Pagina's

30 mei 2024

Sacramentshymne: Sacris Solemniis (Michael Haller)



Latijn

Sacris solemniis
iuncta sint gaudia,
et ex praecordiis
sonent praeconia;
recedant vetera,
nova sint omnia,
corda, voces, et opera.

Noctis recolitur
cena novissima,
qua Christus creditur
agnum et azyma
dedisse fratribus,
iuxta legitima
priscis indulta patribus.

Post agnum typicum,
expletis epulis,
Corpus Dominicum
datum discipulis,
sic totum omnibus,
quod totum singulis,
eius fatemur manibus.

Dedit fragilibus
corporis ferculum,
dedit et tristibus
sanguinis poculum,
dicens: Accipite
quod trado vasculum;
omnes ex eo bibite.

Sic sacrificium
istud instituit,
cuius officium
committi voluit
solis presbyteris,
quibus sic congruit,
ut sumant, et dent ceteris.

Panis angelicus
fit panis hominum;
dat panis caelicus
figuris terminum;
O res mirabilis:
manducat Dominum
pauper, servus et humilis.

Te, trina Deitas
unaque, poscimus:
sic nos tu visita,
sicut te colimus;
per tuas semitas
duc nos quo tendimus,
ad lucem quam inhabitas.
Amen.
Nederlands

't Hoogheilig feestgetij
ga met onz' vreugd gepaard,
stijge uit ons harte blij
't loflied de Here waard:
Stel 't oude gans terzij,
zij alles nieuw op aard,
harten, stemmen en levensaard.

Nu wordt het maal herdacht,
't laatste voor 's Heren dood,
toen Hij in de afscheidsnacht,
naast ongedesemd brood,
't Lam, naar de Wet geslacht,
aan Zijn apostelen bood,
zo 't God zei aan het voorgeslacht.

Toen 't maal ten einde ging
van 't Lam, dat zinnebeeld,
heeft Christus aan de kring
Zijn Lichaam uitgedeeld:
Gans gaf Hij 't hun te gaâr,
en elk het gans ontving:
eigenhandig, zo schonk Hij 't daar.

Hij gaf ons dan Zijn Vlees,
spijs die de zwakken voedt;
aan wie is droef, vol vrees,
gaf Hij als drank Zijn Bloed.
Neemt, sprak Hij, neemt de kelk,
waar gij uit drinken moet,
die Mijn liefde bereidt voor elk.

Zo stelde Hij die nacht
't Misoffer in, zo groot,
waartoe Hij ambt en macht
slechts aan de priester bood,
die offert zulkerwijs
dat, wat hij zelf genoot,
hij ook aan anderen geeft als spijs.

Nu mag het Engelenbrood
't Brood van de mensen zijn.
't Brood dat de hemel bood,
drijft weg nu beeld en schijn:
O wonder overgroot!
Gods Vlees wordt een festijn
voor ons, knechten, in druk en nood.

Drievoudige God en één,
U roepen we allen aan;
daal neer tot ons beneên,
daar wij hier smekend staan.
Doe, langs U paân geleid,
ons naar Uw einddoel gaan,
naar Uw woonsteê van heerlijkheid.
Amen.