Epistel
Hebr. 9, 11-15
Broeders, Christus is opgetreden als Hogepriester van de goederen der toekomst. En door een grotere en volmaaktere tabernakeltent -- niet met handen gemaakt en niet van deze schepping -- is Hij, niet met bloed van bokken of kalveren, maar met Zijn eigen Bloed, eens en voor altijd binnengegaan in het Heiligdom, en heeft eeuwiggeldende verlossing bewerkt. Want als het bloed van bokken en stieren, en de besprenkeling met de as van een koe onreinen kan heiligen, zodat zij uiterlijk gereinigd worden, hoeveel te meer zal dan het Bloed van Christus, Die door de Heilige Geest Zichzelf als smetteloos offer aan God heeft opgedragen, ons geweten van dode werken zuiveren, om voortaan de levende God te dienen. En juist daarom is Hij Middelaar van een Nieuw Verbond, opdat door tussenkomst van Zijn dood de overtredingen, onder het vroegere Verbond bedreven, zouden worden afgekocht, en zij, die geroepen zijn, de belofte van de eeuwige erfenis zouden ontvangen, in Christus Jezus, onze Heer.
Graduale
1 Joh. 5, 6 en 7-8
Deze is het, Die gekomen is door water en bloed, Jezus Christus: niet door het water alleen, maar door het water en het bloed. Drie zijn er Die getuigen in de hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest, en deze drie zijn Eén. En drie zijn er die getuigen op aarde: de Geest, het water, en het bloed, en deze drie zijn één.
Evangelie
Joh. 19, 30-35
In die tijd, toen Jezus van de azijn genomen had, sprak Hij: Het is volbracht. Dan boog Hij Zijn hoofd en gaf de geest. Daar het nu voorbereidingsdag was en men de lijken niet op de sabbath aan het kruis wilde laten, -- het was nog wel een grote sabbath -- vroegen de joden aan Pilatus, dat men hun de benen zou breken, en hen dan zou afnemen. Toen kwamen de soldaten en braken wel de benen van de eerste en ook van de tweede, die met Hem gekruisigd was. Toen zij echter bij Jezus kwamen en zagen, dat Hij reeds gestorven was, braken zij Hem de benen niet. Maar een van de soldaten stak met een lans Zijn zijde open, en onmiddellijk kwam er bloed en water uit. En die het zelf gezien heeft, legt er getuigenis van af, en zijn getuigenis is waar.
Overweging
"Dierbare broeders en zusters, in Genesis staat geschreven dat het bloed van Abel, die door zijn broer Kaïn werd vermoord, schreeuwde naar God vanaf de aarde (cf. 4, 10). Helaas is deze schreeuw tot op de dag van vandaag niet verstomd, want menselijk bloed blijft onophoudelijk vloeien door geweld, onrecht en haat. Wanneer zal de mensheid leren dat het leven heilig is en alleen aan God toebehoort? Wanneer zullen we inzien dat wij allen broeders en zusters zijn? Aan de schreeuw van het bloed van mensen, die opstijgt vanuit vele plaatsen op aarde, heeft God geantwoord met het Bloed van Zijn Zoon, Die Zijn leven heeft gegeven voor ons. Christus heeft geen kwaad met kwaad vergolden, maar met goedheid, met Zijn oneindige liefde.", zo sprak paus Benedictus XVI z.g. op zondag 5 juli 2009 tijdens zijn Angelus-toespraak tot de gelovigen op het Sint-Pietersplein.
De paus herinnerde toen aan het feest van het Kostbaar Bloed van Christus dat de Kerk tot aan de liturgiehervorming in 1970 op deze dag heeft gevierd, maar dat nu alleen nog op de Tridentijnse kalender voorkomt. Het feest van het verlossende Bloed van onze Zaligmaker bepaalde zelfs dat de gehele maand juli de maand van het Kostbaar Bloed werd genoemd, zoals de maand juni in het bijzonder is toegewijd aan het Allerheiligst Hart van Jezus.
Paus Benedictus XVI sprak verder:
"In de heilige Schrift wordt het bloed voortdurend verbonden met het Paaslam. Het Oude Testament verhaalt over de besprenkeling met het bloed van offerdieren als teken van het verbond tussen God en mensen. In het boek Exodus staat: Vervolgens nam Mozes het bloed, sprenkelde dat over het volk en sprak: ‘Dit is het bloed van het verbond dat de Heer, op grond van al deze woorden, met u sluit.’ (Exodus 24, 8)
Jezus herhaalt deze formulering expliciet als Hij tijdens het Laatste Avondmaal de kelk laat rondgaan onder Zijn apostelen, terwijl Hij zegt: 'Dit is Mijn Bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden' (Mattheüs 26, 28). En vanaf de geseling tot aan de doorboring van Zijn zijde na Zijn dood op het kruis heeft Christus werkelijk al Zijn Bloed vergoten als het ware Lam dat werd geofferd voor de verlossing van de wereld. De verlossende waarde van Zijn Bloed wordt in velen teksten van het Nieuwe Testament uitdrukkelijk bevestigd.
In dit Jaar van de Priester hoeft men slechts de wonderschone regels van de brief aan de Hebreeën te lezen: Christus... is eens en voorgoed het heiligdom binnengegaan, en niet met het bloed van bokken en kalveren maar met Zijn eigen Bloed heeft Hij een eeuwige verlossing verworven. Want als het bloed van bokken en stieren en het bestrooien met de as van een vaars de verontreinigden kan heiligen zodat zij uiterlijk rein worden, hoeveel te meer dan het bloed van Christus. Door de eeuwige Geest heeft Hij Zichzelf aan God geofferd als een smetteloos offer, dat ons geweten zuivert van dode werken [= zonden], om de levende God te dienen (9, 11-14)."
Ruim vijftig jaar geleden, in het jaar 1960, schreef de heilige Johannes XXIII een apostolische brief 'Inde a primis' over de devotie tot het kostbaar Bloed van Christus. Daarin lezen we dat het paus Benedictus XIV was die de Mis en het officie van dit feest goedkeurde, de zalige Pius IX het als liturgisch feest voor de gehele Kerk voorgeschreven heeft en dat paus Pius XI het feest tot rang van 'duplex primae classis' verhief met de bedoeling om de devotie tot het Bloed van de Verlosser te bevorderen. De heilige Johannes XXIII zelf gaf zijn goedkeuring aan een eigen litanie.
In genoemde apostolische brief spoort de heilige Johannes XXIII de gelovigen aan tot een grotere devotie voor het kostbaar Bloed waarvan -- citerend Sint-Thomas van Aquino -- één druppel de wereld kan reinigen van alle zonden: "De kracht van het Bloed van Christus, God en mens, is oneindig groot, en de liefde, die onze Verlosser bewogen heeft, het te vergieten, is eveneens oneindig. Reeds bij de besnijdenis op de achtste dag na Zijn geboorte vergoot Hij Zijn Bloed, en daarna heeft dit overvloedig gestroomd, toen Hij in de hof van Getsemane, 'aan doodsangst ten prooi' nog met meer aandrang bad, bij Zijn geseling en doornenkroning, toen Hij opging naar Calvarië en daar aan het kruis genageld werd, en tenslotte toen Zijn zijde met een brede wond werd geopend, tot een teken van dit goddelijk Bloed, dat ook vloeit door alle Sacramenten van de Kerk. Dit alles maakt het niet alleen passend, maar ook noodzakelijk, dat alle gelovigen door het Bloed herboren, dit met godsvrucht aanbidden en Het een dankbare liefde betuigen."