Kardinaal Burke bij binnenkomst in onze kerk op 6 november 2011. |
Eerder dit jaar sprak kardinaal Burke over de tiende verjaardag van het motu proprio Summorum Pontificum, dat de viering van de liturgie en de sacramenten in de Tridentijnse ritus reguleert als de 'buitengewone vorm van de Romeinse ritus':
"Het motu proprio reageert op een situatie die volgde na Vaticanum II waar de liturgische hervorming die gewenst werd door de concilievaders onjuist werd geïnterpreteerd. Volgens deze foutieve interpretatie zou de nieuwe vorm van de heilige liturgie volledig moeten afwijken van de vorm zoals die door de eeuwen heen is aangenomen. Dit is een tegenstrijdigheid, omdat de heilige liturgie organisch is en langs de apostolische traditie door de eeuwen heen tot ons is gekomen. Aldus heeft het motu proprio ons de mogelijkheid gegeven de eenheid te herstellen in de vorm van de heilige liturgie om zo de onveranderlijke realiteit van Jezus' aanwezigheid onder ons te benadrukken.
Ik denk dat de viering in de buitengewone vorm gaat toenemen, omdat bij al mijn bezoeken ik veel jonge mensen zie die zich hechten aan de buitengewone vorm van de Mis. Wat hen aantrekt is de heiligheid van deze ritus. De liturgie is immers een handelen van God Zelf: Jezus, zittend in heerlijkheid aan de rechterhand van de Vader, komt neer op het altaar om opnieuw in Zijn offer aanwezig te zijn. De buitengewone vorm is duidelijk heiliger. Jongeren en jonge gezinnen voelen zich zeer aangetrokken door de buitengewone vorm. Ik zeg niet dat de gewone vorm niet heilig is! Zeker wel, maar de hervorming heeft in zekere zin de vorm van de ritus ontbloot en deze heiligheid minder duidelijk zichbaar gemaakt."