30 september 2024

Informatiebulletin voor de maand oktober is verschenen

Het Informatiebulletin is het parochieblad van de Jozefparochie dat maandelijks verschijnt. In de editie voor de maand oktober - in het bijzonder toegewijd aan de heilige Rozenkrans - aandacht voor de Rozenkrans als medicijn tegen de duisternis in onze gemoedstoestand, omgangsvormen, de heilige engelbewaarders, een FSSP-bezinningsweekend in klooster Helfta, en een gebedsactie voor het leven.

Het bulletin is op deze site te vinden onder het tabblad 'Informatiebulletin oktober' of klik op onderstaande afbeelding. Ook bestaat de mogelijkheid om het blad elke maand gratis en in kleur per e-mail (klik hier) te ontvangen.

Klik op het symbool in de rechterbovenhoek van onderstaande afbeelding voor een vergrote weergave en om te kunnen bladeren.

30 september: Heilige Hiëronymus, belijder en kerkleraar

Hiëronymus werd geboren rond het jaar 347 in Stridon (Dalmatië). Hij geldt als een van de grote Kerkvaders van het Westen.

Hij stamde uit een welgestelde familie en ontving zijn eerste opleiding te Rome. De ouders van Hiëronymus waren al christenen en zij stuurden hem naar Rome om er te studeren. Hij kreeg er les onder meer van de grammaticus Donatus. Tyrannius Rufinus van Aquileia was zijn medeleerling. Met de klassieke auteurs raakte Hiëronymus zeer vertrouwd.

Na een verblijf in Trier leidde hij in Aquileia een ascetisch leven tussen een groep van gelijkgezinden. Rond 373 wilde hij een pelgrimstocht naar Jeruzalem ondernemen, maar een ernstige ziekte hield hem lange tijd in Antiochië. Daar hoorde hij voordrachten van Apollinarius van Laodicea en hij leerde er ook perfect Grieks. Daarna trok hij zich drie jaar (375-378) terug in de woestijn in de buurt van Antiochië, waar een monnik van joodse afkomst hem in het Hebreeuws onderrichtte. Zijn priesterwijding ontving hij in Antiochië van Paulinus, bisschop van deze stad. In Constantinopel woonde hij de voordrachten van Gregorius van Nazianze bij.

Tussen 383 en 385 verbleef Hiëronymus in Rome. Hij was secretaris en vriend van paus Damasus I. In opdracht van deze paus begon hij te werken aan een nieuwe vertaling van de Bijbel in het Latijn, de vulgaat, omdat de tot dusver gangbare vertalingen niet meer voldeden voor wat betreft literaire vormgeving en correctheid. Na de dood van Damasus (11 december 384) begaf hij zich op reis naar de heilige plaatsen in Palestina, bezocht een maand lang Didymus de Blinde, bracht een bezoek aan de monniken van de Nitrische woestijn en vestigde zich uiteindelijk in 386 te Bethlehem, waar hij tot zijn dood als kluizenaar leefde. Hij hield zich daar 34 jaar bezig met de wetenschap en leidde bovendien een klooster. Tot de ascetische kring rondom hem behoorden ook adellijke dames als Marcella, Asella, Paula en haar dochter Eustochium. Met Paula's steun werden er drie vrouwenkloosters en een mannenklooster gesticht, verder een kloosterschool waar hij over een grote bibliotheek kon beschikken.

Hiëronymus raakte verwikkeld in verschillende conflicten: met bisschop Johannes van Jeruzalem, met zijn jeugdvriend Rufinus, met Jovinianus (393), Vigilantius (404) en Pelagius (na 415). Hij was een lastig en prikkelbaar mens, die dikwijls hard en scherp in zijn polemiek kon zijn, maar daartegenover staat dat hij eerlijk was in zijn energieke vrijmoedigheid tegen mistoestanden en in zijn streven naar ascetische idealen. Onder de kerkvaders was hij, als filoloog en veelweter, zeker de meest geleerde. Zijn wetenschappelijk werk is van grote waarde omdat hij de kennis van de Grieken en joden doorgaf aan het christelijke westen.

Zijn krachtige, emotionele persoonlijkheid blijkt het best uit zijn circa 120 brieven. Deze waren voor publicatie bestemd en zijn historisch belangrijk, inhoudelijk gevarieerd en qua vormgeving voortreffelijk afgewerkt.

Hiëronymus stierf in Bethlehem op 30 september 420. Hij wordt vaak afgebeeld met een leeuw.

29 september 2024

Corrie ten Boom over engelen in de heilige Schrift

29 september: Wijding van de basiliek van de heilige aartsengel Michaël, hoogfeest

Gedachtenis: Negentiende zondag na Pinksteren


Zorgt ervoor dat gij geen van deze kleinen gering acht;
want dit zeg Ik u:
Hun engelen in de hemel zien voortdurend het aangezicht van Mijn Vader,
Die in de hemel is.


Epistel
Openb. 1, 1-5
In die dagen heeft God bekend gemaakt, wat er weldra zal gebeuren, en door middel van zijn Engel daarvan bericht gezonden aan Zijn dienaar Johannes; en deze geeft verdere bekendheid aan dit woord van God en dit getuigenis van Jezus Christus: namelijk aan alles wat hij heeft gezien. Gelukkig degene, die de woorden van deze profetie leest of aanhoort, en onderhoudt, wat er in geschreven staat; want de tijd is nabij. Johannes aan de zeven kerken van Azië: Genade zij u, en vrede vanwege Hem, Die is, en was, en komen zal, en vanwege de zeven geesten, die staan voor Zijn troon, alsook vanwege Jezus Christus, Die de waarachtige Getuige is, de Eerstgeborene der doden en de Vorst over de koningen der aarde: Hij is het, Die ons heeft liefgehad en ons heeft rein gewassen van onze zonden in Zijn Bloed.

Evangelie
Mt. 18, 1-10
In die tijd kwamen de leerlingen tot Jezus met de vraag: Wie is wel de grootste in het rijk der hemelen? Toen riep Jezus een kind tot Zich, plaatste het in hun midden en sprak: Voorwaar Ik zeg u: zo gij niet verandert en wordt als kinderen, zult gij niet binnengaan in het rijk der hemelen. Wie dus nederig wordt als deze kleine, hij is de grootste in het rijk der hemelen. En wie zulk een kind opneemt in Mijn naam, neemt Mij Zelf op. Maar wie ergernis geeft aan een van deze kleinen, die in Mij geloven, voor hem zou het beter zijn, dat hij met een molensteen om de hals in de diepte der zee verdronken werd. Wee de wereld om de ergernis! Wel is het onvermijdelijk, dat er ergernissen komen; maar wee de mens, door wie de ergernis komt! Daarom, als uw hand of uw voet u ergert, kap ze af en werp ze weg; want beter is het voor u, verminkt of kreupel tot het leven in te gaan, dan met twee handen of twee voeten geworpen te worden in het eeuwige vuur. Zo ook, als uw oog u ergert, ruk het uit, en werp het weg; want beter is het voor u, met één oog tot het leven in te gaan, dan met twee ogen geworpen te worden in het helse vuur. Zorgt ervoor dat gij geen van deze kleinen gering acht; want dit zeg Ik u: Hun engelen in de hemel zien voortdurend het aanschijn van Mijn Vader, Die in de hemel is.

Overweging
Op 29 september werd de antieke Sint-Michaëlsbasiliek aan de Via Salaria, ten noorden van Rome, ingewijd.

Michaël is onder de engelen de meest bekende en de meest genoemde. Hij is de aanvoerder van de hemelse legerscharen in de strijd tegen Lucifer en diens aanhang. Zijn naam betekent: 'Wie is als God?'. Hij wordt vereerd als schutspatroon van de katholieke Kerk. Hij is de aanvoerder van de gelovige zielen.

De naam van de aartsengel Michaël komt al voor in het oude testament. In het boek Daniël wordt hij beschreven als de voornaamste der vorsten en de beschermer van het vrome Israël. Samen met de aartsengel Gabriël verklaart hij aan Daniël het profetische beeld dat die gezien heeft.

In die tijd, zal de grote vorst Michaël opstaan om de kinderen van Uw volk te beschermen. Want het zal een tijd van nood zijn, zoals er eerder nog geen een is geweest zolang er volken zijn. Maar al degenen van uw volk, die in het boek staan opgetekend, zullen in die tijd worden gered. (Dan. 12,1)

Het krachtige gebed tot de heilige aartsengel Michaël luidt als volgt:

Heilige Aartsengel Michaël,
verdedig ons in de strijd;
wees onze bescherming tegen de boosheid en de listen van de duivel.
Wij smeken ootmoedig dat God hem Zijn macht doe gevoelen.
En gij, vorst van de hemelse legerscharen,
drijf Satan en andere boze geesten,
die tot verderf van de zielen over de wereld rondgaan,
door de goddelijke kracht in de hel terug. Amen.

