Nicolaas van Myra of Nicolaas de Wonderdoener, Nicolaas van Bari of Nicolaas van Patara is waarschijnlijk geboren omstreeks het jaar 280 te Patara in Lycië en overleden op 6 december in 342 of 352. In de vierde eeuw was hij bisschop te Myra, de toenmalige hoofdplaats van Lycië in Klein-Azië. Hij werd later heilig verklaard en is de hoofdpersoon in tal van legenden, bijvoorbeeld de Legenda Aurea van de 13e-eeuwse geleerde dominicaan Jacobus de Voragine. Belangrijke elementen van het Sinterklaasfeest gaan op hem terug.
Aan de kleine Nicolaas werden al vanaf de geboorte wonderen toegewezen. Zo kon hij direct na de geboorte rechtop in zijn badje staan, de handen ten hemel geheven, alsof hij God dankte voor het mirakel van zijn geboorte en wilde hij op de vastendagen, woensdag en vrijdag, niet van moeders borst drinken. Verder kende hij op vroege leeftijd de namen van de hemellichamen uit zijn hoofd.
Het was al snel duidelijk dat Nicolaas - vernoemd naar zijn oom, met wie hij vaak verward wordt, bisschop in een naburige gemeente - zijn leven aan de dienst van God zou wijden. Er werd een verband gezien met de Bijbelse figuur Samuel. Nicolaas' moeder kon net als de moeder van Samuel geen kinderen krijgen, en kreeg uiteindelijk een kind in ruil voor de belofte dat het in dienst van God zou treden. Net als Samuel was Nicolaas al op vroege leeftijd geliefd bij de bevolking. Hij begreep snel dat hij een hogere taak te vervullen had (I Samuel 3:20). Samuel was de laatste en belangrijkste der Richteren, die ook koningen zou zalven. Ook hier ligt een overeenkomst, want tijdens Nicolaas' leven zou het christendom in het Romeinse Rijk belangrijk worden.
Volgens de later heiligverklaarde Simeon de Vertaler was Nicolaas een goede leerling, ging hij met regelmaat naar de kerk en was hij - waar nodig - behulpzaam. Reeds op 19-jarige leeftijd werd de jonge Nicolaas door zijn oom, de bisschop, tot priester gewijd en legde hij de kloostergeloften af. Zijn oom sprak de verwachting uit dat Nicolaas zelf óók bisschop zou worden en een leven van verlichting zou leiden. Door zijn strenge discipline in het vasten, zijn goede wil en zijn gebeden voor iedereen was hij een voorbeeld voor anderen.
Toen zijn oom een reis maakte naar Jeruzalem, werd de jonge Nicolaas benoemd tot gevolmachtigde in zijn klooster Nieuw Zion. Volgens de overlevering bestuurde hij het klooster zó goed dat het leek alsof de bisschop zelf aanwezig was.
Volgens dezelfde Simeon de Vertaler heeft de heilige meermalen het Heilig Land bezocht, en vatte hij telkens het plan op om er meerdere weken te verblijven, maar een "engel des Heeren beval hem om huiswaarts te keren". Dit betekende dat zijn parochie in gevaar was en hij zijn bovenmenselijke krachten aldaar moest gebruiken. Eens probeerde bij zo'n gelegenheid een zeeman hem te bedriegen, maar Nicolaas verijdelde dat plan, en sprak streng: Probeer nu nooit meer iemand te bedriegen. Vaar naar huis, en mijn zegen zal je vergezellen. Vandaar staat hij bekend als vergevingsgezind.
Aan de vooravond van zijn bisschopswijding ontving Nicolaas een versie van de Bijbel uit de handen van Jezus.
Naar verluidt nam Nicolaas in 325 als bisschop deel aan het Concilie van Nicea, al zijn hiervoor geen bewijzen gevonden. De voornaamste aanleiding tot bijeenroepen van het concilie was de onrust, ontstaan door de leer verspreid door Arius. Tijdens dit concilie liep Nicolaas, een fervent tegenstander van Arius, naar hem toe, en gaf hem een klap in het gezicht. Hiervoor werd Nicolaas in de kerker gegooid, maar 's nachts werd hij uit zijn boeien bevrijd door Maria, en kreeg hij van haar zijn bisschoppelijke gewaden terug samen met een een Bijbel. Gedurende de rest van het concilie werd er bij grote vraagstukken beslist volgens de mening van Nicolaas.
Gedurende zijn leven zou Nicolaas vele malen de bevolking tegen demonen hebben beschermd, maar ook na zijn dood zou hij verder voor zijn mensen hebben gezorgd. Zo zou hij tijdens hongersnoden schepen hebben behoed voor de ondergang.
