Isidorus werd omstreeks het jaar 560 geboren te Cartagena uit een voorname Spaanse familie. Rond het jaar 600 volgde hij zijn broer (de heilige Leander) op als aartbisschop van Sevilla. Hij stichtte scholen en kloosters, beijverde zich voor de bekering van de joden en bevorderde de wetenschappen. Volgens een getuigenis van de achtste synode van Toledo in 653 was hij "een verlicht leraar van onze tijd, het jongste sieraad van de katholieke Kerk, de laatste der kerkvaders, de geleerdste van onze tijd."
In 1598 werd hij heilig verklaard en in 1722 verheven tot kerkleraar.