27 september 2024

Informatiebulletin elke maand per e-mail



Wilt u het maandelijkse Informatiebulletin, een uitgave van onze parochie, voortaan als eerste per e-mail ontvangen? Stuurt u dan een (lege) e-mail naar bulletin@agneskerk.org met als onderwerp: “Bulletin: ja”.

24 september 2024

24 september: Onze Lieve Vrouw tot Vrijkoop der Slaven (gedachtenis)

Een van de Spaanse eretitels die Maria draagt luidt Nuestra Señora de la Merced (Onze Lieve Vrouw tot Vrijkoop van Slaven), in het Latijn 'Maria de Mercede redemptionis captivorum'. Deze benaming gaat terug op de gelijknamige religieuze orde: de Mercedariërs.

Van de achtste tot de vijftiende eeuw gingen grote delen van Spanje gebukt onder het juk van de islam. In sommige perioden werden alle bewoners gedwongen zich tot Allah te bekeren. Wie zich weigerde te onderwerpen, werd als slaaf verkocht in dienst van een moslim, tenzij er voldoende geld was om een losprijs te betalen.

Om deze toestand het hoofd te bieden richtte Petrus Nolascus († 1256) in 1222 de Orde van de Mercedariërs op, officieel geheten Orde van Onze Lieve Vrouw van Barmhartigheid tot Vrijkoop van Slaven. De mannen en vrouwen die zich hierbij aansloten stelden zich ten doel om christenen die als slaaf in bezit van een moslim geraakt waren vrij te kopen. Soms betaalden zij de losprijs door zichzelf in hun plaats als slaaf aan te bieden!

De orde plaatste zichzelf onder bescherming van Maria. Daardoor kreeg zij bovengenoemde eretitel erbij. Het bijbehorende feest van vandaag werd enerzijds ingesteld om Maria's hulp in te roepen bij deze riskante onderneming, anderzijds om haar te bedanken voor alle keren dat de orde erin geslaagd was iemand vrij te krijgen.

Maria’s eretitel 'De la Merced' werd ook een voornaam die katholieke Spaanse ouders aan hun dochter gaven, en die verbasterd werd tot Mercedes. De Duitse autobouwer Benz noemde zijn mooiste auto naar zijn Spaanse vrouw Mercedes.

23 september 2024

Padre Pio over de noodzakelijkheid van regelmatig biechten



Zelfs een schone en leegstaande kamer verzamelt stof;

kom na een week terug en je zult zien dat er weer afgestoft moet worden!


H. Pio van Pietrelcina (Padre Pio)

Heilige Pius van Pietrelcina (Padre Pio), priester en belijder

Padre Pio werd geboren als Francesco Forgione op 25 mei 1887 in Pietrelcina in het aartsbisdom Benevento (Zuid-Italië). Op 16-jarige leeftijd trad hij in bij de orde der kapucijnen in Morcone. Daar kreeg hij de kloosternaam Pio. Na zijn priesterwijding in 1910 verbleef hij om gezondheidsredenen zes jaar in zijn ouderlijk huis. In 1916 stuurden zijn oversten de zieke pater naar het klooster San Giovanni Rotondo, waar hij tot zijn dood zou blijven.

Op 20 september 1918 voltrokken zich bij hem voor het eerst de zichtbare mystieke tekenen die zijn gehele leven zouden beheersen. Padre Pio ontving de zogeheten stigmata, de vijf open wonden van de gekruisigde Jezus. Uit de ongeneeslijke wonden in zijn handen, voeten en zijde stroomde bloed dat een heerlijke geur verspreidde. Pio’s oversten onderwierpen hem aan lastige wetenschappelijke onderzoeken. Door de stigmata en de talrijke wonderen die er rond hem gebeurden, stroomden er grote aantallen pelgrims naar San Giovanni Rotondo. Velen stonden uren in de rij om bij de gekwelde pater te biechten. Op zondag 22 september 1968 zakte hij tijdens de viering van de Hoogmis in elkaar. Pio was aan het einde van zijn lichamelijke krachten en in de nacht van zondag op maandag kwam er een eind aan zijn getormenteerde, aardse bestaan.

Nadat hij vredig was ingeslapen, verdwenen de stigmata. Steeds heeft Pio geprobeerd de stigmata te verbergen, omdat hij niet als een kermisattractie beschouwd wilde worden. De helse pijnen waaraan hij leed, wilde hij het liefst in volstrekte anonimiteit dragen en offeren voor de redding van de zielen in het vagevuur. Van geen enkele heilige uit de moderne tijd zijn zoveel verslagen over wonderbaarlijke verschijnselen opgetekend als van Pio. Zo was hij helderziend, beschikte hij over de gave van bilocatie (op twee plaatsen tegelijkertijd aanwezig zijn) en genezing, en verspreidde hij een heerlijke geur. Pio was allerminst een zwever. Hij was zeer praktisch ingesteld. Dat bleek onder meer uit zijn wens om in de buurt van zijn klooster een hypermodern ziekenhuis te laten bouwen. Met steun van pelgrims werd deze wens werkelijkheid. Padre Pio werd in 1999 zalig verklaard. Paus Johannes Paulus II verklaarde hem heilig op 16 juni 2002.

Zijn gedachtenis wordt gevierd op 23 september (Novus ordo).

22 september 2024

September - OLV-van-Smartenmaand: Als zich uw geest in God verblijdt (melodie: Jesu dulcis memoria)



Als zich uw geest in God verblijdt,
als gij, gewond door smarten, schreit,
als gij het kleed der glorie draagt,
u onze hulde, Moedermaagd.

Gegroet, bedrukte, met uw Zoon,
benauwd gewond door gesel, kroon.
Aan 't kruis genageld en bespot;
o, mart'laresse met uw God.

Gegroet, als Jezus zegepraalt,
de Geest in vlammen nederdaalt,
als gij, met sterrenkrans gekroond,
o, Koningin, in glorie troont!

Achttiende zondag na Pinksteren

De grootste genade die Gods barmhartigheid ons, mensen, heeft bewezen
- de genade die komt voor alle andere en die boven alle genaden uitstijgt -
is de Heer Jezus Christus Zelf.

Epistel
1 Kor. 1, 4–8
Broeders, te allen tijde breng ik om uwentwil dank aan mijn God voor de genade Gods, die u geschonken is in Christus Jezus. Immers in Hem zijt gij in ieder opzicht rijk geworden, in alle woord en in alle kennis, in dezelfde mate als de prediking van de Christus vaste voet bij u gekregen heeft. Zodoende komt gij in geen enkele genadegave iets te kort, terwijl gij in afwachting zijt van de verschijning van onze Heer Jezus Christus. Hij immers zal u doen vaststaan ten einde toe, zodat gij vrij zijt van schuld op de dag, dat onze Heer Jezus Christus wederkomt.

Evangelie
Mt. 9, 1–8
In die tijd ging Jezus in een scheepje, stak het meer over en kwam in Zijn stad. En daar bracht men een lamme tot Hem, die op een rustbed lag. Toen Jezus hun geloof zag, sprak Hij tot de lamme: Heb goede moed, Mijn zoon, uw zonden worden u vergeven. Maar zie, sommige schriftgeleerden zeiden bij zichzelf: Hij lastert God! Doch Jezus zag hun gedachten en sprak: Waarom denkt gij kwaad bij u zelf? Wat is gemakkelijker, te zeggen: uw zonden worden u vergeven, of te zeggen: sta op, en loop? Welnu, om u te doen weten, dat de Mensenzoon de macht bezit op aarde zonden te vergeven, – toen sprak Hij tot de lamme – sta op, neem uw bed op, en ga naar huis. En hij stond op, en ging naar huis. En toen de menigte dat zag, werden zij door vrees bevangen, en zij verheerlijkten God, Die zulk een macht verleende aan de mensen.


Binnen breken

Als ik de weg wil naar U toe,
het geeft niet waar, het geeft niet hoe;
al moet ik, om mij uit te spreken,
wie weet wel bij U binnen breken.

Als ik U, veel te laat misschien,
een keer mijn goede wil laat zien;
al is het, Jezus, ook maar even,
en nog door anderen gedreven.

