Venantius was een jongeman die leefde tijdens de christenvervolgingen door keizer Decius (249-251) in het Romeinse rijk. Na zware folteringen onderging hij de marteldood omwille van Christus.
Hij werd gegeseld, met brandende fakkels gebrandmerkt, en boven een vuur gehangen; zijn tanden werden uit zijn mond geslagen en zijn kaken gebroken. Daarna werd hij voor de leeuwen geworpen, maar deze lieten hem ongemoeid (zie afbeelding). Toen niets hem leek te deren werd hij van een steile rots naar beneden geworpen en uiteindelijk met een zwaard onthoofd.
Twaalf getuigen raakten zo onder de indruk van de standvastigheid van Venantius, dat zij zich tot Christus bekeerden. Vervolgens trof hen een soortelijke marteldood.
Zijn relikwieën werden overgebracht naar Camerino. Zo werd hij patroon van deze Italiaanse stad. Hij heeft sedert vele eeuwen een kerk in Rome. Paus Clemens X was voor zijn verkiezing tot paus bisschop van Camerino en uit devotie tot de heilige Venantius verhoogde hij de rang van zijn feest en gaf hem een eigen officie. In de Novus Ordo (1970) werd Venantius van de heiligenkalender afgevoerd.
Behalve als patroon van de stad Camerino wordt de heilige Venantius ook aangeroepen bij oorpijn.
Gebed
O God, Die deze dag door de zegepraal van de heilige Venantius, Uw martelaar, hebt geheiligd, verhoor de gebeden van Uw volk, en verleen dat wij, die zijn verdiensten eren, ook zijn standvastigheid in het geloof zouden navolgen. Amen.