemaat van het mystieke Lichaam van Christus te zijn.
Het bovennatuurlijke leven en alle genaden die de mens worden gegeven zijn vruchten van de verlossing. De verlossing zelf berust op het feit dat Christus en Zijn Kerk één mystiek Lichaam vormen, ja zelfs één mystieke Persoon. Daarom zijn het verlossingswerk van Christus, het Hoofd, en de oneindige verdiensten van Zijn lijden, bestemd voor zijn leden, dat wil zeggen voor alle gelovigen die Zijn mystiek lichaam vormen.
De Kerk is het mystieke Lichaam en de volheid van Christus. Christus is haar hoofd, haar voornaamste, onmisbare en volmaakte deel, waaraan alle andere ledematen van het Lichaam hun kracht en leven ontlenen. Bij het doopsel zijn wij op deze innige wijze met Christus verbonden.
Christus kon lijden voor de mensen en boeten voor zonden die Hij niet Zelf bedreven heeft. Hij is het Hoofd van de Kerk, het Lichaam waarvan Hij de verlosser is. Daarom is verlossing uitsluitend te vinden in de Kerk, Zijn Lichaam.
De activiteit van het mystieke Lichaam is de kracht van Christus Zelf. Wij zijn als gelovigen met Hem in één lichaam verenigd. Daarom leven, lijden en sterven wij met Hem, en zullen wij ook met Hem verrijzen. Het doopsel heiligt ons, omdat het tussen Christus en een ziel de vitale verbinding tot stand brengt, waardoor de heiligheid van het hoofd naar de ledematen kan stromen. De andere sacramenten, in het bijzonder de heilige Eucharistie, hebben tot doel deze eenheid tussen het mystieke lichaam en zijn Hoofd te versterken.
Met mijn priesterlijke zegen,
Pater M. Kromann Knudsen FSSP, pastoor