Als ik mij met een klein gebaar
maar hulpeloos aan U verklaar,
verlamd van zonden aan Uw voeten,
met schuld die niet is uit te boeten,

U heft Uw hand en zet mij recht,
U ziet mijn wanhoop en U zegt:
het is je allemaal vergeven,
en ik begin opnieuw te leven.

Als ik de weg wil naar U toe,
het geeft niet waar, het geeft niet hoe.
Ik zal weer staan, ik zal weer lopen,
ik zie de weg naar God weer open.

Michel van der Plas

19 september 2024

Sint-Nicolaasacademie op zaterdag 21 september 2024 om 13.00 uur

Op 21 september gaat de serie najaarslezingen van start. Die zaterdag spreekt Bart Jan Spruyt, historicus, journalist en docent (protestantse) kerkgeschiedenis en apologetiek, over Blaise Pascal, de zeventiende eeuwse Franse wetenschapper, filosoof en verdediger van het christelijk geloof.

De toegangsprijs voor de lezing bedraagt € 7,50.

Zie: De website van de academie.

19 september: H.H. Januarius, bisschop, en gezellen, martelaren

In het jaar 305, onder het bewind van keizer Diocletianus, weigerde de ongeveer dertigjarige Sosimus te offeren aan de Romeinse oppergod Jupiter. Na enkele gruwelijke folteringen werd hij in Puzzeoli gevangen gezet. Zijn christenbroeders Proculus, Eutyches en Acucius wilden hem daar komen bezoeken en werden op hun beurt gearresteerd, gefolterd en eveneens in de gevangenis geworpen. Toen dat alles bisschop Januarius ter ore kwam ging hij op weg om zijn mensen in de gevangenis te bezoeken. Hij werd onderschept en onderging hetzelfde lot als zijn medechristenen. Januarius werd in een gloeiende vuuroven gedompeld. Maar dat deerde hem niet; midden in de vlammen begon de heilige hardop Gods lof te zingen, zoals dat het geval was bij de drie jongelingen in het boek Daniël. Ook moest hij in de arena vechten met wilde dieren maar de dieren deden hem niets. Zijn diaken Festus en zijn voorlezer Desiderius gingen op bezoek bij hun bisschop. Ook zij werden opgepakt en tezamen met Januarius naar Puzzeoli afgevoerd. Daar werden ze de dag na hun aankomst onthoofd.

De relieken van Januarius werden overgebracht naar het nabij gelegen Napels. in 831 kwamen ze naar Benevento, in 1154 naar het klooster Monte Vergine en in 1497 gingen ze weer terug naar de kathedraal San Gennaro (Sint Januarius) van Napels, waar zijn gebeente en bloed worden bewaard tot op de huidige dag. Zijn bloed wordt bewaard in een ampul in de San Gennarokapel. Drie keer per jaar, op de zaterdag voor de eerste zondag van mei, op 19 september en op 16 december, wordt het bloed weer vloeibaar.

Januarius is een van de bekendste patroonheiligen van de stad Napels. Daarnaast is hij beschermheilige van de goudsmeden (vanwege de gloeiende oven). Zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen vulkaanuitbarstingen van de Vesuvius.

18 september 2024

Quatertemperdagen in september

Woensdag, vrijdag en zaterdag van deze week zijn Quatertemperdagen. Deze naam is afkomstig van de Latijnse term 'quator tempora' (vier seizoenen).

Vier keer per jaar (in elk van de vier seizoenen) staan Quatertemperdagen op de kalender op woensdag, vrijdag en zaterdag in één bepaalde week. Elke dag kent een eigen liturgie, die zelfs voorrang heeft op bepaalde heiligen.

In september vallen de Quatertemperdagen rond de aanvang van de herfst, in december worden zij gevierd tijdens de derde week van de Advent (winter), in de lente vallen deze dagen in de week na de eerste zondag van de Vasten. En in de (vroege) zomer vallen de Quatertemperdagen tijdens het Pinksteroctaaf.

Quatertemperdagen komen voor op de liturgische kalender behorende bij het Missaal van 1962 (Tridentijns Missaal) en hebben hun wortels in vroeg-christelijke tijden. (In 2005 hebben de bisschoppen van Nederland deze dagen opnieuw vastgesteld voor de gehele Kerkprovincie.) In de eerste eeuwen van het christendom was het gebruikelijk om wekelijks te vasten op woensdag en vrijdag. Op woensdag, omdat Christus op die dag is verraden; op vrijdag, omdat Hij op die dag is gekruisigd. In Rome kwam daar de zaterdag bij, de dag waarop Christus in het graf verbleef.

In de derde eeuw raakten de wekelijkse vastendagen wat op de achtergrond, maar werd er juist gevast bij de wisseling van de seizoenen.

Zo ontstonden de Quatertemperdagen. Het zijn dagen van gebed, boete, inkeer, vasten en onthouding. De woensdag en zaterdag zijn halve onthoudingsdagen, dat wil zeggen dat het gebruik van vlees uitsluitend is toegestaan tijdens de hoofdmaaltijd. De vrijdag is een volledige onthoudingsdag, zoals alle vrijdagen in het jaar, met uitzondering van kerkelijke feestdagen.

Regelmatig vasten is een oude christelijke traditie. Het gaat erom onze geest te onthechten aan het aardse en te richten op de Heer, onze God. Vasten wapent ons bovendien tegen allerlei grote en kleine bekoringen waaraan we dagelijks zijn blootgesteld.

16 september 2024

16 september: H.H. Cornelius (paus) en Cyprianus (bisschop), martelaren

Cornelius werd aan het begin van de derde eeuw geboren. In 251 werd hij, nadat de pauselijke zetel 15 maanden vacant was geweest, tot bisschop van de Kerk van Rome gewijd. Dit bleef hij tot 253. In dit korte tijdsbestek heeft hij vooral te kampen gehad met de leer van Novatianus, een dwaalleraar die zich opwierp als tegenpaus. Het eigenlijke conflict ging over het weer opnemen van de mensen die tijdens de vervolging van het geloof waren afgevallen. De Novitianen ontkenden de macht van de Kerk om zware zonden te vergeven. Deze dwaling hield twee eeuwen stand. Volgens de H. Cornelius konden deze 'gevallenen' (lapsis) - zij hadden tijdens de vervolging onder keizer Decius aan afgoden offers gebracht - weer door handoplegging en boete in de Kerk worden opgenomen. Cyprianus heeft Cornelius geholpen het gezag te handhaven. Paus Cornelius werd door keizer Gallus verbannen naar het huidige Civitavecchia. Hier werd hij op 14 september 253 door onthoofding om het leven gebracht. De heilige Cornelius ligt begraven in de catacomben van Callistus.

Cyprianus was een vriend van paus Cornelius. Hij werd rond het jaar 210 in Carthago geboren. Hij stamde uit een heidense familie. Na zijn bekering in 248 werd hij tot priester gewijd en daarna (in 249) tot bisschop van Carthago. Hij heeft paus Cornelius gesteund in de strijd tegen de Novitianen. Hij heeft zich tijdens paus Stephanus hard opgesteld tegen ketterdopen. Tijdens de christenvervolging ten tijde van keizer Valerianus werd Cyprianus verbannen. Op 14 september 258 werd hij in Carthago onthoofd.

Cornelius is patroon van boeren en tegen krampen, oorkwalen, zenuwziekten en epilepsie. Bovendien is hij een van de vier heilige maarschalken, dat wil zeggen bijzondere voorsprekers bij God, samen met Antonius, Quirinus en Hubertus.

Cyprianus wordt aangeroepen als beschermer tegen de pest.

15 september 2024

Sequentie - Stabat Mater (Rossini)


Stabat mater dolorosa
juxta Crucem lacrimosa,
dum pendebat Filius.

Cuius animam gementem,
contristatam et dolentem
pertransivit gladius.

O quam tristis et afflicta
fuit illa benedicta,
mater Unigeniti!

Quæ mœrebat et dolebat,
pia Mater, dum videbat
nati pœnas inclyti.

Quis est homo qui non fleret,
matrem Christi si videret
in tanto supplicio?

Quis non posset contristari
Christi Matrem contemplari
dolentem cum Filio?

Pro peccatis suæ gentis
vidit Iesum in tormentis,
et flagellis subditum.

Vidit suum dulcem Natum
moriendo desolatum,
dum emisit spiritum.

Eia, Mater, fons amoris
me sentire vim doloris
fac, ut tecum lugeam.

Fac, ut ardeat cor meum
in amando Christum Deum
ut sibi complaceam.

