2 februari 2020

2 februari: Zuivering van de heilige maagd Maria (Maria Lichtmis), feest

Epistel
Mal. 3, 1-4
Dit zegt God de Heer: Zie, Ik zend Mijn engel, om de weg te bereiden voor Mij uit. En terstond daarna zal naar Zijn tempel komen de Heerser, naar Wie gij zoekt, de engel des verbonds, naar Wie gij verlangt. Zie, Hij komt, - zegt de Heer der heerscharen. Maar wie zal zich de dag van Zijn komst kunnen voorstellen? En wie zal in staat zijn om Hem te aanschouwen? Want Hij is als een smeltend vuur en als het kruid van de vollers. Hij zal Zich neerzetten om het zilver te smelten en te louteren; Hij zal de zonen van Levi weer rein maken en hen louteren als goud en als zilver; en zij zullen de Heer weer gaven offeren in gerechtigheid. Dan zal de offergave van Juda en Jeruzalem weer behagen aan de Heer, zoals in vroeger dagen en in vervlogen jaren. Zo spreekt de almachtige Heer.

Evangelie
Lc. 2, 22-32
In die tijd, toen voor Maria de tijd was aangebroken van de reiniging volgens de wet van Mozes, gingen zij met Jezus naar Jeruzalem om Hem op te dragen aan de Heer - zoals er geschreven staat in de wet des Heren: elke eerstgeborene, die van het mannelijk geslacht is, moet de Heer worden toegewijd - en tevens om een offer te brengen overeenkomstig het voorschrift van de wet des Heren: een paar tortels of twee jonge duiven. En zie, nu leefde er te Jeruzalem een man, Simeon genaamd; en deze man was rechtvaardig en godvrezend; met verlangen zag hij uit naar de vertroosting van Israël, en de Heilige Geest was in hem. En van de Heilige Geest had hij de openbaring ontvangen, dat hij de dood niet zou zien, voordat hij de Gezalfde des Heren had aanschouwd. Door de Geest gedreven kwam hij naar de tempel. En toen de ouders het Kind Jezus binnenbrachten om met Hem te doen naar wettelijk gebruik, nam hij Hem in zijn armen, en loofde God, en sprak: Nu laat Gij, Heer, Uw dienaar gaan in vrede - naar Uw woord. Want mijn ogen hebben Uw heil aanschouwd, dat Gij bereid hebt voor het oog van alle volken: Een licht ter verlichting van de heidenen, en een glorie voor Uw volk van Israël.

Overweging
Op 2 februari verricht de Kerk de plechtige kaarsenwijding, die tot de drie voornaamste wijdingen behoort uit de gehele jaarkring. De twee andere zijn de aswijding en de palmwijding.

De zin van de kaarsenwijding houdt verband met de dag van de Zuivering van de heilige Maagd, dat het geheim is van de veertigste en laatste dag van de Kersttijd. Het Kindje Jezus wordt op die dag in de tempel opgedragen en vrijgekocht, doch slechts bij gelegenheid van Maria’s zuivering, waaruit deze opdracht en vrijkoop voortvloeien.

Sinds de zevende eeuw hebben liturgisten veelvuldig het geheim van de kaarsenwijding verklaard. De kaarsenwas, uit het sap van bloemen, bereid door de bij, die in de oudheid gold als beeld van de maagdelijkheid, betekent volgens Ivo van Chartres in een van zijn preken over dit feest, het maagdelijke Vlees van het goddelijk Kind, dat noch door Zijn ontvangenis, noch door Zijn geboorte Maria’s maagdelijkheid heeft gedeerd. In de kaars moeten wij, aldus de heilige bisschop, het symbool zien van Christus, Die onze duisternis is komen verlichten.

Volgens de heilige Anselmus kunnen wij in de kaars drie dingen beschouwen: de was, de pit en de vlam. De was, bereid door de maagdelijke bij, is het Vlees van Christus; de pit daarin is Zijn Ziel; de vlam die straalt aan de top is Zijn Godheid.

De Kerk nodigt de gelovigen uit om op deze dag kaarsen mee te brengen. Die kunnen ook in de plechtige ceremonie gewijd worden. De met Maria Lichtmis gewijde kaarsen worden niet alleen in de processie gedragen, maar zij moeten met eerbied thuis bewaard worden, om ze te land en te water, zoals de Kerk zegt, met zich mee te nemen en zodoende bijzondere zegen van de hemel af te smeken. Men moet deze kaarsen ook ontsteken bij de stervenden, ter herinnering aan de onsterfelijkheid die Christus voor ons heeft verdiend en als teken van bescherming door Maria.