Heden vieren we de Onbevlekte Ontvangenis van de heilige maagd Maria, die de kop van het serpent met haar maagdelijke voet heeft verpletterd. |
Epistel
Spreuken 8, 22-35
De Heer bezat mij reeds bij de aanvang van Zijn wegen, voordat Hij iets maakte in den beginne. Van eeuwigheid ben ik aangesteld, en van oudsher, vóórdat de aarde bestond. Nog was de wereldzee er niet, en ik was reeds ontvangen toen er nog geen waterbronnen waren ontsprongen; nog waren er geen bergen in machtig gevaarte gegrondvest; vóórdat er heuvelen waren, ontving ik het bestaan, toen Hij de wereld nog niet had geschapen, noch de stromen of de steunpunten der aarde. Toen Hij de hemelen maakte, was ik er bij, toen Hij aan de zeeën vaste wetten stelde en grenzen; toen Hij de wolkenhemel vastzette daarboven, en de watervloeden in evenwicht bracht; toen Hij aan de zee haar grenslijn trok, en de wateren gebood niet buiten de oevers te treden; toen Hij de grondslagen der aarde vastlegde. Ik was bij Hem, en bracht met Hem alles tot stand; en alle dagen genoot ik, en vond mijn vreugde steeds voor Zijn ogen; mijn vreugde vond ik op de aarde, want mijn genot is te zijn bij de kinderen der mensen. Nu dan kinderen, luistert naar mij; gelukkig zijn zij, die mijn wegen bewandelen. Aanhoort mijn onderrichting, en weest verstandig, en wilt ze niet van u afwerpen. Gelukkig de man, die luistert naar mij, en dagelijks de wacht houdt aan mijn poorten, en op wacht staat aan de post van mijn deur. Hij, die mij vindt, vindt het leven, en hij zal heil verwerven van de Heer.
Evangelie
Lc. 1, 26-28
In die tijd werd de engel Gabriël door God gezonden naar een stad van Galilea, Nazareth genaamd, tot een Maagd, die ten huwelijk was gegeven aan een man, die Jozef heette, uit het huis van David; en de naam van die maagd was Maria. En de engel trad bij haar binnen en sprak: Wees gegroet, gij vol van genade, de Heer is met u; gij zijt de gezegende onder de vrouwen.
Overweging
"Tota pulchra es! O Maria, gij zijt geheel zuiver, onbevlekt door de erfzonde." Dat zijn de woorden van verering die de Kerk ons vandaag in de mond legt. Zij drukken het gevoel uit van de mensheid, die door de zonde wordt verlamd, voor de smetteloze zuiverheid van Onze Lieve Vrouw.
In alle eeuwigheid heeft God Maria uitgekozen om de Moeder te worden van het Vleesgeworden Woord. Daarom heeft Hij haar met heiligheid getooid en haar gevrijwaard van elke smet om haar tot een waardige woning te maken voor Zijn Zoon. In de woorden van de engel tot Maria "Wees gegroet, vol van genade" ligt het voorrecht van haar onbevlekte ontvangenis opgesloten; want er had iets aan de volheid van genade ontbroken, indien haar ziel een ogenblik de besmetting van de erfzonde had gekend.
De heilige Maagd was reeds vanaf het moment van haar conceptie verlost, doordat zij gevrijwaard was van de erfzonde. Haar verlossing kan niet worden losgezien van onze verlossing door Christus. Daarom is het feest van de Onbevlekte Ontvangenis, midden in de Adventstijd, een aankondiging van de grootsheid van de Vleeswording van onze Verlosser.
Het feest van vandaag is ingesteld door paus Pius IX met de afkondiging van het dogma op 8 december 1854, en maakte die dag tot een verplichte feestdag. Lang daarvoor bestond er echter reeds een feest van de 'conceptie'. In de achtste eeuw werd het reeds gevierd in de Kerken van het Oosten, in de negende eeuw in Ierland, en in de elfde eeuw in Engeland. De vlekkeloze Maagd werd dus al eeuwen door de christenheid gevierd toen Pius IX het dogma plechtig afkondigde. Hij bevestigde het traditionele geloof van de Kerk en bracht het in een dogma onder woorden.
Hoe moet Maria in de hemel van vreugde jubelen voor het aanschijn van God, Die haar voor alle zonden heeft willen vrijwaren! Maar hoe verdient zij ook, dat wij hier op aarde haar lof zingen! Vragen wij met de heilige Kerk aan God, dat Hij door haar voorspraak in ons de wonden van de erfzonde wil genezen, en ons bewaart voor persoonlijke zonden.