Sancta Mater, istud agas,
crucifixi fige plagas
cordi meo valide.

Tui Nati vulnerati,
tam dignati pro me pati,
pœnas mecum divide.

Fac me tecum pie flere,
crucifixo condolere,
donec ego vixero.

Juxta Crucem tecum stare,
et me tibi sociare
in planctu desidero.

Virgo virginum præclara,
mihi iam non sis amara,
fac me tecum plangere.

Fac, ut portem Christi mortem,
passionis fac consortem,
et plagas recolere.

Fac me plagis vulnerari,
fac me Cruce inebriari,
et cruore Filii.

Flammis ne urar succensus,
per te, Virgo, sim defensus
in die iudicii.

Christe, cum sit hinc exire,
da per Matrem me venire
ad palmam victoriæ.

Quando corpus morietur,
fac, ut animæ donetur
paradisi gloria. Amen.
Naast het kruis met schreiende ogen,
stond de Moeder - diep bewogen,
daar de Zoon te sterven hing.

En haar door het zuchtend harte,
overstelpt van wee en smarten,
't zevenvoudig slagzwaard ging.

O hoe droef, hoe vol van rouwe,
was die zegenrijkste Vrouwe,
om Gods eengeboren Zoon!

Ach, hoe streed zij! Ach, hoe kreet zij,
en wat folteringen leed zij,
bij 't aanschouwen van die hoon!

Wie, die hier niet schreien zoude,
die het grievend leed aanschouwde,
dat Maria's ziel verscheurt?

Wie kan, zonder mee te wenen,
Christus' Moeder horen stenen,
daar zij met haar Zoon hier treurt?

Voor de zonden van de zijnen
zag zij Jezus zo in pijnen,
en in wrede geselstraf.

Zag haar lieve Zoon zo lijden,
heel alleen de doodskamp strijden,
tot hij Zijnen geest hergaf.

Geef, o Moeder, bron van liefde,
dat ik voele wat u griefde,
dat ik met u medeklaag.

Dat mij 't hart ontgloei' van binnen,
in mijn Heer en God te minnen,
dat ik Hem alleen behaag.

Heilige Moeder, wil mij horen,
met de wonden mij doorboren,
die Hij aan het kruishout leed.

Ach, dat ik de pijn gevoelde,
die uw lieve Zoon doorwoelde,
toen Hij stervend voor mij streed.

Mocht ik klagen al mijn dagen,
en Zijn plagen waarlijk dragen,
tot mijn jongste stervenssmart.

Met u onder 't kruis te wenen,
met uw rouwe mij verenen,
dat verlangt mijn zuchtend hart.

Maagd der maagden, nooit volprezen,
wil voor mij niet bitter wezen,
laat mij treuren aan uw zij.

Laat mij al de wrede plagen,
en de dood van Christus dragen,
laat mij sterven zoals Hij.

Laat Zijn wonden mij doorwonden,
worde ik bij Zijn kruis verslonden,
in het Bloed van uwen Zoon.

Moge ik in het vuur niet branden,
neem, o Maagd, mijn zaak in handen,
in het oordeel voor Gods troon.

Christus, moge ik eens behalen,
als mijn levenszon gaat dalen,
door Uw Moeder palm en prijs.

En als 't lichaam dan zal sterven,
doe mijn ziel de glorie erven,
van het hemels Paradijs. Amen.

Zeventiende zondag na Pinksteren

Epistel
Efes. 4, 1–6
Broeders - ik, die boeien draag omwille van de Heer - ik bid u, toch een leven te leiden, dat in overeenstemming is met de roeping, die gij ontvangen hebt. Wilt in alle nederigheid en zachtmoedigheid, met geduld elkander liefdevol verdragen, vol ijver om de eenheid van geest te bewaren in de band van de vrede. Eén lichaam en één geest, zoals gij geroepen werd met één en hetzelfde vooruitzicht van deze roeping. Eén Heer, één geloof, één doopsel. Eén God en Vader van allen, Die boven allen en door alles en in ons allen is; Die gezegend is in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Evangelie
Mt. 22, 34–46
In die tijd kwamen de farizeeën bij Jezus, en een van hen, een wetgeleerde, trachtte Hem op de proef te stellen door te vragen: Meester, wat is het grootste gebod in de Wet? Jezus antwoordde hem: Gij zult de Heer, uw God, beminnen uit geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. En het tweede is daaraan gelijk: gij zult uw naaste beminnen, zoals u zelf! Op deze twee geboden berust de gehele Wet en de profeten. Terwijl nu de farizeeën zo bij elkander stonden, stelde Jezus een vraag aan hen: Wat dunkt u van de Christus? Van wie is Hij de Zoon? Zij antwoordden Hem: Van David. Hij zei hun: Hoe komt het dan, dat David in de Geest Hem ‘Heer’ noemt, als hij zegt: "De Heer zei tot mijn Heer; zit neer aan Mijn rechterhand, tot Ik uw vijanden neerleg als een voetbank voor uw voeten." Als nu David Hem ‘Heer’ noemt, hoe is Hij dan zijn Zoon? En niemand was in staat Hem daarop een antwoord te geven; en van die dag af waagde het ook niemand meer om Hem nog vragen te stellen.

Overweging
Bemin de Heer, uw God, met geheel uw hart, met geheel uw ziel en met geheel uw verstand, zo horen wij vandaag in het heilig Evangelie. Dit gebod is het grootste, zowel in het oude als in het nieuwe Verbond, en het is de grondslag van de gehele godsdienst. In dit gebod wordt de mens de liefde tot God opgelegd als zijn eerste plicht. En er wordt een bijzondere nadruk gelegd op de totaliteit die deze liefde moet bevatten. Zij legt beslag op de gehele mens en op al zijn vermogens.

Bemin de Heer, uw God, met geheel uw hart. Dit betekent allereerst dat onze liefde voor God waarachtige liefde moet zijn die voortkomt uit het hart. God vraagt van ons gehoorzaamheid, eerbied, aanbidding en lof, maar vóór alles vraagt Hij om liefde. Liefde is de beweging van ons gemoed en de genegenheid van onze wil, die ons van onszelf ontrukken, die ons streven leiden in de richting van een ander, die de ander – en dus niet ons zelf – tot het middelpunt maakt van ons denken en doen, tot de oorzaak van onze vreugde en hoop. Die ander moet voor een christen God Zelf zijn.

Bemin de Heer, uw God, met geheel uw ziel. Hier vraagt Jezus nog meer dan de liefde van het hart. Deze eis boort nog dieper. Immers, door de ziel leven wij van de bron waaruit al onze levensdaden ontspringen, al is het maar in het begin. De liefde tot God moet zo dicht mogelijk liggen bij de oorsprong van ons leven. Zij moet tot de kern van ons wezen doordringen. Vanuit het middelpunt van het leven, dat de ziel is, moet zij alles beheersen en naar alle zijden uitvloeien.

Bemin de Heer, uw God, met geheel uw verstand. De liefde die God van ons vraagt gaat ons verstand te boven, maar zij is niet in strijd met ons verstand. Zij wordt niet geregeld door de eisen van het nuchtere mensenverstand, maar zij eist dat het verstand zich in haar dienst stelt. Concreet vraagt de liefde tot God van ons verstand dat het de tucht herstelt in de lagere regionen om daardoor zelf vrij te kunnen zijn voor God. Het gaat dus om de bevrijding van het vleselijke door zelfbeheersing en ascese. Maar bovenal beminnen wij God met geheel ons verstand wanneer dat verstand zich laat leiden door het geloof.

God Zelf maakt deze drievoudige liefde mogelijk; Hij houdt ons door Zijn macht in stand. Zijn genade overstroomt onze ziel met liefde, en het geloof dat Hij geopenbaard heeft leidt ons verstand. Als iemand deze drievoudige liefde niet geeft, dan is dat niet zo omdat dat voor hem onmogelijk zou zijn, maar omdat deze persoon God niet wil liefhebben. De ziel die inkeert tot zichzelf vindt God aanwezig. Hierin zien wij het grote en noodzakelijke verband dat er bestaat tussen de liefde en het gebed. Het gebed is niets anders dan een oefening om zichzelf steeds meer in de liefde gevangen te geven. Wij erkennen dus dat wij zonder gebed God niet zullen vinden. Het geloof, dat Hij ons geeft, is de gids van onze liefde, en wel de enige die wij kunnen volgen door licht en duisternis. En de liefde, van haar kant, scherpt het gezicht van het geloof, want niemand ziet helder in dit leven als hij niet bemint.