Nicolaas van Myra werd begraven in Myra, nabij het huidige Demre in het zuidwesten van Turkije. In 1087 werden zijn relieken door Italiaanse kooplieden van Myra naar Bari overgebracht, om ze te beschermen tegen de oprukkende Islam. Hier werd speciaal voor hem een kerk gebouwd, de basiliek van Sint Nicolaas.
Er worden vele legenden verteld over de heilige Nicolaas die een verklaring zijn voor het Sinterklaasfeest dat in Nederland en België wordt gevierd en ook voor het bestaan van de Kerstman (Nikolaus, Saint Nic).
De Legenda Aurea vertelt het verhaal van een arme man, die drie dochters had. In die dagen werd van de vader verwacht, dat hij de toekomstige echtgenoot iets van waarde aanbood: een bruidsschat. Hoe hoger de bruidsschat, des te groter de kans dat een jonge vrouw een goede echtgenoot zou vinden. Zonder bruidsschat was het onwaarschijnlijk dat de vrouw ooit zou trouwen. Vanwege de armoede van de man waren zijn dochters gedoemd als slavinnen te worden verkocht. Echter, op drie verschillende gelegenheden verscheen een buidel met goud in het huis, die voorzien waren van een volwaardige bruidsschat. Van de geldbuidels, die door een open raam werden gegooid, wordt gezegd dat ze in de schoenen terecht kwamen die voor de haard stonden te drogen. Soms zijn de geldbuidels weergegeven dan wel geïnterpreteerd als sinaasappels of mandarijnen, hetgeen kan verklaren waarom de Sint uit Spanje komt. Dit verhaal verklaart ook het strooigoed en het zetten van de schoen. Drie zakjes met goud staan symbool voor Sint Nicolaas.
Een ander verhaal vertelt van drie theologiestudenten, die op hun weg naar Athene door een herbergier werden vermoord. De herbergier borg het vlees van de studenten op in een ton met pekel. Enige tijd later bezocht Sint Nicolaas dezelfde herberg, en droomde ’s nachts van de misdaad die de herbergier begaan had. Nicolaas riep de herbergier en bad tot God, waarna de studenten weer tot leven werden gewekt. In Frankrijk is er een soortgelijk verhaal, waarin drie kleine kinderen tijdens hun spel verdwaald raken en worden verleid en gevangen door een slager. Sint Nicolaas verschijnt, roept tot God, herstelt de kinderen het leven en brengt ze terug naar hun ouders.
Nicolaas vermenigvuldigde zakken graan die per schip in de haven van Myra kwamen. Hierdoor werd een hongersnood vermeden. Deze legende doet denken aan de wonderbare broodvermenigvuldiging van Christus.
De zoon van een edelman was krijgsgevangen gemaakt door een heidense koning. Hij vertelde de koning over Sint Nicolaas. De koning sprak honend dat Nicolaas de jongen niet kon bevrijden. Hierop verscheen Nicolaas in een glorie van wolken. De jongen werd bevrijd en overgedragen aan zijn vader.
Een andere versie van dit verhaal vindt plaats na de dood van Sint Nicolaas. De stedelingen van Myra waren zijn naamdag aan het vieren toen een groep Arabische piraten vanuit Kreta in het gebied van Myra kwamen. Zij stalen de relikwieën uit de kerk van Sint Nicolaas. Terwijl zij de stad verlieten, ontvoerden zij een jongen, Basilios, om hem als slaaf te kunnen verkopen. In dienst getreden als slaaf werkte Basilios voor een koning als wijnschenker, die hem gekocht had omdat Basilios niet zou kunnen verstaan wat de koning tegen zijn raadslieden zou zeggen. Het hele volgende jaar zou Basilios de koning zijn wijn schenken in een prachtige, gouden karaf. In Myra kwam Nicolaas’ naamdag steeds dichterbij. Basilios’ moeder wilde niet aan het feest meedoen, omdat de dag voor haar tragische herinneringen opriep. In plaats mee te doen aan het feest bad zij om Basilios’ veiligheid. Terwijl Basilios zijn diensten voor de koning verrichtte, werd hij plotseling uit de zaal geplukt, de gouden karaf nog in de hand. Sint Nicolaas verscheen voor de doodsbange jongen, zegende hem en bracht hem terug naar zijn ouders in Myra.
Sint Nicolaas is de beschermheilige van kinderen, ongehuwde vrouwen, kooplieden, studenten, geliefden, slagers, dieven, moordenaars, piraten en schutspatroon van de zeelieden. Veel havensteden hebben Sint Nicolaas als beschermheilige, zoals Aberdeen, Amsterdam, Bari en Sint-Niklaas (België).