O Kerk van twintig eeuwen,
die vast staat op de rots,
al kwam u het schuim besneeuwen
van 't loeiend golfgeklots!
O Moederkerk van Rome,
zo edel en zo groot,
van alle kanten stromen
de volken in uw schoot.
O Moederkerk van Rome,
zo edel en zo groot,
van alle kanten stromen
de volken in uw schoot.
O Kerk der martelaren,
gepurperd in hun bloed;
o Kerk der maagdenscharen
in lelieblanke stoet;
o Kerk van alle talen,
van alle volk en tijd,
uw lof bereikt de palen
der wereld breed en wijd.
O Moederkerk van Rome,
zo edel en zo groot,
van alle kanten stromen
de volken in uw schoot.
Ons katholieke vaadren
zijn wij, hun zonen, waard;
hun bloed doorstroomt onze aadren
van smetten vrij bewaard.
Wij willen 't leven derven,
maar staan 't geloof niet af.
En zingen nog bij 't sterven
en op de boord van 't graf.
O Moederkerk van Rome,
zo edel en zo groot,
van alle kanten stromen
de volken in uw schoot.