14 september 2024

Vexilla Regis (Bruckner)

14 september: Verheffing van het heilig Kruis, feest

In die tijd zei Jezus tot Nikodemus: "Nooit is er iemand naar de hemel opgeklommen; tenzij Hij Die uit de hemel is neergedaald, de Zoon des Mensen. En deze Mensenzoon moet omhoog worden geheven zoals Mozes eens de slang omhoog hief in de woestijn, opdat eenieder die gelooft in Hem eeuwig leven zal hebben. Zozeer immers heeft God de wereld lief gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat alwie in Hem gelooft niet verloren zal gaan maar eeuwig leven zal hebben. God heeft Zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen, maar opdat de wereld door Hem zou worden gered." (Joh. 3, 13-17)

Het feest van Kruisverheffing gaat terug op de inwijding van de Heilig Grafkerk in Jeruzalem in het jaar 335. Tijdens deze inwijding werd het heilig Kruis getoond aan het gelovige volk. De kerk van het Heilig Graf werd gebouwd in opdracht van Sint Helena, de moeder van Constantijn de Grote, op de plaats waar zeer waarschijnlijk het lichaam van Christus tussen kruisdood en verrijzenis te rusten was gelegd, meer bepaald op de plaats van de gevonden grafkelder, achter Golgotha. Tijdens het jaarlijkse kerkwijdingsfeest werd het kruis, waaraan Jezus geleden had, aan het volk getoond.

Het Kruis werd door Helena gedeeld: een deel bleef in Jeruzalem en twee andere delen schonk zij aan Constantinopel en Rome. Vooral vanaf de kruistochten ontstond een onstuitbare verspreiding van kruisrelieken en zo werd het feest van de Kruisverheffing gevierd op de plaatsen waar de relieken terecht kwamen.

De Regel van Benedictus (41, 6-8) laat naar oude kerkgebruiken bij het feest van Kruisverheffing de kleine vasten beginnen, die uitloopt in de grote vasten. Bijgevolg is dit feest in de Benedictijnse traditie van bijzonder belang en hebben kloosterordes uit deze traditie, zoals de Cisterciënzers en de Trappisten, een rol gespeeld in de verspreiding van het feest in Europa. Het tonen van het Kruis als teken van verlossing door Christus verspreidde zich zo over de gehele Kerk.

Katholieken en orthodoxen vereren het Kruis van Golgotha, omdat daarop de Verlossing tot stand werd gebracht. De verheffing van het Kruis is het tonen van Jezus als Heiland. Door Zijn sterven werd de dood vernietigd.

12 september 2024

O Naam, zo zoet in d'oren

O Naam, zo zoet in d'oren
van wie Maria mint.
O Naam, zo innig dierbaar
aan 't harte van haar kind.

Refrein
Geef dat uw Naam, Maria,
steeds in mijn ziele leev',
en stervend op mijn lippen,
uw Naam, o Moeder, zweev'.

O Naam, die d'Onbevlekte
in al haar grootheid prijst.
O Naam, die op de Moeder
der zeven smarten wijst.

O Naam, die ons de liefde
der Lieve Vrouwe noemt.
O Naam, die 't alvermogen
der Koninginne roemt.

O krijgsleus in het strijden,
o hulpkreet in de nood,
o onderpand der zege
in leven en in dood!

12 september: Heilige naam Maria

Voor de naam Maria is geleidelijk een bijzondere verering ontstaan. In sommige apocriefe verhalen wordt vermeld dat een engel van Godswege aan haar ouders opdracht gaf het kind Maria te noemen. Paus Benedictus XIV verhaalt in zijn boek over de feesten des Heren en de Mariafeesten dat in Polen het gebruik bestond om geen enkel meisje Maria te noemen uit eerbied voor de naam van Maria en dat er van het noemen van Maria’s naam, bijvoorbeeld bij een exorcisme, volgens verschillende theologen een bijzondere kracht en bescherming uitgaat.

In 1683 werd het feest van de heilige naam Maria op de universele kalender ingevoerd, nadat het reeds in 1513 op de diocesane kalender van het bisdom Cuenca in Spanje was geplaatst, door paus Pius V daarvan was verwijderd en door paus Sixtus V weer was toegestaan. Op 12 september 1683, de zondag onder het octaaf van Maria Geboorte, werden de Turken bij Wenen verslagen en gedwongen de belegering van die stad op te geven. Paus Innocentius XI stelde dit feest daarna in uit dankbaarheid voor deze overwinning. Het bleef tot 1911 op de zondag onder het octaaf gevierd, totdat paus Pius X het verplaatste naar de 12e september, om in de viering van de zondagen de continuïteit niet te verbreken.

11 september 2024

Bijeenkomst heilige Liga (mannencongregatie) op zaterdag 14 september



Op zaterdag 14 september is er een bijeenkomst van de heilige Liga. Na een heilig uur, dat om 16.00 uur begint, wordt er gesproken over de verdediging van ons christelijk erfgoed. De bijeenkomst wordt besloten met een gezamenlijke maaltijd en het bidden van de completen.

Belangstellenden kunnen zich aanmelden bij Ilan de Vré via 06-22822056.

9 september 2024

Bijeenkomst Legioen Kleine Zielen op woensdag 11 september

De gebedsgroep Amsterdam van het Legioen Kleine Zielen van Jezus’ Barmhartig Hart komt elke tweede woensdag van de oneven maanden (januari, maart, mei, juli, september en november) bijeen in onze kerk en pastorie; op woensdag 11 september wordt na de heilige Mis en het lof de conferentie voortgezet over de voordracht 'De boodschap die Ik aan de wereld geef is Leven voor allen' door eerwaarde heer Luc Vanstraelen (†) van 28 december 1991.

Het programma is als volgt:
10.30 uur: Rozenkransgebed
11.00 uur: Gezongen H. Mis
12.15 uur: Lof
12.45 uur: Conferentie in de pastorie met koffie en thee (tot circa 14.00 uur).

Een ieder is van harte uitgenodigd om kennis te komen maken en te komen meebidden met de gebedsgroep. Niemand is te groot of te klein, wij zijn allemaal aan het oefenen. Voor meer informatie kunt u terecht op de website van het legioen.

8 september 2024

Gedachtenis van Maria Geboorte

Op 8 september viert de Kerk
het feest van de geboorte van de heilige maagd Maria,
vandaag als gedachtenis (commemoratie)
bij de zestiende zondag na Pinksteren.

Zestiende zondag na Pinksteren

Kruisverheffing: Al wie zich verheft, zal vernederd, maar wie zich vernedert zal verheven worden.

Epistel
Efes. 3, 13–21
Broeders, ik bid u, dat gij niet de moed verliest om wille van de wederwaardigheden, die ik voor u verduur; want dat is juist een eer voor u. Daarom buig ik mijn knieën voor de Vader van onze Heer Jezus Christus, aan Wie alle vaderschap in de hemel en op aarde zijn naam ontleent: Moge Hij overeenkomstig de rijkdom van Zijn glorie u geven: dat gij naar de inwendige mens krachtig wordt gesterkt door Zijn Geest, en dat Christus woont in uw harten door het geloof; opdat gij, aldus geworteld en bevestigd in de liefde, in staat zijt om met alle heiligen de breedte en de lengte, de hoogte en de diepte te begrijpen, en de liefde van Christus te kennen, die alle begrip te boven gaat, om aldus volmaakt te worden naar heel de volheid Gods. Aan Hem nu, Die bij machte is om door de kracht, die in ons werkt, veel meer tot stand te brengen, dan wij kunnen vragen of begrijpen, aan Hem zij de eer in de Kerk en in Christus Jezus tot in alle geslachten van de eeuwen der eeuwen. Amen.

Evangelie
Lc. 14, 1–11
In die tijd kwam Jezus op een sabbat in het huis van een der voornaamste farizeeën, om de maaltijd te gebruiken; en zij letten zeer scherp op Hem. En zie, daar stond voor Hem een man, die aan waterzucht leed. En Jezus richtte Zich tot de wetgeleerden en farizeeën met de vraag: Mag men op de sabbat iemand genezen of niet? Maar zij zwegen. Dan legde Hij Zijn hand op hem, genas hem en liet hem heengaan. Maar tot de anderen sprak Hij: Wie van u zal niet zijn ezel of zijn os, die in een put valt, terstond er uit halen, al is het een sabbatdag? En zij wisten niets daartegen in te brengen. Ook hield Hij aan de gasten een gelijkenis voor, omdat Hij bemerkte, hoe zij de eerste plaatsen uitzochten; en Hij sprak tot hen: Als gij ter bruiloft wordt genodigd, neem dan niet de eerste plaats in; want misschien is er iemand genodigd, die voornamer is dan gij; en dan zou hij, die u en hem heeft uitgenodigd, u komen zeggen: Maak plaats voor deze; dan zoudt gij met schaamte de laatste plaats moeten innemen. Maar als gij genodigd zijt, neem dan de laatste plaats; wanneer dan uw gastheer binnenkomt, zal hij tot u zeggen: Vriend, ga hoger op! Dat zal een eer voor u zijn in het oog van al de disgenoten. Want al wie zich verheft, zal vernederd, maar wie zich vernedert, zal verheven worden.

