Dorothea is in 311 te Caesarea in Cappadocië onder keizer Diocletianus de marteldood gestorven. Een legende vertelt dat Dorothea op weg naar het schavot de naam van Jezus riep. Een jongeling, genaamd Theophilus, spotte en zei tot haar dat hij zich zou bekeren als hij bloemen en vruchten uit de tuin van haar bruidegom zou ontvangen. Daarop verscheen er een engel die een mand met bloemen en vruchten bracht naar de jongeling, terwijl het hartje winter was. Daarop knielde hij neer en bekeerde zich tot het christendom. Diocletianus werd daar zo kwaad om, dat hij Theophilus samen met Dorothea liet onthoofden.
Dorothea is patrones van vrouwen in barensweeën, bloemenverkopers, fruithandelaars, tuinlui, bruiden, bierbrouwers, stervenden en pas gehuwden; zij is patrones tegen valse beschuldigingen en armoede. Zij wordt vaak afgebeeld met een mand vol fruit en bloemen of met haar martelwerktuig, een zwaard. Een volksweerspreuk luidt: Sint Dorothee brengt meestal snee.