Paulus van het Kruis werd op 3 januari 1694 geboren in Ovada, Piemonte als Paolo Francesco Danei.
Na een tijd bij zijn vader in de handel te hebben gewerkt, besloot Paolo zijn leven in dienst van Christus te stellen. Het besef van Jezus’ martelgang en wrede kruisdood hadden hem zo zwaar aangegrepen dat hij kluizenaar werd om dieper tot de zin ervan door te dringen. Al spoedig kwam hij tot het inzicht dat bezinning op het Lijden van Christus leidt tot compassie met de mensen die in ellendige omstandigheden verkeren. Hij deed afstand van al zijn bezittingen en begon een leven van ascese, boete en naastenliefde.
Op een zeker moment kreeg hij een verschijning van de heilige maagd Maria, die - gekleed in een zwart habijt - hem opdroeg om een gemeenschap te stichten die permanent rouwt om de dood van haar Kind. Paolo verbleef toen in het stadje Castallazzo in het bisdom Alessandria. Hij vertelde de plaatselijke bisschop, Arborio di Gattinara, wat hij had ervaren. Die bekleedde hem op 22 november 1720 met het zwarte habijt dat Maria hem had opgedragen te dragen uit rouw om haar zoon. Vanaf dat moment droeg hij de naam Paolo della Croce (Paulus van het Kruis).
Aangemoedigd door bisschop Arborio trok Paolo zich in de maanden november en december 1720 terug in een torenkamertje van de kerk van Castallazzo voor een veertigdaagse retraite. Daar schreef hij een leefregel voor zijn toekomstige communiteit: de door hem gestichte Congregatie van het Lijden van Jezus Christus, beter bekend onder de naam Passionisten. Deze leefregel vormde de basis van zijn kloosterregel, die in 1741 door paus Benedictus XIV zou worden goedgekeurd. Ook schreef hij in Castallazzo zijn geestelijke ervaringen op in een soort dagboek, dat onder de klassieke teksten van de mystiek wordt gerekend.
Paolo werd in 1727 tot priester gewijd. Een jaar later trok hij zich met zijn broer, Giovanni Battista, terug op de berg Argentaro op het Toscaanse schiereiland Orbetello. Daar stichtte hij samen met enkele volgelingen het eerste passionistenklooster. Steeds meer begonnen de eerste passionisten zich toe te leggen op de prediking onder de armen in de toenmalige Pauselijke Staten en Toscane. Paus Clemens XII bevestigde hen daarin en verleende hun de titel 'apostolisch missionaris'; dat betekende dat zij in diens naam het Evangelie verkondigden. In 1771 stichtte Paolo de vrouwelijke en zuiver comtemplatieve tak van de congregatie: de Passionistinnen.
Paulus van het Kruis staat bekend als een groot mysticus. Meer dan 45 jaar ging hij de spirituele weg van de Verlatenheid om uiteindelijk steeds meer verenigd te raken met de gekruisigde Christus. Als geestelijk leidsman en biechtvader oefende hij veel invloed uit op het leven van geestelijken en leken. Paulus van het Kruis stierf op 18 oktober 1775 in Rome. Zijn lichaam ligt begraven in de Romeinse basiliek SS. Giovanni e Paolo, de kerk van het gelijknamige klooster dat door paus Clemens XIV aan hem geschonken was. Paus Pius IX verklaarde hem in 1852 zalig en in 1867 heilig.