Overweging
Gedurende de lange reeks zondagen na Pinksteren laat de Kerk ons in haar gebeden steeds opnieuw dezelfde hoofdgedachten overwegen, namelijk hoe het goddelijke heilsplan zich in ons moet verwezenlijken en hoe wij ons christelijk leven moeten beleven. Om ons dit te verduidelijken kiest zij voor ieder zondag enkele teksten uit de Heilige Schrift uit, die ons misschien vrij algemeen voorkomen, maar die uiterst geschikt zijn om onze christelijke levenshouding te bepalen. Vandaag wijst de lezing van het Evangelie hoofdzakelijk op de noodzaak alle dubbelzinnigheid, alle schijnheiligheid, alle verwaandheid en elke valse trots uit ons leven te weren, om ons met een oprecht en nederig hart aan de dienst van God te wijden, nederig erkennend dat de verwezenlijking van dit christelijke levensprogramma in ons het eigen werk van Gods genade in ons is. Het is deze genade die zichtbaar wordt in het Evangelie door de genezing van iemand die lijdt aan waterzucht. Maar omdat het een sabbat was, wekte deze genadebemiddeling ontevredenheid op bij de farizeeën, die in de naam van een voorschrift uit de wet aan het hoogste gebod, namelijk dat van de liefde, zouden verzuimen.

In het tweede deel van het Evangelie van vandaag wordt ons door een gelijkenis geleerd in welke gezindheid wij moeten liefhebben, namelijk in eenvoud en nederigheid. Christus Zelf heeft ons daarvan het levende voorbeeld gegeven toen Hij Zich offerde voor onze zonden. Zijn liefde is ook bij ons gebleven door de sacramenten, vooral in het heilig Sacrament van het Altaar. De farizeeën dachten dat zij zichzelf de gerechtigheid zouden kunnen geven door de letter van de wet te volgen. Christus laat ons echter duidelijk zien dat de gerechtigheid ontvangen moet worden, zoals degene die aan waterzucht lijdt zijn gezondheid ontvangt. Wij ontvangen de liefde niet in trots, maar in eenvoud en nederigheid.

De wijze waarop een katholiek de heilige communie ontvangt is een goed voorbeeld van de twee geestesgesteldheden die vandaag in het Evangelie worden getoond. De geknielde ontvangst van de communie op de tong laat de eenvoudige en nederige afhankelijkheid van Gods genade zien en maakt aan een ieder duidelijk dat wij zelf niets vermogen, maar slechts – zoals een klein kind – gevoed kunnen worden. Als wij volledig van deze houding doordrongen zijn, dan kan de goddelijke genade zich ten volle in onze ziel ontplooien. Daar staat tegenover de trotse houding van de handcommunie, die te vergelijken is met de farizeeër die denkt zichzelf het heil te kunnen geven door de uiterlijke navolging van de wet, maar die geen nederige en eenvoudige afhankelijkheid kent tot de liefde van God.

Beoefenen wij de eenvoudige nederigheid, waarin de genade en de liefde van God zo vruchtbaar worden. Stellen wij niet onszelf op de eerste plaats, maar erkennen wij dat wij arme schepselen zijn die volledig afhankelijk zijn van het erbarmen van God.

5 september 2024

Heilige Moeder Teresa van Calcutta, maagd

In 1910 wordt Gonxha (Agnes) Bojaxhiu geboren in Skopje, Albanië (tegenwoordig Macedonië), als jongste kind in een welvarend gezin. Op 18-jarige leeftijd treedt zij toe tot de zusters van Loreto. Daar leert zij Engels en komt als lerares te werken in de Indiase stad Calcutta. Zij ziet hoeveel zieken, bedelaars en thuislozen er in die stad zijn.

In 1931 kiest Agnes haar kloosternaam: zuster Teresa, met Theresia van Lisieux als patrones. Ze wordt directrice van een school, buiten het klooster, en komt veel in contact met mensen uit de sloppenwijken.
Tijdens een treinreis naar Darjeeling in 1946 ontvangt Teresa een goddelijke ingeving. Ze besluit het klooster te verlaten en zich volledig in dienst te stellen van de armen en onder hen te gaan leven. In 1948 verleent paus Pius XII haar toestemming om uit het klooster te treden en als onafhankelijke non te gaan leven, op voorwaarde dat ze de geloften van zuiverheid, armoede en gehoorzaamheid naleeft.

Zie kiest als nieuw habijt een goedkope witte sari (de gewone kleding voor de vrouw in India) met blauwe rand. Het wit staat voor reinheid en het blauw verwijst naar Maria. Zij krijgt de Indiase nationaliteit en gaat een opleiding volgen voor de verpleging. Vervolgens sticht ze een nieuwe orde voor zusters in Calcutta: de Missionarissen van Naastenliefde.

Ze leeft onder de armen. Ze probeert hun iets bij te brengen over hygiëne en ze ontfermt zich over hun baby's als zij dat zelf niet meer kunnen of willen. En ze vertelt de mensen over de liefde van God. Tientallen jaren knielt zij in de straten van het Indiase Calcutta neer bij stervende mannen, vrouwen en kinderen. Ze vertrouwt op God voor hulp, ook in het materiële. Overal waar zij komt, nodigt ze mensen uit te helpen en te geven. Haar tehuizen zijn overvol en toch smeekt ze moeders die hun ongeboren kindje willen laten doden het geboren te laten worden. Als zij niet voor dat onschuldige baby'tje kunnen of willen zorgen, mogen ze het aan haar geven, dan zal zij zich erover ontfermen.

Op 10 december 1979 wordt aan een klein geschrompeld vrouwtje de Nobelprijs voor de Vrede uitereikt. Moeder Teresa ontvangt deze voor haar werk onder de armsten der armen. Haar dankrede is één groot gebed. Ondertussen houdt ze een rozenkrans tussen haar vingers.

Haar hele leven is een gebed, is één grote strijd voor het leven. Tijdens de VN-bevolkingsconferentie in Caïro in 1994 heeft Moeder Teresa de doodstraf en abortus resoluut verworpen. ”De enige die het recht heeft op het leven is Degene Die het heeft gemaakt. Niemand anders heeft dat recht. Niet de moeder, niet de vader, niet de arts, geen instantie, geen conferentie, geen regering.”
Voor Moeder Teresa is "abortus het ergste kwaad en de grootste vernietiger van de vrede, want het is een oorlog tegen het kind, een rechtstreeks doden van onschuldige kinderen, de moord door de moeder zelf. En als we aanvaarden dat een moeder zelfs haar eigen kind doodt, hoe kunnen we dan zeggen dat andere mensen elkaar niet mogen doden?”

In 1979, toen Moeder Teresa in Oslo de Nobelprijs voor de vrede in ontvangst nam, sprak zij zich uit tegen de hypocrisie van de velen ”die zich zorgen maken over de situatie van baby's in Afrika en India, maar niet over de miljoenen die opzettelijk worden gedood door de wil van de moeder”.

Vaak gebruikte Moeder Teresa het volgende motto:
De vrucht van stilte is het gebed.
De vrucht van het gebed is geloof.
De vrucht van het geloof is liefde.
De vrucht van liefde is dienstbaarheid.
De vrucht van dienstbaarheid is vrede.

Moeder Teresa's liefde voor de Heer is aanstekelijk groot. Zij zegt dat je altijd en overal blij moet kijken, omdat dat uiteindelijk vrede en vreugde brengt. Maar achter haar eigen glimlach schuilt een oneindig verdriet. Vele malen was Jezus haar verschenen. Ze had visioenen gehad van naar God smachtende mensen. Hij dwong haar de grote stap te maken van het veilige klooster naar de armen op de straat. "Weiger mij niets", had Hij gezegd. Maar zij kon het niet, wat Hij vroeg was te veel voor haar. Maar uiteindelijk had ze gehoorzaamd. Met slechts een stukje zeep en vijf roepies was ze de straat opgegaan. En nu, juist als zij alles heeft gegeven, lijkt het of Hij haar in de steek heeft gelaten. Ze begint zelfs te twijfelen aan Zijn bestaan. Zoals Christus in de Hof van Olijven wordt bekoord, en later aan het kruis Zich door God verlaten voelt, zo eenzaam voelt Moeder Teresa zich. Alleen haar geloof houdt haar in deze beproeving op de been. Zij blijft Hem trouw, tot aan haar dood op 5 september 1997.

