Apollinaris is waarschijnlijk nog in de Syrische stad Antiochië leerling geworden van de apostel Petrus. Zoals wij in de Handelingen van de Apostelen (11, 26) kunnen lezen, was Antiochië de stad waar Jezus’ volgelingen voor het eerst ‘christenen’ werden genoemd. Hij heeft Petrus vergezeld op zijn missiereis die hem uiteindelijk in Rome zou brengen. Vandaar heeft Petrus hem zelf aangesteld tot bisschop van de stad Ravenna met de opdracht in die omgeving het Evangelie te verkondigen.
Om te beginnen genas hij de zoon van zijn gastheer van blindheid. Van dat moment af werd hij steeds omringd door een kring luisteraars die benieuwd waren naar wat hij te vertellen had. Zo maakte hij bekeringen en doopte nieuwe gelovigen. Tenslotte ging dit alles keizer Vespasianus (69-79) te ver. Hij liet hem arresteren en martelen; uiteindelijk werd hij doodgeknuppeld.
In 549 werd zijn stoffelijk overschot verhoogd tot de eer der altaren, destijds een officiële heiligverklaring. Hij staat in biddende houding (armen gespreid: 'orante') in mozaïek afgebeeld in de apsis van de basiliek Sant’ Apollinare in Classe te Ravenna uit de zesde eeuw. Sinds de 13e eeuw heeft de Lambertikerk in de Duitse stad Düsseldorf een belangrijke Apollinarisreliek.
In het Romeinse Martyrologium wordt Apollinaris beschreven als 'een bisschop die, volgens de traditie, terwijl hij de diepe rijkdom van Christus verspreidde onder de volkeren, zijn kudde leidde als een goede herder en de Kerk van Classis, nabij Ravenna, vereerde met een glorierijk martelaarschap'.