Op de avond van de eerste dag van de week, toen de deuren van de verblijfplaats der leerlingen gesloten waren uit vrees voor de joden, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: Vrede zij u. Na dit gezegd te hebben toonde Hij hun Zijn handen en Zijn zijde. De leerlingen waren vervuld van vreugde toen zij de Heer zagen. Nogmaals zei Jezus tot hen: Vrede zij u. Zoals de vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u. Na deze woorden blies Hij over hen en zei: Ontvangt de Heilige Geest. Aan wie ge zonden vergeeft, zijn ze vergeven, en aan wie ge ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven.
Thomas, een van de twaalf, ook Didymus genaamd, was echter niet bij hen toen Jezus kwam. De andere leerlingen vertelden hem: Wij hebben de Heer gezien. Maar hij antwoordde: Als ik niet in Zijn handen het teken van de nagelen zie en mijn vinger in de plaats van de nagelen kan steken en mijn hand in Zijn zijde leggen, zal ik zeker niet geloven.
Acht dagen later waren zijn leerlingen weer in het huis bijeen, en nu was Thomas er bij. Hoewel de deuren gesloten waren, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: Vrede zij u. Vervolgens zei Hij tot Thomas: Kom hier met uw vinger en bezie Mijn handen. Steek uw hand uit en leg die in Mijn zijde, en wees niet langer ongelovig maar gelovig. Toen riep Thomas uit: Mijn Heer en mijn God! Toen zei Jezus tot hem: Omdat ge Mij gezien hebt, gelooft ge? Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben. (Joh. 21,19-29)
Thomas was een eenvoudige visser. Zijn belijdenis tegenover de Verrezen Heer is zijn lijfspreuk geworden bij al zijn missiereizen. Hij missioneerde in Perzië en India waar hij (zo vertelt een legende) de heilige Driekoningen zou zijn tegengekomen. Daarop heeft Thomas hen gedoopt en tot bisschop benoemd.
Koning Gundaphar van India werd door de heilige Thomas bekeerd. Tijdens een van zijn vele missiereizen werd hij in het jaar 72 in Calamina door een horde heidenen in de rug aangevallen en neergestoken. De Kopten in Egypte hebben van Thomas het eerst de Blijde Boodschap vernomen.
Thomas is patroon van theologen, timmerlieden, metselaars, architecten, bouwvakkers, landmeters, steenhouwers en het huwelijk, en patroon tegen rugklachten.