Paus Johannes Paulus II verklaart haar op 19 oktober 2003 zalig. Deze paus wilde haar als voorbeeld stellen aan de mensheid vanwege haar liefde voor het Allerheiligste Sacrament des Altaars, het gebed en de armen. Hij noemde haar het beeld van de Barmhartige Samaritaan in onze tijd. Paus Franciscus verklaart haar op 4 september 2016 heilig.

De congregatie Missionarissen van Naastenliefde telt nu wereldwijd meer dan 4.500 leden en bestaat uit (contemplatieve) zusters en broeders en een priesterorde.

3 september 2024

3 september: Heilige Pius X, paus en belijder

Pius X is geboren op 2 juni 1835 in de buurt van Venetië als Giuseppe Sarto. Zijn ouders waren straatarm. Zijn studie aan het seminarie werd gefinancierd door rijke weldoeners. In 1858 werd hij priester gewijd. Hij was achtereenvolgens kapelaan, pastoor, bisschop, en kardinaal-patriarch van Venetië. Daar besteedde hij veel geld en aandacht aan de armenzorg, opende hij een faculteit voor canoniek recht en bevorderde hij de kerkmuziek. In 1903 werd hij tot paus gekozen en koos de naam Pius X.

Pius X bleef altijd een grote sympathie houden voor de armen. Hij zei zelf: "Ik ben arm geboren, heb arm geleefd en wil vooral arm sterven", zinspelende op de vrijwillige armoede zoals aangenomen door kloosterlingen. Hij zette zich reeds als patriarch van Venetië in voor liefdadigheid, scholing van de arme jeugd, en verbetering van de gezondheidszorg en haar toegankelijkheid. Tegenover de katholieke vakverenigingen was kardinaal Sarto kritisch, omdat hij vreesde voor marxistische beïnvloeding en overname van de katholieke arbeidersinitiatieven. Sarto gebruikte zijn autoriteit meermaals om de situatie van de arbeiders te verbeteren (met name tegen kinderarbeid). Hij deed dit door zijn autoriteit te gebruiken als patriarch en kardinaal, niet door tot staking aan te zetten.

Als wapenspreuk koos hij: "Alles hernieuwen in Christus".
Zijn belangrijkste beslissingen waren: de afschaffing van het veto-recht van wereldlijke machten bij de keuze van een paus, de invoering van de kindercommunie, het opstellen van een lijst met dwalingen, de instelling van de antimodernisteneed, de oprichting van het Pauselijk Bijbelinstituut en de hervorming van het canoniek recht. Paus Pius X stond bekend als een man met een enorme geestkracht. Hij leed zwaar onder de dreiging van de Eerste Wereldoorlog. Hij overleed op 20 augustus 1914.

Paus Pius XII sprak hem in 1951 zalig. In 1954 verklaarde dezelfde paus hem heilig.

2 september 2024

Bijdragen restauraties

Alle orgelpijpen zijn verwijderd voor een grondige restauratie.

Wilt u een bijdrage leveren aan de restauratie van het kerkorgel of van het dak van de pastorie? Dan kunt u een bedrag overschrijven naar

bankrekening NL48 ABNA 0589 9700 89

ten name van Parochie H. Jozef onder vermelding van 'restauratie'. Bij voorbaat dank voor uw gift!

Onze parochie is door de belastingdienst erkend als algemeen nut beogende instelling (ANBI), waardoor giften – onder de gebruikelijke voorwaarden – aftrekbaar zijn voor de inkomstenbelasting. Als u fiscaal gunstiger wilt schenken, dan kan dat door middel van een periodieke gift. U doet dan een schriftelijke toezegging voor een vast bedrag gedurende minimaal vijf jaar, waardoor u jaarlijks een groter belastingvoordeel krijgt dan bij een gewone gift. Neemt u voor meer informatie contact op met het bestuur van onze parochie (per e-mail: secretaris@agneskerk.org).

Van de pastoor: Restauraties van kerkorgel en van pastoriedak gaan van start

De dagelijkse H.H. Missen zullen
ook in de eerste weken van september
van maandag tot en met vrijdag
worden opgedragen in de huiskapel
van de pastorie.

Beminde gelovigen,

In augustus is de restauratie van het grote kerkorgel van start gegaan. Het verwijderen van het instrument zorgde de afgelopen weken voor enige veranderingen in de dagelijkse gang van zaken. Zo worden de heilige Missen op doordeweekse dagen (maandag tot en met vrijdag) opgedragen in de huiskapel in de pastorie. Hopelijk kunnen de werkzaamheden in de eerste of tweede week van september worden afgerond. Het orgel zal pas weer – volledig gerestaureerd – in de kerk terugkeren in de tweede helft van 2025.

90% van de totale restauratiekosten van het orgel wordt door Stichting Edwin Bouw Fonds geschonken. Het restant (circa € 40.000) van de kosten moet door onze parochiegemeenschap worden opgebracht. Onze dankbaarheid gaat uit naar genoemde stichting vanwege de gulle donatie, en naar degenen die zich hierbij willen aansluiten om het resterende bedrag op te brengen.

Dit najaar zal ook eindelijk de grote restauratie van het pastoriedak van start gaan. Meer dan 10 jaar hebben wij gewacht op een oplossing om de lekkages van het dak, vooral bij storm en regenachtig weer, tegen te gaan. Het huidige dak is bijna 100 jaar oud en is aan totale vervanging toe.

Restauraties als deze zijn niet rechtstreeks met het religieuze, kerkelijke leven verbonden, maar zij eisen wel heel veel voorbereiding. Ze vormen het noodzakelijk fundament waarop het religieuze leven verder kan worden opgebouwd. Mijn bijzondere dank gaat uit naar de leden van het kerkbestuur en overige betrokkenen voor hun tijd en inzet.

Met mijn priesterlijke zegen,
Pater M. Kromann Knudsen FSSP, pastoor

1 september 2024

Litanie van Onze Lieve Vrouw van Zeven Smarten

Heer, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons. Christus, aanhoor ons. Christus, verhoor ons.
God, hemelse Vader, ontferm U over ons.
God Zoon, Verlosser van de wereld, ontferm U over ons.
God, Heilige Geest, ontferm U over ons.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U over ons.

Moeder van Smarten, bid voor ons
Bedrukte Moeder,
Die in de herberg geen plaats hebt gevonden,
Die uw intrek in een stal moest nemen,
Die uw Eerstgeborene in een kribbe gelegd hebt,
Die de besnijdenis van uw Zoon met medelijden hebt aanschouwd,
Die vernomen hebt, dat uw Zoon tot een teken van tegenspraak gesteld was,
Die gehoord heeft, dat uw hart met een zwaard van droefheid zou doorboord worden,
Die met uw Zoon naar Egypte moest vluchten,
Die over de dood van de onnozele kinderen hebt getreurd,
Die uw twaalfjarige Zoon in de tempel achtergebleven, met droefheid hebt gezocht voor drie dagen,
Die de voortdurende haat van de joden tegen uw Zoon ondervonden hebt,
Die op de dag van het laatste avondmaal van uw Zoon, Die naar Jeruzalem opging, met pijn in het hart afscheid genomen hebt,
Die het verraad van Judas en de uitlevering van uw Zoon gekend hebt,
Die gezien hebt, dat uw Zoon als een boosdoener aan de oversten en priesters werd overgeleverd,
Die de valse beschuldigingen tegen uw Zoon hoonde,
Die de gezegende aanschijn van uw Zoon door de wrede kaakslag misvormd zag,
Die vernomen hebt, dat uw Zoon door de joden en soldaten wreed mishandeld werd,
Die vernomen hebt dat uw Zoon achtergesteld werd bij Barabbas,
Die getuige was van de geseling en doornenkroning van uw Zoon,
Die het onrechtvaardige vonnis tegen uw Zoon hebt horen uitspreken,
Die uw Zoon, met de last van Zijn kruis beladen, ontmoet hebt,
Die gehoord hebt, dat de gezegende handen en voeten van uw Zoon door verschrikkelijke spijkers werden doorboord,
Die de laatste woorden van uw Zoon aan het kruis hebt opgevangen,
Die uw Zoon in Zijn doodstrijd bijgestaan hebt,
Die het ontzielde lichaam van uw Zoon, nadat het van het kruis werd afgenomen, in uw moederschoot opgenomen hebt,
Die, na de begrafenis van uw Zoon zeer bedroefd naar huis gegaan bent,
O, Koningin van de martelaren,
O, Spiegel van de bedrukten,
O, Troosteres van de zieken,
O, Sterkte van de zwakken,
O, Toevlucht van de zondaars,

