1 december 2024

Eerste zondag van de Advent

Epistel
Rom. 13, 11-14
Broeders, gij weet, dat het thans voor ons tijd is, om uit de slaap op te staan. Want nu is ons heil dichterbij, dan toen wij het geloof aanvaardden. De nacht loopt ten einde; de dag komt naderbij. Laten wij daarom afleggen de werken van de duisternis, en ons bekleden met de wapenen van het licht. Zorgen wij onberispelijk te leven, zoals men dat doet op klaarlichte dag: niet in onmatigheid en dronkenschap, niet in ontucht en losbandigheid, niet in twist en naijver; integendeel, gij moet u bekleden met de Heer Jezus Christus.

Evangelie
Lc. 21, 25-33
In die tijd sprak Jezus tot Zijn leerlingen: Er zullen tekenen komen aan zon en maan en sterren; en op de aarde zal er doodsangst heersen onder de volken, geheel radeloos door het gebulder van zee en golven. Dan zullen de mensen het besterven van schrik en angst om hetgeen de wereld gaat overkomen; want de krachten van de hemelen zullen geschokt worden. En dan zullen zij de Mensenzoon zien komen op een wolk, met grote macht en majesteit. Welnu, wanneer dit alles een aanvang gaat nemen, richt dan uw ogen opwaarts, en heft uw hoofden omhoog! Want uw verlossing is nabij. En Hij hield hun de volgende gelijkenis voor: Ziet naar de vijgeboom en de andere bomen; zodra zij beginnen uit te lopen, weet gij, dat de zomer nabij is. Zo ook, als gij deze dingen ziet gebeuren, weet dan, dat het Koninkrijk Gods nabij is. Voorwaar Ik zeg u: dit geslacht zal niet vergaan, voordat dit alles geschiedt. Hemel en aarde zullen vergaan, maar Mijn woorden zullen niet vergaan.

Overweging
De Advent begint met de woorden over de komst van de Mensenzoon, die wij in een meer uitbundige vorm afgelopen zondag reeds hebben gehoord. De Mensenzoon komt als rechter in Zijn eigendom terug om verlossing te brengen aan Zijn gelovigen. Er zit iets heugelijks in de woorden van het Evangelie van vandaag, als wij horen: Heft uw ogen opwaarts, want uw verlossing is nabij.

Dit is ook precies de diepste betekenis van de kerkelijke Advent: Het verwachten van Christus, de Mensenzoon, in Zijn derde komst, die plaats zal vinden op het einde der tijden in macht en majesteit. Hij zal verschijnen om alles tot Zich te trekken door het uitspreken van het laatste oordeel.

Maar voor dit alles zal gebeuren wordt ons verhaald hoe de gehele schepping geschokt zal worden, en hoe de mensen het zullen besterven van schrik en angst. Ons wordt duidelijk gemaakt dat de jongste dag voorafgegaan zal worden door allerlei ellende en nood. Dat is de onafwendbare toekomst die deze wereld te wachten staat.

De derde komst van Christus, als rechter, is slechts voor de getrouwen midden in de ellende van deze wereld toch een grote vreugde. Zijn komst brengt verlossing, want Zijn koninkrijk is nabij. Waar het in ons christelijk leven over gaat is niets meer of minder dan onze voorbereiding op Zijn komst. Behoren wij Hem toe of niet? Leef ik zoals Hij van mij verwacht? Bemin ik Hem in mijn dagelijkse gebeden? Woont er in mijn ziel een verlangen om bij Hem te zijn en alleen aan Hem toe te behoren? Dat zijn de cruciale punten die uitmaken of wij Zijn komst in heerlijkheid met vreugde en hoop tegemoet kunnen gaan, of dat de toekomstige ellende van deze wereld alleen maar het begin van eeuwige pijn en verdriet zal zijn.

Bij Zijn derde komst in heerlijkheid zullen namelijk de slechte mensen worden gescheiden van de goeden en worden opgesloten in het eeuwige hellevuur. Voor wie Hem hebben liefgehad staan de poorten van de hemel open. Eeuwige vreugde in de aanschouwing van de goddelijke heerlijkheid zal hun deel zijn. Hij wordt in de Kerstnacht geboren om ons alle middelen te schenken die noodzakelijk zijn om heilig te worden.