24 maart 2020

Noveengebed tot Onze Lieve Vrouw ter Nood om bescherming tegen het coronavirus, dag 9

De bis­schop­pen van Haarlem-Amsterdam roepen op om ge­za­men­lijk een noveen te hou­den tot Onze Lieve Vrouw ter Nood vanwege het corona­vi­rus. De noveen begint op maan­dag 16 maart en ein­digt op de dag voor het hoog­feest van Maria Boodschap (25 maart).

Noveengebed in aansluiting op het dagelijkse Rozenkransgebed
O goede Moeder, Onze Lieve Vrouw ter Nood,
wij geloven in uw zorg, in uw medeleven
en uw voor­spraak bij Jezus, uw Zoon.
Daarom komen wij vol ver­trouwen tot u
en wij vragen door u aan de Heer:
Bevrijd ons land van de corona-epidemie,
genees en sterk de zieken en zegen hen die zorg voor hen dragen.
Geef wijs­heid aan onze be­stuur­ders en geef dat wij spoe­dig
weer kunnen samen­ko­men om ons geloof te vieren.
Bevrijd ons van onrust en angst, verlicht ons in pijn en verdriet.
Geef ons hoop waar wij het niet meer zien zitten,
geef ons kracht als wij er niet tegenop kunnen,
geef ons licht waar het donker is.
Maria, bescherm ons en onze dier­ba­ren,
geef ons overgave aan de Wil van de Vader
en leid ons veilig naar Jezus, uw Zoon.
Amen.


(Imprimatur: Haarlem, 14 maart 2020, +Johannes Hendriks)


Overweging op de negende (en laatste) dag van de noveen (dinsdag 24 maart)
De bij­zon­dere muur­schilde­ringen in de kapel tonen de mysteries van Maria. De achterwand stelt het hemelse Paradijs voor. God de Vader verwacht ons op het bruilofts­feest waar wij met Jezus, Maria, alle engelen en heiligen voor eeuwig mogen genieten van de belo­ning die God aan ieder wil geven die in de moei­lijk­he­den met Hem hebben volhard.

Lieve moeder Maria, Onze Lieve Vrouw ter Nood, mogen wij door uw voor­spraak Gods genade ver­krij­gen om tij­dens alle wisselvallig­he­den van deze wereld onze ogen gericht te hou­den op het eeuwige, opdat wij stand mogen hou­den in ons geloof en ons ver­trouwen. Dank u wel voor uw moe­der­lijke bijstand en voor­spraak. Ik ben uw die­naar, ik ben de uwe.
Totus Tuus Maria ego sum! (H. Johannes Paulus II)