Des konings vaandels gaan vooraan,
't geheim des kruises grijpt ons aan,
dat op het schandhout uitgespreid
de Schepper als een schepsel lijdt.
Het harde ijzer van de speer
stak in de zijde van de Heer,
opdat het water en het bloed
ons reinigde in overvloed.
Wat David in zijn vrome lied
voorspeld heeft, dat is nu geschied.
Hij heeft de volkeren geleerd
dat God vanaf het hout regeert.
O kruis, u groet ik, want gij zijt
mijn hoop in deze lijdenstijd.
Geef vrolijkheid wie U vertrouwt,
genade wie zijn kwaad berouwt.
U brenge al wat leeft de eer,
Drievuldigheid, o ene Heer,
Die ons door 't kruisgeheim bevrijdt,
regeer ons tot in eeuwigheid.
(Vertaling: J.W. Schulte Nordholt)