Door het allerbitterste lijden en de allerbitterste dood van uw Zoon, o Koningin van de martelaren, verlos ons.
Door de bitterste pijnen van uw hart,
Door uw allergrootste droefheid en mistroostigheid,
Door uw grote kwellingen en overgrote benauwdheden,
Door uw zuchten en tranen,
Door uw moederlijk medelijden,
Door uw machtige voorspraak,
Door uw allerkrachtigste bijstand,
Van een bovenmatige droefheid,
Van kleinmoedigheid,
Van alle gelegenheden en gevaren van zonde,
Van de listen van de duivel,
Van verstoktheid van hart,
Van onboetvaardigheid,
Van een onverwachte dood,
Van de eeuwige verwerping,

Wij zondaars, wij bidden U, verhoor ons.
Dat gij door uw bijstand ons in het ware geloof, hoop en liefde bewaart,
Dat gij van uw Zoon, voor ons oprecht berouw en een geest van boete wilt verwerven,
Dat gij degenen die U aanroepen troost en hulp wilt verlenen,
Dat gij ons in de doodstrijd wilt bijstaan,
Dat gij voor ons een zalig sterfuur wilt afsmeken,
Moeder van God,

Lam Gods, Dat wegneemt de zonden van de wereld, spaar ons, Heer.
Lam Gods, Dat wegneemt de zonden van de wereld, verhoor ons, Heer.
Lam Gods, Dat wegneemt de zonden van de wereld, ontferm U over ons.

Christus, aanhoor ons. Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.

In alle kwelling en benauwdheid,
kom ons te hulp, o allerzoetste maagd Maria.

Laat ons bidden. God, Gij hebt gewild dat Maria uw Zoon nabij was als een moeder vol van smarten, toen Hij omhoog geheven was aan het kruis. Wij bidden U, geef Uw Kerk, die samen met haar in Christus' lijden deelt, ook de vreugde deelachtig te worden aan Zijn verrijzenis. Door Christus onze Heer. Amen.

Vijftiende zondag na Pinksteren

Epistel
Gal. 5, 25-26; 6, 1-10
Broeders, nu wij een geestelijk leven in ons dragen, zorgen wij nu ook naar de geest te leven. Laten wij geen ijdele eer najagen, zodat wij elkander tergen of benijden. Broeders, ook als iemand onbedacht in zonde is gevallen, dan moet gij, als geestelijke mensen, zo iemand terechtwijzen in de geest van zachtmoedigheid, en wel acht geven op u zelf, dat ook gij niet in bekoring komt. Draagt elkanders lasten; dan zult gij zo de wet van Christus vervullen. Want als iemand zich verbeeldt, dat hij wat is, terwijl hij niets is, dan bedriegt hij zichzelf. Laat daarom iedereen zijn eigen werk onderzoeken; dan zal hij alleen bij zichzelf reden hebben om te roemen, zonder zich te vergelijken met een ander. Want iedereen zal zijn eigen last moeten dragen. Wie echter onderricht ontvangt in de leer, moet aan degene, die hem onderricht geeft, van alle goeds meedelen. Wilt u zelf niet misleiden; God laat niet met Zich spotten. Wat de mens zaait, dat zal hij ook oogsten. Daarom – wie in het vlees zaait, zal ook van het vlees het verderf oogsten; wie echter zaait in de geest, zal van de geest eeuwig leven oogsten. Laten wij derhalve het goede blijven doen, zonder te verslappen; want als wij de moed niet opgeven, zullen wij te zijner tijd oogsten. Daarom – laten wij, zolang wij tijd hebben, goed doen aan iedereen, maar vooral aan de huisgenoten des geloofs.

Evangelie
Lc. 7, 11-16
In die tijd ging Jezus naar een stad, die Naïm heette; en Hij was vergezeld van Zijn leerlingen en een talrijke menigte. Toen Hij de stadspoort naderde, werd er juist een dode uitgedragen, een enige zoon van zijn moeder, en deze was weduwe; en een grote menigte uit de stad was bij haar. Toen de Heer haar zag, kreeg Hij innig medelijden met haar en zei tot haar: Ween niet! Dan kwam Hij naderbij en raakte de lijkbaar aan. (De dragers bleven stilstaan.) Vervolgens sprak Hij: Jongeling. Ik zeg u: sta op! En de dode ging overeind zitten en begon te spreken. En Hij gaf hem terug aan zijn moeder. En vrees greep allen aan, en zij verheerlijkten God en zeiden: Een groot profeet is onder ons opgestaan, en: God heeft Zijn volk bezocht.

Overweging
Door de tranen van de treurende moeder werd Jezus bewogen haar zoon uit de banden van de dood te bevrijden en terug te geven aan zijn moeder. Deze gebeurtenis is allereerst vanzelfsprekend een historische gebeurtenis, die ons de liefde en de goedheid van God laat zien. Verder is deze gebeurtenis in overdrachtelijke zin ook vandaag voor iedere mens werkelijkheid.

Door de zonde sterft de mens een nog diepere dood dan het sterven van het lichaam. De zonde berooft de mens van zijn eeuwige bestemming. Voor degene die in zonde sterft, blijf alleen het verschrikkelijke hellevuur, in alle eeuwigheid, zonder einde, zonder vermindering. Bedriegt uzelf niet, en denkt niet dat God dat toch niet zal toelaten. De waarheid is dat de zondige mens het zelf toelaat.

God is vol van erbarmen, zoals wij in het Evangelie hebben gehoord. Hij wekt de zondaar op tot leven, nu niet langer zoals die jongeman, maar door het sacrament van de biecht. God bevrijdt ons niet van de lichamelijke dood, maar van de eeuwige dood, als wij maar nederig en boetvaardig tot Hem naderen door middel van een gewijde priester.

Zonder de tranen van de wenende moeder zou in het Evangelie de jongeman niet zijn opgewekt. Ook de Kerk weent als een liefdevolle moeder om haar afgedwaalde kinderen. Zonder deze tranen en zonder haar gebed, waartoe ook ons persoonlijke gebed wordt gerekend, zou menig zondaar zich nooit hebben bekeerd. Wij leven in een tijd waarin de mens van kleins af aan tot zonde wordt aangezet, waarin gezin en samenleving geen veilig toevluchtsoord meer zijn. Des te meer moeten wij, christenen, bidden voor de bekering van de zondaars en offers brengen. Tegelijkertijd moeten wij ook waakzaam blijven om niet zelf met de dodelijke infectie van de zonde te worden besmet.

Zoals de menigte uit het Evangelie moeten ook wij met vrees worden vervuld en God verheerlijken, en Hem niet steeds weer vergeten. God is de werkelijkheid om Wie alles zich beweegt, en zo moet het ook zijn in ons leven. Als wij dood zijn in de zonde, dan kunnen wij alleen door Zijn erbarmen opnieuw tot leven komen, zoals niemand zichzelf het leven terug kan geven na de lichamelijke dood. God Zelf heeft tot de wereld gesproken, en de Kerk spreekt al 2000 jaar tot de wereld om God te dienen, maar de mens blijft steeds maar niet luisteren, omdat hij zich liever laat verblinden door de schijn van het wereldse. Deze schijn zal velen tot de eeuwige dood en verdoemenis brengen, omdat zij de tijd van erbarmen niet hebben willen kennen.

Deze waarschuwing is ook tot ons gericht. Heft steeds uw ogen naar de hemel en laat het wereldse spektakel achter u. Weest mensen die meer de taal van het gebed spreken, dan het gekabbel van deze wereld. Zorgt ervoor dat u de wereld doorziet, vertrouwt niet op de gezaghebbers in onze wereldse maatschappij, die voor u een pad van dood en ellende hebben geplaveid, maar luister naar en doe de Wil van God, zoals zeker ook de jongeman uit het Evangelie gedaan zal hebben, nadat hij tot het leven terugkeerde. Nemen wij onze toevlucht tot de heilige katholieke Kerk, de enige moeder die voor ons bij de Heer kan vragen om ontferming.